Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Moederkruid door Carry Slee

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
Boekcover Moederkruid
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3591 woorden
  • 22 augustus 2006
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
18 keer beoordeeld

Boekcover Moederkruid
Shadow
Een meisje en haar zusje proberen de wereld te bekijken door de ogen van hun ouders. Dat is moeilijk, want die wereld is ingewikkeld en vaak onbegrijpelijk. Als de kleermakerij van hun vader failliet gaat, verhuist het gezin naar een andere buurt. Volgens hun moeder wonen ze hier ver beneden hun stand, en de meisjes mogen zich daarom met niemand bemoeien. De relatie t…
Een meisje en haar zusje proberen de wereld te bekijken door de ogen van hun ouders. Dat is moeilijk, want die wereld is ingewikkeld en vaak onbegrijpelijk. Als de kleermakerij van…
Een meisje en haar zusje proberen de wereld te bekijken door de ogen van hun ouders. Dat is moeilijk, want die wereld is ingewikkeld en vaak onbegrijpelijk. Als de kleermakerij van hun vader failliet gaat, verhuist het gezin naar een andere buurt. Volgens hun moeder wonen ze hier ver beneden hun stand, en de meisjes mogen zich daarom met niemand bemoeien. De relatie tussen de ouders - die toch al niet goed was - verslechtert verder tot de ruzies en het isolement ten slotte bijna te veel worden voor beide zusjes.
Moederkruid door Carry Slee
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Titel van het boek? Moederkruid 2. De auteur van het boek? Carry Slee 3. De uitgever van het boek? Prometheus 4. Jaar van uitgifte en aantal pagina’s? 2001 – 202 pagina’s 5. Een korte samenvatting van het boek (maximaal 12-15 regels) *** Het gaat over Carry, Elsje en hun ouders. De moeder heeft smetvrees en heeft altijd een kwaaltje. De vader had liever dat Carry een jongetje was en behandelt haar dus ook als een jongen. Het boek is geschreven in drie delen. Het eerste deel is een inleiding, het vertelt hoe de ouders van het meisje bij elkaar kwamen. Hun moeder is nog maar 17 als ze in het naaiatelier van de vader van de meisjes komt te werken. Haar baas wordt verliefd op haar en verlaat zijn vrouw. In het tweede deel van het boek hebben het meisje (de ik figuur) en haar zusje het moeilijk. Dit komt vooral door hun ouders. Ze zijn net verhuisd, omdat de kleermakersatelier van haar vader failliet is. De moeder vindt dit een vieze en slechte buurt. Ze vindt dat ze hier niet horen en daarom mogen de meisjes niet buiten spelen. Na een tijdje blijkt dat ze nog een tijdje in deze buurt moeten blijven. Nu mogen de meisjes buiten spelen. Ze mogen alleen niet bij anderen iets drinken of zelfs niet op de Wc-bril gaan zitten. Bij de eerste keer gaat het al fout, want Carry gaat op de Wc-bril zitten. Haar moeder gaat direct alles ontsmetten. Later blijkt dat ze bloed in haar plas heeft en moet ze naar de dokter, een nierbek ontsteking. Ze moet zes weken in bed liggen en zoutloos eten, haar moeder vindt dit voor haar zelf verschrikkelijk. Langzaam verslechtert de relatie tussen de ouders, en op een dag staat dan ook nog de deurwaarder voor de deur. Haar vader is weer failliet gegaan. Hij wil weer opnieuw beginnen, en dan wel in de slaapkamer. Binnen een paar weken zit het hele huis vol met naaisters, de vader gaat vreemd met één van de naaisters. Na een tijdje vertelt de vader dat hij weg gaat, maar vertrekt na een paar dagen nog niet. In het derde deel een jaar later, gaat het slecht met haar moeder. De dokter wil eerst niet komen, maar het zo slecht dat ze naar een psychiater moet. Op een gegeven moment gaat het zo slecht dat ze een poging tot zelfmoord doet. Ze zegt dat dat komt doordat ze in deze ‘slechte’ buurt woont. De psychiater zorgt ervoor dat ze uit deze buurt weg mogen, en dus verhuizen ze. In het einde staan ze voor hun nieuw huis, de moeder waarschuwt de kinderen meteen dat ze geen contact mogen maken en dat ze hier niet horen. 6. Titel verklaring ik kon niet direct een verband zien tussen de titel en het boek zelf. Maar op internet dachten andere het met onkruid te maken had. Dat vind ik wel een logische verklaring. De moeder van de meisjes ziet hen als onkruid en zelf is ze ook niet de gemakkelijkste.
7. Geef aan of je deze titel goed vindt of dat je die misschien zou willen veranderen (zo ja, hoe dan?) ik vind het wel een goede titel ook al kon ik niet direct het verband vinden. Het is wel logisch nu ik t weet. Ik zou ook geen andere titel kunnen bedenken. Welk deel van het boek of welk personage / gebeurtenis vind je het interessantst? Waarom? *** ’Je hebt daar toch niks gegeten?’ Vroeg mama geschrokken. Ik schudde mijn hoofd. ‘Wat heb je dan? Zeg op, wat is er gebeurd?’ Mama schudde aan mijn arm. ‘Ik ben op de wc-bril gaan zitten.’ ‘Jezus Christus nog aan toe!’ Mama liep met haar handen in haar haren door de gang heen en weer. ‘En ik heb je nog zo gewaarschuwd. Denk erom dat je hier niet naar de wc gaat, ik moet eerst iets kopen om de boel te ontsmetten, anders krijgen wij het ook. Je weet hoe bevattelijk ik ben, als ik ziek word is het jouw schuld.’ De pijn in mijn buik werd steeds erger. En ik werd er nu ook misselijk bij. ‘ik moet spugen!’ huilde ik. ‘Eerst die stinkkleren uit.’Mama scheurde ze bijna van mijn lichaam. Ze pakte ze met een paar vingers vast, hield ze een heel eind bij haar vandaan en gooide ze op het balkon. ‘Ik ga ontsmettingsmiddel halen voor je ons allemaal aansteekt.’ Mama trok haar jas aan en ging weg. (blz. 45) In dit stukje wordt weer duidelijk hoe snel de moeder overstuur raakt. Alleen omdat Carry bij iemand anders op de wc-bril is gaan zitten, wordt alles ontsmet. De moeder maakt zich ook alleen maar zorgen om haar eigen gezondheid en niet om de buikpijn van haar eigen dochter. Vooral bij dit stukje vond ik het goed naar voren komen dat de moeder niet goed bij haar hoofd is. 8. Welk deel van het boek of welke passage vind je het minst interessant? Waarom? *** Er is niet echt een stuk wat saai was, dat er niks gebeurde of iets dergelijks. Alleen werd er soms wat uitgebreid beschreven. In dit stukje ging de vader zelf een nieuw zeil in de huiskamer leggen. Hier ruimen ze de kamer leeg. ‘Kunnen jullie me even helpen?’ Hij zette de deur naar het balkon open. Zelf pakte hij één kant van de bank en Elsje en ik moesten aan de andere kant gaan staan. ‘Zo,’ zei papa toen de bank op het balkon stond. ‘Nu de stoelen.’ Het waren loodzware stoelen, we moesten ze met z’n drieën tillen. Papa zette de stoelen op elkaar op de bank. Het werd een heel bouwwerk. Je kon de overkant niet meer zien. ‘Nu de tafel,’ zei ik. ‘O jee, die hadden we eigenlijk eerst moeten doen.’ Papa keek naar de bovenste stoel. ‘Als ik daar nou eens het blad op leg.’ ‘Zou dat lukken?’ vroeg Elsje. ‘Het moet lukken.’ Papa schroefde de poten van de tafel, tilde het blad op en legde het op de bovenste stoel. Even dacht ik dat het bouwwerk ging kantelen, maar het bleef toch overeind. Het was zo hoog geworden dat het blad bijna tegen de bovenkant van het balkon kwam. De tafelpoten legde papa in een stoel. (blz. 102) 9. Beschrijf de verandering tussen de hoofdpersoon / personen aan het begin van het boek en het einde? Is er iets veranderd? Heeft hij / hebben zij iets geleerd? (Gebruik hier minstens twee citaten!!) *** er is eigenlijk geen enkel persoon in dit boek wat echt een verandering ondergaat. Ik denk dat ik hier toch de moeder moet noemen. Met haar gaat het steeds slechter, ze wordt steeds achterdochtiger en haar smetvrees wordt ook erger. Midden in de straat was een kapper. Het leek geen echte winkel omdat je niet zomaar binnen kon lopen. Je moest een stenen trap op en als je door de linkerdeur naar binnen ging, kwam je bij de kapper. Voor het raam stond een vergeeld bord met kapsalon nellie erop. Achter het raam stond een droogkap. Als je goed keek, kon je zien wie er onder de kap zat. En je zag nog net een stukje van de wasbak. Je kon de kapper gebogen over de wasbak zien staan maar je zak niet wie hij waste. Ik wilde weleens weten hoe het daarbinnen was, maar dat mocht niet van mama. Ze had al genoeg gezien. Van de kappersjas die vol vlekken zat, kon je volgens haar soep koken. En wat ze nog erger vond: de kapper miste twee hoektanden. Het was geen gezicht. Ze begreep niet dat iemand zo wilde lopen. Het was onmogelijk dat een man die zich zo slecht verzorgde goed kon knippen. (blz. 22) ’Je hebt daar toch niks gegeten?’ Vroeg mama geschrokken. Ik schudde mijn hoofd. ‘Wat heb je dan? Zeg op, wat is er gebeurd?’ Mama schudde aan mijn arm. ‘Ik ben op de wc-bril gaan zitten.’ ‘Jezus Christus nog aan toe!’ Mama liep met haar handen in haar haren door de gang heen en weer. ‘En ik heb je nog zo gewaarschuwd. Denk erom dat je hier niet naar de wc gaat, ik moet eerst iets kopen om de boel te ontsmetten, anders krijgen wij het ook. Je weet hoe bevattelijk ik ben, als ik ziek word is het jouw schuld.’ (blz. 54) Hier is duidelijk dat de smetvrees erger is geworden. Elk mogelijk vuiltje moest verwijdert worden anders werd iedereen ziek. Mama vond Corry het aardigst. Die nam het voor haar op als iemand haar in de maling nam. Corry was verloofd. Dat zou met Beppie niet gouw gebeuren. ‘dan mogen ze wel eens een krant over haar kop doen. Wie wil er nou iemand met zulke tanden,’ zei mama. ‘nou nou,’ zei papa, ‘overdrijf je niet een beetje.’ ‘O god,’ zei mama. ‘Hij is alweer hoteldebotel. Ik heb het wel gemerkt. Je zit steeds te smoezen met die teef. Dacht je soms dat ik het niet in de gaten had? Man, je bent zo doorzichtig.’ ‘waar heb je het nou weer over?’ vroeg papa. ‘ja, daar kijk je van op, hè? Je had niet verwacht dat ik je door zou hebben. Jij schijnt te denken dat ik helemaal gek bent. Je probeert me wel gek te krijgen, maar het js je nog niet gelukt.’ Papa stond op van tafel en liep kwaad het atelier in. (blz. 118) Denk erom dat je voor niemand opendoet. We zijn ons leven niet zeker met die maniak onder ons. Je hebt geluk dat je veilig thuis ben. Hij had je zo naar binnen kunnen sleuren.’ Ik dacht aan Els die nog thuis moest komen. ‘zit de balkondeur ook op slot?’ vroeg mama. ‘kijk jij even.’ Toen ik door de gang liep, hoorde ik voetstappen op de trap. Dat moest Els zijn. Ik wilde gauw de deur voor haar opendoen. ‘Laat die deur dicht!’ schreeuwde mama. Ze ging terug naar de kamer en pakte de pook. ‘Dicht die deur! Eerst controleren of het Els is.’ ‘Els, ben jij het?’ riep ik door de dichte deur. ‘Ja,’ antwoordde Els. ‘Is ze alleen?’ Mama wees naar de brievenbus. Ik deed de klep omhoog en tuurde het portiek in. Ik zag alleen Els, verder niemand. Els dacht dat het een spelletje was. ‘Doe nou open, leukerd.’ ‘Ze is alleen,’ zei ik. Mama ging achter de deur klaarstaan met de pook in haar hand. ‘Vlug!’ Ik draaide de deur van het slot. Els was nog niet binnen of mama gooide de deur met een klap dicht. Ze deed het slot er weer scheef op. Els wilde pianospelen, maar dat mocht niet. We mochten ook niet heen en weer lopen. Mama moest kunnen horen of er iemand de trap opkwam en tegelijk hield ze het balkon in de gaten. (blz. 193) Hier is ze duidelijk achterdochtiger geworden. Ze dacht op het eind dat ze elk moment vermoord kon worden door de beneden buurman, omdat ze had gezegd dat zijn dochter met haar man flikflooide. 10. Welk personage in het boek zou jij willen zijn? Waarom? *** Ik zou niet graag een lid van de familie willen zijn. Ze hebben het allemaal moeilijk. Er zijn wel een paar personen in het boek die goed zijn en lief voor carry zijn, die zou ik dus wel willen zijn. Bijvoorbeeld de moeder van Ada. Ik deed mijn gewone kleren aan en ging in de kamer in de stoel zitten. Mijn buik deed heel erg zeer en de pijn kroop omhoor. Zo meteen zaten de bacteriën bij mijn hart. Ik was doodsbang en hield het niet meer uit in mijn eentje. Ik moest naar iemand toe. Ineens wist ik het. De moeder van Ada zou me vast helpen, die liet me niet zomaar doodgaan. ‘Ach, meisje toch,’ zei ze toen ik haar vertelde wat er was gebeurd. ‘daar gaan we gauw iets aan doen.’ ‘Mama zegt dat er geen medicijn voor bestaat,’ zei ik. ‘Nee.’ De moeder van Ada haalde wat theeblaadjes uit de kast. ‘Dit is geen medicijn, het is een geneeskrachtige thee. Je zult zien dat het helpt.’ Ik dronk de thee op. Ada’s moeder had gelijk. De pijn werd langzaam minder. ‘Ga nou maar weer vlug naar huis, anders wordt je mama ongerust. En eh… vertel maar niks.’ (blz. 54)
11. Aan welk personage heb je een hekel of vind je niet aardig en zou je dus niet willen zijn? Waarom? *** De ouders van Carry en Els zijn echt slecht voor de kinderen. De vader doet wel alsof hij het goed bedoelt maar ondertussen maakt hij van Carry een jongetje en misbruikt hij Elsje. De moeder steekt de kinderen aan met de smetvrees, ze praat ze al die onzin in. Omdat ze anders bang is dat ze zelf ziek wordt. In dit fragment zijn de ouders naar een voorstelling van de kinderen geweest. In het eerste stuk kun je goed zien dat Carry er alles aan doet om haar moeder het naar haar zin te maken. En in het tweede stuk kun je zien dat het allemaal voor niks is. Haar ouders hebben altijd wel iets te klagen. Ik keek de kerk rond. Er stonden klapstoelen waar de ouders op moesten zitten. Ik probeerde er een. Gelukkig zat hij niet hard. Als mama lang op een harde stoel moest zitten, kreeg ze pijn in haar rug. Die begon in haar rug en dan trok de pijn langzaam omhoog naar haar nek. En dan kreeg ze er ook hoofdpijn bij. ‘Van pijn in je rug kan je van alles krijgen,’ zei mama. Het was ook weleens naar haar benen overgeslagen en toen kon ze bijna niet meer lopen. Elke stap deed haar pijn. Maar deze stoelen zaten best fijn. Ik hoopte maar dat papa en mama vroeg waren, dan konden ze vooraan zitten. Mama was een keer naar een voorstelling op onze school geweest. Die was in de gymzaal en toen zat er een lange lijs voor haar. Ze had niks van onze toneelstuk gezien. En ze had het ook niet kunnen verstaan. Uitgerekend die avond waren er een paar jongens die duizend keer hun brommer hadden gestart. Mama dacht dat ze in de gymzaal stonden, zo’n lawaai maakte het. Ik keek naar buiten. De kerk stond op een plein en daar mochten geen brommers rijden. En als ze het toch deden, joeg de politie ze gewoon weg. De tweede rij zou het beste zijn voor mama. Niet helemaal vooraan, als iemand dan naar de wc ging moest-ie langs mama en dat zou mama irriteren. En vooraan kwam er altijd zo’n kou langs mama’s benen. Mama had altijd koude benen. Ik keek naar het raam. Het stond een stukje open, maar aan de andere kant van de kerk was het dicht. Dus het tochtte niet. Tocht was slecht, zei mama altijd. Er is geen mens die daar tegen kan. Als je een longontsteking wilde krijgen, dan moest je op de tocht gaan staan, zitten kon ook. (blz. 75-76) ‘Wat waren jullie laat,’ zei oma. Hou alsjeblieft op,’ zei mama. ’ik dacht dat er nooit een eind aan kwam. Moet je mijn handen eens voelen, ik ben bevroren ‘Hadden ze daar geen kachel?’ vroeg oma ‘Welnee,’ zei papa. ‘Ze dachten zeker dat God gratis de kerk voor ze zou verwarmen.’ ‘Hebben jullie daar al die tijd gestaan?’ vroeg oma. ‘Nee,’ zei mama, ’Was het maar waar.’ ‘Ze hadden stoelen,’ zei papa. ‘Stoelen.’ Mama lachte. ‘Een houten plank zal je bedoelen.’ ‘Nou ik heb genoten hoor,’ zei papa. ‘Eerst leest zo’n kwijlebabbel een of ander verhaal voor waarbij je in slaap valt.’ ‘Dan had ik ook nog wel een verhaal geweten.’ zei opa. ‘Het kwam uit de bijbel, hoor,’ zei papa. ‘Sinds wanneer kent u de bijbel?’ Opa lachte. ‘En kregen ze elkaar?’ Vroeg hij. ‘Hij heeft het over de bijbel, Rinus,’ zei oma. ‘Adam en Eva, weet je nog.’ ‘O, dat gezemel met die appel,’ zei opa. ‘En dan die theetante,’ zei mama. ‘Ze had die kinderen allemaal onder een laken gestopt. Het moesten engelen voorstellen. Nou, ze had zelf ook wel onder een laken mogen gaan zitten.’ ‘Als je daarmee naar bed gaat, mag je je klompen wel voor de deur zetten,’ zei papa. ‘Dan weten ze waar je verzopen bent.’ ‘Was het zo erg?’ Vroeg oma. ‘Zoiets als die buurvrouw van jullie,’ zei papa. ‘Maar dan nog tien keer erger.’ ‘Daar kom je niet eens in,’ zei oma. ‘Die is helemaal dichtgeweven met spinrag.’ ‘Maar vergis je niet, ze komen allemaal in de hemel,’ zei opa. ‘Als het daar zo is, zit ik liever in de hel,’ zei papa. ‘Hebben jullie nog iets gekregen, of zat je al die tijd op een drogie?’ Vroeg oma. ‘Ze hadden thee,’ zei mama. ‘Uilenzeik zal je bedoelen,’ zei papa. ‘Een glaasje jenever was beter geweest.’ ‘Das soort mag toch niet drinken,’ zei oma. ‘Heel jammer voor ze, dan nemen wij er nog maar een extra.’ Papa liep naar de keuken om de jenever te halen. ‘En kan je winnen van jezelf?’ Vroeg hij. ‘Nee, ik heb verloren. Ik verlies altijd.’ Ik smeet de knikkers door de gang. (blz. 77-78) 12. Wat vind je van het einde van het boek? Ben je er tevreden mee of zou je iets willen veranderen (en hoe dan?)? *** het is een soort open einde. Ze gaan uiteindelijk wel weg uit de buurt maar je kunt nog net lezen dat het in hun nieuwe buurt weer opnieuw begint. We stonden voor ons nieuwe huis. Voor het raam van de tweede verdieping zag ik een vrouw. Ze zwaaide naar ons. Ik wilde terugzwaaien. ‘Geen aandacht aan besteden.’ Mama duwde me gauw het trapportaal in. ‘Denk erom, we bemoeien ons met niemand. Met helemaal niemand.’ (blz. 202) 13. Waar speelt het verhaal zich af? Is het belangrijk om dit te weten? Waarom? *** het verhaal speelt zich vooral af in de flat waar ze wonen. En in de straat eromheen. De kinderen mogen ook niet vaak of ver buiten huis. Er staat niet in vermeld in welke stad of provincie. Maar omdat dit boek over Carry zelf gaat en zij in Amsterdam is geboren, denk ik dat het daar ook afspeelt. Hierbij heb ik geen citaat die hierbij past. Ik denk dat je uit de andere citaten hierboven wel kunt opmaken dat het verhaal vaak in de flat afspeelt. 14. Wanneer speelt het verhaal zich af? Is het belangrijk om dit te weten? Waarom? *** precieze jaartallen weet ik niet. Maar wel dat het na de oorlog was. Want de moeder heeft nog verteld dat zij en de vader in de oorlog waren getrouwd. ‘Jullie weten niet wat oorlog is,’ zei mijn moeder. ‘Jullie hebben geen idee hoe het is om niet vrij te zijn. In je eigen land nog wel. Dat kunnen jullie ook niet weten. Jullie hebben de oorlog niet meegemaakt. Je vader en ik wel. We zijn zelfs in de oorlog getrouwd. Moet je je voorstellen, midden tussen de Duitsers. We hadden gewoon niks te vertellen. Helemaal niks. De Duitsers beslisten alles voor ons.’ Over die laatste zin heb ik vaak nagedacht. Als de Duitsers toen toch alles beslisten, waarom hadden ze het huwelijk van mijn ouders dan niet verboden? (blz. 7) 15. Hoe verloopt de tijd in het boek? Chronologisch of niet? Flashbacks of niet? *** het boek verloopt chronologisch zonder flashbacks. Het boek is in 3 delen gedeeld. De inleiding, dat was voor de geboorte van Els en dat ging over hoe de ouders bij elkaar kwamen. Het tweede deel begint als Carry zes wordt. En tussen twee en drie is er ongeveer een jaar

overgeslagen. Op het eind is Carry ongeveer 10 schat ik. 16. Vanuit wiens perspectief zien we het verhaal? *** Carry is de ik-persoon. Haar naam wordt geen enkele keer genoemd in het boek. Hierbij kunnen verschillende citaten genoemd worden die al hierboven zijn genoemd. Bijvoorbeeld bij vraag 10 of 11 17. Tot welk genre behoort dit boek? Het is een roman en behoorlijk psychologisch dus een psychologische roman. ;) 18. Wat is het thema? / Wat zij de thema’s? *** hierbij wist ik niet precies wat ik in moest vullen, het verschil tussen genre en thema. Dus heb ik ook weer even op internet gekeken. En ik ben er nu uit: Het gaat over de invloed die moeders hebben op hun dochters, vandaar waarschijnlijk ook de titel. Ook de oma van Carry had grote invloed gehad op het gedrag van haar moeder. Mijn moeder hield van brede gespierde mannen met veel haar die zich soepel beworden en goed konden dansen. Mijn vader was een iel mannetje, dat zich houterig bewoog, niet kon dansen, en witte dunnen benen en maar een paar haren op zijn hoofd had. Hij was zelfs afgekeurd voor de militaire dienst omdat hij te mager was. Al die uiterlijkheden deden er niet meer toe volgens mijn oma. Mijn moeders baas was verliefd op haar, daar moest ze trots op zijn. En dat was ze ook. In het begin was mijn moeder nog wat wantrouwig. Waarom wilde die man juist haar hebben? Maar mijn oma, die overal verstand van had, dus ook van de liefde, wist wel waar mijn vader op afkwam. Mijn moeder had niet alleen een mooi gezicht en lang blond golvend haar, maar mijn vader viel vooral op het familiewapen. Mijn oma was er trots op dat ze het had doorgegeven aan het nageslacht. De heerlijkheid: borsten. (blz. 11) 19. zou je dit boek willen aanraden aan anderen? Waarom (niet)? Mijn moeder heeft het mij aangeraden en ik zou het wel anderen mensen aanraden. Maar je moet wel van dit soort boeken houden. (psychische roman) Ik houd daar wel van en ik vond dit ook een goed boek. Ook het vervolg hiervan heb ik gelezen (dochter van Eva).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Moederkruid door Carry Slee"