Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Paravion door Hafid Bouazza

Beoordeling 7.9
Foto van een scholier
Boekcover Paravion
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas aso | 4602 woorden
  • 15 augustus 2006
  • 148 keer beoordeeld
Cijfer 7.9
148 keer beoordeeld

Boekcover Paravion
Shadow
Paravion door Hafid Bouazza
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Biografie van Hafid Bouazza: Hafid Bouazza wordt in 1970 geboren in Oujda in het Noord-Oosten van Marokko. De eerste zeven jaren van zijn leven woont hij in een dorpje dicht bij de Algerijnse grens. Wanneer hij één jaar oud is vertrekt zijn vader naar Nederland om daar te werken als gastarbeider, zes jaar later verhuist de rest van de familie ook naar Nederland. Ze zijn het eerste, en lange tijd het enige, Marokkaanse gezin in het dorp. In zijn jeugd tekent Bouazza strips en begint hij al met het schrijven van verhalen. Na zijn studie Arabische taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam werkt hij een tijdje als docent en vertaler van het Arabisch. Hij componeert muziek voor verschillende film- en dansproducties en schrijft theaterstukken voor de jeugd. In 1996 debuteert hij met de verhalenbundel ‘De voeten van Abdullah’. De bundel wordt goed ontvangen en wordt genomineerd voor de NPS-cultuurprijs en de Debutantenprijs van Vlaanderen. Het boek staat maandenlang in de top tien van de best verkochte boeken en wordt bekroond met de ‘du Perronprijs’. Dit is een prijs die wordt toegekend aan groepen of personen die zich op cultureel gebied verdienstelijk hebben gemaakt voor een goede verstandhouding tussen de verschillende bevolkingsgroepen die in Nederland wonen. Nadien volgen er nog verschillende vertalingen. In 1998 verschijnt de novelle Momo, een verhaal over een jongen die is verdwaald in zijn eigen wereld. In hetzelfde jaar volgt het toneelstuk ‘Apollien’ dat handelt over liefde in de multiculturele samenleving, een onderwerp dat Bouazza blijft bezighouden. Een aantal jaar later wordt zijn complete oeuvre beloond en ontvangt hij de Amsterdamsprijs voor de kunsten. Zijn oeuvre is zeer divers: romans, gedichten, vertalingen, toneelstukken en essays. In 2001 neemt hij de opdracht aan om het Boekenweekessay voor het NCR handelsblad te schrijven over het thema ‘Land van herkomst – schrijven tussen twee culturen’. In dit essay, ‘Beer in een bontjas’, maakt hij zijn positie duidelijk: hij voelt zich niet tussen twee culturen staan en wil niet gebombardeerd worden tot multiculturele spreekbuis. Hij voelt zich schrijver en wil ook als schrijver gewaardeerd worden. Hij wil niet beoordeeld worden op zijn Marokkaanse afkomst maar op zijn literaire kwaliteiten. Voor zijn roman Paravion kreeg Bouazza in 2004 de Gouden Uil Literatuurprijs. Korte inhoud: Aan de horizon van het sprookjesachtige Morea schittert de weerspiegeling van een trillende stad vol torens, grachten en wolken. De bewoners van Morea weten dat de spiegeling het magisch land ‘Paravion’ reflecteert, en ze voelen zich onweerstaanbaar tot die fata morgana aangetrokken. Vele voorgaande dorpsgenoten konden niet weerstaan aan deze verleiding en zijn daar hun geluk gaan opzoeken. Opa Baba Baloek heeft deze tocht al gemaakt. Nu maakt ook zijn zoon, Baba Baloek, zich klaar om naar Paravion te vertrekken terwijl zijn mooie vrouw Mamoerra zwanger is. Wanneer de andere bewoners van Morea te horen krijgen dat Baba Baloek deze tocht zal ondernemen beslissen ze om achter hem aan te gaan. Ze laten Morea achter voor iets aantrekkelijks maar onbekend. Hun vrouwen en kinderen laten ze thuis. De emigranten sturen brieven naar huis, naar Morea. Op elke brief kleeft een blauwe luchtpostzegel met in witte letter ‘Paravion’. Iedereen wil hier naartoe, ook de zonen zullen hun vader volgen. Wanneer ook zij verdwenen zijn blijven enkel nog de vrouwen en de dochters in Morea wonen. Slechts één herdersjongen blijft bij de vrouwen, de zoon van Mamoerra en Baba Baloek. Omdat hij als enige overblijft zijn veel van de dorpsdochters bereid zijn seksuele opvoeding op zich nemen. De tweeling Cheira en Heira die Baba Baloek heeft opgevoed nadat zijn moeder bij zijn geboorte is gestorven, is dan al stervende. In Paravion is het leven voor de mannen duidelijk anders dan het leven in Morea. Er zijn vrouwen die soms meer bloot geven dan dat de mannen ooit gezien hebben, ze zouden graag hun vliegende tapijten inruilen voor een flitsende Mercedes of Golf. Ze verzamelen elke dag in het theehuis, de enige plek in de stad die hen nog aan Morea doet denken. Van de rest van de stad genieten ze heimelijk, maar ze kijken er ook erg op neer. Wanneer de tapijtverkoper voorstelt om de vrouwen en kinderen in Morea op te halen zodat de mannen kunnen trouwen met hun reine vrouwen, wordt dit voorstel met open armen aanvaard. Met hun blinkende auto’s gaan ze de vrouwen ‘ontvoeren’ en trouwen ze. Baba Baloek, nog steeds in Morea, krijgt een kind van Sofia en ondervindt dat zijn onbezonnen jaren van seks en genot met elke vrouw uit het dorp voorbij zijn. Hij beseft dat hij de verantwoordelijkheid van het vaderschap op zich moet nemen. Zijn kind, dat één zwarte en één blanke helft heeft, begint zich langzaamaan in twee te splitsen. Het wordt een siamese tweeling met één zwarte en één witte helft. Aan het eind van het boek merk je dat het verhaal wordt verteld door Baba Baloek, de herder. Hij vertelt zijn levensverhaal aan de poortwachters van Paravion, in de hoop dat ze hem zullen binnenlaten. Ook hij laat zijn vrouw Sofia en zijn kind achter. Het verhaal is eigenlijk een sprookjesachtige parodie op emigrerende Marokkanen.
Personages: Het verhaal draait rond drie generaties Baba Baloek: grootvader, vader en zoon. Grootvader Baba Baloek: Het verhaal begint bij grootvader Baba Baloek die in Paravion leeft en van daaruit een brief schrijft aan zijn zoon. Verder is hij een onbekende in dit verhaal. Vader Baba Baloek: Vader Baba Baloek is zwarter dan de meeste Moreanen. Hij leidt een teruggetrokken leven met zijn vrouw, Mamoerra en hij wordt geminacht door heel het dorp. Hiervan was hij zich echter niet helemaal bewust. Hij is anders dan de andere mannen want hij behandelt zijn vrouw met respect en houdt ontzettend veel van haar. Anderzijds is hij ook weer zoals alle anderen wanneer hij de raad van Mamoerra over het vliegend tapijt in de wind slaagt. Tien jaar nadat zijn grootvader naar Paravion is getrokken, volgt hij deze zijn voorbeeld. Met zijn vliegend tapijt van slechte kwaliteit geraakt hij als snel in de problemen. Tijdens zijn reis steelt hij fruit van enkele straatventers en wordt overvallen door rovers. Mamoerra: Mamoerra is een bloodmooie, blanke vrouw. ‘Zij was zo blank dat het leek alsof zij enkel in duisternis leefde, nimmer het daglicht had gezien, noch het daglicht haar.’ Alle vrouwen uit het dorp benijden haar om haar schoonheid en het feit dat ze optrekt met de dorpsheksen Cheira en Heira maken het er niet beter op. Mamoerra werd opgevoed door Cheira en Heira, een siamsese tweeling. Mamoerra kan ontzettend lekker koken en houdt enorm veel van haar man. Wanneer ze een miskraam heeft, vangen Cheira en Heira haar goed op. Op het moment dat Baba Baloek vertrekt, is ze zwanger van hun langverwachte, eerste kindje. Ze is kapot van Baba Baloek’s vertrek. Ze kookt nog voor hem en ze maakt zich iedere avond voor hem op. Voor en ten tijde van de bevalling had Mamoerra slechts één onderwerp, namelijk Baba Baloek. Ze beviel van een jongen en stierf op het moederbed. Cheira en Heira noemden het kind eveneens Baba Baloek. Mamoerra werd onder de vijgenboom begraven. Zoon Baba Baloek: Zoon Baba Baloek wordt verzorgd en opgevoed door Cheira en Heira. Ze behandelden hem met allerlei zalfjes en gaven hem amuletten om hem te beschermen tegen het boze oog en ziektes. Doordat hij opgevoed was door de dorpsheksen, was hij vaak het middelpunt van roddels uit het dorp. Hij werd verwend door de siamese tweeling maar hij had geen vrienden. Toen hij vijf werd, namen ze hem mee naar het badhuis. Hij was enorm geschokt toen hij hen voor het eerst naakt zag, omdat hij niet wist dat ze aan mekaar vasthingen. Toen Baba Baloek zeven werd brachten Cheira en Heira hem naar de vallei Abqar, het lapje grond dat hij had geërfd. Daar moest hij voortaan voor de twee geiten van zijn vader zorgen. Hij was zwijgzaam, bewoog stil en met een nukkige sierlijkheid, hij straalde de jonge berusting uit van een kind dat gewend was aan onvervulde wensen. Dagelijks kreeg hij afranselingen van de jongens waartegen hij zich niet verzette. Cheira en Heira: Cheira en Heira zijn een siamese tweeling en worden door het dorp beschouwd als heksen. Ze zijn stokoud, hebben kennis van allerlei vreemde kruiden en planten en jagen de dorpsbewoners graag op stang. Senoenoe is hun vogel die hen steeds van alles op de hoogte houdt. Wanneer één van de twee op het einde sterft, weet de andere dat het niet lang meer zal duren. Ze staan symbool voor de oude, wijze vroedvrouwen in dergelijke Arabische dorpen. Het meisje bij de rivier: Op een dag duikt er een mysterieus meisje op in het leven van de jonge Baba Baloek. Zijn saaie, alledaagse leventje wordt danig overhoop gehaald wanneer zij poogt hem de knepen van de liefde en seksualiteit bij te brengen. Dat zorgt voor een heuse ommekeer. Ze was blank en zag er vermoeid uit, leek een lange afstand te hebben afgelegd. Ze is zelfzeker en deinst voor niets terug. Ze is vastbesloten om Baba Baloek te veranderen. Zij stelt hem voor om zijn pas aangeleerde kneepjes uit te testen bij de vrouwen van het dorp. De andere jongens laten Baba Baloek nu wel met rust en trekken zelf weg uit Morea. Wanneer één van de vrouwen zwanger raakt van Baba Baloek, beseft hij dat hij zijn losbandige leven moet stoppen en zijn verantwoordelijkheid moet opnemen. Nu kan hij niet meer terug naar het mysterieuze meisje. Senoenoe: Senoenoe is in het begin van het verhaal een kleine jongen die heel snel kan lopen. Op een dag hielp hij een jongen die steeds in zijn broek plaste. Elke middag gaven de jongens Baba Baloek afranselingen maar Senoenoe hield zich afzijdig, hij had hemelse verten te verkennen. Hij is steeds alleen en duikt meerdere keren op in het verhaal. Hij verandert in een vogel, vliegt rond en nestelt zich in een boom. Hij observeert en brengt verslag uit bij Heira en Cheira. Op het einde wordt het duidelijk dat hij een zwaluw is geworden. Het kind: Het kind van Baba Baloek en Sofia, één van de dorpsdochters, zag er wonderlijk uit: de ene helft blank en van melkblauwe doorzichtigheid, de andere helft was zwart, blauwig zwart. Op een bepaald moment begint het kind zich in tweeën te splitsen; het kreeg twee hoofden: een blank, zwartharig gezichtje dat sprekend op Sofia leek, en een ander kroezig en rond, dat naar Baba Baloek wees. Het kind werd een siamese tweeling verbonden aan het borstbeen. Een herhaald element uit het boek dat verwijst naar de tweeling Cheira en Heira. Stijl: Hafid Bouazza schrijft op een heel aparte manier. Heel opvallend aan zijn stijl is dat hij verbloemend schrijft. Op die manier zelfs dat hij negatieve ervaringen op een gelukzalige en warme manier kan beschrijven. Bijna alle waarnemingen worden tot in de kleinste details, zeer kleurrijk beschreven. De reden waarom dit boek zo kleurrijk is heeft te maken met het feit dat de schrijver enorm veel beeldspraak gebruikt. ‘De ijscoman dronk Orangina, vlooien van koolzuur sprongen op en neer en de ijsblokjes tikten tegen het glas als het geluid van de geitenbellen.’ Ook treurige, uitzichtloze momenten, zo prachtig verwoord: ‘Sneeuw valt als amandelbloesems voor mijn ogen, het enige wit in mijn duisternis.’ Hij weet die beeldspraak op zo een manier te gebruiken dat je voelt dat het boek zich afspeelt in een warm land. Het nadeel aan het feit dat hij zoveel beeldspraak gebruikt is dat de lezer doorheen het hele verhaal, als het ware moet vertalen, omzetten naar de gewone spreektaal, wat natuurlijk niet altijd even gemakkelijk is, omdat hij vaak onbekende woorden gebruikt. Paravion is een Arabisch sprookje, dit is duidelijk te merken aan een aantal woorden, die hij gebruikt in het verhaal. Het vliegende tapijt, de muiltjes die de inwoners dragen, de hutjes waarin ze wonen en de habijten die ze dragen zijn hier voorbeelden van. Ook andere elementen die eigen zijn aan een sprookje zijn aanwezig. Je hebt de ‘heksen’ Cheira en Heira, de feeërieke verschijnselen (het meisje bij de rivier) en de jonge Senoenoe die opeens verandert in een vogel. Bouazza heeft een zeer eigenzinnige schrijfstijl. Door de lyrische omschrijvingen en de mooie beeldspraak, kan hij zeker een woordkunstenaar worden genoemd. Hieraan kan je ook merken dat het een schrijver is met een andere cultuur, een andere achtergrond. Zijn verhaal is doorspekt van de surrealistische taferelen. De landschappen en personages in ‘Paravion’ ondergaan vreemde metamorfoses. Het meisje bij de rivier bijvoorbeeld, vormt uiteindelijk de belichaming voor een brief van Mamoerra, de moeder van Baba Baloek. Bouazza zelf heeft geprobeerd dit duidelijk te maken door haar een papierwitte huid te geven en bloed zo zwart als inkt. Een enkele keer lijkt Bouazza zijn rijke vondsten en bespiegelingen voorrang te gunnen boven een duidelijke rode draad. Dan moet de lezer zich op eigen kracht oriënteren in dit levendige, kritische verhaal, dat afwisselt van geloofwaardige situaties naar sprookjeselementen, waarbij tijden, gebeurtenissen en plaatsen soms letterlijk in elkaar overlopen. Het boek bulkt ook van de tegenstellingen zoals man en vrouw, Paravion en Morea, uil (standvogel) en zwaluw (trekvogel). De witte uilen komen meer dan eens voor en zijn een duidelijk leidmotief in het verhaal. Maar hun symboliek is minder duidelijk. De uilen staan voor de zielen van de overledenen. Velen trachtten van Morea naar Paravion te reizen, maar velen sterven onderweg. Of aan de poort, want ze mogen Paravion niet binnen. Ze blijven ronddrijven in het stuk zee tussen Morea en Paravion, de Nevelzee. ‘Aan de Navelzee haalde de visser zijn netten op die zwaar waren van de lijken en spartelend zilver. Overal rondom hem dwarrelde witte uilen en vroegen “hoehoe”, een veel droeviger gezang dan het geluid van geitenbellen.’ (p. 87) ‘De poortwachters van Paravion waren tegen de singel ingedommeld. Op de wal roestten duizenden uilen, welke de toegang was ontzegd.’ (p.136) Vertelstandpunt: De verteller van Paravion staat boven alle personages. We hebben dus te maken met een auctoriaal vertelstandpunt. Toch komen we weinig te weten over de gevoelens van de verschillende personen, omdat de verteller zelf één van de personages is. Hij vertelt niet over zichzelf in de ik-vorm, wel in de hij-vorm, alsof de verteller niet in het boek meespeelt. De verteller is de jonge Baba Baloek, dit blijkt uit het allerlaatste hoofdstuk, omdat het hele verhaal in de verleden tijd geschreven is. Behalve dan het hoofdstuk waarin de verteller afsluit, dat in de tegenwoordige tijd geschreven is. Uiteindelijk komen we te weten dat hij zijn levensverhaal vertelt aan de poortwachters van Paravion, in de hoop dat ze hem zullen binnenlaten. Door dit vertelstandpunt krijgt de lezer een gemakkelijk overzicht van de verschillende personages. Voor de schrijver is het dan ook makkelijker om over te springen van het ene personage naar het andere, omdat we niet steeds dezelfde personen blijven volgen. Structuur: Het boek bestaat uit vier grote delen, die steeds op zichzelf bestaan uit drie kleinere hoofdstukken. Het allerlaatste hoofdstuk van het vierde deel is hetgene dat in de tegenwoordige tijd werd geschreven. Het is een soort afsluiter voor het boek, waarin de verteller zich volledig tot de poortwachters richt. Enkele van de hoofdstukken uit het boek beginnen met woorden als ‘kijk dan!’ of ‘luister!’, om de aandacht van de lezer bij het boek te houden (het is een vorm van herhaling), maar dit heeft zeker ook een poëtisch kantje. ‘Luister!’ geeft aan dat het een verteller is die het boek vertelt, en geen schrijver. ‘Luister!’ kan ook worden vervangen door ‘Ssst!’, het geluid van de wind die de stilte roept. Het verhaal heeft geen introductie of inleiding, vanaf de eerste bladzijde wordt al meteen duidelijk dat vader Baba Baloek zal vertrekken vanuit zijn dorp. Het boek bevat wel een hoofdstuk dat enkel geschreven is om een einde aan te geven van het verhaal. Het is een aanspreking naar de poortwachters toe en vanaf dan wordt pas duidelijk wie het hele verhaal heeft verteld (Baba Baloek, de zoon). Het boek bevat meerdere verhaallijnen naast elkaar, omdat vader Baba Baloek al in het eerste hoofdstuk zal vertrekken naar paravion. Dan begint het verhaal van Mamoerra en haar zoon Baba Baloek. Wanneer zij sterft wordt haar zoon gevolgd, om daarna terug over te springen naar haar man, die onderweg is naar het land van de Amstel. De mannen uit zijn dorp vertrekken met hem en hebben ook een aparte verhaallijn, die pas echt begint in Amsterdam zelf, waar ze kennis maken met de wereld van de Nederlandse vrouw. Ze komen eerder aan dan Baba Baloek, door de slechte omstandigheden van zijn vliegend tapijt. Het boek sluit af met de laatste verhaallijn over de zoon van Sofia en Baba Baloek. Herhaling is een zeer belangrijk kenmerk van dit boek. Het verhaal gaat eigenlijk over vier generaties, waarvan er twee duidelijker worden uitgewerkt, die van Mamoerra en haar man, en die van Baba Baloek en Sofia. Van de eerste drie generaties (de vader van Baba Baloek, Baba Baloek zelf en zijn zoon) wordt duidelijk gemaakt dat elke man naar Paravion vertrekt. Ook de huidskleur wordt herhaald. Baba Baloek, de man van Mamoerra, heeft een zeer donkere huidskleur, bijna zwart. Mamoerra is dan weer zeer licht, omdat ze waarschijnlijk een westerse afkomst heeft, ze is blank. De siamese tweeling van Baba Baloek en Sofia heeft één zwarte en één blanke helft. Ook de personages worden door mekaar herhaald. Op een gegeven moment verandert Baba Baloek, de vader, in zijn eigen zoon. Het mysterieuze meisje bij de rivier verandert in Mamoerra en Senoenoe, die altijd de snelste jongen van het dorp wilde zijn, verandert in een zwaluw. Ook de siamese tweeling van Sofia en Baba Baloek is een herhaling van Cheira en Heira. De bedoeling van Bouazza was ook om kenmerken van Mamoerra, die gestorven is, te verstoppen in de beschrijvingen van het landschap, zodat ze in zekere zin toch altijd aanwezig blijft. ‘Wanneer ik in Paravion het personage Mamoerra introduceer, maak ik gebruik van een heel beeldende beschrijving van haar uiterlijk. Later in het boek wil ik aantonen dat haar aanwezigheid er nog steeds is, terwijl ze er zelf niet meer is. Daarom laat ik enkele termen die ik gebruikt heb bij het beschrijven van haar uiterlijk, terugkeren in het uiterlijk van het landschap. Niet alleen wanneer ik de landschappen van Morea toon, ook als ik over Paravion vertel. Ik wilde die twee werelden op die manier in elkaar over laten vloeien.’ (Hafid Bouazza) Tijd in het verhaal: Het verhaal speelt zich niet ver af van de moderne tijd waarin wij nu leven. Dit valt te merken aan bepaalde elementen, die de technologie van onze maatschappij aanduiden, zoals bijvoorbeeld de auto’s waarover de mannen uit Morea dromen, eenmaal aangekomen in Paravion. Deze elementen zijn de enigen die de hedendaagse roman onderscheiden van het eeuwenoude Arabische sprookje. Het verhaal zou een Arabisch sprookje kunnen zijn op de plaats waar het zich afspeelt in de valei Abqar, omdat de mensen daar nog zeer primitief leven, dat merk je aan hun kleren en aan hun huizen, maar ook om de vele surrealistische elementen en de typische sprookjesfiguren zoals heksen en feeën, die zeker voorkomen in ‘Paravion’. Het verhaal speelt zich af in de twintigste eeuw, wat niet wil zeggen dat het realistisch is. Er zitten enkele elementen in die erop wijzen dat het verhaal pure fictie is, zoals de vliegende tapijten en de mysterie achter de zussen Cheira en Heira, maar vooral ook de personages die in mekaar overvloeien. De duur van het verhaal is ook de tijd die verloopt over het opgroeien van de jonge Baba Baloek, omdat hij uiteindelijk zijn levensverhaal vertelt. Aan het eind van het verhaal bereikt hij de volwassenheid, wordt hij zelfs vader en maakt hij kennis met al de verantwoordelijkheden die het vaderschap met zich mee brengt. Het verhaal is bijna volledig chronologisch opgebouwd. Ergens achteraan in het verhaal, wanneer de schrijver overspringt van Baba Baloek, de herder, naar de zeven mannen in Amsterdam, wordt het verhaal niet meer chronologisch verteld. Aan het einde van het boek blijken de mannen al zeven jaar in Paravion te verblijven, wanneer Baba Baloek al een tijdje de volwassenheid bereikt heeft (ze zijn nog voor zijn geboorte vertrokken). Ze spreken ook over een terugkeer naar hun vrouwen in Morea, ze ontvoeren ze en nemen ze mee naar Paravion. Het verhaal is bijna volledig in de verleden tijd geschreven, wat erop wijst dat het verhaal al voorbij is, dat het zich niet afspeelt op het ogenblik dat je het verhaal leest. Met uitzondering van de dialogen is de verteltijd veel groter dan de vertelde tijd van het verhaal, het speelt zich over verschillende jaren af, over verschillende generaties zelfs.
Thematiek: Paravion bevat twee duidelijke thema’s. Het eerste thema is opgroeien en kennis maken met je eigen seksualiteit, vandaar ook de erotisch getinte kant van het verhaal. Het opgroeien van de jonge Baba Baloek gaat gepaard met het ontdekken van seksualiteit. Hij heeft een eigen leermeesteres, het mysterieuze meisje bij de rivier. Alles wat hem wordt geleerd oefent hij uit op de rijpe dochters in zijn dorp. Wanneer Sofia een kind van hem krijgt, weet hij dat hij niet meer met elk meisje zal mogen vrijen, door de verantwoordelijkheden van het vaderschap. Ook het gedrag van de mannen uit Morea tijdens hun verblijf in Paravion wijst op dit thema. Ze beleven veelvuldige avontuurtjes met de prostituees, om daarna terug te willen keren naar hun eigen vrouwen, die veel kuiser zijn en waar de zeven mannen zelf veel meer respect voor hebben. Ze proberen eigenlijk om in Paravion te leven, zoals ze dat altijd in Morea hebben gedaan. Door hun vrouwen te ontvoeren, nemen ze een groot stuk van hun cultuur mee naar Nederland. Het tweede en zeker ook het belangrijkste thema is het emigreren van de mannen uit Morea naar Paravion, die denken dat de wereld daar beter en milder is dan in hun eigen dorp. Het gaat om de twee totaal verschillende culturen die worden gemengd. De mannen laten hun eigen vrouwen en kinderen achter om Amsterdam te ontdekken en de armoede achter zich te laten. Ze willen terugkomen wanneer ze beseffen dat de brutale vrouwen in Paravion erg onderdoen voor hun vrouwen thuis, in Morea. Hoe liederlijk de Moreaanse mannen in Paravion zich ook gedragen, ze blijven dromen van hun geboortedorp, waar de mensen nog gehoorzaamheid en schaamte kennen. 'In Paravion liepen dingen anders dan zij zouden willen. Zij hadden geen autoriteit, er was geen erkenning voor hun mannelijkheid, het natuurlijke overwicht van hun kunnen ging hier verloren.' (Hafid Bouazza) Ze besluiten terug te keren naar Morea. Beide zijn het zeer actuele thema’s, waarover in de eenentwintigste eeuw zeker geen taboe meer mag bestaan. De verschillen tussen de islamitische en de westerse cultuur komen in het verhaal zeer duidelijk aan bod. De mannen in Morea onderdrukken hun vrouwen en laten bij het vertrek de leiding over aan hun zonen, die hun moeders mogen opleggen wat wel of niet te doen. Ook de zussen die allemaal tegelijkertijd worden geboren krijgen geen inspraak. Vanaf het vertrek van de mannen kan je lezen hoe de vrouwen helemaal openbloeien en doen wat ze zelf willen. Ze laten zich niet meer doen door hun eigen zonen. Ook de dochters worden op deze manier opgevoed en de zonen hebben niets meer over de vrouwen te zeggen. De reine, mooie vrouwen uit Morea staan tegenover de brutale, zelfstandige vrouwen in Amsterdam. Ze lopen in weinig kleren over straat en de mannen uit Morea vinden het moeilijk om respect op te brengen voor hen. Mamoerra is één van de vrouwen uit het dorp in Morea en wordt door de andere dorpelingen beschouwd als de mooiste vrouw die er rondloopt. Het is een blanke vrouw met een blanke afkomst. Zij en haar man Baba Baloek worden buitengesloten door de zeven dorpsvrouwen, omdat deze erg jaloers zijn op de mooie en lieve Mamoerra. Ook de hun mannen sluiten het koppel buiten, omdat Baba Baloek een erg zwarte huid heeft en omdat ze jaloers zijn dat hij met de mooiste vrouw van het dorp samen is. De blanke huid van Mamoerra, de zwarte huid van Baba Baloek en de jaloezie van de andere mannen en vrouwen kan zeker als een vorm van racisme worden beschouwd. Ook enkele gelijkenissen komen aan bod, bijvoorbeeld het feit dat Paravion elke middag zichtbaar wordt in de mirage. Dit moet niet letterlijk worden opgevat, wat de mensen in Morea zien zijn slechts de verwesterde kantjes van hun land (de stad in plaats van hun dorp), dus de gelijkenissen tussen Morea en Paravion. Hoewel het zeer hedendaagse thema’s zijn, is het verhaal dat zich afspeelt helemaal niet realistisch. Er zitten een aantal mysterieuze elementen in, die soms voor verwarring kunnen zorgen. De mannen reizen bijvoorbeeld op een vliegend tapijt naar Nederland, alle dorpsvrouwen buiten Mamoerra bevallen op precies hetzelfde moment van een dochter en Cheira en Heira blijken over enkele bijzondere krachten te beschikken. Ook de personages vloeien in elkaar over, Baba Baloek de vader wordt Baba Baloek de herder, het mysterieuze meisje bij de rivier wordt Mamoerra, Senoenoe, één van de dorpszonen, wordt een zwaluw. Het stuk in Paravion zelf bevat veel minder mysterieuze elementen, alsof de zeven mannen uit Morea, maar ook uit een mysterieuze sfeer zijn gestapt. Het beeld dat je van Amsterdam krijgt is eerder negatief. De meeste vrouwen worden getypeerd als drinkende prostituees en de buitenwereld is helemaal niet vriendelijk tegen de zeven vreemdelingen. 'Geen hart kan kloppen in twee oorden tegelijk' Dit zeggen de vrouwen uit Morea. Bouazza laat in deze geraffineerde roman zien dat literatuur en liefde zich wel degelijk staande kunnen houden in twee werelden. Eigen mening: Onze meningen over het boek zijn duidelijk verdeeld, maar vertrekken toch vanuit hetzelfde standpunt. In het begin van het verhaal leken de overvloedig beschrijvende woorden en de zeer mooi gevonden beeldspraak een streling voor het oog, maar naarmate het verhaal vorderde, kregen sommigen onder ons toch problemen met het steeds terugkerende omzetten van de overvloedige taal van Bouazza, naar wat onze ogen gewoon zijn om te lezen. Daarom ook vinden we ‘Paravion’ een zeer vermoeiend boek om te lezen. Je moet er de tijd voor nemen, ook voor het begrijpen van de vreemde wendingen in het verhaal. Wanneer de personages in mekaar overvloeien bijvoorbeeld, val je toch even uit de lucht. Sommigen stoorden zich er aan dat het echt te onrealistisch werd. Toch zijn we nog altijd vol lof over ‘Paravion’. ‘Het is eens iets anders’, werd als hoofdreden gebruikt. En dat is het zeker, omdat het volgens ons duidelijk opvalt, dat de schrijver van ‘Paravion’ een andere cultuur kent dan de onze. Zijn fantasie kent geen limieten en dat is zeker een goede zaak. Wanneer je het boek leest waan je je in een wereld van rood zand en een warme zon. Het lijkt wel zo dat de boodschap niet altijd duidelijk overkomt. Bouazza raakt soms verstrikt in zijn eigen beeldspraak. Je zou het boek meerdere keren moeten lezen om de onderliggende gedachten te kunnen begrijpen. Pas wanneer je er goed over nadenkt, merk je dat ‘Paravion’ eigenlijk een schokkend boek is. Er wordt in geslagen, gestolen, gevochten, vernederd, bedrogen en ontvoerd. Het is een boek vol verleiders, hoeren, drugsdealers en voyeurs. Maar door de prachtige, verbloemende stijl van Hafid Bouazza, moeten we eerlijk zeggen dat je daar weinig van merkt. Bronnen:http://www.amateurkunst.net/http://www.talenspalet.be/http://www.ned.univie.ac.at/http://nl.wikipedia.org/wiki/Hafid_Bouazzahttp://www.schrijversinfo.nl • ‘Ik zie voornamelijk domheid en fanatisme om me heen’ - Interview met Hafid Bouazza - Knack (België), 29 oktober 2003

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Paravion door Hafid Bouazza"