Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
Boekcover De donkere kamer van Damokles
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 2359 woorden
  • 26 mei 2014
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
7 keer beoordeeld

Boekcover De donkere kamer van Damokles
Shadow

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als Osewoudt moet kiezen, is het zonder bedenktijd, met leven of dood als inzet en blind toeval als bepalende factor. Als een watervlugge bokser zet Willem Frederik Hermans ons op het verkeerde b…

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als O…

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als Osewoudt moet kiezen, is het zonder bedenktijd, met leven of dood als inzet en blind toeval als bepalende factor. Als een watervlugge bokser zet Willem Frederik Hermans ons op het verkeerde been. Steeds komen de gebeurtenissen in een ander licht te staan. De donkere kamer van Damokles biedt superieur schrijverschap, bloedstollende spanning en een sluipend gevoel van ongemak. Osewoudts leven wordt ons leven. Welke keuzes maken wij?

De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

C. Samenvatting van de inhoud

Moeilijkheden in het ouderlijk huis en eigen onvolgroeid uiterlijk zijn er de oorzaak van dat Osewoudt, de hoofdpersoon, van zijn omgeving geïsoleerd raakt. Hij trouwt met zijn lelijke nicht Ria en lijkt een leven zonder afwisseling tegemoet te gaan als sigarenwinkelier.

De oorlog brengt echter de spanning die hij zich gedroomd had. Een luitenant van het leger, Dorbeck, die sprekend op Osewoudt lijkt, betrekt hem bij zijn activiteiten in het verzet. Osewoudt ontwikkelt voor hem foto's en pleegt in zijn opdracht een aanslag in Haarlem. Dorbeck verdwijnt echter spoedig van het toneel: waarschijnlijk komt hij om wanneer een vliegtuig neerstort op zijn huis in Amsterdam.

Een aantal jaren later neemt Dorbeck echter opnieuw contact op met Osewoudt. Hij krijgt opdracht om Elly, een Engelse agente, verder te helpen en de gevaarlijke Lagendaal te vermoorden. Erg veel geluk heeft hij niet: Elly verdwijnt spoorloos, zijn helpster in de zaak-Lagendaal, ‘Hé jij’, wordt gearresteerd en ook hijzelf wordt spoedig door de Duitsers gezocht. Ondanks het feit dat hij vermomd is, weten ze hem te vinden. Hij wordt ondervraagd, maar uit de vragen en getuigenverklaringen wordt het hem duidelijk, dat de Duitsers Dorbeck en niet hem zoeken. Door enkele illegalen wordt Osewoudt uit het ziekenhuis waar ze hem naar toe gebracht hebben bevrijd. Nog dezelfde nacht wordt hij weer opgepakt en met hem een groepje illegalen bij wie hij ondergedoken zat; onder hen zijn joodse vriendin Marianne.

Deze keer duurt zijn gevangenschap langer. Het is Obersturmführer Ebernuss die hem vrijlaat, wanneer deze zelf wil deserteren. Hij heeft ervoor gezorgd dat Marianne niet naar Duitsland werd getransporteerd en in ruil daarvoor moet Osewoudt hem in contact brengen met de illegalen. Voor Ebernuss loopt het echter slecht af, want in opdracht van Dorbeck vergiftigt Osewoudt hem.

Dorbeck geeft Osewoudt een onderduikadres, maar deze reist naar het bevrijde Zuiden en meldt zich bij de Nederlandse Strijdkrachten.

Daar wacht hem een warme ontvangst: hij wordt gevangen genomen en beschuldigd van verraad. Door aperte leugens en verdraaiingen van de waarheid krijgt Osewoudt de schuld van de arrestatie van Elly en ‘Hé jij’. Zowel voor de Engelse inlichtingendienst als voor de Nederlandse justitie is Osewoudt een spion van de Gestapo die met behulp van foto's in illegale organisaties is binnengedrongen en zo honderden slachtoffers heeft gemaakt. Bewijzen kunnen niet tegen hem worden aangebracht, maar Osewoudt slaagt er van zijn kant niet in zijn onschuld te bewijzen. Het beroep op Dorbeck is vergeefs, want Dorbeck is en blijft onvindbaar; alle betrouwbare getuigen zijn dood en andere bewijsstukken verdwenen. Tenslotte wordt Osewoudt op een laffe manier neergeschoten wanneer hij in uiterste wanhoop naar buiten rent.

Bron: willemfrederikhermans.nl

D. Analyse van het boek

Motivatie van je boekkeuze
Ik heb het boek niet zelf uitgekozen. We lazen dit boek klassikaal voor het leesverslag van periode C. Eigenlijk was ik van plan een ander boek te lezen, maar door tijdgebrek en gebrek aan enthousiasme over dat andere boek, heb ik er toen voor gekozen om De Donkere Kamer van Damokles te lezen voor periode B.

Eerste persoonlijke reactie
Ik vond het boek tijdens het lezen heel erg spannend.
 Ik vond echter de afloop enigszins teleurstellend. Dat had een beetje te maken met dat het een open einde was, maar ook met dat ik het leuker had gevonden als op het einde was gebleken dat Osewoudt helemaal niet krankzinnig was, maar dat Dorbeck hem erin geluisd had. Van de andere kant vond ik het ook wel weer leuk dat je dat zelf een beetje in moest vullen.

Verdiepingsopdrachten

  1. Open plekken
    Het boek zit vol met open plekken. Zonder open plekken zou dit boek eigenlijk helemaal niets aan zijn. Het verhaal is één groot mysterie dat eigenlijk aan het einde nog steeds niet helemaal is opgelost. De grootste open plek is de vraag of Dorbeck ooit bestaan heeft of niet. Die vraag wordt aan het einde van het boek niet beantwoord.
  2. Personages
    • Het hoofdpersonage is Henri Osewoudt. Hij is erg onzeker over zijn uiterlijk en heeft een minderwaardig zelfbeeld. Hij is erg lelijk. Hij heeft geen baardgroei, een hoge stem en zachte blonde haartjes. Daardoor lijkt hij meer op een meisje dan op een man. Hij lijdt waarschijnlijk aan waanideeën aangezien niemand anders dan hij Dorbeck ooit gezien heeft.
    • Een ander personage is Dorbeck. Hij is een helper van Osewoudt. Dorbeck lijkt erg op Osewoudt, maar dan als het negatief van een foto. Hij is een stoer, mannelijk persoon. Hij geeft Osewoudt opdrachten. Hij gaat erg precies te werk en dat werpt zijn vruchten af want alles wat hij wil, gebeurt ook.
    • Ria is de vrouw van Osewoudt. Ze is erg lelijk, en kan waarschijnlijk geen andere man krijgen dan Osewoudt. Ze is erg egoïstisch. Ze steelt geld uit de kassa van de sigarenwinkel van Osewoudt, gaat vreemd en bekommert zich totaal niet om haar man.
    • Marianne is de vrouw waar Osewoudt verliefd op wordt tijdens de oorlog. Ze is erg bang door de oorlog. Ze is namelijk Joods en haar familie is al opgepakt door de Duitsers en waarschijnlijk vermoord. Het is een heel lief meisje dat veel om Osewoudt geeft. Ze is niet wanhopig, maar erg hoopvol dat ze de oorlog gaat overleven samen met Osewoudt.
  3. Tijd
    De verteltijd is 318 bladzijdes. De vertelde tijd is ongeveer 20 jaar. Er is in dit boek sprake van Raffung. Er is meer vertelde tijd, dan verteltijd. Er gebeuren veel gebeurtenissen in de 318 bladzijdes die verspreid zijn over 20 jaar.
  4. Ruimte (belangenruimte)
    Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Nederland, in Voorschoten, Amsterdam, Leiden. Een kleiner deel in Den Haag, Breda, Utrecht en andere steden in Nederland. Ook speelt zich een klein deel in Engeland en Duitsland af.
    Het verhaal bevat geen belangenruimte.
  5. Vertelperspectief
    Het boek wordt verteld in de personale vertelsituatie. De verteller verwijst nergens naar zichzelf, maar brengt alleen verslag van wat er gebeurt. Hij kan in de hoofden van de personages kijken, terwijl de verteller zelf niets inbrengt in het verhaal.
  6. Taalgebruik
    Het taalgebruik vond ik erg ouderwets. Dat was ten eerste erg duidelijk te merken aan de spelling van sommige woorden, bijvoorbeeld accoord in plaats van akkoord. Ook werden er veel woorden gebruikt die ik niet kende, of waarvan ik wist dat men die tegenwoordig niet meer vaak gebruikt. Bijvoorbeeld enfin, vliegmachine en dégénéré. Ook vond ik de opbouw van de zinnen een beetje apart, soms een beetje poëtisch zelfs. In plaats van ze of we, werd er veel zij of wij gebruikt. Maar het viel me steeds minder op naarmate ik verder las in het boek. De schrijver heeft niet bijzonder veel gebruik gemaakt van beeldspraak. Ook omschreef hij niet elke situatie erg uitgebreid, wat erg prettig was.
  7. Opbouw
    De fabel en het sujet lopen parallel. Osewoudt heeft wel eens herinneringen, vooral tijdens de verhoringen, maar het zijn geen flashbacks. Het verhaal wordt verteld in chronologische volgorde.
    Het vertellen van het verhaal van Henri Osewoudt, begint niet bij zijn geboorte, maar middenin zijn leven. Het verhaal is dus in medius res verteld.
    Het verhaal heeft een open einde, want er is nog steeds niet bewezen of Dorbeck nou wel of niet bestaan heeft.
  8. Onderwerp
    Henri Osewoudt is de zoon van een geesteszieke vrouw, die tijdens de oorlog in het verzet terechtkomt waar hij opdrachten in naam van Dorbeck uitvoert. Na de oorlog blijkt echter dat Dorbeck niet bestaan heeft en dat Osewoudt wellicht ook geestesziek is.
  9. Motieven en thematiek
    Het boek bevat verschillende motieven. Oorlog, moord, gerechtigheid, verzet en heel belangrijk: dubbelganger. Het boek heeft ook verschillende leidmotieven. Het feit dat Osewoudt geen baard heeft komt heel vaak terug. De tramkruising in Voorschoten en het bordje inhalen verboden komt ook vele malen terug. De gelijkenis tussen Osewoudt en Dorbeck wordt ook erg vaak herhaald.
    De thematiek van het verhaal is de moeilijkheid van het achterhalen van de geschiedenis.
  10. Intertekstualiteit en poëtica
    Er wordt niet verwezen naar andere werken en de schrijver laat ook zijn mening niet doorschemeren.
  11. Eindoordeel
    Ik vond het boek dus erg spannend, vooral in het middenstuk en het einde. De spanning bouwde zich steeds meer op doordat het steeds meer een raadsel was waarom Henri Osewoudt niets kon bewijzen over zijn tijd in het verzet tijdens de oorlog. Ik heb het boek verder ook met plezier gelezen. Ik vond het taalgebruik eerst een beetje storend, maar uiteindelijk vond ik het juist interessant. De verhaallijn zelf vond ik ook erg onderhoudend. Het speelde zich af in de oorlog, in het verzet en het personage maakte interessante beslissingen. Ik vind lezen over de oorlog erg interessant, en vooral het verzet vind ik leuk om over te lezen. Henri Osewoudt is een erg apart persoon, dat maakte het natuurlijk des te leuker voor het lezen. Het boek is erg mysterieus, dat maakte het voor mij ook een stuk makkelijker om door te lezen.
    Al met al, vond ik het, op het ouderwetse taalgebruik na, een leuk, interessant en spannend boek.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Verdiepingsopdrachten

  1. Open plekken
    Het boek zit vol met open plekken. Zonder open plekken zou dit boek eigenlijk helemaal niets aan zijn. Het verhaal is één groot mysterie dat eigenlijk aan het einde nog steeds niet helemaal is opgelost. De grootste open plek is de vraag of Dorbeck ooit bestaan heeft of niet. Die vraag wordt aan het einde van het boek niet beantwoord.
  2. Personages
    • Het hoofdpersonage is Henri Osewoudt. Hij is erg onzeker over zijn uiterlijk en heeft een minderwaardig zelfbeeld. Hij is erg lelijk. Hij heeft geen baardgroei, een hoge stem en zachte blonde haartjes. Daardoor lijkt hij meer op een meisje dan op een man. Hij lijdt waarschijnlijk aan waanideeën aangezien niemand anders dan hij Dorbeck ooit gezien heeft.
    • Een ander personage is Dorbeck. Hij is een helper van Osewoudt. Dorbeck lijkt erg op Osewoudt, maar dan als het negatief van een foto. Hij is een stoer, mannelijk persoon. Hij geeft Osewoudt opdrachten. Hij gaat erg precies te werk en dat werpt zijn vruchten af want alles wat hij wil, gebeurt ook.
    • Ria is de vrouw van Osewoudt. Ze is erg lelijk, en kan waarschijnlijk geen andere man krijgen dan Osewoudt. Ze is erg egoïstisch. Ze steelt geld uit de kassa van de sigarenwinkel van Osewoudt, gaat vreemd en bekommert zich totaal niet om haar man.
    • Marianne is de vrouw waar Osewoudt verliefd op wordt tijdens de oorlog. Ze is erg bang door de oorlog. Ze is namelijk Joods en haar familie is al opgepakt door de Duitsers en waarschijnlijk vermoord. Het is een heel lief meisje dat veel om Osewoudt geeft. Ze is niet wanhopig, maar erg hoopvol dat ze de oorlog gaat overleven samen met Osewoudt.
  3. Tijd
    De verteltijd is 318 bladzijdes. De vertelde tijd is ongeveer 20 jaar. Er is in dit boek sprake van Raffung. Er is meer vertelde tijd, dan verteltijd. Er gebeuren veel gebeurtenissen in de 318 bladzijdes die verspreid zijn over 20 jaar.
  4. Ruimte (belangenruimte)
    Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Nederland, in Voorschoten, Amsterdam, Leiden. Een kleiner deel in Den Haag, Breda, Utrecht en andere steden in Nederland. Ook speelt zich een klein deel in Engeland en Duitsland af.
    Het verhaal bevat geen belangenruimte.
  5. Vertelperspectief
    Het boek wordt verteld in de personale vertelsituatie. De verteller verwijst nergens naar zichzelf, maar brengt alleen verslag van wat er gebeurt. Hij kan in de hoofden van de personages kijken, terwijl de verteller zelf niets inbrengt in het verhaal.
  6. Taalgebruik
    Het taalgebruik vond ik erg ouderwets. Dat was ten eerste erg duidelijk te merken aan de spelling van sommige woorden, bijvoorbeeld accoord in plaats van akkoord. Ook werden er veel woorden gebruikt die ik niet kende, of waarvan ik wist dat men die tegenwoordig niet meer vaak gebruikt. Bijvoorbeeld enfin, vliegmachine en dégénéré. Ook vond ik de opbouw van de zinnen een beetje apart, soms een beetje poëtisch zelfs. In plaats van ze of we, werd er veel zij of wij gebruikt. Maar het viel me steeds minder op naarmate ik verder las in het boek. De schrijver heeft niet bijzonder veel gebruik gemaakt van beeldspraak. Ook omschreef hij niet elke situatie erg uitgebreid, wat erg prettig was.
  7. Opbouw
    De fabel en het sujet lopen parallel. Osewoudt heeft wel eens herinneringen, vooral tijdens de verhoringen, maar het zijn geen flashbacks. Het verhaal wordt verteld in chronologische volgorde.
    Het vertellen van het verhaal van Henri Osewoudt, begint niet bij zijn geboorte, maar middenin zijn leven. Het verhaal is dus in medius res verteld.
    Het verhaal heeft een open einde, want er is nog steeds niet bewezen of Dorbeck nou wel of niet bestaan heeft.
  8. Onderwerp
    Henri Osewoudt is de zoon van een geesteszieke vrouw, die tijdens de oorlog in het verzet terechtkomt waar hij opdrachten in naam van Dorbeck uitvoert. Na de oorlog blijkt echter dat Dorbeck niet bestaan heeft en dat Osewoudt wellicht ook geestesziek is.
  9. Motieven en thematiek
    Het boek bevat verschillende motieven. Oorlog, moord, gerechtigheid, verzet en heel belangrijk: dubbelganger. Het boek heeft ook verschillende leidmotieven. Het feit dat Osewoudt geen baard heeft komt heel vaak terug. De tramkruising in Voorschoten en het bordje inhalen verboden komt ook vele malen terug. De gelijkenis tussen Osewoudt en Dorbeck wordt ook erg vaak herhaald.
    De thematiek van het verhaal is de moeilijkheid van het achterhalen van de geschiedenis.
  10. Intertekstualiteit en poëtica
    Er wordt niet verwezen naar andere werken en de schrijver laat ook zijn mening niet doorschemeren.
  11. Eindoordeel
    Ik vond het boek dus erg spannend, vooral in het middenstuk en het einde. De spanning bouwde zich steeds meer op doordat het steeds meer een raadsel was waarom Henri Osewoudt niets kon bewijzen over zijn tijd in het verzet tijdens de oorlog. Ik heb het boek verder ook met plezier gelezen. Ik vond het taalgebruik eerst een beetje storend, maar uiteindelijk vond ik het juist interessant. De verhaallijn zelf vond ik ook erg onderhoudend. Het speelde zich af in de oorlog, in het verzet en het personage maakte interessante beslissingen. Ik vind lezen over de oorlog erg interessant, en vooral het verzet vind ik leuk om over te lezen. Henri Osewoudt is een erg apart persoon, dat maakte het natuurlijk des te leuker voor het lezen. Het boek is erg mysterieus, dat maakte het voor mij ook een stuk makkelijker om door te lezen.
    Al met al, vond ik het, op het ouderwetse taalgebruik na, een leuk, interessant en spannend boek.

E. Kopieën van secundaire literatuur (recensie?)

Het verhaal maakt vooral bij eerste lezing een onuitwisbare indruk. Je weet nog niet hoe deze oorlogsgeschiedenis afloopt, je leeft mee met hoofdpersoon Henri Osewoudt, door wie je de wereld bekijkt, en je komt er allengs achter dat hij in niets van wat hij beoogt, slaagt. Alle latere lezingen zijn anders, minder leesgenot, meer speurwerk: je probeert gewetensvol het raadsel in kaart te brengen, het geheim op te lossen. Is Osewoudt wellicht een psychopaat, net als zijn moeder? Het slachtoffer van een ongelooflijke vergissing? Toen ik het boek die eerste keer las had ik het gevoel eindelijk iets van de benauwenis van de oorlogstijd te ervaren, een oorlog waarvan ik niets had meegemaakt maar die door mijn ouders en grootouders in mijn bloedbanen was meegestuurd.

In 2002 is er van die reminiscentie aan beruchte donkere dagen eigenlijk nog maar weinig over. Zoals het geval van de Nederlandse verrader Anton van der Waals, waarop het verhaal losjes is gebaseerd, vrijwel niemand meer iets zegt, zo is ook onze hele kijk op de oorlogsjaren grondig veranderd. Dat er minder helden dan meelopers waren en minder meelopers dan stilzitters, weet inmiddels iedereen en ook dat er tussen 1940 en 1945 talloze dagen waren waarop niks bijzonders gebeurde.

Kortom, de directe omgeving van het boek, de Tweede Wereldoorlog, is intussen grondig van aanzien veranderd, minder jongensachtig spannend geworden zeg maar. Ik kan me voorstellen dat een schrijver van nu met meer belangstelling gekeken had naar de voorbijtikkende tijd tussen de zomer van 1940 en de zomer van 1944, een periode die bij Hermans volstrekt onbesproken blijft, en waarin de hoofdpersoon kennelijk gelaten in zijn sigarenwinkel klanten bedient. Maar 'De donkere kamer van Damocles' is nog een volstrekt rusteloos boek, volgestouwd met actie en veelbetekenende momenten.

Zo'n vijfenveertig jaar na de eerste verschijning blijkt de geschiedenis van Henri Osewoudt getekend door een zekere nadrukkelijkheid. Het lijkt wel of de schrijver zelf voortdurend getroffen wordt door het bordje in Osewoudts winkel 'Hebt u niets vergeten'. Zo wordt bijvoorbeeld het dubbelgangersmotief wel heel expliciet door Osewoudt zelf uit de doeken gedaan als hij zich tegenover zijn vriendin uitlaat over zijn alter ego Dorbeck:,,Ik had een gevoel of ik een verlengstuk van hem was, of zoiets als een deel van hem. Toen ik hem voor het eerst zag, dacht ik: zoals deze man is, zo had ik moeten zijn.' Ook over zijn frustraties laat hij niemand in het ongewisse:,,Alles wat ik gedaan heb, glipt door mijn vingers,' jammert hij ergens aan het eind van het boek. Bijna alsof Hermans bang is dat onoplettende lezertjes de thema's en motieven zullen missen. Het doet denken aan niet mis te verstane reclameboodschappen uit de jaren vijftig: Mevrouw, zonder dit afwasmiddel kunt u niet! Daartegenover staat een koele registratie van de innerlijke en uiterlijke verwikkelingen die nog steeds wél functioneert. Nergens in het verhaal wordt gepsychologiseerd en dat terwijl we toch zo'n beetje alles meemaken vanuit het perspectief van Osewoudt. Zo blijft de psychische wanhoop waaraan hij ten prooi moet zijn, stelselmatig buiten beschouwing. Juist die afwezigheid van enig geestesleven (zo heel anders dan bij Hermans' tijdgenoten als Anna Blaman of Simon Vestdijk) zorgt ervoor dat 'De donkere kamer van Damocles' cultuurpsychologisch moeilijk te dateren valt. Een karakteristieke passage is die waarin Osewoudt zijn dode kindje aanschouwt: ,,Osewoudt's ogen schoten vol tranen, de omgeving werd onzichtbaar of er een dikke plaat ijsglas voor zijn hoofd werd gehouden. Op de tast vond hij het koude steen van de tafel, legde de bloemetjes neer en zonder naar de knecht om te zien, ging hij de trap op en rende de gang door. De tranen bleven uit zijn ogen stromen, zonder dat hij eigenlijk het gevoel had te huilen.' Een puur fysieke, koude scene op een van de gevoeligste momenten in het verhaal.

Het geheim van de blijvende populariteit van 'De donkere kamer van Damocles' zit 'm denk ik vooral in die fusie tussen veelbewogen gebeurtenissen en zakelijke beschrijving. Het boek vertoont voor een bejaarde opmerkelijk weinig rimpels, misschien omdat het nooit jong, gevoelig en zachthuidig is geweest. Het handjevol tegenstanders in het koor van bewonderaars, kon het om die reden bij verschijning nog een 'perfide' en zelfs een 'fascistoïde' boek noemen. Maar zulk moralisme is ons allang vreemd geworden en juist een boek als 'De donkere kamer van Damocles' heeft aan die ontwikkeling bijgedragen.

                                                                                                              Bron: Trouw, Rob Schouten

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans"