Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Keetje Tippel door Neel Doff

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover Keetje Tippel
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 3532 woorden
  • 7 februari 2005
  • 29 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
29 keer beoordeeld

Boekcover Keetje Tippel
Shadow
Keetje Tippel door Neel Doff
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Algemene gegevens: Titel: Keetje Tippel
Ondertitel: - Auteur:: Neel Doff
Uitgever: Meulenhoff Nederland bv
Eerste druk: november 1972 (herschreven) Oorspronkelijke titels: Keetje en Keetje Trottin
Gelezen druk: ? Motto: - Aantal pagina’s: 153 p. Titelverklaring: In Keetje Tippel wordt het leven van Keetje beschreven, hierin wordt ze onder andere gedwongen om in de prostitutie te gaan. Persoonlijke mening: Ik vond het een makkelijk boek om te lezen, je las er zo door. Dit is waarschijnlijk mede te danken aan het feit dat het boek herschreven is. Ik vond het een leuk boek, in het boek krijg je een beetje het beeld van het leven in Amsterdam rond de jaren 20. Ik denk ook dat het goed is om een echt beeld te krijgen van die tijd, je beseft dan, dat het ook anders’ had kunnen zijn, dan in de tijd waar we nu leven, en dat je heel blij mag zijn dat je nú leeft. Er zit een leuke verhaallijn in, Keetje is in het begin van het verhaal eigenlijk een arme sloeber, en ze weet toch op te klimmen naar een hogere klasse. Ik vond het ook wel een beetje zielig verhaal ik had wel met Keetje te doen, wat ik heel erg vond was dat haar moeder!, haar tot prostitutie aanzet, dat doe je toch niet als moeder zijnde! Ook vond ik het heel erg dat Eitel haar heeft verlaten om de rotreden dat hij met iemand van stand, en iemand met geld wil/ moet trouwen. Maar ja dat geeft denk ik ook wel weer beeld van die tijd, heel veel ging om standen en klasse, en natuurlijk geld! De tweede vriend van Keetje, André, vond ik een beetje vreemd, hij zag de vrouw als een gevaar?! Ik vond het ook erg dat de broer van Keetje, zijn kind door Keetje op liet voeden voor een tijdje IN RUIL VOOR GELD…dat is toch vreselijk, maar dat zal ook wel karakteristiek zijn voor de tijd, de armoede en de wanhoop.
Personages De hoofdpersonen in het verhaal zijn: -Keetje Tippel -Eitel -André Keetje Tippel
Keetje leeft op in een arm gezin, met veel kinderen, Keetje is de oudste wat betekend dat zij geld moet binnenhalen voor het gezin, eerst heeft ze een baantje bij de apotheker als loopkind en later gaat ze in een hoedenzaak werken. En dit terwijl haar vader zijn verdiende geld (gedeeltelijk) aan het wegdrinken is. Keetje is zeer knap. ‘…Naatje verbaasde zich altijd over de die mij nakeken of gewoon voor me bleven staan: zelf was ik er zo aan gewend dat ik niet eens meer opmerkte. Dat is te zeggen – op de dag dat zij het níet meer deden, heb ik dat heel goed gemerkt…’ (p.111) ‘…Daar zullen nog heel wat woordjes over vallen, die meid is de knapperd van de familie...’(p69) Ze heeft blond haar met een mooie slag. ’ En moet je Keetje’s haren zien, ze zijn drie keer zo lang als jullie destijds zijn weggegaan – zo’n mooie slag zit erin, en wat prachtig blond, ’t lijkt wel maïs…’(p.69) Toen Mina en Keetje ruzie hadden een keer zei Mine over haar haar: ´Aap, met je hoerige haren, weet je wel dat alle hoeren hun haren zo bleken als jij ze hebt? Precies dezelfde kleur…’ Haar moeder zet haar aan tot prostitutie, ze gaat zelfs met Keetje mee. Dan komt ze Eitel tegen hij haalt haar uit de prostitutie en zorgt ervoor dat ze eindelijk eens fatsoenlijk werd; iets wat ze altijd al zou willen wezen. Mede met behulp van Eitel en André, haar tweede vriend, werkt ze zich op tot een hogere stand. Keetje houdt van lezen, vooral van het boek over Woutertje Pieterse. Eitel
Eitel ontmoet ze bij toeval, hij neemt Keetje mee uit eten en naar het theater, ze worden verliefd en Keetje komt bij hem wonen en hij haalt haar uit prostitutie. Later dumpt hij haar weer, omdat zijn ouders willen, dat hij met iemand van z’n eigen stand trouwt, en hebben een anders vrouw voor hem in gedachten. André André is de tweede vriend van Keetje, met wie ze erg gelukkig is. Samen met hem voeden ze het kind van haar broer een tijdje op, hij wil hiervoor echter wel geld zien… Het vreemde aan André is, is dat hij geen liefde wil alleen maar vriendschap, voor hem is de vrouw een gevaar voor de man. Relaties
Eitel en André zijn respectievelijk de eerste en tweede vriend van Keetje. Ontwikkeling
Eitel en André maken niet echt een ontwikkeling door, maar die hebben ook maar een klein aandeel in het verhaal in vergelijking met Keetje. Keetje maakt dan ook wel een ontwikkeling door, in de eerste plaats wordt ze natuurlijk ouder, maar ontwikkeld zich ook qua stand. In het begin is ze een ‘arme sloeber’ en aan het eind is ze een fatsoenlijke jonge dame. Als ze op het eind van het boek een vrouw met honden tegen komt, en tegen haar schoothondje Bessie zegt: ‘die zullen wel sterven van de honger’ wordt ze ermee geconfronteerd dat zij die vrouw ook had kunnen zijn, gezien haar achtergrond. Meest sympathiek
Het meest respect heb ik voor Keetje zelf, voor wat zij allemaal heeft meegemaakt, en er toch goed doorheen is gekomen. Minst sympathiek
Het minst respect heb ik voor Keetjes moeder, ik vind het onvergefelijk dat zij degene was die haar dochter tot prostitutie aanzet. Ondanks de slechte tijden en armoede. Ruimte Het verhaal speelt zich grotendeels af in de achterbuurt van Amsterdam in de jaren 20, waar Keetje en haar familie leefden. De ruimtes die het meest belangrijk zijn en waar het grootste gedeelte van het verhaal zich afspeelt ‘huis’ waar de familie woont en alle werkplekken waar Keetje gewerkt heeft. ‘…We moesten verhuizen. Het ging niet langer met al die kinderen twee hoog vóór aan de Haarlemmerdijk: Klaasje was al bijna uit het raam gevallen en je kon geen voet verzetten met al dat grut op de vloer…’ De ruimtelijke beschrijvingen hebben een hele belangrijke rol in het verhaal. Hoe mensen in de jaren 20 leefden is heel anders dan hoe wij nu leven. Daarom is het heel belangrijk om met de ruimtelijke beschrijvingen toch een sfeer weer te geven die de jaren 20 uitstraalt, zodat wij het verhaal in de juiste context plaatsen. Ook de geuren zijn heel belangrijk in het verhaal, Keetje heeft heel veel met geuren. Bij haar huis stinkt het altijd, toen ze op het weiland was rook ze heerlijke geuren en ook toen ze in het café was waar haar vader zat. Tijd Gedurende bijna het hele boek wordt in de verleden tijd gesproken. ‘…De volgende morgen reden wij per koets naar Damme…’ Behalve op p.60-61 (Teerzeep en heet water) dit is het enige hoofdstuk in het boek waar er in de tegenwoordige tijd wordt gesproken. ‘…De kleintjes zijn van school gestuurd omdat ze andere kinderen hebben aangestoken, dus zitten we allemaal thuis…’ Ik vraag me af wat de reden hiervoor is. Historische tijd: Het verhaal speelt zich af in de jaren twintig, dit is erg belangrijk voor het verhaal. Het leven in de jaren twintig was namelijk héél erg anders van het leven nu. Tijdsopbouw: Het verhaal is chronologisch opgebouwd. Gedurende het verhaal volg je het leven van Keetje van kinds af aan. Vooruitwijzingen: In het boek wordt niet echt opvallend gebruik gemaakt van vooruitwijzingen, er zitten er wel kleine in, maar die hebben geen belangrijke rol voor het verhaal. ‘wij keken elkaar aan, maar nee we wisten nu dat we van een ander slag waren. Nadien is er altijd iets tussen ons blijven hangen, en ze durfde mijn mantel ook niet meer aan te doen.(p.72) ‘Naatje verbaasde zich altijd over de die mij nakeken of gewoon voor me bleven staan: zelf was ik er zo aan gewend dat ik niet eens meer opmerkte. Dat is te zeggen – op de dag dat zij het níet meer deden, heb ik dat heel goed gemerkt. (p.111) Flashbacks: Af en toe is er sprake van flashbacks in de vorm van herinneringen, over hoe het allemaal was vroeger. Maar niet echte opvallende flashbacks die een belangrijke functie voor het verhaal hebben. Tijdsversnellingen en -vertragingen: Zowel tijdsversnellingen en vertragingen komen niet echt duidelijk in het verhaal voor en hebben dus ook geen belangrijke functie voor het verhaal.
Einde: Het boek heeft een gesloten einde, in het begin is ze arm, heeft weinig en leeft in de achterbuurt van Amsterdam, niemand geeft om haar. Aan het eind heeft ze zich opgewerkt tot een mooi nette jongedame in een mooi huis, ze komt een arme vrouw tegen die vast omkomt van de honger, dit had zij ook kunnen zijn… Maar dit is niet het geval ze heeft een mooi leven. Opbouw Het verhaal is opgebouwd uit allemaal kleine hoofdstukjes die telkens een gebeurtenis in / deel van het leven van Keetje vertellen. Perspectief Het verhaal wordt ik-personaal verteld. Je volgt het verhaal door de ogen van Keetje, je kijkt mee met het leven dat zij leidt. ‘Ik speelde alleen op straat toen Tom, de hond van de buren op mij toekwam…’(p.7) ‘Ik ging maar zodra ik de deur had gesloten schold ik hem luidkeels uit voor schoft en afzetter…’(p.49) Betrouwbaarheid
Volgens mij is het perspectief betrouwbaar, je kijkt mee met het leven van Keetje, dat zij zelf vertelt. Zij weet het beste hoe haar leven is gelopen, dus ik denk dat het een betrouwbaar perspectief is. Beïnvloeding
Ik denk dat je wel een beetje wordt beïnvloed door het perspectief, omdat je alleen maar haar kant van het verhaal hoort maar het gaat dan ook om haar leven. Stijl Het boek is erg makkelijk geschreven, je leest er snel doorheen. Dit waarschijnlijk mede te danken aan het feit dat het boek herschreven is in ’72. Er wordt af en toe gebruik gemaakt van dialogen, soms lange en soms maar hele korte. ‘Het leven van Rembrandt van Rijn. Is dat niet mooi, Willem?’ ‘Ja, dat zul je vast mooi vinden. Rembrandt is onze grootste schilder.’ ‘Wat schilderde hij dan?’ ‘O, portretten, schilderijen met joden uit de bijbel en anatomische lessen…’ Verder wordt er weinig tot geen gebruik gemaakt van ellendelange zinnen of moeilijke woorden. Thematiek Thema

Ik denk dat het thema van het boek is: het leven in de jaren 20. Het gaat hier om het leven van Keetje Tippel. Uitwerking
Het verhaal gaat over het leven van Keetje, die in het begin armoede voor haar betekent, maar later niet meer. Met name met behulp van de ruimtelijke beschrijvingen en daarmee ook de beschrijvingen over geuren, proef je de sfeer van die tijd. Ik vind deze uitwerking goed gelukt, ik heb echt het gevoel dat ik een beetje weet hoe de mensen in die tijd leefden. Motieven
Motieven voor dit thema zijn: - Rangen en standen in die tijd; dit is belangrijk voor het verhaal omdat Eitel de eerste vriend van Keetje het uitmaakt, en gaat trouwen met een ‘dame van klasse’. - De armoede; is een belangrijk aspect van het verhaal, als ze niet in armoede had geleefd, hadden heel veel dingen niet gebeurd, bijvoorbeeld dat zij degene was die geld in het laatje bracht etc. Als er gaan armoede geweest was, was het verhaal heel anders gelopen en was het échte gevoel van de jaren 20 niet boven water gekomen, en meer verdoezeld. - Geuren; geuren zijn belangrijk voor het verhaal, het komt telkens in het verhaal terug. De vieze geuren bij haar thuis en de lekkere geuren op het weiland, in het café etc. Deze ‘beelden’ een duidelijk gevoel uit. Over het leven en wat daar buiten allemaal was. - Prostitutie; in de prostitutie is een belangrijk aspect van het verhaal, zelfs als ze zelf nog geen hoer is, wordt er telkens op toegespeeld, bijvoorbeeld als ze bij de hoeren hoeden gaat verkopen> wat zijn die hoeren rijk! En als Mina tegen haar zegt alle hoeren het haar van Keetje zouden willen hebben. De prostitutie wordt gezien als uitvlucht in die tijd. Beoordeling  Op zich zou ik nog wel eens een boek willen lezen van deze schrijver, ik vond het een zeer makkelijk geschreven verhaal, wat denk ik mede te danken is aan het feit dat het boek herschreven is in 1972. Je leest heel makkelijk door het boek heen, en ook is het wel een leuk verhaal om te lezen, je krijgt een beetje zicht in het Amsterdamse leven in de jaren 20.  De passage die mij het meest opvalt, is de passage waar haar moeder haar aanzet tot prostituee en zelfs met Keetje meegaat! Dat kan ik me echt niet voorstellen, ik snap niet hoe je je kind dat aan kan doen. Dus van deze passage was ik het meest geshockeerd.  Het verhaalelement dat voor mij een negatief effect heeft op het verhaal is… Ik heb geen idee, ik kan niets uit het verhaal bedenken wat een negatief effect had.  Ik zou een ander zeker aanraden dit boek te lezen, het is een leuk verhaal, leuke personages, en het is goed om een beeld te krijgen van toen. Bronnen  Internetsite: www.scholieren.com  Boek: Keetje Tippel, door Neel doff Samenvatting per hoofdstuk:  Weet ik veel (p.7); Keetje zit op straat te spelen met Tom, de hond van de buren. Hij is de enige die haar nog knuffelt, voor de rest doet niemand dat.  Weggelopen (p.9); Met de hele familie gingen ze naar de stad toe, moeder wou dat Keetje voor haar bleef lopen, en deed heel lelijk tegen Keetje, waardoor Keetje wegloopt. Ze verdwaalt in de stad en weet niet meer hoe ze thuis moet komen, iemand wijst haar de weg, eenmaal thuis is er niemand. Ze zit alleen op de grond, tot iedereen thuiskomt en haar moeder haar in de armen neemt!  De overstroming (p.11); de kinderen liggen te slapen, tot Keetje nattigheid voelt, de hele grond is ondergelopen met water.  De nieuwe schoenen (p.15); Hein en Keetje hadden nieuwe schoenen gekregen van hun vader, ze waren ecter 2 maten te groot en deden erg pijn aan hun voeten, ze mochten echter niet zeuren van vader anders zou hij ze terugbrengen, en dat wouden ze niet.  Stadshitte (p.17); Keetje moet eten naar haar vader brengen, het is een bloedhete dag, en ze komt een half uur te laat. Ze wou dat ze op de hei woonde, schoon was en het niet stonk.  Trommelen op de Beurs (p.19); Keetje was tien. Ze ging samen met Naatje naar de Beurs waar alle kinderen hun speelgoed lieten zien en met elkaar speelgoed konden spelen. Zij hadden echter niks bij zich en mochten ook niet met ander speelgoed spelen. Een week later had geld ‘gespaard’ wat ze van haar moeder had gepakt, en daar een pop en molentje van gekocht. Die week gingen ze weer naar de beurs, deze keer wel met speelgoed, ze werden nu niet met de rug aangekeken en mochten wel met ander speelgoed spelen.  Uit logeren (p.23); Keetje (12) had alsmaar koorts en zou niet beter worden als ze nog langer in de slechte lucht leefde, ze ging daarom logeren bij haar tante. Ze had het er erg naar haar zin, haar tante was niet zo streng en hard voor haar, en ze heeft genoeg eten.  Haar neef neemt haar mee naar bloemenvelden, de geur zal haar altijd bij blijven nu is ze echt gelukkig en heeft geen last meer van de koorts.  Loopkind (p.29); Keetje gaat werken bij de apotheker, waar ze flesjes rondbrengt. In het huis van de apotheker vond ze allemaal boeken, van Willem (11) mocht ze erin lezen en zou hij uitleggen wat er stond en zou haar waarschuwen als z’n moeder kwam, als zij met hem zou zoenen.  Zingen kun je niet leren (p.33; Keetje loopt de hele dag te zingen bij de apotheker, maar dat vind niemand in het huis echt leuk.  Hele bijzondere prentjes (p.37); Het boek over het leven van Rembrandt van Rijn, wil Keetje lezen, Willem verteld over hem, later die middag gaat ze langs bij zijn oude huis. Toen ze weer bij de apotheker thuis kwam, wouden ze haar de schuld geven dat ze over het buffet had overgegeven, en het haar laten opruimen. Keetje werkte hier niet aan mee, ging naar huis, en kwam niet meer terug.  De hinkepink (p.40); Keetje moet haar vader halen in ’t café ‘de Hinkepink’, waar hij zijn geld aan het wegdrinken is, ze houdt wel van de sfeer en de geuren daar.  Moeders juwelen (p.43); Moeders juwelen zijn ergens opgeborgen, maar ze moet weer betalen zodat ze niet worden verkocht. Dankzij geld van Mina kan moeder ze laten bezorgen, Keetje vind ze oerlelijk, maar vader en moeder zijn in de zevende hemel.  Bij de hoedenmaakster (p.47); In de tussentijd was Keetje weer naar school geweest, maar daar vond ze niets aan. Ze gaat werken bij de hoedenmaakster als loopmeisje.  Het meisjespensionaat (p.50);Keetje ging samen met de eerste verkoper naar een meisjespensionaat, oftewel hoerenhuis, om hoeden te verkopen. De hoeren waren netjes, sjiek en deftig en ze roken heerlijk, ze hadden vijf hoeden gekocht voor 12 gulden!  Een groot meisje (p.53); D’r baas intimideert Keetje seksueel. Ze zit te grienen en heeft pijn in d’r buik, maar ze menstrueert nog niet, ze is nog geen ‘groot meisje’.  Kale neten (p.55);Keetje was boos op mevrouw omdat ze had gezegd dat ze mensen gierig vond omdat ze drie hoeden voor drie gulden hadden gekocht en hadden afgedongen. Niet iedereen is zo rijk als de hoeren!  ‘Het gaat maar om één ding’(p.58); Keetje komt een meisje van school tegen die zegt dat het maar om één ding gaat> dat je een spleet heb…  Teerzeep en heet water (p.60); Iedereen in de familie heeft schurft. Ze hebben het waarschijnlijk via Kaatje van de hoeren gekregen. Woutertje Pieterse is helemaal haar held geworden.  De visvrouw (p.62);Keetje heeft zelf een hoed in mekaar gezet, hij was prachtig, maar zodra de visvrouw, voor wie de hoed was, erachter kwam dat Keetje hem had gemaakt wou ze hem niet meer hebben.  Ruzie met Mina (p.69); Mina en keetje krijgen ruzie, Mina zegt dat alle hoeren hun haar net als het haar van Keetje kleuren.  Het roosje (p.73); Thuis lieten ze Keetje links liggen. Op nieuwjaarsdag moet ze werken, alleen de baas is thuis. Keetje heeft buikpijn en gaat op Corrie’s bed liggen, ze wordt voor ’t eerste ongesteld. Ze wordt door de baas misbruikt in de bedstee. Het boek Woutertje Pieterse heeft ze uitgelezen.  Tippelen (p.77); Keetje is inmiddels zestien. Moeder werkt niet en legde kaart. Keetje moest tippelen omdat er eten op tafel moest komen. Ze walgde ervan. Haar moeder begeleidde haar, Keetje walgde ook van haar, zoiets doe je je kind toch niet aan.  Windekelken (p.81); Vlaamse man wil Keetje voor een nacht, voor tien frank. Hij geeft haar eten en is fabrikant in bloemen, ze krijgt een streng windekelken, waarmee ze haar hoed siert.  Hein heeft een meisje (p.85); Hein is ook zestien en heeft een vriendinnetje, het gaat echter slecht met haar, ze heeft frisse lucht nodig. In de winter overlijdt ze, Hein is er kapot van.  Schildersmodel (p.89); Ze poseert voor schilders, bij één van de opdrachtgevers komt ze twee jongens tegen, één vraagt haar mee iets te drinken, de volgende dag zou ze weer met ‘m afspreken.  Eitel (p.93);Eitel ziet ze drie keer per week, hij neemt haar mee uit eten. Ze gaat bij hem wonen, omdat ze had verteld dat ze thuis alles moest doen.  De betoging (p.100); Eitel weerhoudt Keetje ervan dat ze vertrapt worden onder paardenhoeven, bij een opstand. Ze is bang voor mensenmassa’s  Inlichtingen jagen (p.105); Ze gaf al haar geld dat ze verdiende aan heer familie. Ze ging Eitel helpen met handelsinlichtingen.  Dat was afgesproken (p.111); Eitel gaat met juffrouw A trouwen, zij is rijk en komt van een goede familie. Hij komt nog wel in het geheim bij Keetje.  De vrouw is gevaarlijk (p.116); Met een student, André, ging ze naar Brugge> hij wil echter geen liefde alleen vriendschap, voor hem is de vrouw gevaarlijk voor de man.  De zaak van de mensheid (p.125); Keetje is ziek. Ze gaat met André praten over hun relatie, hij wil zich niet aan haar binden, omdat hij vrij wil zijn voor de mensheid, en eigen geluk egoïstisch vindt.  Naar Amsterdam (p.129); ze gaan naar Amsterdam, Keetje laat hem alles zien, ze walgt er zelf van, de armoede, hoe heeft ze ooit zo kunnen leven, ze had niet terug willen komen.  Wimpie (p.134); ze ‘neemt’ het kind van haar broer, Willem, en haalt hem uit de armoede. Willem komt helemaal tot leven bij Keetje.  Chicanes (p.143);De moeder van Willem wil geld zien. Telkens komen brieven die om geld vragen. Keetje geeft haar uiteindelijk 100 frank, zodat zij en Willem een paar maanden naar het strand kunnen.  Het verlies (p.146); Willem kan niet blijven, zijn ouders willen hem terug hebben.  ‘Die sterven van de honger (p.151);Keetje komt een vrouw op straat tegen als ze met de hond loopt, ze zei tegen de hond ‘die zullen wel sterven van de honger’, de vrouw werd hier zo boos over, en schelde Keetje helemaal uit. Keetje was geschrokken, zo had zij ook kunnen zijn.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Keetje Tippel door Neel Doff"