H1; Magie (Pharo)

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1784 woorden
  • 8 november 2003
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 7
23 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
§1. Magie in het dagelijks leven. In 385 het Romeinse rijk gesplitst in een oostelijk en westelijk deel. Theodosius bepaalde in 391 dat het christendom de belangrijkste godsdienst zou zijn in het West-Romeinse rijk. Heidenen waren voortaan strafbaar. In steden verspreidde het christendom zich snel. In de 5e eeuw drongen Germaanse stammen het westelijk deel binnen. In 476 werd de laatste West-Romeinse keizer afgezet door een Germaanse legeraanvoerder. Na de val van het West-romeinse rijk, gingen het verspreiden van het christendom voort, alleen moeilijker door verval van steden. Heidense gebruiken leefde weer op. Er was een strijd tussen christelijke voorschriften en Heidense praktijken (magie). Magie was een middel om je te beschermen tegen onheil. Vaak bij ongelukken en rampspoed werd de oorzaak vaak in kwade (zwarte) magie gezocht. In boeteboeken van geestelijke werden de zonden van christenen opgesomd, zo’n boek bevatte aanwijzingen welke boete men moest opleggen. Boerenvrouwen wendde zich vaak tot magie. Kruiden konden een belangrijke rol spelen bij magische handelingen. Volgens de signatuurleer droegen kruiden een teken die aanwezen waar ze nuttig voor waren (hartvormige bladeren goed voor het hart). In de Middeleeuwen bestond Europa voornamelijk uit een agrarische samenleving; het slagen van de oogst was dus heel belangrijk. Een misoogst door droogte of onweer betekende algauw hongersnood. Door middel van magische handelingen probeerde men het weer gunstig te beïnvloeden. Men geloofde dat er kwaadwillende onweermakers waren die storm en hagel door middel van tovenarij konden oproepen en zo de oogst konden vernietigen. De angst voor onweermakers en vruchtenverzamelaars (verzamelde vruchten die door de storm waren afgeslagen en gaven een deel aan de onweermakers) bracht mensen er toe bescherming te zoeken de weermagiërs, zij werden met een deel van de oogst betaald. Mislukte de oogst toch, dan kregen de onweermakers lijfstraffen. Om zich goed te kunnen voorbereiden op ziekte dood en geweld, deden de middeleeuwers veel moeite om te ontdekken wat de toekomst bracht. Voorspellen was een belangrijk onderdeel van volksgeloof. In talloze gebeurtenissen zag men voortekenen. De visie van de christelijke kerk. DE kerk was van mening dat vele vrouwen bedrogen zouden worden door duivelse waanvoorstellingen, de duivel kon zich ook in gedaanten en figuren veranderen. De duivel en zijn trawanten zette de mens aan tot het kwade. Je moest met duivelse krachten afrekenen door middel van bekering tot het christendom. Toch waren er ook geestelijken die geloofden in de werkzaamheid van magie, zoals Hincmar, aartsbisschop van Reims (overleden in 882). Hij beschreef hoe mensen gek werden van drank en voedsel dat hen gegeven was door tovenaars. Door een kerkelijke zegening konden ze echter worden genezen. In de kerk zouden mensen herstellen van ziekte.
Magie en Christelijke gebruiken. Magische handelingen en christelijke gebruiken lagen in de Middeleeuwen dicht bij elkaar. Een kruisteken op de kop van het vee zou hun gezond houden. Er waren missen waar in men god om regen vroeg en onweer af te weren. Mensen gebruikte relikwieën om zich tegen onweer te beschermen. Zo’n amulet of talisman zou een heilige kracht bezitten, en bescherming bieden. §2. Witte en Zwarte magie. In de vroegmoderne tijd (1500-1800) vonden er grote godsdienstige veranderingen plaats (de Reformatie) De christelijke kerk viel in de zestiende eeuw uiteen. Naast rooms-katholieke christenen, die geleid werden door de paus, kwamen er protestantse christenen, zij wilde het christelijke geloof vernieuwen en stichtten hun eigen kerken. Tijdens de contrareformatie wisten de rooms-katholieken zich te vernieuwen en wist hun positie tegen over de protestanten te herstellen. Ook waren er veranderingen op sociaal-economisch terrein. De bevolking nam sterk toe, prijzen stegen, steden groeiden, en de handel werd naast de landbouw steeds een belangrijker onderdeel in de economie. Uitbarstingen van epidemieën roeiden grote delen van de bevolking uit. Magie bleef voor het volk een belangrijke houvast in het wankele bestaan. Bij de elite groeide de aandacht voor de achtergronden van magie en hekserij. De betekenis van magie veranderde van de Middeleeuwen naar de Vroegmoderne tijd niet. Er werd onderscheid gemaakt tussen de Witte(goede) en de Zwarte(kwade) magie. Witte magie werd geregeld gebruikt. Er zijn niet veel bewijzen dat zwarte magie werd toegepast, ondanks dat werden er veel mensen van beschuldigd. (het ging dan vaak over doding of ziekte. Ideeën over heksen Geestelijke dachten dat magiërs een verbond met de duivel sloten. Geleerden meenden dat veel tovenaars en tovenaressen nooit op zichzelf werkten. Zij zouden in dienst van de duivel zijn, of zijn hulp krijgen. Een heks zou een verbond met de duivel sluiten, zij kregen dan goederen, geld en seks in ruil voor de diensten van de duivel zou de heks opdrachten krijgen om kwade tovenarij te bedrijven. Een heks werd door de kerk beschouwd als een ketter, zij hadden namelijk een verbond gesloten met de duivel. Ketters werden door de inquisitie veroordeeld. Paus Alexander IV gaf rond 1258-1260 de inquisitie de opdracht zich niet alleen bezig te houden met ketterijen maar ook tovenarij en voorspellingen die roken naar ketterij. In 1320 gaf Paus Johannes XXII de inquisitie het bevel duivelaanbidders te vernietigen. In 1487 verscheen er een handboek over hekserij: Heksenhamer dit werk was geschreven door Jacob Sprenger en Hendrik Institoris dit waren twee geestelijke die voor de inquisitie werkten. Monniken schreven al in de 12e en 13e eeuw over de sabbat: een geheime, nachtelijke bijeenkomst waar allerlei gruwelijkheden werden bedreven. Tijdens de sabbat werden rituelen rond de katholieke mis belachelijk gemaakt, er werd naakt gedanst, seks met de duivel en met elkaar bedreven en er werden kinderen gegeten. De sabbat werd in verband gelegd met vliegende heksen, vaak zouden heksen ’s nacht rond vliegen en dan kinderen verslinden, of samen opjacht zijn met de godin: Diana, godin van de jacht. Heksen vlogen op beesten, op stokken op hooivorken, maar meestal op een bezem. Na de uitvinding van de boekdrukkunst omstreeks het midden van de vijftiende eeuw, werden de ideeën over heksen in boekvorm over heel Europa verspreid, veel geleerden en elite accepteerden deze ideeën maar hadden ook hun twijfel. Heksenprocessen: Theologen vreesden het verbond met de duivel en de sabbat meer dan de schade die tovenarij zou kunnen veroorzaken. Bij Boeren overheerste juist de vrees voor de schade die tovenarij zou kunnen toebrengen. Heksen werden snel vervolgd. De inquisitie had verregaande bevoegdheden zoals het martellen van vermeende heksen. Dit leidde tot veel opgelegde bekentenissen en gedwongen aangifte van medeplichtigen bij de sabbat. De veroordeling van heksen was voor het grootste deel in handen van lokale en regionale rechtbanken. Deze handelden onafhankelijk van centrale of nationale controle. Het gevolg van deze juridische vrijheid was een hoog aantal aanklachten en executies. Op de achtergrond van deze juridische ontwikkelingen speelden de ingrijpende gevolgen van de reformatie, de Contrareformatie en een reekseconomische crises. Deze Juridische, economische en godsdienstige omstandigheden leidden tot een reeks heksenvervolgingen, die omstreeks 1450 begon en rond 1750 eindigde. In die periode zijn er naar schatting 110.000 heksen in Europa berecht, en waarvan 60.00 gedood. Martelingen zouden de waarheid opleveren. Mensen werden gek van de pijn, en wouden nog liever dood dan nog langer deze martellingen ondergaan. In Italië en Spanje werden heksen levend verbrand. In Schotland, Duitsland en Frankrijk was het gebruikelijk dat de heks eerst gedood werd. In Engeland werden de heksen opgehangen. Volgens de rechters zou de dood beter zijn dan in dienst zijn van de duivel. Mensen zouden anders in de hel terecht komen en daar zouden vreselijke folteringen op hen wachten. Nu duurt het maar ene uur voor dat de heksen zijn dood gebrand. §3. De eerste tegenstanders. Aan het eind van de zeventiende en in het begin van de achttiende eeuw namen de heksenvervolgingen af. Omstreeks 1750 waren ze vrijwel overal in Europa beëindigd. Rechters hanteerde strengere regels voor het uitvoeren van martelingen, ook gingen zij strengere eisen stellen aan de bewijsvoering. Deze ontwikkelingen in de rechtspraak laten zien dat de elite afstand had genomen van magie en hekserij. Het volk ging door met het beschuldigen van vermeende heksen en zwarte magiërs. Maar er was geen rechter meer bereid een proces te voeren. De eerste protesten tegen heksenvervolgingen kwamen van theologen, filosofen en medici. Door hun ideeën gingen ook juristen en bestuurders anders denken over de heksenvervolgingen. Johan Wier was een van de eersten die het heksengeloof en de vervolgingen bestreed. Wier noemde de daders van de heksenvervolgingen: tirannen, bloeddorstige rechters, slagers, beulen en wrede rovers die geen menselijkheid en geen medelijden kennen. De houding van geleerden, kunstenaars en rechters. Het wereld beeld van de geleerde elite was zo verandert dat magie en hekserij daar niet meer in paste. Ook onder rechters verandert de houding ten aanzien van de magie en tovenarij. Voor het stoppen van de vervolgingen was dit van groot belang. Het voortleven van magie onder het volk. Met de Wetenschappelijke Revolutie brak een meer rationeel tijdperk aan. Christenen wouden het geloof in magie doen verdwijnen. Mensen moesten zich direct wenden tot God. Onder het volk bleef beschuldiging van hekserij bestaan dit werd vaak afgestraft door veroordeling tot boetedoening en herroeping van beschuldiging. Mensen die andere vals beschuldigde en zelf ingrepen, werden

Gestraft of gedood. Specialisten in magie werden ook veroordeeld. §4 Witte magie in de moderne tijd. Het einde van de heksenvervolgingen in de 18e eeuw betekende niet het eind van de magie. Onder invloed van de Romantiek nam de magie in de 19e eeuw zelfs toe. Europa onderging in de Moderne tijd enorme verandering. Hoe hebben deze veranderingen de magie beïnvloed, en welke sporen hebben magie van de voorgaande eeuwen in de moderne magie achtergelaten. De geboorte van een kind woord nog steeds als een wonder beschouwd. Moeders dronken veel melk, zo zou hun kind mooi blank worden, er werden wortels gegeten in de hoop een zoon te krijgen, azijn werd gedronken om een mager kind te krijgen en een makkelijke bevalling te krijgen. Er zijn spreuken om geliefden te krijgen. Ook in de Moderne tijd werd door de verbeterde medische wetenschap en zorg, de angst voor ziekten niet weggenomen. Bij voorkoming en bestrijding van ziekten zijn oude gebruiken naast nieuwe methoden blijven voortbestaan. Zwarte magie in de moderne tijd. Verhalen bleven bestaan, het geloof in onweermakers ook. Door wetenschappers zijn in Nederland tussen 1962 en 1977 6000 verhalen over tovenarij verzameld, deze zijn vooral afkomstig van mensen uit het platteland. De verhalen komen uit de periode tussen omstreeks 1870 en 1920. Magie, het christelijk geloof en de kunst. Gebeden en Christelijke teksten werden bij zich gedraagt om onheil te verkomen. Voor kunstenaars tijdens de Romantiek was magie juist niets om bang voor te zijn. Integendeel voor schrijvers, musici en schilders uit die tijd was het een bron van inspiratie. Tijdens de Romantiek waren volksverhalen erg populair. Dit heeft gebroeders Grimm ertoe gebracht in 1812 een grote verzameling sprookjes te publiceren. Chenesseau waarschuwde tegen satanische rock. In de fimindustie spreekt de heks tot de verbeelding.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.