Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Oorlog zonder vrienden door Evert Hartman

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover Oorlog zonder vrienden
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vwo | 3575 woorden
  • 2 augustus 2004
  • 123 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
123 keer beoordeeld

Boekcover Oorlog zonder vrienden
Shadow

Dit is een ongewoon boek over de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon, de 14-jarige Arnold, is geen verzetsheld. Hij is zelfs niet tegen de Duitsers! Arnolds vader is ervan overtuigd dat hij volk en vaderland het beste dient door het nieuwe bewind te steunen. Hij is dus lid van de NSB en Arnold van de Jeugdstorm. Arnolds klasgenoten vinden dat niet zo vanzelfsprekend.…

Dit is een ongewoon boek over de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon, de 14-jarige Arnold, is geen verzetsheld. Hij is zelfs niet tegen de Duitsers! Arnolds vader is ervan overtui…

Dit is een ongewoon boek over de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon, de 14-jarige Arnold, is geen verzetsheld. Hij is zelfs niet tegen de Duitsers! Arnolds vader is ervan overtuigd dat hij volk en vaderland het beste dient door het nieuwe bewind te steunen. Hij is dus lid van de NSB en Arnold van de Jeugdstorm. Arnolds klasgenoten vinden dat niet zo vanzelfsprekend. Hij wordt voortdurend gepest en getreiterd, soms afgetuigd. Maar Arnold ziet niet in waarom hij fout zou zijn, want hij gelooft heilig in wat de partij propageert. Hij helpt Duitsers en geeft klasgenoten aan, ook al zit dat laatste hem niet lekker. Zo speelt hij de rol die zijn vader hem voorschrijft. Dan ontdekt Arnold dat het meisje op wie hij verliefd is ondergronds werk doet. En hij besluit tegen alle orders in te zwijgen. Nu komt hij helemaal alleen te staan: thuis kan hij geen open kaart spelen en zijn klasgenoten vertrouwen hem toch niet. Arnold beleeft een moeilijke en angstige tijd - zonder vrienden.

Oorlog zonder vrienden door Evert Hartman
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Uitgever: Lemniscaat
Jaar van uitgave: 1999
Eerste druk: 1979
Aantal pagina’s: 252
Genre: oorlogsverhaal/oorlogsroman Titelverklaring: Arnold Westervoort, de hoofdpersoon van het boek, zit midden in de Tweede Wereld Oorlog (WO2) hij wordt in zijn klas veel gepest omdat zijn vader een NSB’er is, iemand die lid is van de politieke partij de NSB, hij heeft daardoor geen vrienden en zijn klasgenoten beschouwen hem als een verrader, ook in zijn eigen familie heeft bijna nooit iemand tijd voor hem. Met zijn vader kan hij niet goed praten omdat deze alleen maar aan zijn eigen belangen en die van de NSB denkt. Zijn moeder wil zijn vader niet in de steek laten maar steunt hem niet echt in zijn ideeën en ook met zijn zus heeft hij niet echt goede contacten. Vandaar is de titel dus heel logisch gekozen, Arnold zit tenslotte in een oorlog zonder vrienden. Het verhaal speelt zich af tussen 30 april 1942 en 5 september 1944. Gebeurtenissen Samenvatting: Het boek begint op 30 april 1942 de WO2 is op dat moment in volle gang. Arnold Westervoort is 14 jaar oud. Arnold zijn vader is lid van de NSB en Arnold wordt hier vaak mee gepest. Arnold staat op het schoolplein. Arnold beweert dat "dat mens in Engeland" niks kan doen tegen de Duitsers, hiermee bedoelt hij de Koningin Wilhelmina die naar Engeland was gevlucht vanwege de WO2. Dit had hij beter niet kunnen zeggen. Arnold kon de knokkels van Martin Jonkers, Johan Laning en Hans van Beek al niet meer ontwijken. Ze slaan hem helemaal in elkaar. De jongens slaan hem in elkaar omdat ze felle NSB-haters zijn.. Arnold's vader, Koos Westervoort, komt een uurtje eerder thuis van zijn werk vanwege hoofdpijn. Hij hoort van de vechtpartij en gaat meteen weer weg. Hij is fanatiek NSB-lid. Als hij ook maar een beetje merkt dat Arnold twijfelt aan de NSB, is hij gelijk boos. Hij heeft een spits gezicht, donkerblond haar en donkere, koude ogen en werkt op het stadhuis. De volgende morgen is het helder en fris weer. Arnold doet als of hij richting zijn school loopt maar als zijn moeder hem niet meer kan zien, slaat hij een zijstraat in. Na twintig minuten komt hij uit bij de dijk van een rivier. Arnold loopt naar de steiger, waar twee boten aangemeerd liggen. Op de boten zijn vier Duitsers bezig kisten uit het laadruim te halen. Een van de mannen vraagt of hij kan helpen. Arnold besluit met het voorstel in te stemmen. Na een tijdje komen er vliegtuigen overgevlogen. Een van de Duitsers duwt hem op de grond en beveelt hem dekking te zoeken. De Engelse vliegtuigen beginnen te schieten. Een oorverdovend geluid komt van de vliegtuigen af. Meteen beseft Arnold dat hij midden in een luchtaanval zit. Een van de Duitsers ziet kans op het schip te springen. Hij haalt een doek van een machinegeweer af en begint op de vliegtuigen te schieten. Hij slaagt erin om een vliegtuig neer te schieten, maar dat kost hem echter wel zijn eigen leven. Arnold volgt het allemaal voorzichtig van achter de kist en let goed op waar het Engelse vliegtuig, die de Duitse slodaat met het Machinegeweer had neergeschoten, neer komt. Hij wijst de Duitsers vervolgens die plek aan. De Duitse soldaten nemen de Engelsman, die op wonderbaarlijke manier het ongeval had overleefd door zijn parachute te gebruiken, gevangen. Arnold gaat vervolgens, terwijl hij dus de hele dag had gespijbeld naar huis. Aan de tafel zit zijn zusje, Rita. Ze vraagt Arnold waarom hij zo vroeg thuis is, waarop hij boos antwoord geeft. Rita is zeventien jaar. Ze bemoeit zich nergens mee en doet waar ze zelf zin in heeft. Ze heeft bijna altijd ruzie met Arnold. Als zijn vader thuis komt, is Arnold bang voor een van zijn driftbuien. Zijn vader reageert echter positief, hij zegt dat Arnold iets goeds heeft gedaan, maar dat het wel gevaarlijk van hem was. De volgende morgen is het vies, nat weer. Hij hoort kinderen praten over Martin Jonkers. De boekwinkel van de familie Jonkers is in puin geslagen door Duitsers. De volgende dag heeft hij vrij. Hij loopt over straat. Hij besluit een kijkje te nemen in de winkel van de familie Jonkers. Als hij daar aankomt ziet hij Martin weglopen. Hij besluit hem onopvallend te achtervolgen. Hij volgt hem tot aan een woonboot. Martin is echter nergens meer te bekennen. Na een tijdje ziet hij de gordijnen van de boot bewegen. Hij blijft wachten, maar houdt zich wel gedekt. Na twintig minuten wil hij weg gaan, maar hij hoort een geluid. Hij besluit nog even te blijven en kijkt naar binnen en ziet iemand op de loopplank met een boodschappentas bij zich. Daarna komt ook Martin naar buiten met een gevulde boodschappentas. Op het moment dat beide jongens uit het zicht zijn schroeft Arnold het slot van de deur af en neemt een kijkje in de boot. Hij ziet allerlei dingen: fietsbanden, sterke dranken, koffie, benzine en nog veel meer dingen die niet of nauwelijks meer verkrijgbaar zijn. Hij schrijft op een briefje dat ze tien gulden in het park onder een steen moeten leggen, anders zal hij hun verraden. Hij legt dit briefje in de boot. De volgende dag ligt er tien gulden onder de steen. Zijn vader vertelt hem van een bijeenkomst in het stadion: de verjaardag van Anton Mussert, de leider van de NSB. De volgende dag op school. Tijdens een repetitie komen er twee Duitse militairen de klas in, ze houden een tassencontrole. Bij Arnold in de tas wordt een tekening gevonden van Anton Mussert met een spottende tekst eronder. De tekening is natuurlijk in zijn tas gestopt, maar de Duitsers geloven hem niet. Een paar dagen later gaat Arnold weer naar de boot. Hij wil een briefje, waarin hij om twintig gulden vraagt, onder de deur doorschuiven, maar dat lukt hem niet. Na een tijdje hoort hij voetstappen. Hij kijkt om en ziet Martin en zijn vriend voor hem staan. Hij kan er niet meer langs. Ze duwen hem naar binnen en binden hem vast. Ze vragen of iemand anders er van weet. Hij verzint een naam en een straat. Ze gaan weg. Arnold slaagt erin om los te komen, maar is net te laat. Martin en Karel, zijn vriend, zijn terug. Arnold pakt twee flessen drank en slaat die kapot op de hoofden van Martin en Karel. Vervolgens vlucht hij naar huis. Als hij thuis aankomt vertelt hij het hele verhaal aan zijn vader. Zijn vader neemt hem mee naar de politie. Op het politiebureau doen ze aangifte. Ondertussen gaat de telefoon. De boot is in brand gestoken. Het is 20 juni 1942. De verjaardag van Anton Mussert. Met de Jeugdstorm gaat Arnold naar het stadion. De tienduizenden mensen die aanwezig zijn in het stadion maken er een groot feest van. Wanneer hij thuiskomt geeft zijn moeder hem een envelop. Hij maakt hem open en leest: “Jij hebt ons verraden, vuile NSB-er. Dat vergeten wij nooit. En we zullen je dat smerige verraderswerk betaald zetten”. Zijn hele dag is hierdoor verpest. Meneer Westervoort komt thuis. Zijn stemming is zeer goed, maar verandert wanneer Arnold hem de brief laat lezen. Sinds dat hij die brief aan zijn vader gaf hoort Arnold niets meer van ze. Zijn vader zegt hem dat hij vaker naar de Jeugdstorm moet gaan. Rita kiest dan voor het eerst Arnold’s kant. Meneer Westervoort gaat sinds lange tijd weer eens naar de kerk. Na een uur is hij weer terug. Hij is uit de kerk gezet, vanwege zijn NSB-speldje. Het is 1 september 1942. De school begint weer na de zomervakantie. Er zit een nieuwe jongen bij Arnold in de klas, Piet Bergman. Piet sluit zich helemaal aan bij de NSB. Hij is nergens bang voor. Hij is sterk en groot. Na schooltijd hangt komen Piet en Arnold Hans tegen. Hans leest iets voor: Holderdebolder, Hitler hangt op zolder, met een touw om de nek, en een prop in de bek! Daar hangt die halve gek! Piet Bergman rukt het papier uit de handen van Hans en verscheurt het. Arnold is blij, want er is eindelijk iemand die ook bij NSB is en hem kan helpen. Meneer Westervoort hoort de naam Bergman van Arnold. Hij vertelt dat de vader van Piet een baan heeft op het stadhuis waar meneer Westervoort ook voor had gesolliciteerd. Arnold maakt op school kennis met Piet en ze worden vrienden. Arnold loopt met Piet mee. Onderweg komen twee jongens van school naar ze toe. Ze doen irritant tegen Arnold en Piet. Piet slaat de jongens in elkaar. De volgende dag op school worden de jongens naar de directeur geroepen. Twee Duitsers geven hun een pak slaag. Piet vertelt Arnold dat hij wanneer hij 16 is, met de SS aan het oostfront in Rusland gaat vechten. Het is 17 december 1942. Arnold is blij, want hij heeft een acht gehaald voor zijn wiskunde proefwerk. Wanneer hij thuiskomt ziet hij zijn moeder met drie dekens bij de kachel zitten. Ze is ziek. Arnold gaat de dokter halen. Ze heeft longontsteking. Het wordt steeds erger. Na een paar dagen komt Rita van de trap afgerend met de melding dat moeder geen koorts meer heeft. Na die dag is moeder al gauw weer beter geworden. Arnold wil gaan schaatsen. Zijn moeder zegt echter tegen hem dat het ijs nog niet dik genoeg is. Arnold is eigenwijs en gaat toch. Hij zakt door het ijs. Twee jongens van zijn school rijden langs. Een van de twee wil "die vuile NSB-er" dood laten gaan, de ander helpt Arnold en trekt hem uit het ijskoude water. Op school wordt Arnold verliefd op Marloes. Marloes is een mooi meisje, maar er is een probleem: haar vader zit in het verzet en Marloes helpt hem soms. Arnold weet hier niets van. Na een paar dagen horen ze dat een belangrijk NSB-er is neergeschoten. Er volgen nog drie anderen die maand. Er worden 12 jongens opgepakt van school. Meneer Westervoort heeft ze verraden. Arnold vindt een briefje in zijn zak: jouw vaders smeerlapperij zal hem duur komen te staan. Alleen jammer dat iemand die twaalf jongens verraad, maar één keer vermoord kan worden. Een paar weken later vindt Arnold een verboden verzetsblaadje, "Vrij Nederland", naast de tafel van Marloes. Hij verraadt haar echter niet. Na een paar weken komt meneer Westervoort blij thuis. Hij heeft een nieuwe baan: directeur van het distributiekantoor. In de zomervakantie gaat Arnold met zijn vader mee naar het distributiekantoor om daar te helpen. Na een paar dagen vraagt de bewakingsagent aan Arnold of hij zijn vader wil roepen. Een man loopt zijn vaders kantoortje binnen en na een tijdje roept zijn vader Arnold met een bleek gezicht. Na zijn binnenkomst weet hij het meteen: een overval. Arnold wordt gegijzeld met een revolver en meneer Westervoort moet bonnen uit de kluis halen. De man gaat weg met 500 bonnen. Arnold gaat wandelen. Hij ziet Marloes fietsen en achtervolgt haar. Ze stopt, omdat haar wiel los zit. Arnold gaat naar haar toe om haar te helpen met haar wiel. Als ze besluit verder te lopen, wil Arnold haar helpen met haar tas. Haar tas valt op de grond en er vallen honderden bonkaarten uit. Arnold besluit het opnieuw aan niemand te vertellen. Na een paar weken vertelt meneer Westervoort dat de SD (een groep die banden had met de Duitse geheime dienst) de daders van de overval heeft gevonden. Het spookt door Arnold's hoofd: Marloes wordt opgepakt! Ik moet haar waarschuwen! Arnold gaat naar de straat waar Marloes woont. Als hij daar aankomt ziet hij Marloes net wegrijden. Hij blijft in de straat wachten tot ze weer terugkomt. Na een tijdje komt er een jongetje naar Arnold toe. Hij vraagt waarom Arnold daar staat. Arnold reageert geërgerd en gaat weg uit de straat. Wanneer hij thuis is belt Piet Bergman aan. Piet vertelt Arnold dat hij over een paar weken naar de SS gaat. Hij laat Arnold een stukje lezen dat een vriend van Piet die bij de SS is heeft geschreven. Piet probeert Arnold over te halen ook naar het oostfront te gaan, wat hem niet lukt. Na het bezoek van Piet wil Arnold nog een keer langs gaan bij Marloes. Wanneer hij in de straat van Marloes aankomt ziet hij dat de straat is afgezet. Er staan twee overvalwagens voor de deur bij Marloes. Een man, waarschijnlijk haar vader, wordt onder zware bewaking de wagen ingeduwd. De volgende veertien dagen komt Marloes niet op school. Als ze uiteindelijk weer op school komt, probeert Arnold met haar te praten. Marloes scheldt hem uit voor leugenaar en slaat hem midden in zijn gezicht. Als zijn moeder thuiskomt van boodschappendoen schrikt ze als ze Arnold op zijn bed ziet liggen. Die avond komt meneer Westervoort thuis met een pistool hij vindt het nodig om er een in huis te hebben als bescherming. Het is 22 maart 1944. Het sneeuwt buiten. Mevrouw Westervoort vraagt Arnold of hij even kolen wil halen. Wanneer hij bij de kolenwinkel aankomt, hangt er een briefje op de winkeldeur: ik ben even weg. Kom over een half uur terug. Wanneer Arnold het steegje van de winkel uit wil gaan, wordt de uitgang hem versperd: Martin Jonkers en Karel Rot, dezelfde jongens van de boot staan voor hem. Arnold wordt bijna vermoord met een ijzeren stok en een vlijmscherp mes. Hij wordt gevonden en naar het ziekenhuis gebracht. Bij hem op de kamer ligt een jongen, Jeroen. Hij is van het verzet en is gepakt door de Duitsers. Voor de ingang van de zaal zit een Duitse soldaat om Jeroen te bewaken. Arnold voert lange gesprekken met Jeroen. Na een paar dagen komen Arnold's ouders op bezoek. Meneer Westervoort heeft een krantje bij zich. Zijn vader laat hem de overlijdensberichten zien. Ertussen staat Piet Bergman. Hij is gestorven in de strijd. Als Arnold wordt ontslagen uit het ziekenhuis bedenkt hij een plan om Jeroen te laten ontsnappen. Arnold steelt het pistool van zijn vader. Hij smokkelt het pistool vervolgens het ziekenhuis binnen en geeft het aan Jeroen. Jeroen ontsnapt hierdoor uit het ziekenhuis. Een paar dagen later komt meneer Westervoort met het bericht dat ze met de trein naar Duitsland zullen vertrekken. Op het station zegt Arnold tegen zijn moeder dat hij naar de wc moet. Zijn moeder probeert hem nog tegen te houden, maar Arnold is al weg. Voorgoed. Hij springt over een hek en verschuilt zich achter bosjes. Het duurt eeuwig tot hij de trein hoort wegrijden.
Thema en Motieven Er zit een duidelijk thema in het boek het is alleen zeer moeilijk om dit thema in een paar woorden uit te leggen. Ik zou het persoonlijk uitleggen als onmacht. Onmacht om te bewijzen dat je iets niet (helemaal) bent, andere thema’s zijn oorlog, pesten, verraad. Het aangeven van Motieven in dit boek is echter nog moeilijker het zijn eigenlijk weer dezelfde punten als bij het thema. Deze punten komen steeds terug in het verhaal net zoals NSB, Duisters. Arnold wordt tenslotte veel gepest omdat zijn vader lid is van de NSB een partij die Hitler steunt. Zijn vader verraad hierdoor veel mensen en het verhaal speelt zich af in een oorlog. Personages Hoofdpersoon: Arnold Westervoort: hij is de hoofdpersoon van dit boek. Arnold is aan het begin van het boek 14 jaar. Arnold's vader is een erg fanatieke NSB´er die denkt zo zijn vaderland te helpen. Doordat Arnold’s vader een NSB´er is denkt Arnold dat de NSB goed is maar in de loop van het verhaal krijgt hij twijfels. Arnold is lid van de Jeugdstorm, dit is zeg maar de juniorafdeling van de NSB. Hij hoort op school allerlei dingen over Joden die in strafkampen worden gemarteld en vermoord. Aan het eind helpt hij zelfs een verzetstrijder (Jeroen) uit het ziekenhuis te ontsnappen. Arnold heeft een eenzaam karakter, in de les is hij stil en heeft vaak zijn gedachten ergens anders. Hij is erg gevoelig, is vaak bang en twijfelt vaak aan zichzelf en andere. Arnold wordt veel gepest in elkaar geslagen. Bijpersonen: Gea Westervoort: de moeder van Arnold, zij steunt haar man door dik en dun en wil niet toegeven dat hij zijn ideeën een beetje overdrijft. Ze probeert haar man vaak te sussen dit lukt echter zelden. Ze zegt komt niet zo veel voor in het boek maar speelt wel een belangrijke rol. Koos Westervoort: de vader van Arnold, hij is een fanatieke aanhanger van Anton Mussert en van de door hem opgerichte partij de NSB (Nationaal-Socialistische-Beweging). Hij wil heel graag dat Arnold ook NSB’er wordt en soms gaat hij hierin iets te ver, hij wil als het ware zijn zoon dwingen om bij de NSB te gaan. Hij wil ook dat Arnold alles wat op school gebeurt aan hem verteld. Hij maakt hierdoor natuurlijk al helemaal geen vrienden omdat hij mensen verklikt. Hij werkt op het stadhuis. Rita Westervoort: de zus van Arnold, zij is behoorlijk bijdehand, heeft een eigen wil en trekt zich weinig aan van haar ouders. Ze is 17 jaar oud. Martin Jonkers: hij is één van de jongens die Arnold telkens in elkaar slaat omdat zijn vader bij de NSB zit. Zijn vader heeft een winkel en wordt later in het boek opgepakt na een tip van Arnold zijn vader. Martin doet ook mij aan het stelen van spullen en bewaart deze samen met vrienden op een woonboot. Marloes ter Winkel: een meisje uit de Arnold’s klas waar hij smoorverliefd op is. Marloes zit echter in het verzet en is dus tegen de NSB en de Duitsers. Dus kan het nooit wat tussen hen worden zolang Arnold de NSB een warm hart toe blijft dragen of hier door zijn vader toe wordt gedwongen. Piet Bergman: hij komt in de loop van het jaar bij Arnold in de klas. Piet is een fanatieke aanhanger van de NSB net als zijn vader. Hij deinst voor niemand terug en helpt Arnold, zodat hij niet meer gepest wordt. Piet wil graag bij de SS (Schutzstaffel) en dit lukt hem ook. Jeroen Rainders: hij slaapt samen met Arnold op één kamer. Jeroen zit in het verzet en is in het ziekenhuis belandt, doordat hij door een Duitser in zijn achterwerk is geschoten. Hij raakt bevriend met Arnold en deze helpt hem zelfs ontsnappen uit het ziekenhuis. Jeroen moest wel ontsnappen omdat als hij uit het ziekenhuis zou zijn “ontslagen”hij door de Duitsers om het leven gebracht zou worden. Perspectief en verteller Het verhaal wordt verteld vanuit de hij persoon. Dit heeft de schrijver goed gekozen omdat hij zo het hele verhaal heel duidelijk kan maken, maar toch ook op bepaalde momenten de gevoelens van personen kan laten zien. Spanning Er zit genoeg spanning in het verhaal dit komt vooral door de thema’s en het onderwerp dat de schrijver heeft gekozen. Oorlogsverhalen zijn van zichzelf altijd al spannend, als je tenminste van dat onderwerp houd. Maar zoals Evert Hartman dit boek heeft geschreven is werkelijk briljant. Er zitten echter weinig flash-backs in het boek, de flash-backs die er wel inzitten bestaan uit maar 3 of 4 regels. Het verhaal wordt chronologisch verteld en Evert Hartman geeft ook de data er bij waar door het zeer overzichtelijk blijft. Tijd: Het verhaal speelt zich af in de Tweede Wereld Oorlog om precies te zijn van 30 april 1942 tot 5 september 1944.
Ruimte: Het verhaal speelt zich af in de provincie Utrecht, dit kan je uit het verhaal opmaken omdat Evert Hartman vertelt dat als Arnold met de bus naar de verjaardag van Anton Mussert in Utrecht gaat hij er na een half uur is. Verder speelt het verhaal zich af bij Arnold thuis, in het ziekenhuis, op straat, in het bos, in de woonboot, in het stadion, bij het station. Waardering Ik vind het een zeer goed boek om te lezen. De spanning wordt goed opgebouwd, het leest makkelijk door en er worden niet zo heel veel moeilijke woorden in het boek gebruikt. Je moet je af en toe alleen verdiepen in de groeperingen die in het boek staan, nu weet ik wel behoorlijk veel van deze groeperingen af maar andere mensen misschien niet. Wat ik vooral heel goed vindt in het boek is dat de schrijver heel veel details geeft maar deze details het niet minder spannend maken om het boek te lezen. De schrijver voert hierdoor juist alleen maar de spanning op. Ik had niet echt een verwachting van het boek toen ik het begon te lezen. Ik had het gewoon zien staan in de bibliotheek en aangezien ik graag oorlogsverhalen en boeken van Evert Hartman lees, begon ik de achterkant te lezen en dit sprak mij zo aan dat ik aan het boek begonnen ben. Ik vind het een heel origineel boek om te lezen dit komt omdat er niet zo veel boeken op deze manier zijn geschreven, met veel details terwijl het toch spannend blijft. Ook deed het boek mij nadenken over de verschrikkelijke tijd die de mensen in de oorlog hebben mij gemaakt. Natuurlijk heb ook ik wel eens verhalen van mijn opa en oma gehoord, maar vanuit dit perspectief had ik het verhaal nog nooit bekeken. Ik vind het daarom ook knap dat Arnold er uiteindelijk voor kiest om niet met zijn ouders mee te gaan. Dit had ik ook niet echt verwacht en vind het in het boek een beetje snel behandeld. Maar toch blijft het een geweldig boek om te lezen. Een aanrader voor iedereen die van dit genre houdt of zich wil verdiepen in de Tweede Wereld Oorlog.

REACTIES

L.

L.

goed uitreksel je hebt alles geschreven wat belangrijk is

19 jaar geleden

J.

J.

bedankt voor je verslag, ik zat dik in de punarie en toen vond ik je boekverslag op scholieren.nl. bedankt. (:

18 jaar geleden

K.

K.

WAT BETEKEND W02

7 jaar geleden

J.

J.

tweede wereld oorlog

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Oorlog zonder vrienden door Evert Hartman"