Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De aanslag door Harry Mulisch

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
Boekcover De aanslag
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 7260 woorden
  • 20 mei 2013
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
9 keer beoordeeld

Boekcover De aanslag
Shadow

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van de…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond kl…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.

De aanslag door Harry Mulisch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

De Aanslag

                       

 

Harry Mulisch

 

 

Bibliografische gegevens

Schrijver:                                                                   Harry Mulisch

Titel:                                                                           De Aanslag

Uitgeverij en plaats van uitgave:                               De Bezige Bij, Amsterdam

Jaar gelezen uitgave en druk:                                   1983, 7e druk

Eerste druk:                                                               september 1982

Aantal pagina’s:                                                         256

Motto:                                                                                    Overal was het al dag, maar hier was het nacht, neen, meer dan nacht.

                                                                                               C. Plinius Caecilius Secundus

                                                                                              Epistulae, VI, 16

 

 

Samenvatting van de inhoud

 

Proloog

In de proloog wordt de straat beschreven waarin Anton woont. Hij woont aan een kade vlakbij Haarlem, waar vier huizen staan. Welgelegen, Buitenrust, Nooitgedacht en Rustenburg. In diezelfde volgorde die hierboven staat. Anton woont met zijn ouders en zijn broer Peter in Buitenrust. Links van hen in Welgelegen wonen de Beumers, een gepensioneerd stel van wie Anton altijd koekjes krijgt als hij op bezoek komt. In Nooitgedacht woont de familie Korteweg. De vrouw van meneer Korteweg is overleden en sindsdien woont zijn dochter Karin weer bij hem. In Rustenburg woont het echtpaar Aarts, het stel dat iedereen het minst aardig vindt.

 

Eerste episode, 1945

1.

Het is januari 1945 en bijna heel Europa was al bevrijd, maar Haarlem nog niet. Anton zit met zijn ouders en broer ’s avonds in de woonkamer. Het is de hongerwinter en alleen in de woonkamer is nog een kachel. Peter maakt zijn huiswerk en Anton leest een artikel over een tijdcapsule. Zijn vader leest een boek terwijl zijn moeder zit te breien. Voor ze naar bed gaan besluiten ze nog een spelletje te doen. Ze gaan mens-erger-je-niet spelen.

 

2.

Net als Anton de dobbelsteen wil gaan gooien klinken buiten zes schoten. Voor het huis van de meneer Korteweg ligt een fiets met daarnaast een man. Peter gaat kijken en roept dat het Fake Ploeg is, de hoofdinspecteur van politie en grootste verrader en moordenaar van Haarlem en omstreken. Anton heeft bij Fake’s zoon, die ook Fake heeft, in de klas gezeten. Toen de meeste NSB’ers al gevlucht waren, maar Fake niet. De leraar hield iedereen tegen en Fake junior zat alleen in de klas. Voor Anton wist wat hij deed ging hij naar binnen, omdat hij zo’n medelijden met hem had. De familie gaat weer naar binnen en dan zien ze hoe meneer Korteweg met zijn dochter het lijk van Ploeg voor hun huis legt. Peter rent naar buiten om het lijk weer voor een ander huis te leggen, maar de Duitsers komen eraan. Ze weten niet waar Peter gebleven is. De Duitsers willen hun identiteitspapieren zien en voeren dan zijn vader en moeder weg. Anton wordt meegenomen naar een auto en moet daar in gaan zitten. Hij ziet hoe voor zijn ogen hun huis met vlammenwerpers tot de grond toe afgebrand wordt. Anton wordt meegenomen naar het politiebureau en komt in een cel terecht.

 

3.

In de cel blijkt al een vrouw te zitten. Ze praten over het licht en het donker, de haat en de liefde. Ze troost Anton en vertelt hem om de fascisten altijd te haten, om wat ze gedaan hebben. Ze vertelt hem ook dat ze van een man houdt, maar denkt van niet. Anton valt in slaap.

 

4.

De volgende dag wordt Anton naar de Ortskommandant, de militaire gouverneur, gebracht. De Ortskommandant vraagt of hij familie in Haarlem heeft waar hij kan logeren. Anton zegt dat hij wel familie in Amsterdam heeft. Hij wordt naar zijn oom en tante in Amsterdam gebracht. Onderweg komt het konvooi waarmee hij reist onder vuur te liggen. Na een wilde reis komt hij aan in Amsterdam en wordt bij een generaal gebracht. Die is woedend en roept wat ze in Haarlem wel niet denken om hem zomaar mee te sturen. Als Anton begint te huilen worden zijn oom gehaald en die neemt hem mee. Als Anton met hem meeloopt voelt hij in zijn zak iets wat hij niet thuis kan brengen. Het is de dobbelsteen.

 

 

 

Tweede episode, 1952

1.

Een paar dagen na de bevrijding in mei was er nog steeds geen bericht van zijn ouders en Peter dus ging zijn oom naar Haarlem. Zijn oom kwam naar Antons kamer aan de Apollolaan in Amsterdam en vertelde hem dat zijn ouders diezelfde avond gefusilleerd waren. Pas in juni kwam er bericht dat Peter die avond ook was doodgeschoten. Als een gemiddelde leerling doorliep hij het gymnasium en ging medicijnen studeren. Hij las geen oorlogsliteratuur en trachtte om verder te leven

 

2.

Eind september krijgt Anton een uitnodiging voor een feestje in Haarlem. Eerst wil Anton niet gaan, maar uiteindelijk besluit hij toch maar te vertrekken naar Haarlem. Op het feestje is er een discussie over het communisme, maar Anton is er met zijn hoofd niet bij. Hij besluit een blokje om te gaan. Hij loopt richting zijn huis en kijkt naar het uitzicht dat onveranderd is gebleven. Dan kijkt Anton met een ruk opzij

 

3.

Anton kijkt naar de plek waar vroeger zijn huis stond. De andere drie huizen staan er nog. Mevrouw Beumer verschijnt voor het raam en wenkt hem. Ze nodigt hem uit om binnen te komen. Het gaat niet zo goed met meneer Beumer, hij gaat steeds verder achteruit. Ze vertelt hem dat Korteweg verhuisd is en dat na de verhuizing allerlei glazen bakken op straat verschenen, terraria. Er woont nu een nieuw, jong stel. Ze praten over de avond dat Ploeg doodgeschoten. Mevrouw Beumer vertelt dat er een monument is opgericht en Anton gaat het bekijken. Anton vertrekt.

 

4.

Hij gaat terug naar Amsterdam en gaat bij zijn oom en tante eten. Die vertellen dat hij zelf niet naar de onthulling van het monument wilde drie jaar geleden.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

 

 

Derde episode, 1956

1.

Anton vervolgt zijn studie en gaat in 1953 op kamers. Hij specialiseert zich als anesthesist en interesseerde zich niet al te veel in de politiek. Toen hij in 1956 moest gaan stemmen wilde hij op de liberalen gaan stemmen, maar zijn oom overtuigde hem ervan op de sociaaldemocraten te stemmen.

 

2.

Het gebouw van de communistische partij wordt belegerd en de stad is stampvol. Anton moet naar zijn huis in de buurt van het partijgebouw en wordt bijna geplet voor zijn deur. Als de meute plots weer verdwijnt kijkt de man die tegen hem aan stond om. Het is Fake Ploeg.

 

3.

Anton vraagt Fake om mee naar boven te komen. Ze praten wat en dan zegt Fake dat zijn vader ook onschuldig was. Dit kan Anton moeilijk geloven, Fakes vader was toch een NSB’er. Fake legt uit dat zijn vader enkel NSB’er was, omdat hij tegen de communisten was. Ze ruziën wat over wiens schuld het nou is dat Antons vader dood is. Dan wordt Fake zo boos dat hij de spiegel in Antons kamer kapot gooit met een steen. Fake zegt nog dat hij nooit zal vergeten wat Anton voor hem had gedaan toen in de klas en vertrekt. Anton blijft achter met hoofdpijn en gaat alles opruimen.

 

 

 

 

 

Vierde episode, 1966

1.

In 1959 deed hij artsexamen en werd assistent anesthesie. In 1960 ontmoette hij tijdens zijn kerstvakantie in Londen zijn eerste vrouw. Ze heette Saskia de Graaff en een jaar na hun ontmoeting trouwden ze. Antons oom was inmiddels overleden. De vader van Saskia is ambassadeur en hoorde tijdens de oorlog bij een overkoepelend orgaan van verzetsorganisaties.

 

2.

Juni 1966 gaat Anton samen met Saskia en hun nu vier jaar oude dochtertje Sandra naar de begrafenis van een vriend van Saskia’s vader. Na de begrafenis gaan ze naar het café aan de overkant. Links van Anton zitten twee mannen, net als de overledene ook verzetsstrijders, te praten over de oorlog en de dreiging van het communisme.  Dan vangt Anton deze zin op: “‘Ik schoot eerst in zijn rug, en toen een keer in zijn schouder en in zijn buik, terwijl ik hem voorbijfietste.’”

 

3.

Anton denkt terug aan de nacht dat Fake Ploeg werd doodgeschoten. Anton draait zich om en vraagt of er nog drie schoten waren en of het over Fake Ploeg gaat. Anton zegt dat het voor hun huis gebeurde. De kleur in het gezicht van de man trekt weg en hij vraagt Anton om mee naar buiten te gaan. Hij stelt zichzelf voor als Cor Takes.  Cor zegt dat hij geen spijt heeft dat hij Ploeg heeft doodgeschoten en gaat zich tegenover Anton zitten verantwoorden. Anton zegt dat dat niet nodig is. Takes zegt dat het puur toeval was dat Ploeg voor hun huis werd doodgeschoten. Anton vertelt hem dat hij voor het huis van de buren is doodgeschoten en dat zij hem voor het huis van Anton hebben neergelegd. Takes stelt Anton de vraag waarom de buren Ploeg niet voor het huis van de buren aan de andere kant hebben gelegd en Anton zegt dat hij zich dat nooit heeft afgevraagd. Takes verbaast zich daarover en vertelt dat hij de moord samen met zijn vriendin Truus Coster heeft gepleegd. Zij is drie weken voor de bevrijding geëxecuteerd. Saskia en Sandra komen naar buiten met Saskia’s moeder. Ze nemen Anton mee en Takes vertrekt ook.

 

4.

De familie ging uit eten. Hierna vertrekken meneer en mevrouw de Graaff weer en Saskia, Anton en Sandra gaan naar het strand. Anton blijft op het strand terwijl Saskia met Sandra boodschappen gaat doen. Hij valt in slaap en verbrandt vreselijk. Saskia komt hem ophalen en ze gaan naar hun vakantiehuisje. Anton blijft peinzen over wat Takes verteld heeft en bedenkt zich dat Truus die nacht bij hem in de cel heeft gezeten. Hij bedenkt zich nu dat Truus sprekend op Saskia leek en vindt dit vreemd. Anton besluit om nog een keer naar Takes te gaan.

 

5.

Anton gaat op bezoek bij Takes. Ze praten over de vrijlating van de zieke Willy Lages (een fascist). Samen gaan ze naar de kelder. In de kelder hangt een kaart van Duitsland en Nederland met daarop een rode kus. Aan de muur hangt ook een foto. De persoon op de foto lijkt sprekend op Saskia, maar Takes vertelt dat dat Truus is. Takes vraagt hem te herinneren wat Truus over hem zij, die nacht in de cel, maar Anton weet het niet meer. Takes laat Anton Truus’ pistool zien en vertelt hem over de bewuste avond dat ze Ploeg doodschoten. Hij vertelt Anton dat hij van Truus hield, maar Truus niet van hem. De telefoon gaat. De man die aan de andere kant van Takes zat heeft zelfmoord gepleegd. Hij had beloofd zichzelf van kant te maken als Willy Lages ooit zou vrijkomen.

 

 

 

Laatste episode, 1981

1.

In 1967 scheidde hij van Saskia en in 1968 was hij op huwelijksreis met zijn tweede vrouw, Liesbeth. Een jaar later werd hun zoon Peter geboren. Saskia en Sandra bleven in het oude huis wonen en dus kocht Anton een nieuw huis. De vakanties bracht hij door in zijn derde huis in Toscane en hij kocht nog een vierde huis, een klein boerderijtje, in Gelderland. Rond zijn veertigste kreeg hij op een dag in Italië een verschrikkelijke aanval. Hij had geen pijn, maar er was wel iets heel erg mis. Liesbeth bracht hem naar het ziekenhuis waar hij pillen kreeg voorgeschreven maar die nam hij niet. Wonder boven wonder werden de aanvallen minder frequent en minder hevig tot zij niet meer plaatsvonden. Toen Sandra 16 werd wilde ze met Anton naar de plaats waar het allemaal gebeurd was. Op de plaats waar hij gewoond had stond een nieuw huis en ze mochten van de bewoner binnen kijken. Hij herinnerde zich plots wat Truus gezegd had en bedacht dat hij Takes moest vertellen dat Truus wel van hem gehouden had, maar hij kon Takes niet meer vinden.

 

2.

In de tweede helft van november heeft Anton hij ineens vreselijke kiespijn. Hij belt zijn tandarts, maar die zegt hem dat hij gaat demonstreren tegen de atoombewapening. Hij wil Anton alleen behandelen als die ook gaat demonstreren. De tandarts helpt hem en Anton gaat mee demonstreren. Anton verandert geleidelijk van iemand die gedwongen meeloopt in een vrijwilliger. Hij loopt in de drukte tegen iemand aan. Hij draait zich om en de vrouw herkent hem, maar Anton kan haar niet plaatsen. Het blijkt Karin Korteweg te zijn, degene die samen met haar vader het lijk voor hun deur legde.

 

3.

Ze praten over wat er die avond gebeurd is. Karin vertelt hoe Peter met het pistool hun huis in kwam. Hij bedreigde hen, maar Karins vader zei dat dat Karin niks moest doen. Hij bedacht dat de Duitsers nu de conclusie zouden trekken dat zij onschuldig waren. Hij had gelijk, de Duitsers schieten Peter neer. Karin vertelt dat ze verhoord zijn en dat ze verteld heeft dat Peter onschuldig was. Ze vertelt dat het eerste wat haar vader zei toen hij Ploeg voor het huis zag liggen was: “’O god, de hagedissen’”. Ze vertelt dat het lijk voor Antons huis werd gelegd, omdat in het huis van Aarts joodse onderduikers zaten.

 

4.

Anton vraagt zich af of de schuld onschuldig was en de onschuld schuldig. Maar het doet er niet toe. Het is gebeurd en vergeten. “En met zijn hoofd een beetje schuin, als iemand die iets hoort in de verte, laat hij zich meenemen door de stad naar het vertrekpunt; met een korte beweging gooit hij zijn sluike grijze haar naar achteren, zijn schoenen sloffen en het is of zij wolkjes as opwerpen, ofschoon nergens as te zien is.” (laatste zin)

 

 

 

Personages

Anton Steenwijk

Anton Steenwijk is in het begin van het boek 12 jaar en aan het eind van het boek ongeveer 48 jaar. Zijn uiterlijk verandert gedurende het boek niet al te veel. Dit kunnen we concluderen uit het feit dat zijn buurmeisje hem na 35 jaar nog steeds herkent. Ook lijkt hij erg veel op zijn vader. Anton is nogal lang en heeft sluik, donker haar dat geleidelijk over zijn voorhoofd zakt. Hij heeft donkere wenkbrauwen en een licht getinte huid, die rondom zijn ogen iets donkerder is (1). Voor de rest wordt over zijn uiterlijk niet heel veel gezegd, behalve dat hij aan het einde van het boek grijs begint te worden. Zijn uiterlijk verandert dus wel wat en misschien herkent Karin, zijn buurmeisje, hem alleen omdat hij zoveel op zijn vader lijkt.

            Anton is een eigenlijk een nogal passief en gemiddeld persoon. Zo wordt in de eerste hoofdstuk van de tweede, derde en vierde episode gezegd dat hij gemiddeld is en de dingen laat komen zoals ze zijn (2,3,4). Hij is van nature niet heel erg nieuwsgierig, maar onderneemt wel actie als hij vindt dat er iets niet goed is. Zo gaat hij wel uit eigen iniatief op bezoek bij Takes als hij ontdekt dat Truus sprekend op Saskia lijkt.

            Antons karakter verandert gedurende het boek niet heel erg. Vanaf het begin af aan probeert hij eigenlijk om de oorlog zoveel mogelijk te vergeten en is hij nogal ongeïnteresseerd. Anton is wel duidelijk een round character, omdat je al zijn gedachten te weten komt en ziet hoe zijn hele leven beschreven wordt. Je komt te weten welke gebeurtenissen en veranderingen er in zijn leven plaatsvinden en welke invloed de moord op Fake Ploeg voor alle betrokkenen gehad heeft.

            Bij Anton Steenwijk is ook sprake van een speaking name. Hierover zal meer verteld worden bij de motieven.

            De relaties van Anton met de personages die in het verhaal voorkomen slaan bijna altijd terug op de oorlog en de impact daarvan. Saskia lijkt op Truus, de vrouw die bij Anton in de gevangenis zat (5). Takes heeft Ploeg in de oorlog vermoordt. De Graaff, de vader van Saskia, was een verzetsstrijder in de oorlog. Fake Ploeg (junior) was de zoon van de vermoordde Fake Ploeg. Karin Korteweg heeft het lijk verplaatst in de oorlog. Vrijwel alle personages hebben één of andere connectie met de moord op Fake Ploeg. Zelfs Antons zoon Peter is vernoemd naar zijn vermoordde broer. Uitzonderingen zijn Sandra en Liesbeth die geen directe connectie met de oorlog hebben.

 

 

Citaat 1:

“Wie hem in die coupé uit het raam zag kijken, op een blonde houten bank van de derde klas, in een geconfisqueerde wagon van de Reichsbahn, zag een lange, twintigjarige jongeman met sluik, donker haar, dat geleidelijk over zijn voorhoofd zakte, waarna hij het met een korte hoofdbeweging weer naar achteren wierp. Om een of andere reden had die beweging iets sympathieks, misschien omdat zij zich zo vaak herhaalde, waar iets geduldigs uit sprak. Hij had donkere wenkbrauwen en een gave huid in de tint van noten, rondom zijn ogen iets donkerder. Hij droeg een grijze broek, een blauwe blazer van dikke stof, een clubdas en een overhemd met opkrullende boordpunten. De rook, die hij met gespitste lippen tegen het raam blies, bleef steeds even in een dunne nevel tegen het glas kleven.”

(blz. 82-83)

 

In dit citaat lees je hoe Anton eruit ziet.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Citaat 2 t/m 4:

“Als geen goede leerling en geen slechte doorliep hij het gymnasium en ging medicijnen studeren.” (blz. 80)

“Als geen goede student maar ook geen slechte vervolgde hij zijn studie.” (blz. 109)

“Ook wat de liefde betreft, liet hij de dingen komen zoals ze kwamen.” (blz. 133)

 

Hier lees je dat Anton een nogal passief en gemiddeld persoon is.

 

 

Citaat 5:

“Saskia. Het was Saskia, die hem aankeek. Natuurlijk was het niet Saskia, zij leek zelfs niet op haar, maar de blik in de ogen was die van Saskia, zoals hij die voor het eerst in Westminster Abbey had gezien. Een onopvallend, vriendelijk meisje van een jaar of drieëntwintig. De glimlach trok haar mond een beetje naar de rechterkant van haar gezicht, wat haar iets werelds’ gaf; dat contrasteerde met haar stijve, hooggesloten jurk, van voren met een werkje er in, de aanzet van een pofmouw. Zij had dik, golvend haar tot op haar schouders, donkerblond vermoedelijk, maar dat was niet te zien op de zwartwitfoto. Aan de rand was hij overbelicht, zodat tegen de donkere achtergrond weerbarstige lichtflinters krulden en opsprongen rondom haar hoofd.

Takes was naast hem komen staan.

‘Is het d’r?’” (blz. 191)

 

Hier lees je dat Truus op Saskia lijkt, maar toch ook weer niet.

 

 

 

 

 

 

Cor Takes

Cor Takes is de verzetsstrijder die samen met Truus Coster Fake Ploeg heeft vermoord. Cor heeft een rood, vlekkerig gezicht, als iemand die teveel drinkt (1). Op het moment dat Anton hem ontmoet is Takes ongeveer 50 jaar oud. Takes ziet er nogal somber uit en heeft een doordringende blik. Zijn haar is alleen rond de vierkantjes voor zijn ogen een beetje grijs en hij heeft grote zweetplekken onder zijn oksels (2). Van beroep is hij wiskundige, maar in de oorlog was hij een verzetsheld met als schuilnaam Gijs. Onder mekaar gebruiken de verzetshelden nog steeds elkaars schuilnamen.

Over Takes karakter komen we niet zoveel te weten. Wel wordt duidelijk dat hij geen spijt heeft van de aanslag op Fake Ploeg. Ploeg was een slechte man en moest uit de weg geruimd worden. Dat daarbij slachtoffers vielen kan hem niet zoveel schelen. We zien dat Takes veel terugverlangt naar de oorlog en hier ook veel aan denkt. Hij is weinig vergevingsgezind. Hij rouwt nog steeds om het verlies van zijn grote liefde, Truus Coster.

Takes is ook duidelijk een flat character. Er wordt weinig over zijn karakter bekend gemaakt en we komen ook niks te weten over zijn gedachten. We krijgen wel duidelijk zijn mening te horen, maar dat gebeurt allemaal via Anton.

 

 

Citaat 1&2:

“Hij had het meteen begrepen. Alleen op de operatietafel had Anton iemands kleur zo snel zien wegtrekken als toen die van zijn buurman. Hij had het gezwollen, vlekkerig rode gezicht van iemand die veel te veel drinkt: alsof de belichting veranderde, werd het binnen een paar seconden zo bleek en groezelig als oud ivoor. Anton begon een beetje te beven.” (blz. 149)

 

 “Hij kon zich niet onttrekken aan de sombere, donkerbruine ogen die hem aankeken. Het linkeroog was anders dan het rechter, het ooglid iets dikker, zodat daar een doordringende blik ontstond waar hij geen verweer tegen had. Takes moest in de vijftig zijn, maar zijn steile, donkerblonde haar werd alleen in de vierkantjes voor zijn oren een beetje grijs. Onder zijn oksels zaten grote zweetplekken. Dat hier de man zat, die Ploeg had doodgeschoten die avond in de hongerwinter, kwam hem voor als een sprookje.” (blz. 151-152)

 

Hier zie je hoe het uiterlijk van Takes wordt beschreven.

 

 

Citaat 3:

” ‘Dat wrak?’ Takes nam zijn sigaret uit zijn mond, die hij even open liet staan zodat de rook er langzaam uit ontweek. ‘Geef hem hier en ik snijd hem alsnog zijn strot af. Met een zakmes, als het moet. Dat wrak... Alsof het om het lichaam gaat.’ Hij smeet de krant op zijn bureau, duwde met zijn voet een lege fles onder het bed en keek hem plotseling met een geforceerde lach aan. ‘Maar ja, jij bent nu eenmaal helper van de lijdende mensheid van beroep, is het niet?’ ‘Hoe weet je dat?’ vroeg Anton verbaasd.‘Omdat ik vanmiddag die boef van een schoonvader van je heb gebeld. Een mens moet toch weten met wie hij te maken heeft?’ Terwijl hij hem aan bleef kijken, schudde Anton zijn hoofd, terwijl er langzaam een glimlach om zijn mond kwam. ‘Het is nog steeds oorlog, hè Takes?’ ‘Zeker,’ zei Takes en bleef ook hem recht aankijken. ‘Zeker.’ (blz. 185-186)

 

Hier lees je dat Takes niet al te vergevingsgezind is en dat het voor hem nog steeds oorlog is.

 

 

 

 

Personages, afhankelijk van het gelezen beschrijf je twee à drie personages, met aandacht voor uiterlijk, innerlijk, karakterveranderingen, onderlinge relaties enz.

 

Tijd

Historische tijd

De Proloog heeft geen tijdsaanduiding. Bij de eerste tot en met de laatste episode wordt steeds begonnen met een hoofdstuk die de tijd tussen de voorgaande en de huidige episode beschrijft. Hieronder staat een lijst met de jaartallen die bij de episodes horen:

            Eerste episode                       1945

            Tweede episode                     1952

            Derde episode                        1956   

            Vierde episode                       1966

            Laatste episode                      1981

De eerste episode begint in januari 1945 (1) en de laatste episode eindigt op 21 november 1981. In het laatste hoofdstuk loopt Anton mee met de demonstratie tegen de atoombewapening. Dit was de grootste demonstratie ooit en deze vond plaats op 21 november (2). We kunnen al zien dat de laatste episode zich in 1981 afspeelt en door de demonstratie weten we de precieze datum.

 

Citaat 1:

“Het was januari 1945. Bijna heel Europa was bevrijd, vierde feest, at, dronk, bedreef de liefde en begon de oorlog zoetjesaan al te vergeten; maar Haarlem veranderde steeds meer in een grauwe sintel, zoals die uit de kachel te voorschijn kwamen toen er nog kolen waren.”

(blz. 15)

 

Hier zie je dat de eerste episode begint in januari 1945.

 

 

Citaat 2:

Grote demonstratie in Nederland

De grootste demonstratie ooit in Nederland, vond plaats op 21 november 1981 in Amsterdam. Doel van de demonstranten was om te verhinderen dat nieuwe kernwapens in Europa gestationeerd zouden worden.

Bron: http://www.absolutefacts.nl/geschiedenis/data/demonstratietegenkernwapens.htm

 

 

Verteltijd

Het boek is opgedeeld in 6 delen. Hieronder staat een schema met de delen, het aantal bladzijdes waaruit de delen bestaan en het aantal hoofdstukken per deel

            Proloog                                   1 hoofdstuk                            Blz. 17 t/m 11

Eerste episode, 1945             4 hoofdstukken                      Blz. 15 t/m 73

            Tweede episode, 1952           4 hoofdstukken                      Blz. 77 t/m 106

            Derde episode, 1956              3 hoofdstukken                      Blz. 109 t/m 130

            Vierde episode, 1966             5 hoofdstukken                      Blz. 133 t/m 203

            Laatste episode, 1981            4 hoofdstukken                      Blz. 207 t/m 254

 

 

Vertelde tijd

De tijd die verstrijkt in dit boek is van januari 1945 tot en met november 1981. De verteltijd beslaat dus ongeveer 36 jaar en 10 maanden.

 

 

Vooruitwijzingen, terugverwijzingen en flashback’s

Vooruitwijzing

“De migraine leek wat af te nemen naar mate hij ouder werd, maar rond zijn veertigste kreeg hij het gedurende een jaar op andere manieren wat moeilijk: hij voelde zich neerslachtig en moe, nachtmerries verstoorden zijn slaap, en vlak na het ontwaken werd hij bezocht door zorgen en angstige voorgevoelens – dat het allemaal niet deugde, de vier huizen, en Sandra die hij in de steek had gelaten, en alles en alles. Als een losgelaten herfstblad dwarrelde onafgebroken een flard radeloosheid in hem rond, zoals hij die tot nu toe alleen gekend had als een patiënt onder zijn handen stierf: plotseling veranderde een mens in afval. Hij richtte zich op, iedereen richtte zich zwijgend op, de apparaten werden stopgezet, met zijn ene hand haalde hij het lapje voor zijn mond vandaan, met zijn andere trok hij zijn muts af en liep sloffend, zijn hoofd een beetje schuin, de operatiezaal uit. Toen, op een hete dag in Italië, kwam hij opeens terecht in een crisis, die niet alleen het hoogtepunt maar meteen het einde van die zorgelijke maanden bleek te zijn.” (blz. 211-212)

 

Hier lees je dat vooruitgewezen wordt naar het einde van Antons “crisis”.

 

 

Terugverwijzingen

“‘Heeft ze daarmee op Ploeg geschoten?’ ‘En raak ook!’ zei Takes, terwijl hij bleef staan en zijn wijsvinger op Anton richtte. Hij keek een tijdje naar het pistool, en Anton zag dat hij geleidelijk iets anders begon te zien. ‘Ik was heel stom bezig die avond,’ zei hij half in zichzelf. ‘Zo goed en zo kwaad als het ging reden we hand in hand naast elkaar daar op die kade van jou, heel langzaam, als een verliefd stelletje. Dat wil zeggen... wat mij betreft was dat ook zo. We lieten ons inhalen door hem, waarbij hij ons even aankeek. “Ook goejemorgen!” riep Truus toen nog uitgelaten, en hij lachte zo’n beetje terug. Even later ging ik als eerste. Ik had me voorgenomen om hem meteen af te maken, maar het was glad, ik moest met één hand mijn stuur loslaten om mijn pistool uit mijn zak te halen, en toen begon ik een beetje te slippen. Ik schoot in zijn rug en even later in zijn schouder en zijn buik, maar ik zag dadelijk dat het waardeloos was. Terwijl hij op de grond viel, wilde ik het nog een keer proberen, maar mijn pistool ketste. Ik reed snel door om plaats te maken voor Truus. Toen ik omkeek, zag ik haar met de punt van haar schoen op het trottoir steunen en zorgvuldig tussen zijn schouderbladen richten; hij lag helemaal opgerold, zijn hoofd verborgen in zijn armen. Ze schoot twee keer, stopte het pistool in haar zak en fietste vlug verder. Ze was er kennelijk van overtuigd dat hij dood was, maar ik zag dat hij zich half oprichtte. Ik gaf een schreeuw, dat zij op moest passen, zij begon te spurten en toen schoot hij, – en door stom toeval raakte hij haar ook nog. Ergens onder in haar rug.’” (blz. 197-198)

 

Hier wordt terugverwezen naar de aanslag op Fake Ploeg. Takes vertelt hier aan Anton wat er die nacht op de kade gebeurde.

 

 

Flashback

” Ver weg in de tunnel van het verleden weerklinken de zes knallen: eerst één, dan twee, dan nog twee, dan nog één. Zijn moeder die naar zijn vader kijkt, zijn vader naar de tussendeuren, Peter die de mantel van de carbidlamp tilt...” (blz. 149)

 

Hier gaat Anton terug in de tijd naar de aanslag op Fake Ploeg. Dit gebeurt als hij de mannen naast hem over de aanslag hoort praten.

 

 

 

Chronologisch/niet-chronologisch

Dit boek is duidelijk chronologisch. De gebeurtenissen worden maar heel weinig onderbroken door flashbacks en deze flashbacks zijn ook nog eens zeer kort.

 

Ab ovo/In medias res

Dit verhaal is Ab ovo verteld. We beginnen met het vroegste vertellersheden, namelijk de aanslag.

 

Vertragingen/versnellingen

In dit verhaal zitten een aantal vertragingen en versnellingen. Het eerste hoofdstuk van iedere episode bevat eigenlijk een soort versnelling. In dit hoofdstuk wordt een aantal jaren beschreven. De rest van iedere episode is ten opzichte hiervan een soort vertraging. In deze hoofdstukken worden slechts enkele dagen beschreven.

 

 

 

 

Motieven

Leidmotief

Een duidelijk leidmotief in dit verhaal is de (dobbel)steen. Op het moment dat Anton de dobbelsteen wil gooien wordt de aanslag op Fake Ploeg gepleegd (1) en hij haalt de dobbelsteen ook uit zijn zak als hij met zijn oom op wordt gehaald (2). Ook de naam Anton Steenwijk verwijst direct naar dit motief. Als Anton Fake Ploeg junior in zijn appartement heeft gooit deze een steen in de spiegel (3). Ook ontmoet Anton Saskia bij de “Stone of Scone” (4). Hier werden vroeger de Engelse koningen en koninginnen gekroond. Het motief van de (dobbel)steen staat voor het toeval. Het is puur toeval dat de aanslag juist bij hen op de kade gepleegd wordt. Ook de ontmoeting met Fake Ploeg junior en Saskia zijn puur toeval. Het motief toeval komt veel terug in De Aanslag.

 

Citaat 1:

“In die stilte, die de oorlog ten slotte was in Holland, weerklinken op straat plotseling zes scherpe knallen: eerst één, dan twee snel achter elkaar, na een paar seconden het vierde en het vijfde schot. Even later een soort schreeuw en dan nog een zesde. Anton, die juist de dobbelsteen wil gooien, verstart en kijkt naar zijn moeder, zijn moeder naar zijn vader, zijn vader naar de tussendeuren; maar Peter tilt de mantel van de carbidlamp en zet hem op het bord.” (blz. 24)

 

Hier zie je dat net als Anton de dobbelsteen wil gooien de aanslag wordt gepleegd.

 

 

Citaat 2:

“Aan de hand van zijn oom, zonder jas maar in de twee truien, liep hij de winterdag in. Hij snikte, maar hij wist nauwelijks nog waarom, het was of met zijn tranen ook zijn herinneringen weggevloeid waren. Zijn andere hand werd koud en hij stopte hem in zijn zak, waar hij iets voelde dat hij niet thuis kon brengen. Hij keek: het was de dobbelsteen.”

(blz. 73)

 

Hier lees je hoe Anton de dobbelsteen uit zijn zak haalt als hij met zijn oom naar huis loopt.

 

 

Citaat 3:

“Fake haalde uit en gooide de steen door de kamer, recht in de spiegel. Anton dook in elkaar. Met half afgewend gezicht zag hij het glas in enorme scherven breken, die op het ijzeren deksel van de nu wat langzamer ploffende kachel in splinters gingen; de steen bonkte op de schoorsteenmantel en bleef daar liggen. Terwijl hij nog met bonkend hart naar de ravage keek, hoorde hij Fake’s voetstappen snel de trap af gaan.” (blz. 128-129)

 

Hier zie je hoe Fake tijdens zijn ontmoeting met Anton uit woede een steen in de spiegel gooit.

 

 

Citaat 4:

“Saskia – in een zwarte jurk tot op haar enkels, haar buik gezwollen van Sandra, die een paar dagen later geboren zou worden. Het was niet waar, dat hij geen voorstelling had gehad van de jonge vrouw die Truus bleek te heten! Zo was van meet af aan zijn voorstelling van haar geweest, zo en niet anders: als Saskia! Dat was wat hij met de eerste oogopslag in haar had herkend, die middag bij de Stone of Scone. “ (blz. 178)

“Saskia – in een zwarte jurk tot op haar enkels, haar buik gezwollen van Sandra, die een paar dagen later geboren zou worden. Het was niet waar, dat hij geen voorstelling had gehad van de jonge vrouw die Truus bleek te heten! Zo was van meet af aan zijn voorstelling van haar geweest, zo en niet anders: als Saskia! Dat was wat hij met de eerste oogopslag in haar had herkend, die middag bij de Stone of Scone. “ (blz. 178)

 

Hier lees je dat Anton Saskia ontmoet heeft bij de Stone of Scone.

 

 

 

Verhaalmotieven

Een duidelijk motief in dit boek is natuurlijk oorlog. Slechts een klein gedeelte, namelijk de eerste episode, speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar alle gebeurtenissen in de rest van het boek hebben wel te maken met de oorlog. De aanslag vindt namelijk plaats tijdens de Tweede Wereldoorlog en de rest van het verhaal draait om deze aanslag. De oorlog heeft ook een grote invloed op het leven van Anton gehad.

 

Citaat 1:

“Het was januari 1945. Bijna heel Europa was bevrijd, vierde feest, at, dronk, bedreef de liefde en begon de oorlog zoetjesaan al te vergeten; maar Haarlem veranderde steeds meer in een grauwe sintel, zoals die uit de kachel te voorschijn kwamen toen er nog kolen waren.”

(blz. 15-16)

 

Hier zie je dat het nog oorlog is op de avond dat de aanslag plaatsvindt.

 

 

Citaat 2:

“’ Terwijl hij hem aan bleef kijken, schudde Anton zijn hoofd, terwijl er langzaam een glimlach om zijn mond kwam. ‘Het is nog steeds oorlog, hè Takes?’ ‘Zeker,’ zei Takes en bleef ook hem recht aankijken. ‘Zeker.’” (blz. 185-186)

 

Hier lees je dat het leven van Takes nog steeds om de oorlog draait en dat het boek hier ook over gaat.

 

 

Een ander verhaalmotief in De Aanslag is de zoektocht naar de waarheid. Ondanks de passiviteit van de hoofdpersoon is hij zoals eerder genoemd toch wel nieuwsgierig. In het begin van het boek is eigenlijk vrij weinig bekend over de toedracht van de aanslag en wat er precies gebeurd is, maar gaandeweg komen we steeds meer te weten over wat er precies gebeurd is en ontdekken we onder andere waarom het lijk voor het huis van de familie Steenwijk en niet voor dat van meneer en mevrouw Aarts (1). Ook ontdekken we gaandeweg wie de aanslag hebben gepleegd en waarom (2).

 

Citaat 1:

“‘Daar gaat het niet om. Ik wil maar één ding weten: waarom hebben jullie hem toen bij ons neergelegd, en niet bij Aarts, aan de andere kant?’ ‘Dat wou ik, dat wou ik!’ zei Karin plotseling opgewonden, terwijl zij haar hand op Antons arm legde. ‘Het sprak voor mij vanzelf, dat hij niet bij jullie terecht moest komen, bij jou en Peter, maar bij Aarts, die maar met hun tweeën waren en die ik eigenlijk helemaal niet kende. Ik deed al een stap hun kant op, maar toen zei mijn vader: “Nee, niet daarheen, daar zitten joden”.’ ‘Christus!’ riep Anton en greep naar zijn hoofd. ‘Ja, ik wist het ook niet, maar mijn vader kennelijk wel. Er zat een jong gezin met een klein kind ondergedoken, al sinds drieënveertig. Op bevrijdingsdag heb ik ze voor het eerst even gezien. Als Ploeg daar was komen te liggen, waren die mensen er in elk geval aan gegaan. Zij zullen ook wel gezien hebben wat we deden, maar ze hebben nooit geweten hoe het zat.’” (blz. 250)

 

Hier lees je waarom Ploeg voor het huis van Anton werd gelegd.

 

 

Citaat 2:

“‘En raak ook!’ zei Takes, terwijl hij bleef staan en zijn wijsvinger op Anton richtte. Hij keek een tijdje naar het pistool, en Anton zag dat hij geleidelijk iets anders begon te zien. ‘Ik was heel stom bezig die avond,’ zei hij half in zichzelf. ‘Zo goed en zo kwaad als het ging reden we hand in hand naast elkaar daar op die kade van jou, heel langzaam, als een verliefd stelletje. Dat wil zeggen... wat mij betreft was dat ook zo. We lieten ons inhalen door hem, waarbij hij ons even aankeek. “Ook goejemorgen!” riep Truus toen nog uitgelaten, en hij lachte zo’n beetje terug. Even later ging ik als eerste. Ik had me voorgenomen om hem meteen af te maken, maar het was glad, ik moest met één hand mijn stuur loslaten om mijn pistool uit mijn zak te halen, en toen begon ik een beetje te slippen. Ik schoot in zijn rug en even later in zijn schouder en zijn buik, maar ik zag dadelijk dat het waardeloos was. Terwijl hij op de grond viel, wilde ik het nog een keer proberen, maar mijn pistool ketste. Ik reed snel door om plaats te maken voor Truus. Toen ik omkeek, zag ik haar met de punt van haar schoen op het trottoir steunen en zorgvuldig tussen zijn schouderbladen richten; hij lag helemaal opgerold, zijn hoofd verborgen in zijn armen. Ze schoot twee keer, stopte het pistool in haar zak en fietste vlug verder. Ze was er kennelijk van overtuigd dat hij dood was, maar ik zag dat hij zich half oprichtte. Ik gaf een schreeuw, dat zij op moest passen, zij begon te spurten en toen schoot hij, – en door stom toeval raakte hij haar ook nog. Ergens onder in haar rug.’” (blz. 197-198)

 

Hier zie je hoe de aanslag precies plaatsvond.

 

 

Thema

De zoektocht naar de waarheid en de beschrijving van de gebeurtenissen omtrent een belangrijke gebeurtenis in iemands leven.

 

Anton ontdekt in dit boek steeds meer over de toedracht van de aanslag en hoe deze precies plaatsvond. Ook krijgen we een beschrijving van de gebeurtenissen die volgen op deze aanslag.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De aanslag door Harry Mulisch"