Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hersenschimmen door J. Bernlef

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
Boekcover Hersenschimmen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 3149 woorden
  • 26 maart 2005
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
9 keer beoordeeld

Boekcover Hersenschimmen
Shadow

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat.

Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plo…

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onv…

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat.

Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plotseling weer naar zijn werk terwijl hij al gepensioneerd is en ziet zijn vrouw voor een vreemde aan. Momenten van helderheid worden meer en meer verdrongen door ontreddering en verwarring. Net als ik lekker lig komt Vera me wekken. Is het ochtend? Waarom al die haast? En sinds wanneer kleed ik mij zelf niet meer aan?

De pers over Hersenschimmen:
‘Mijn hele generatie heeft zijn ouders ‘hersenschimmen’ cadeau gegeven, in de hoop hun ontgeestelijking te bezweren, maar mijn moeder was vergeten dat ze het had gelezen’ Kees van Kooten.
‘Maartens verstand lekt weg, centimeter voor centimeter, en vervliegt ten slotte. Bernlefs verslag van die martelgang is schrijnend, heel gedurfd.’ Harold Pinter
‘Herinneren, vergeten, verdwijnen – dat zijn de grote thema’s van ‘Hersenschimmen’; en ook van veel andere romans van Bernlef.’ NRC Handelsblad.

Hersenschimmen door J. Bernlef
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Bibliografische gegevens Titel: Hersenschimmen
Auteur: J. Bernlef
Uitgeverij: Querido
Plaats: Amsterdam
Gelezen druk: 14de
Jaar: 1986
Oorspronkelijke druk: 1984
Verteltijd: 160 bladzijden Samenvatting De 72-jarige Maarten Klein woont met zijn vrouw Vera in Gloucester, aan de oostkust van de Verenigde Staten, even ten noorden van Boston. In de jaren vijftig zijn ze vanuit Nederland naar Amerika geëmigreerd. Hun twee kinderen, Kitty en Fred, zijn teruggegaan naar Nederland. Maarten werkte tot zijn pensionering bij de Intergovernmental Maritime Consultative Organisation (IMCO), een instituut voor visserijonderzoek in Boston. Op een winterse dag kijkt hij uit naar de schoolbus met kinderen die elke morgen bij zijn huis stopt. Hij denkt terug aan zijn vader, die griffier bij de rechtbank was en thuis temperatuurgrafieken bijhield en aantekeningen over het weer maakte. Uit opmerkingen van zijn vrouw wordt duidelijk dat Maarten een beetje verstrooid begint te worden: het is zondag, dus de kinderen hoeven niet naar school. Hij denkt dat het ochtend is, maar het is al middag. Eerder vergat hij al zijn koffie op te drinken en voor Vera hout uit de schuur te halen, hoewel ze hem daar tweemaal om had gevraagd. Hij zoekt de schuld van zijn vermoeidheid en concentratieverlies voorlopig bij de lange witte winter. Maarten piekert over zijn vergeetachtigheid. Er is iets mis, maar hij weet niet precies wat. Hij betrapt zich erop dat hij hardop in zichzelf praat. Woorden die hij alleen gebruikte op zijn werk als hij niets beters wist te zeggen, duiken plotseling op in zijn conversatie met Vera. Zijn gedachten dwalen vaak door associaties af naar gebeurtenissen uit het verleden, vooral uit zijn jeugd, uit de Tweede Wereldoorlog en uit de tijd dat hij op kantoor werkte. Soms roepen de herinneringen handelingen op waarvan hij zich niet bewust is. Als hij terugdenkt aan het mislukte vlechtwerkje dat hij op de kleuterschool van stroken papier maakte, scheurt hij onbewust de krant in repen. De juffrouw vroeg hem destijds de potlodendoos te halen en Maarten gaat hem zoeken, op een plank in het washok, waar hij met een stoel bij klimt. Als Vera hem daar vindt, beseft hij pas wat hij doet. Tijdens een wandeling met de hond Robert verliest hij zich weer in het verleden. In het meisje achter de bar van het café waar hij even uitrust herkent hij zijn eerste vriendin. Daarna komt hij in het antiquariaat waar hij kort daarvoor het boek “The Heart of the Matter” van Graham Greene kocht. Maarten kan zich het boek op dat moment niet herinneren, hoewel hij er thuis af en toe een stukje in leest. Als hij mijmerend verder dwaalt door de stad, vindt Vera hem, ze maakte zich ongerust en is hem met de auto gaan zoeken. De symptomen van Maartens dementie worden duidelijker en heviger. Vera heeft de deur op slot gedaan toen ze even weg moest, maar Maarten breekt hem open om naar een IMCO-vergadering te gaan. Het gereedschap neemt hij mee in zijn aktetas. Hij gaat echter niet zoals vroeger met de trein naar Boston, maar loopt naar een vakantiehuisje, waarvan hij de deur ook forceert. Terwijl hij wacht op de anderen oefent hij zijn betoog, waarin hij zijn twijfel uitspreekt over de zin van de organisatie, die aan de hand van computerprognoses aanbevelingen doet over vangst quantums. Dan realiseert hij zich de situatie en gaat hij op weg naar huis; hij vergeet echter zijn tas. Vera is in die tijd bij dokter Eardly geweest. Hij heeft haar aangeraden met Maarten foto's te bekijken om de herinneringen te ordenen. Maarten herinnert zich tot in de details het verhaal bij een foto uit zijn jeugd, maar kan andere gebeurtenissen, zoals het bezoek van zijn kinderen uit Nederland drie jaar geleden, niet plaatsen. Later weet hij dat weer en spijt het hem dat hij dat niet eerder wist. Als die dag de deur wordt gerepareerd kan hij zich het niet herinneren dat hij de deur heeft opengebroken. De deur wordt gerepareerd door William. Deze Amerikaanse jongeman komt vaak bij hen over de vloer om klusjes uit te voeren. Hij is best verlegen en stil maar na een paar pilsjes wil hij nogal eens loskomen. William had vroeger een hondje, Kiss, die al een tijdje dood is. Toch vraagt Maarten iedere keer weer als hij William ziet hoe het met Kiss is, wat natuurlijk niet leuk voor William en Vera is. Op het tweede bezoek van dokter Eardly reageert Maarten met een redevoering, die imponerend bedoeld is. Daarna realiseert hij zich met machteloosheid, woede en angst dat hij niet meer helemaal meester is over de taal: hij moet zinnen soms eerst vanuit het Nederlands in het Engels vertalen voordat hij ze kan uitspreken en heeft moeite met het benoemen van voorwerpen. Steeds meer vermengt Maartens verleden zich met zijn dagelijks leven. Maarten verwart Vera met zijn moeder en zijn huis met het huis van zijn grootouders. Wat zijn vrouw hem het ene moment vertelt, kan hij direct daarna weer vergeten zijn. Als zij weg is, slaat Maarten een ruit in om de hond binnen te laten. Daarna vergeet hij het gas uit te zetten. Bij het volgende bezoek van de dokter ziet Maarten hem als een tegenstander in een moeilijke onderhandeling. Hij gaat hem verbaal te lijf met een vergaderstrategie van zijn ex-collega Karl Simic. Als de dokter hem een kalmerende injectie wil geven slaat hij hem de spuit uit handen. Op dat moment waant hij zich in de oorlog. Omdat de toestand gevaarlijk wordt, komt de gezinshulp Phil Taylor inwonen om op Maarten te letten. Maarten vergeet steeds wie zij is en waarom ze er is en verwart haar met zijn pianolerares Greet van vroeger waar hij toen verliefd op was en met zijn dochter Kitty. Als hij tweemaal in een nacht door het huis dwaalt geeft Phil hem een injectie. Maarten wordt wakker doordat hij in zijn bed heeft gepoept. Vera en Phil maken de riemen los waarmee hij was vastgebonden en wassen hem in het bad; Maarten krijgt daarbij een erectie. Pas als hij het aanraakt beseft hij vol schaamte dat het zijn geslachtsdeel is dat boven water uitkomt. Maarten ontsnapt nog een keer uit het huis en komt na een wandeling door de duinen waarbij hij geen jas aanheeft terecht in het zomerhuisje waar hij eerder zijn aktetas had laten staan. De vuurtorenwachter ziet hem lopen en brengt hem terug naar huis in zijn jeep. Maarten houdt hem voor een Amerikaanse soldaat tijdens de bevrijding. Even later komt dokter Eardly, die Maarten voor een soldaat in burger houdt. Als de dokter hem een kalmerende injectie wil geven denkt hij dat hij wordt verdacht van collaboratie. Als Maarten wakker wordt, maakt hij een vuur in de open haard en verbrandt hij uit het album de foto's waarop hij is afgebeeld. Hij herkent zichzelf niet meer. Vera en Phil binden hem op een stoel vast. Ook hen herkent hij niet meer. Dan wordt hij in een ziekenwagen naar een inrichting gebracht. Dit ervaart hij als iets onvermijdelijks maar raars. Er dringen nog maar flarden van buiten tot Maarten door; zijn wereld is gekrompen tot zijn onsamenhangende, maar soms plotseling heldere gedachten, waarin de taal een belangrijke rol speelt. Het boek eindigt met een mededeling die hij nog wel opvangt, al beseft hij niet dat die van Vera komt: zij vertelt hem dat de lente op het punt staat te beginnen. Bron samenvatting: www.scholieren.nl Vertelinstantie Er is duidelijk maar één vertelinstantie in dit verhaal, namelijk de belevende ik verteller. Alles wordt vanuit het perspectief van Maarten Klein verteld. Dat is ook de reden dat het boek aan het eind van het verhaal vager en vager wordt. Er wordt namelijk precies geschreven wat Maarten zegt en denkt en zegt, en vanwege zijn dementie wordt dat dut steeds vager. Hij is ook de enige van wie je de gedachten weet in het boek. Van de anderen hoor je alleen wat ze zeggen en Maarten”s nabijheid, dus alleen waar hij het hoort. De vertelinstantie is belevend omdat alles gebeurt op het moment dat je het leest, en dat Maarten dus niet al weet hoe het afloopt. Dat zou ook raar zijn, aangezien Maarten dement is, en aan het eind van het verhaal dus helemaal niet in staat zou zijn om alles wat er gebeurd is te onthouden. Dit zijn drie citaten waaruit blijkt dat er in dit boek sprake is van een belevende ik verteller: 1) Vera staat in de keuken met een schort voor. Met een houten pollepel roert ze in een dampende pan soep op het fornuis. Ik kijk naar de vuurrode keukenklok. (bladzijde 41) 2) Als ik wakker word is het zo donker dat ik zelfs de kerktoren achter de Sweelinckstraat niet kan zien. (bladzijde 66) 3) Achter me in de deuropening staat een vrouw. (bladzijde 94)
Personages Personages één: Maarten Klein
Maarten Klein is de hoofdpersoon van dit verhaal. Hij is 72 jaar. Hij is gepensioneerd. Voor zijn pensioen werkte hij bij IMCO, Intergovernmental Maritime Consultative Organisation, als secretaris. Hij is getrouwd met Vera. Met haar woont hij al 15 jaar in de Verenigde Staten. Hij is geboren in Alkmaar. Dat bedrijf is een bedrijf die de visvangst bijhoudt en analyseert. Hij is een verlegen persoon die normaalgesproken vriendelijk en beleefd is. Hij is ook best ordelijk en precies. Hij is een round karakter. Hij houdt niet van sneeuw. Over zijn uiterlijk kom je niet zo veel te weten omdat alles vanuit hem verteld wordt. Hij denkt, of zegt zelf bijna niks over zijn uiterlijk en je hoort de mensen om hem heen er ook niet over. Het enige over zijn uiterlijk dat hij dacht was dat hij nu een gerimpelde huid heeft, dat komt natuurlijk door zijn leeftijd. Drie citaten over Maarten Klein: 1) Vierenzeventig jaar werd hij*. Nog drie jaar en ik zal hem wat leeftijd betreft hebben ingehaald. (bladzijde 9) (* met “hij†wordt hier de vader van Maarten bedoelt.) 2) Ze zegt boet in plaats van schuur omdat ze* uit Noord-Holland komt, uit alkmaar, net als ik. (bladzijde 11) (* met “ze†wordt Vera bedoeld) 3) Zeker toch geen mens die weet dat dat een afkorting is van Intergovernmental Maritime Consultative Orginisation. (bladzijde 17) Personage twee: Vera Klein
Vera Klein is de vrouw van Maarten. Haar leeftijd wordt in het boek niet duidelijk. Wel worden er meerdere uiterlijke kenmerken duidelijk. Ze heeft een smal gezicht. Ze heeft groene ogen met donkere spikkeltjes in de pupillen. Ze heeft kleine tanden en, ook door haar leeftijd, heeft ze nu rimpels. Ze is een beetje hardhorend. Ze hielp vroeger nog bij de plaatselijke bibliotheek, maar nu doet ze dat niet meer. Ze is een zachtaardig en zorgzaam persoon. Ze is heel bezorgd om Maarten en doet alles wat ze kan om Maarten te helpen. Drie citaten over Vera Klein: 1) Ze lacht. Ze heeft nog steeds kleine tanden. (bladzijde 11) 2) Vera is een beetje hardhorend. (bladzijde 13) 3) Vera zal al wel naar de bibliotheek zijn. (bladzijde 42) Maarten denkt dat omdat hij dement is en hij tijd door elkaar haalt. In feite gaat Vera dus eigenlijk nooit meer naar de bibliotheek. Onderlinge relatie: Maarten en Vera houden heel veel van elkaar. Ze zijn al ruim 40 jaar getrouwd en wonen zo’n 15 jaar in de Verenigde Staten: dan hoor ik Vera. “Ruim veertig jaar ben ik met hem getrouwd.” (Vera in gesprek met iemand anders) Vera voelt zich verantwoordelijk voor Maarten. Ze hebben twee kinderen: Fred en Kitty. Zij wonen allebei in Nederland. Tijd Ik zal eerst uitleggen waarom ik voor het onderwerp “tijd” heb gekozen. Tijd is in dit verhaal heel belangrijk omdat de tijd niet meer doordringt tot Maarten. Hij haalt alle herinneringen door elkaar, dus ook die van vroeger en nu. Zo denkt hij opeens dat hij nog in de tweede wereld oorlog zit, of dat hij nog werkt en dat soort dingen. Ook de tijd van dag verwart hij vaak. Ook is tijd eigenlijk alles in deze ziekte. Hoe meer tijd er verstrijkt, hoe meer dement hij wordt. De vertelde tijd is ongeveer 9 dagen, waarin hij dus langzaam dement wordt. Het wordt in chronologische volgorde verteld, al zit het wel een beetje raar in elkaar. In de gedachten van Maarten kan het dus een hele andere tijd zijn dan het eigenlijk is. Zo wordt hij een keer thuisgebracht nadat hij was weggelopen, door een man in een jeep. Hij denkt dat die jeep van de geallieerden was en denkt dus dat de oorlog voorbij is. (bladzijde 136) Dat is natuurlijk allang gebeurd, maar dat is een voorbeeld van hoe de herinneringen van Maarten verstrikt raken in de werkelijkheid zodra hij gaat dementeren. Het verhaal is ook in medias res. Als het boek begint heeft Maarten al een hele geschiedenis achter zich. Hij zal niet zo plotseling zijn begonnen met dementeren. Dat moet al voordat het boek begint zijn begonnen. Ook uit de volgende citaat blijkt verwarring in tijd: Vera was eerst beneden, zoals gewoonlijk. Ze heeft de gordijnen opengetrokken. Ik doe ze maar weer dicht. Het is nog veel te vroeg om ze open te hebben op zo’n koude winterochtend. (bladzijde 19) en dan op de volgende bladzijde staat er: Natuurlijk, het is avond. “Wat eten we?” Zo is tijd dus heel belangrijk in het benadrukken van het gigantische probleem waar Maarten mee blijkt te zitten. Motieven Motief 1: De winter

Winter is een belangrijk motief in dit verhaal. Maarten haat de winter. Hij wijt daar in het begin de verwarring in zin hoofd aan. Uit de volgende citaat blijkt al wat Maarten eigenlijk van de winter vindt: “Mijn geheugen is nooit zo best geweest.” Ik hoor aan mijn stem dat ik mezelf probeer te verdedigen tegen haar plagerige vermaning. “Het komt door de sneeuw,” zeg ik haastig,” die monotonie, als alles wit is om je heen vallen de verschillen weg. Ik verlang naar de lente, jij niet?” (bladzijde 11) Daaruit blijkt dat hij de rommel in zijn hoofd een beetje probeert te verdedigen met het feit dat er sneeuw op de grond ligt. Er blijkt ook uit dat hij het niet leuk vindt. Dat komt vaker terug in het boek. Hij geeft de sneeuw vaak de schuld. Alles lijkt voor hem door de sneeuw nog sneller rommelig te worden. Hij denkt dat als het lente wordt, hij weer een beetje makkelijker na kan denken. Dat blijkt wel uit deze zin op de laatste bladzijde (bladzijde 160): Als het al dag is en good morning en iemand zegt ”fluisterend.. de stem van een vrouw die luistert” je luistert met gesloten ogen” luistert alleen maar naar haar stem die fluistert” dat het raam is gemaakt” dat waar eerst die oude deur voor zat gespijkerd” dat daar nu weer glas zit” glas waar je doorheen kunt kijken” naar buiten” het bos in en de lente bijna begint” zegt ze” fluistert ze ”de lente die op het punt staat te beginnen. Hieruit blijkt dus dat de lente nog een heel klein sprenkeltje (valse) hoop geeft. Vals omdat de ziekte onomkeerbaar is. Maar toch wordt het als iets heel moois gezien dat de lente bijna begint. Motief 2 De oorlog: De tweede wereld oorlog is ook duidelijk een motief. Het is een tijd waaraan Maarten nog vaak aan herinnerd werd en toen hij al ernstig dement was ook een tijd de hij vaak verwarde met de werkelijke tijd. Dat hij nog vaak aan de oorlog terugdenkt blijkt wel uit het volgende, dit denkt hij tijdens het scheren: Baardharen. Ander woord voor baard. Snor, sik, knevel. Oom Karel had knevels. Tot de vijftiende mei 1940. Toen Nederland capituleerde schoor oom Karel zijn trots omhoog wijzende knevels af. Uit protest. Een eerste en laatste verzetsdaad. (bladzijde 38) Dit is dus eigenlijk iets heel simpels, waardoor hij wel direct weer terugdenkt aan de oorlog. Hij is er mee opgegroeid en heeft er veel herinneringen aan, die nu allemaal terug komen als hij dementeert. Dat merk je later ook als zijn dementie in een vergevorderd stadium is. Dat is bijvoorbeeld ook dat moment (zie onderdeel tijd) dat hij weg loopt van huis en een jeep die hem terugbrengt aanziet voor een legerjeep van het geallieerde leger die Nederland komt bevrijden. Motief 3 Netheid
Maarten is heel strikt in bepaalde dingen. Hij vindt het fijn bepaalde dingen te controleren. Het liefst heeft hij alles schoon en geordend. De reden dat dit een motief is, is dat door de ziekte van Maarten, en sowieso het ouder worden, het huis minder schoon wordt en dat vindt hij jammer. Bijvoorbeeld deze citaat op bladzijde 26: Ons huis heeft glimmend gebeitste planken vloeren met hier en daar een kleed erop. Je hoeft er alleen een zachte bezem over te halen en de boel is weer schoon. Toch vervuilt dit huis ieder jaar wat meer. In hoeken en reten zamelen afgebrande lucifers, verdorde harde besjes en broodkruimels zich op. Vera schijnt het niet te merken. Misschien zijn mijn ogen beter dan de hare. Hij blijkt zich dus duidelijk te irriteren aan de langzaam ophopende vervuiling in het huis. Ook op bladzijde 43 blijkt maar weer eens hoe Maarten over rommel denkt: Hoe vaak heb ik Vera niet gezegd van mijn bureau af te blijven. Mijn tas staat keurig eronder, maar waar zijn de papieren? (deze gedachte klopte niet maar Maarten dementeerde dus verwarde hij dit met de periode dat hij nog werkte) Thematiek “Onafscheidelijk van elkaar van alles meemaken, en dan toch ver weg van elkaar eindigen.†Dat is eigenlijk de motto van dit verhaal. Die staat er ook in. In het begin van het boek staat er: A touching dream to which we all are lulled
But wake from separately. Daarmee wordt eigenlijk bedoeld dat je in je leven allemaal dingen meemaakt en allemaal herinneringen bewaard, in het geval van Maarten vooral de oorlog, en dat allemaal op een gegeven moment kwijtraakt en verwijderd wordt van de rest als je gaat dementeren. De normale gebruiken, netheid en een hekel aan winter bij Maarten, gaat dan gepaard met het probleem dat je hebt. Het mixt door elkaar. Maarten probeert zijn dementie te wijten aan de winter en de sneeuw, en zijn netheid neemt tijdens de dementie rare vormen aan. Mening Ik vond dit een heel sterk boek. Het is heel moeilijk een verhaal over dementeren te schrijven, omdat niemand het na kan vertellen. Dan vin ik het toch knap dat de schrijver je een soort van idee kan geven hoe het is om te dementeren. J. Bernlef heeft goed in beeld gebracht dat het stap voor stap gaat, en dat het voor zo iemand heel frustrerend is. Tijdens het lezen voelde ik als het ware mee met Maarten, en zijn frustraties en, later, onwetendheid over zijn aandoening. Toen mijn moeder mijn lijst zag met mogelijke boeken had ze mij deze aangeraden, ook omdat we die al thuis hadden, maar vooral omdat ze zich kon herinneren dat ze het een heel goed boek vond toen ze het las. Ik geef haar groot gelijk. Ook alle personages zijn goed uitgewerkt, en de situaties waarin een beginnend dementerende terecht komt waren heel duidelijk en confronterend neergezet.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Hersenschimmen door J. Bernlef"