Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Het Achterhuis door Anne Frank

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
Boekcover Het Achterhuis
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 4802 woorden
  • 19 april 2007
  • 50 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
50 keer beoordeeld

Boekcover Het Achterhuis
Shadow

Anne Frank hield van 12 juni 1942 tot 1 augustus 1944 een dagboek bij. Ze schreef haar brieven alleen voor zichzelf, tot ze in de lente van 1944 op de radio de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in ballingschap, Bolkestein, hoorde spreken. Hij zei dat na de oorlog alle getuigenissen van het lijden van het Nederlandse volk onder de Duitse bezetting verzam…

Anne Frank hield van 12 juni 1942 tot 1 augustus 1944 een dagboek bij. Ze schreef haar brieven alleen voor zichzelf, tot ze in de lente van 1944 op de radio de minister van Onderwi…

Anne Frank hield van 12 juni 1942 tot 1 augustus 1944 een dagboek bij. Ze schreef haar brieven alleen voor zichzelf, tot ze in de lente van 1944 op de radio de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in ballingschap, Bolkestein, hoorde spreken. Hij zei dat na de oorlog alle getuigenissen van het lijden van het Nederlandse volk onder de Duitse bezetting verzameld en openbaar moesten worden gemaakt. Als voorbeeld noemde hij onder meer dagboeken. Onder de indruk van deze redevoering besloot Anne Frank na de oorlog een boek te publiceren. Haar dagboek zou daarvoor als basis dienen.

In maart 1945 stierf Anne Frank op vijftienjarige leeftijd in het concentratiekamp Bergen-Belsen. De enige overlevende van de familie, Otto Frank, zorgde ervoor dat het dagboek van zijn dochter toch gepubliceerd werd. In 1947 verscheen Het Achterhuis. Het is sindsdien een van de meest gelezen boeken ter wereld. Het is in meer dan dertig landen verschenen en er zijn meer dan zestien miljoen exemplaren van verkocht.

Het Achterhuis door Anne Frank
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Het Achterhuis: dagboekbrieven 12 juni 1942- 1 augustus 1944. 1 Verwerkingsopdracht: Brief 1: Lieve Margot, Ik wou je laten weten dat ik je zorgen om je maak. Je bent al zestien, maar je hebt bijna niemand om mee te praten. Misschien wil je dat niet, maar ik maak me toch zorgen. Ik heb wel iemand om mee te praten en dat geeft mij weer een schuldgevoel. Ik heb Peter om mee te praten, nota bene een jongen van jouw leeftijd en jij hebt niemand. Ik vind dat heel erg. Ik wil je ook laten weten dat je altijd met mij kunt praten. Ik weet dat het moeilijk is om te vertellen wat je dwarszit, ik heb mijn dagboek of Peter. Jij kunt bijvoorbeeld met mij praten over dingen die je dwarszitten. We praten nu al een beetje, maar ik zou het toch fijn vinden als we wat meer met elkaar zouden praten. Ik heb het gevoel dat we anders uit elkaar groeien. Ik moet wel toegeven, dat ik je bewonder; je kunt goed leren, bent beleefd en je bent in bijna alles beter dan ik. Ik hoop dat ik ook zal worden zoals jij bent. Ik wil je ook nog iets vragen. Vind je het goed dat ik zo vaak met Peter rondtrek, en niet met jou? Verder wil ik je laten weten, dat als je ooit behoefte hebt aan een goed gesprek, ik dan altijd een luisterend oor voor je zal zijn. Liefs, Anne Brief 2: Lieve Anne, Maak je over mij maar geen zorgen. Ik red me wel, ik ben niet zo eenzaam als jij denkt. Ik vind het fijn dat je met Peter omgaat. Ik weet nu dat je gelukkig bent. Ik voel me wel eens eenzaam; ik heb niemand om mee te praten, maar dat hindert niet. Ik voel me gelukkig en zo nu en dan heb ik toch jou om mee te praten? Ik weet dat het niet makkelijk is om een serieus gesprek te voeren, nu we zo dicht op elkaars lip zitten, maar dat komt nog wel. Na de oorlog kunnen we praten, want we zullen allebei gegroeid zijn, zowel mentaal als fysiek. Ik weet dat het moeilijk is, het is oorlog en je bent onzeker. En het komt wel goed met jou. Het lijkt wel alsof ik in alles beter ben dan jij. Maar dat is niet zo, ik ben alleen wat ouder dan jij. Ik meen het echt, je hoeft je echt geen zorgen te maken. Je moet alleen als het nodig is goed op jezelf passen. Het zijn barre tijden, en ik wil niet dat je iets overkomt. Maar lieve Anne, laat me je een ding vertellen: ik ben gelukkig, als jij ook gelukkig bent. Ik wens je lieve Anne, veel geluk toe en ik hoop dat je gelukkig zult zijn. Liefs, Margot
2 recensie: Anne Frank, schrijfster: Het oeuvre uit het huis dat er niet was
Een tentoonstelling in het Holocaust Museum in Washington maakt eens te meer duidelijk dat Anne Frank een groot literair talent was. Zij vond zichzelf al schrijvend uit.'' Ik weet dat ik kan schrijven, een paar verhaaltjes zijn goed, mijn Achterhuis-beschrijvingen humoristisch, veel uit mijn dagboek spreekt, maar of ik werkelijk talent heb, dat staat nog te bezien.'' Anne Frank was veertien toen zij dat op 5 april 1944 in haar dagboek schreef. Op 4 augustus werd zij met haar familie en de andere onderduikers van het Achterhuis afgevoerd naar concentratiekampen, waar zij in maart '45 om het leven kwam, enkele weken voor de bevrijding. Zij zou deze maand 74 zijn geworden. Een `grande dame' van de Nederlandse letteren. Naast Hella Haasse, Marga Minco, Vasalis, Annie M.G. Schmidt. Wat zou Anne Frank allemaal hebben geschreven? Grote romans, brutale gedichten, essays die typisch Nederlandse vormen van halfhelder hannesen aan de kaak stellen. Sprookjes met een fikse moraal. Misschien zou zij een meeslepende Grote Geschiedenis van de Europese Letteren hebben samengesteld. Zo is het niet gegaan. Haar levenswerk was noodgedwongen af op haar vijftiende. Maar het was haar gedroomde toekomst. Zij wilde journaliste worden, schreef zij. ,,En als ik geen talent heb om voor kranten of boeken te schrijven, wel dan kan ik nog altijd voor mezelf schrijven. Maar ik wil verder komen, ik kan me niet voorstellen dat ik moet leven zoals moeder, mevrouw v.P. en al die vrouwen, die hun werk doen en later vergeten zijn, ik moet iets hebben naast man en kinderen waar ik me aan wijden kan!'' Het is van zestig jaar geleden, maar het kan zo in Opzij. Op Anne Franks agenda stond een leven gevuld met schrijven en herschrijven. ,,Ik ben zelf mijn beste en scherpste beoordelaar hier, ik weet zelf wat goed en niet goed geschreven is. Niemand die niet schrijft weet hoe fijn schrijven is; vroeger betreurde ik het altijd dat ik in 't geheel niet tekenen kon, maar nu ben ik overgelukkig dat ik tenminste schrijven kan.'' In haar tweede onderduikjaar herschreef zij tweederde van haar dagboeken. In de kritische editie van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (Niod) staan de oorspronkelijke dagboeknotities en de door haar zelf geredigeerde teksten (en de door haar vader kort na de oorlog samengestelde versie) per bladzijde onder elkaar afgedrukt. Een sprekender teken van schrijverschap is nauwelijks te vinden: zij is met een scherp oog voor het vertellen van een verhaal, voor opbouw en tempo aan het werk geweest, vijf of zes vellen per dag. Anne Frank zag schrijven als een levensvervulling. Zij wist dat zij goed was, maar had te veel zelfkritiek om te kunnen schatten hoe goed zij was. Latere generaties kunnen dat wel, maar moeten er goeddeels nog aan beginnen. Dat is de overtuiging die ten grondslag ligt aan de tentoonstelling die deze maand is opengegaan in het Holocaust Museum in Washington DC. Anne Frank, the writer An unfinished story verdedigt een stelling: Anne Frank was meer dan een joods meisje dat op haar dertiende verjaardag van haar vader een roodgeblokt dagboekje kreeg en dat bijhield tot haar vijftiende. Zij was meer dan een veelbelovend schrijfster, zij was schrijfster. Het museum doet die propositie zonder een spoor van sentimentaliteit of geoefend medelijden. Originele handschriften die niet eerder samen te zien waren, zijn bijeengebracht. Alleen het eerste dagboek is veilig in de kluis gebleven en door een even roodgeruite kopie vervangen. Klaroenstoot
De tentoonstelling – een wonder van beknoptheid – is meer een opdracht dan een bewijsvoering. Daarvoor is wandelend lezen te onhandig, zeker van handgeschreven bladzijden. Maar de keuze van fragmenten en beeld is met zoveel liefde en overtuiging gedaan dat er een suggestie als een klaroenstoot van uitgaat: lees, herlees en bestudeer de auteur Anne Frank. Zij is niet voor niets een van de meest succesvolle schrijvers van de twintigste eeuw. Sarah Bloomfield, directeur van het United States Holocaust Memorial Museum, was van plan dit jaar ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het succesvolle museum een tentoonstelling te organiseren over onderduikkinderen. Het bekendste voorbeeld was natuurlijk Anne Frank. Bloomfield reisde naar Amsterdam. Het Niod opende de kluis voor haar. Zij kreeg de oorspronkelijke handschriften in handen en ging lezen. ,,De tranen stonden me in de ogen'', zegt ze. ,,Ik geef toe: Anne Franks woorden resoneren anders na de aanslagen van 11 september 2001. Als je alles leest ben je verbluft door haar temperament, humeur, ironie en gevoel voor humor. Anne Frank is een icoon in de Verenigde Staten. Wij schuiven haar in dit museum meestal niet naar voren omdat zij zo bekend is. Er zijn mini-series, tv-portretten, toneelstukken en boeken over haar. Maar ik ben het dagboek opnieuw gaan lezen ik had het als zovelen als tienermeisje gelezen. Het was een openbaring. Toen begon ik de verhalen en essays te lezen (Verhaaltjes en gebeurtenissen uit het Achterhuis). In het Engels. Dat boek kent niemand. De laatste versie dateert uit voorjaar '44. Het is verbluffend wat zij schreef het was per slot een tiener die twee jaar ondergedoken zat. Je leest hoe zij in het Achterhuis vurig hoopte op de geallieerde invasie. Het was een tijd van grote spanning en angst. In haar essays lees je haar pleidooi voor medeleven met arme mensen. `Open de ogen, wees zelf eerst rechtvaardig! Geef zelf wat er te geven is! en altijd is er wat te geven, ook al is het vriendelijkheid!' – ongelooflijk. Je zou, gegeven de omstandigheden, een sombere, zware toon verwachten. Maar van pessimisme is geen spoor te bekennen.'' Bloomfield zag terstond een andere tentoonstelling voor zich: over Anne's schrijverschap. Eerst moest zij de beschermers van de Frank-nalatenschap er van overtuigen dat het de moeite waard was. Bernd Elias, leeftijdgenoot en de meest naaste nog in leven zijnde neef van Anne, is voorzitter van het Anne Frank Fonds in Basel dat de rechten op de teksten bezit. Hij moest toestemming geven voor het bruikleen van de handschriften uit Amsterdam. Elias, die ooit ijsdanste met Anne en nog steeds als acteur in Duitsland actief is, vertelde kort voor de opening van de tentoonstelling in Washington: ,,Eerst wilden we niets afstaan. Het zijn tere documenten. Op den duur raakten we ervan overtuigd dat het een belangrijk project was. Het is zeer ontroerend wat ze er hier van hebben gemaakt, erg positief.'' Het Niod en het Anne Frank Huis werkten ook mee om de talrijke bezoekers van het Amerikaanse museum een aantal unieke foto's, de enige zes seconden film van Anne en authentieke handschriftfragmenten te laten zien. Dat stelde Bloomfield in staat haar landgenoten nog een andere boodschap te bereiden dan alleen Anne's literaire onderwaardering. De dagboeken en `verhaaltjes' illustreren wat Amerika niet wilde weten, zeker als je leest dat Anne Frank weinig twijfel had over het lot van vriendinnen en kennissen die op transport waren gesteld. Bloomfield: ,,Over de Holocaust is in Amerika destijds vaak genoeg bericht. In augustus 1942 hoorde de Amerikaanse regering dat de nazi's de joden op grote schaal uitroeiden. In november '42 werd dat bevestigd. Uiteindelijk werden zes miljoen joden gedood, waaronder een miljoen kinderen. Intussen werd in dit land een wetsontwerp (de Wagner Rogers Bill) ingediend dat de tijdelijke opvang van – slechts – 20.000 kinderen voorstelde. Onder voorwaarde dat zij geen banen van Amerikanen innamen! De wet strandde in het Congres.'' De tentoonstelling vestigt doelbewust de aandacht op de breedte van Anne Franks werk. Het dagboek is in werkelijkheid drie dagboeken, waarvan het grootste deel werd overgeschreven en soms sterk bekort of gestroomlijnd op losse vellen papier. Zij liet vijf hoofdstukken na van een roman-in-wording (Cady's Leven). Het project vlotte niet, maar, schreef zij in '44: ,,Het is geen sentimentele onzin, want de roman van vaders leven is erin verwerkt.'' Daarnaast schreef Anne schetsen over het onderduikleven, die zij niet in haar dagboek opnam het leken meer stijloefeningen met als even toevallig als onvermijdelijk thema de sociale hogedrukpan van een vrijwel uitzichtloze onderduik. Samen met een aantal sprookjes (waarvan zij `Eva's Droom' het beste vond) en essays wilde zij die schetsen bundelen in een boek dat zij Verhaaltjes, en gebeurtenissen uit het Achterhuis noemde. Zij dacht al zo ver vooruit dat zij een titelpagina ontwierp, paginanummers gaf en een inhoudsopgave schreef. Ze speelde uitgevertje zoals een ander op zolder een postkantoortje beheert. Zichzelf ontdekken
Klaus Mueller, mede-conservator van de tentoonstelling, ziet in de verscheidenheid en de vergaande uitgeefplannen duidelijke aanwijzingen dat Anne veel meer was dan een meisje dat een dagboekje bijhield. ,,Vanaf midden '43 was zij voortdurend bezig met schrijven. Ze was 14, 15 en kon niets anders doen. Zij werd snel volwassen en verkende de wereld om haar heen door haar schrijven. Anne Frank groeide uit tot een complete schrijfster die de verschillende aspecten van het handwerk verkende. Zij moet uren en nog eens uren per dag aan haar schrijverschap hebben besteed. Nadat we de rest hebben gelezen kunnen we met nieuwe ogen teruggaan naar het dagboek. Zij heeft een diepe, complexe stem terwijl zij bezig is zichzelf te ontdekken.'' Behalve de boeken die nog meegegaan waren naar het Achterhuis, zeulden de goede feeen Miep en Bep regelmatig nieuwe boeken uit de bibliotheek mee voor de bewoners van het huis dat er niet was. Zo kon Anne haar liefde voor Cissy van Marxveldts Joop ter Heul zij had Zomerzotheid vier keer gelezen – combineren met Shakespeare, Goethe, Galsworthy, Sigrid Undset (Nobelprijs 1928) en Oscar Wilde, die zij in het Engels las. In haar (nooit gepubliceerde) Boek met Mooie Zinnen schreef zij allerlei goed gelukte citaten op. De keuze verraadt een feilloos oog voor, inderdaad, mooie zinnen. Het langwerpige kasboek vraagt erom om in facsimile te worden uitgegeven voor de Boekenweek. Rondlopend door hun sobere en intense zaaltjes vullen de makers van de tentoonstelling in Washington elkaar aan om het schrijverschap van Anne Frank te onderbouwen. Sarah Bloomfield: ,,Anne had talent en zij toonde het. Zij begon te schrijven als tijdverdrijf. En om de eenzaamheid te verdrijven. Maar het werd al snel veel meer. Het werd een manier om haar emoties te ordenen. Je zou willen dat je als teenager zelf zo had geschreven.'' Klaus Mueller: ,,Een teken van goed schrijven is de schijnbare moeiteloosheid. Alles zit bijzonder hecht in elkaar. Als het saai was zou er heus geen miljoenenpubliek meer voor zijn.'' Bloomfield: ,,Ze begreep intuitief dat je de lezer moet verleiden, dat je het tempo in de gaten moet houden, karakters opbouwen, echte emoties zichtbaar maken. Het is ongelooflijk, het zit er allemaal in, de mensen lachen, de mensen huilen.'' Mueller: ,,Zij vernieuwt de dagboekvorm door er dialoog in op te nemen. Zij spreekt tot de denkbeeldige Kitty en daarmee tot de lezer. `Kitty, je vraagt je misschien af waarom ...', `Ik had je eerder moeten vertellen dat...' Dit was een ongebruikelijke, literaire strategie. Door die dialoogvorm vermeed zij de sentimentele bekentenissen die je in ego-literatuur snel krijgt. Het gesprek met Kitty zorgt voor een frisse, feitelijke toon. Daarmee verrijkte zij de dagboektraditie.'' Bloomfield: ,,Zij is hartstochtelijk over haar schrijverschap. Ze zag dat als haar werk. Dat was al zichtbaar in de korte tijd die haar gegund was. Schrijven was haar leven.'' Mueller: ,,Ze vond zichzelf al schrijvend uit. Op de laatste bladzijden heeft ze een volwassen handschrift en toon. Men citeert vaak haar optimisme, maar het is werkelijk een veel complexer geluid: zij heeft die optimistische en die andere kant. Ze denkt na over alle emoties die ze de baas moet zien te blijven. Daar zit een enorme kracht en vaart in. Zij was meer dan een vrolijke tiener.'' Bloomfield: ,,Ze was ook een vrolijke tiener. Ze was allebei. Anne flirtte, ze was vrolijk. Dat verloor ze niet terwijl ze met de grootst mogelijke ernst bezig was schrijver te worden.'' Mueller: ,,Dagboeken zijn meestal fragmentarisch. In de geredigeerde versie zie je dat zij zich veel meer bewust is van de vereisten van leesbaarheid.'' Elias: ,,Otto Frank bracht de incomplete delen van het dagboek samen, maar hij was in die tijd genoodzaakt heel wat weg te laten. De definitieve uitgave bevat dertig procent meer.'' Mueller: ,,Dat kwam vooral doordat de ontdekking van haar lichaam en haar seksualiteit er eerst niet in mochten.'' Bloomfield: ,,Ze kon niet goed met haar moeder overweg. En over die dingen kon zij ook niet goed met haar vader praten. Dus moest zij gedachten over het opgroeien van meisje tot vrouw toevertrouwen aan Kitty. Ze doet dat zonder enige schaamte, zonder sentimentaliteit. Het is prachtig. Dat kon destijds niet worden gepubliceerd.'' Mueller: ,,Otto heeft het heel goed geredigeerd destijds.'' Bloomfield: ,,Hij wilde ook wel zijn vrouw in bescherming nemen. Er zijn later vijf vellen over het huwelijk van Anne's ouders opgedoken. Zij had waarschijnlijk gelijk met haar kijk op hun leven samen. Die observaties zijn nu op hun plaats terechtgekomen in de kritische dagboekuitgave van het Niod.''~ Schoonheid
Thuisgekomen ben ik gaan lezen en lezen, uren zonder zwarigheid, ondanks de zwaarte van het beschrevene. Het is waar wat de tentoonstelling Anne Frank, the writer An unfinished story beweert: wat dit wonderkind heeft weten op te schrijven aan haar kleine tafeltje – waar zij voor moest vechten want de schrijfruimte was schaars in het achtpersoonshuishouden – is van een buitengewone schoonheid, als het leven zelf, maar dan meer. Over het onvermogen van de volwassenen om haar heen. Over de oorlog tussen het verlangen en het verstand. Wanneer zij in maart '44 menige alinea heeft gejubeld over haar `overstelpend geluksgevoel' door de liefde voor mede-onderduiker Peter, kan zij niet langer wachten op een daad van zijn kant: ,,Geef me een zoen of stuur me de kamer uit, maar zo bega ik een ongeluk.'' Zij kan niet meer gewoon doen overdag en 's avonds naast Peter voor het open zolderraam naar de sterren kijken, en hopen. ,,Iedereen denkt dat ik brutaal, zelfbewust en grappig ben, terwijl ik niets anders wens dan voor een mens Anne te zijn. Overal speel ik komedie, ben de clown, de brutale, de overmoedige, bij een zou ik niet anders dan de gevoelige willen zijn.'' Geen slechte tekst voor een blijspel. In haar eigen herziene versie blijft er niets van over. ,,Wanneer kom ik weer uit die warboel van gedachten, wanneer zal er weer rust en vrede in me zijn?'' Zo stelt ze wel vaker vast dat zij eerdere aantekeningen zou willen voorzien van het stempel: `Voorbij'. 25 maart '44: ,,Ik ben veranderd en grondig ook, helemaal en alles. Mijn meningen, opvattingen, critische blik, uiterlijk, innerlijk, alles is veranderd en ik mag rustig zeggen want het is waar, ten goede.'' Na de Tweede Wereldoorlog gaf de historicus Jan Romein door een artikel in Het Parool de stoot tot publicatie van de dagboeken. Guus Kuijer hield in 1980 een pleidooi om Anne Frank als schrijver serieus te nemen. In zijn essay `Het Geminachte Kind' stelde hij dat ,,het Achterhuis niet tot de literatuur wordt gerekend `omdat' het door een kind is geschreven''. De naar de Verenigde Staten geemigreerde Laureen Nussbaum, die de familie Frank heeft gekend, hield in de jaren '90 een uitgewerkt pleidooi voor Anne's schrijverschap. Wat het Holocaust Museum nu doet is dus strikt gesproken niet nieuw. Maar het museum heeft door zijn miljoenenpubliek een megafoon in handen en gaat daar gewetensvol mee om. Sarah Bloomfield: ,,Ik wil dat men Anne Frank herleest en anders over haar gaat denken. Er zijn zoveel cliches over haar in omloop. Zoals die woorden die zij tegen het eind van haar leven schreef: `Mensen zijn ten diepste goed.' Dat is zij lang niet helemaal. Zij worstelt ermee en praat over de naderende donder die de mensheid gaat wegspoelen. Zij is veel complexer en emotioneler dan die ene vrome zin suggereert. Er is zo'n stereotype van haar gemaakt, zij is zo'n cliche geworden. Het doet haar meer recht te kijken naar haar visie op de wereld die bezig was zich te vormen. Zij heeft een buitengewoon zelfbewustzijn ontwikkeld voor haar leeftijd. Wij proberen stem te geven aan haar veelzijdigheid en diepte.''; Geschreven door Marc Chavannes. Gepubliceerd in het NRC Handelsbald op 27 juni 2003. Bespreking recensie Ik ben het ermee eens als Marc Chavannes schrijft dat ze een groot literair talent was. En dat was ze ook. Ik heb respect voor Anne Frank en haar schrijverstalent. Hoe knap moet ze zijn geweest als ze pas dertien was toen ze begon met schrijven. Jazeker, ze was inderdaad een talentje. Als nu schrijfster zou zijn, dan stonden haar boeken zeker weten in de top tien. Ik las dat Anne enkele dagen voor de bevrijding stierf. Hoe vreselijk moet dat geweest zijn, om enkele dagen voor de bevrijding te sterven, net voor de bevrijding? Ik vind het zelf erg tragisch. Ik ben het met Marc Chavannes eens dat ze een van de succesvolste schrijvers van de twintigste eeuw was. Ik bewonder Anne ook vanwege het feit dat ze zo snel volwassen was en ze ijverig uren aan het schrijven was. Ik vin het ook knap van Anne dat ze een Boek met Mooie Zinnen bijhield. Ik zou zelf daar na een paar weken geen aandacht eer aan besteden. Wat ik met Sarah Bloomfield eens ben is dat je inderdaad als tiener net zo goed zou willen schrijven als Anne Frank. Ik ben het ook met Marc Chavannes eens als hij beweert dat Anne ondanks alles een vrolijke tiener was met een buitengewoon ontwikkeld zelfbewustzijn. 3 persoonlijke beoordeling: Ik vind het boek werkelijk geweldig. Het boek is heel realistisch. Het is geschreven door een meisje van mijn leeftijd, tijdens de oorlog. Ik heb respect voor Anne Frank. Anne schreef alles wat er in haar omging op. Ik leef enorm mee met Anne. Ik vind dat Anne een bijzondere manier van schrijven heeft. Ze schreef alles zo gedetailleerd op en het roept ook een gevoel bij je op. Ik vind dat heel goed van haar. Ik kan me daardoor heel goed inleven wat Anne voelt. Ik vind ook haar zinsopbouw en woordkeus heel mooi. Misschien omdat het geschreven is in (voor mij) oud Nederlands. Ik vind dat heel mooi. Zo gebruikte Anne woorden zoals sedert (sinds), daar (daarmee bedoelde ze omdat) en clandestien (illegaal). Ik vind het alleen jammer dat Anne’s leven zo tragisch einde heeft gekregen. Ik weet dat dit boek non-fictie is, maar toch vind ik dat jammer. Ik gun Anne zo’n tragisch einde niet. Wat ik ook zo goed vind aan dit boek is dat ik me bewust ben geworden van de Holocaust en het leed van de joodse mensen. Door dit boek te lezen kan ik me nu heel goed voorstellen wat al die joodse mensen moesten doormaken. Dit boek is dan ook als het ware een verlag van Anne zelf; het is immers haar dagboek. Verder vind ik dit boek een van de mooiste boeken die ik tot nu toe gelezen heb.
4 leesverslag: 1. Beschrijving Auteur: Anne Frank
Titel: Het Achterhuis: dagboekbrieven 12 juni 1942- 1 augustus 1944
Plaats van uitgave: Amsterdam
Naam Uitgever: Uitgeverij Bert Bakker
Eerste druk: september 1991
Gelezen druk: 19e druk, maart 1999
Aantal pagina’s: 304
ISBN nummer: 90●351●1047●1
Titelbeschrijving: Het boek heet ‘Het Achterhuis: dagboekbrieven 12 juni 1942- 1 augustus 1944’ omdat dit boek over het leven van Anne Frank gaat tijdens haar onderduikperiode. 2. Korte weergave Annelies Marie Frank wordt op 12 juni 1929 geboren in Frankfurt am Main (Duitsland). In 1933 vlucht ze samen met haar joodse familie naar Amsterdam. Hitler is dan aan de macht in Duitsland. Haar vader, Otto, zet verschillende bedrijven op, maar wanneer Hitler ook in Nederland met de 'Entjudung' van het bedrijfsleven begint, laat hij in 1941 Frank Kleiman de zaak overnemen. In 1942 besluit het gezin onder te duiken in het achterhuis bij het kantoorpand waar Otto werkte. Op Anne haar dertiende verjaardag, krijgt ze een dagboek cadeau. Op deze dag schrijft ze voor het eerst in het boek. Ze vertelt haar belevenissen in de vorm van brieven die ze aan een denkbeeldige vriendin, Kitty, schrijft. In de eerste weken na haar verjaardag gaat ze nog naar het joods Lyceum in Amsterdam, maar al snel moet ze, samen met haar familie, onderduiken. Ze betrekken het achterhuis van het kantoorpand, waarin haar vader heeft gewerkt. Door middel van een boekenkast worden ze van de buitenwereld afgesloten. Het werk in het kantoor gaat gewoon door, dus de onderduikers moeten overdag muisstil zijn. Zo mag de wc niet doorgetrokken worden. Na een week komt de familie Van Pels (Anne noemt de familie in haar dagboek de familie van Daans) bij hen inwonen. Vier maanden later volgt Albert van Dussel (die Anne in haar dagboek meneer Pfeffer noemt), een tandarts. Anne moet haar kamer met hem delen, maar ze vindt hem helemaal niet aardig. Via de radio, die ze ’s avonds beluisteren, horen ze berichten over het verloop van de oorlog. De spanning is te snijden met zoveel mensen in zo’n kleine ruimte en Anne heeft vaak ruzie met haar moeder en mevrouw Daans. De enigen met wie Anne kan praten zijn haar vader en Peter Daans. Een aantal mensen van het kantoor voorzien de onderduikers van eten en boeken. De echte namen van deze helpers zijn Anne niet bekend: meneer Kleiman is voor haar meneer Koophuis, meneer Kugler wordt Kraler genoemd. Dan zij er nog de dames Miep Gies, die Miep van Santen wordt genoemd, en Bep Voskuijl, voor de onderduikers Elli Vossen. Op 4 augustus 1944 vallen de Duitsers het pand binnen. Het achterhuis wordt ontdekt en alle bewoners worden gearresteerd. Zij worden via Westerbork naar Auschwitz vervoerd en wanneer de Russen dat kamp naderen, worden Anne en Margot naar Bergen-Belsen overgebracht. Twee maanden voor de bevrijding van dat kamp, sterven ze beide aan tyfus. Van alle onderduikers overleeft alleen Otto Frank de concentratiekampen. Kleiman en Kugler, die ook opgepakt zijn en in Nederlandse kampen zijn ondergebracht, keren na de oorlog terug naar Amsterdam. Bron: http://www.scholieren.com/boekverslagen/12515 3. Literaire vorm Genre: Een dagboek, het gaat over Anne’s eigen leven tijdens haar onderduikperiode. Taalgebruik: Eenvoudig en duidelijk, geen moeilijke woorden. Titel: Het Achterhuis: dagboekbrieven 12 juni 1942- 1 augustus 1944

Motto: geen
Opbouw: Verdeeld in hoofdstukken zonder kopjes, soms lang en soms kort. Opdracht: Voorin in het boek staat dat er na de Tweede Ooorlog dagboeken van kinderen gepubliceerd zouden worden. Na Anne's dood heeft haar vader Otto Frank, samen met Mirjam Pressler dit boek gepubliceerd ter nagedachtenis aan Anne. Thema: Oorlog. Motief: Het onderwerp puberteit en de daarbij horende problemen komen vaak terug in het boek. Ook het onderwerp oorlog komt vaak terug. 4. Techniek Perspectief: Ik-perspectief. Tijdsaspect: Chronologisch. Alles is geschreven op een bepaalde volgorde, namelijk op datum. Personages: - Anne Frank, een meisje die op haar dertiende ineens smoest onderduiken. Ze is aan het puberen en ze weet zich soms geen raad. Haar zus lijkt het perfecte kind te zijn. Anne is een bijdehand meisje en vaak opstandig. Ze heeft vaak ruzie met haar moeder, en haar vader komt vaak voor haar op. Ze wordt ook verliefd, namelijk op Peter van Daan. Haar vader en de andere bewoners van het Achterhuis zijn het hier een beetje niet mee eens, aar toch blijft ze hem opzoeken. Wat Anne eigenlijk nodig heeft, is een luisterend oor. Bij Peter kan ze zich laten gaan. Al met al weet ze zich tijdens haar onderduikperiode staand te houden. Nevenfiguren: - Otto Frank, hij is Anne’s vader. Hij is een voorbeeld voor Anne. Hij wordt ook wel Pim genoemd door Anne. - Edith Frank, Anne’s moeder. Ze heeft vaak discussies met Anne. - Margot Frank, de oudere zus van Anne. Ze is het perfecte kind het Anne lijkt vaak in haar schaduw te staan. Alles wat Margot doet is goed. Bovendien kan Margot het beter vinden met haar moeder in tegenstelling tot Anne. - Hermann van Daan, hij is een mede-schuiler. Hij is het gezinshoofd van de familie van Daan. - Auguste van Daan, zij is ook een mede-schuilster. Zij is vanzelfsprekend de vrouw van Hermann van Daan. - Peter van Daan, hij is ook een mede-schuiler. Hij is de zoon van Hermann en Auguste van Daan. Hij raakt bevriend met Anne. - Albert Dussel, hij is de laatste mede-schuiler. Hij komt nogal egoïstisch over. Hij is teruggetrokken en kan het op den duur niet goed vinden met de andere onderduikers. - Miep Gies, werkte in de zaak van Otto Frank als steno-typiste en is een intieme kennis van de familie Frank geworden. Ze hielp de familie Frank bij het onderduiken. - Bep Voskuijl werkte in de zaak van Otto Frank als steno-typiste en is ook net als Miep een intieme kennis van de familie Frank geworden. Ze was ook helpster bij het onderduiken van de familie Frank. - Mijnheer Voskuijl, de vader van Bep. Hij was ook helper. - Victor Kugler, ook een medewerker in de zaak van Otto Frank. Hij was ook helper. - Johannes Kleiman, hij werkt ook in de zaak van Otto Frank. Ook hij was helper. Weergave personen: Ze zijn allemaal half uitgewerkt. Er wordt alleen door Anne over hun verteld als Anne dat wilde. Soms vertelde ze over iemand en zijn achtergrond, maar dat verschilt. Alleen Anne is echt goed uitgewerkt. Ze schreef veel over haar gevoelens en gedachten. 5. Inhoudelijke samenhang Situering: Het verhaal speelt zich af in Het Achterhuis. Hier dook Anne en haar familie onder. Ruimte: De hoofdpersoon, Anne Frank, bevindt zich in haar schuilplaats, Het Achterhuis. Tijd: Het is een dagboek en er wordt verteld in het heden over het verleden. 6. Bijzonderheden Wat ik bijzonder aan dit boek vind, is dat het geschreven door iemand van mijn leeftijd. Het is geschreven door een leeftijdgenoot, op een ander tijdstip, onder (voor mij) onwaarschijnlijke omstandigheden, op een andere plaats. Ik vind dit echt bijzonder, want ondanks de nare omstandigheden, namelijk de oorlog, is ze gaan schrijven met als doel het ooit te publiceren. 7. Waarom heb je dit boek gekozen? Ik heb dit boek gekozen omdat ik het altijd al wilde lezen. Ik las het lijstje door met aanbevolen boeken, en ik las dat dit boek erbij stond. Ik ben meteen naar de bibliotheek gegaan om dit boek te lenen

REACTIES

N.

N.

Bij bijzonderheden wordt vermeld dat Anne Frank dit dagboek heeft bijgehouden met als doel het na de oorlog te publiceren. Dit is niet waar. Zij heeft dit alleen geschreven om haar hart te luchten, zonder ooit de bedoeling te hebben dat anderen het lazen.

16 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het Achterhuis door Anne Frank"