Titel: Het bittere kruid
Uitgever, plaats en jaar van eerste druk: Bert Bakker; Amsterdam, mei 1957 A. Beschrijvingsopdracht · Korte motivatie van je boekkeuze: Ik heb gewoon een boek uit de bieb gehaald met een bekende titel. B. Eerste persoonlijke reactie Somber, werkelijk, niet interessant omdat ik dacht dat het een saai oorlogsverhaal werd met veel erge gebeurtenissen. 3. Geef nu een volledige samenvatting van de inhoud van het boek. Als in 1940 de oorlog begint, moet de familie Minco evacueren uit Breda. Na een paar dagen keren ze terug. Ze ontmoeten op straat verscheidene mensen, die hen vragen wat ze nu gaan doen, en of ze gaan onderduiken. Vader heeft echter veel vertrouwen en denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen. Marga en haar zus Bettie hadden het dikwijls erg moeilijk. Ze werden uitgescholden en geconfronteerd met vreemde vooroordelen. Marga’s vader is een vroom man en wil dat de Joodse wetten en rituelen gehandhaafd worden. Zijn kinderen onttrekken zich eraan door steeds meer met niet-joodse mensen om te gaan. In het eerste jaar van de oorlog wordt Marga ziek en moet kuren in Utrecht. Intussen zijn haar ouders bij hun zoon Dave in Amersfoort gaan wonen. Als Marga beter is, gaat ze ook naar Dave. Enkele weken na hun aankomst komt haar vader thuis met een pakje waarin zich de beruchte gele sterren bevinden. De volgende dag moeten de Joodse mannen zich keuren voor de werkkampen. Vader wordt afgekeurd omdat hij huiduitslag heeft. Ook Dave, die niet naar een werkkamp wil, en daarom een drankje inneemt waarvan je koorts krijgt, wordt door de dokter afgekeurd. Iedereen Wilde foto’s maken voor later als aandenken. Als de moeder van Marga naar de familie Zwagers gaat om de van hun gemaakte foto’s te laten zien. Later blijkt dat deze familie ondergedoken was. Op een morgen kwam er een telegram uit Amsterdam. Bettie en haar man zijn opgepakt. Niet lang daarna komen ook voor hen oproepen. Ze willen vertrekken als meneer Zaagmeier langskomt, en hen zegt dat ze beter niet kunnen gaan omdat ze anders nooit meer zullen terugkeren. Dan besluiten Marga, Dave en Hotte om niette gaan. Inmiddels hebben ze een attest gekregen zodat ze niet weg hoeven te gaan . Vader en moeder moeten wel naar Amsterdam. Als er mannen komen om vader en moeder op te halen verzegelen ze de koffers en de kamers. Na hun vertrek liggen Dave en Marga de hele dag in bed omdat er de hele dag geruchten zijn over huiszoeking. Op een dag zegt Marga dat ze naar haar ouders gaat. Ze haalt de gele ster van haar jas en gaat met de trein naar Amsterdam. Tijdens de hele reis zit ze in spanning maar niemand valt dat op. Haar ouders zijn heel gelukkig om haar weer te zien. Als ze een paar dagen daar is wordt het Joodse rusthuis leeggeroofd. Marga en haar ouders verstoppen zich in de kelder en worden niet ontdekt. Op een morgen gaat Marga boodschappen doen. Nauwelijks heeft ze de deur achter zich dichtgetrokken of een man vraagt haar om haar persoonsbewijs. Een paar dagen later stopt een overvalwagen een paarstraten verderop. Omdat Marga er toen toevallig liep wilden ze haar ook meenemen. Toen ze zei dat ze daar niet woont lieten ze haar vrij. Dan op een keer toen ze aan het tennissen was ontdekte ze een schuilplaats. Diezelfde avond worden haar ouders opgepakt. Marga wist te ontsnappen en ging naar Dave. Vervolgens gingen ze naar Utrecht waar Dave achterblijft omdat Hotte was gepakt op het station. Daar aangekomen blijkt er echter geen plaats te zijn. Diezelfde avond ging ze terug Amsterdam. Via een kennis kwam ze bij een boer terecht waar ze ook niet kon blijven. Ze gaat dan via een adres van Wout naar Heemstede. Hij heeft ook een nieuw persoonsbewijs voor Marga die voelt alsof ze wordt voorgesteld aan zichzelf. Enige weken na de bevrijding zoekt ze har oom in Zeist op. Deze is helemaal in de war en staat iedere morgen te wachten of de vader van Marga aankomt. Dan op een dag krijgt Marga een bericht dat haar oom dood is. Nu weet ze dat ze haar familie nooit meer zal terugzien
e. Welk(e) personage(s) is(zijn) een type(n)? De andere spelers 2. Tijd a. In welke tijd speelt het verhaal? Het verhaal speelt zich af in de WO2
b. Is het verhaal chronologisch verteld of niet? Het verhaal is Chronologisch, het begint aan het begin van de oorlog en eindigt aan het einde ervan. c. Zijn er flashbacks? Er zitten wel een aantal flashbacks in van herinneringen van Marga. d. Zijn er tijdsprongen? Er zitten verschillende tijdssprongen in, want niet elke gebeurtenis in die 5 jaar wordt verteld. Ik denk dat het beste voorbeeld de sprong van het einde van het boek naar de epiloog is, want dan is de oorlog ineens afgelopen. Ook is er wel sprake van tijdsversnelling, omdat niet alles uitvoerig beschreven wordt. Als voorbeeld zijn dat de verhuizingen van Breda naar Amersfoort of de keuringen die vader en Dave krijgen voor het werkkamp. e. Wat is het tijdsperspectief: vision par derrière ? 3. Ruimte a. Waar speelt het verhaal zich af? Het verhaal speelt zich op verschillende plaatsen af. Als eerste in het huis in Breda, dan in het huis van Dave en Lotte in Amersfoort. Als Marga naar haar ouders in Amsterdam gaat speelt het zich in Amsterdam af. Dan zijn er dan nog de verschillende onderduikadressen zoals in Utrecht, net buiten Amsterdam en Heemstede en tenslotte in Zeist bij Marga's oom en tante. Sommige van de huizen, bijvoorbeeld in Amsterdam, worden beschreven. b. Heeft de ruimtebeschrijving een functie met betrekking tot concretisering, sfeer, thematisering, bouw, personages en/of het symbolische? Motiveer je antwoord. De ruimte is vooral ondersteunend gebruikt. Alles wordt sober en triest beschreven en dat was het ook in de oorlog. Ook het huis, dat symbool staat voor veiligheid, verliest haar functie, omdat er in de oorlog voor Joden niets veilig was. Ze konden elk moment opgepakt worden door de Duitsers. 4. Perspectief a. Welke vertelsituatie heeft de tekst? ik-verteller
b. Is het verhaal logisch-chronologische verteld of niet? Het verhaal is Chronologisch, het begint aan het begin van de oorlog en eindigt aan het einde ervan. c. Wat is het motorische moment: Het motorische moment is het moment dat er soldaten bij hun naar binnenkwamen in Amsterdam en hun meenamen. d. Is er één verhaallijn, of zijn er meerdere? Indien het er meerdere zijn, welke zijn dat dan? 1
e. Is er een verdeling in hoofdstukken en/of delen? Ja, in 22 hoofdstukken. -Hoofdstuk 1
Op een dag -Hoofdstuk 2
De kloosterlaan -Hoofdstuk 3
De sterren -Hoofdstuk 4
Het flesje -Hoofdstuk 5
De foto’s -Hoofdstuk 6
Het gebeurde -Hoofdstuk 7
Kampeerbekers -Hoofdstuk 8
Verzegeld -Hoofdstuk 9
In bewaring -Hoofdstuk 10
Thuiskomst -Hoofdstuk 11
In het souterrain -Hoofdstuk 12
Sabbat -Hoofdstuk 13
Het meisje -Hoofdstuk 14
De Lepelstraat -Hoofdstuk 15
De mannen -Hoofdstuk 16
Het bittere kruid. -Hoofdstuk 17
Uit elkaar -Hoofdstuk 18
Het kruispunt -Hoofdstuk 19
Het bed -Hoofdstuk 20
Een ander
Epiloog -Hoofdstuk 22
De halte
f. Is er een proloog of epiloog? Het 22e hoofdstuk is het epiloog. g. Heeft de tekst een open of gesloten einde? Het einde is een gesloten einde. Je komt te weten hoe het is afgelopen met Marga, dat 'goed' is gegaan en dat zij niet opgepakt is en er wordt ook gezegd dat Marga geen hoop meer heeft dat haar ouders en andere familie ooit nog terug zal komen. Dat is het einde van het verhaal. 6. Thematiek a. Wat is het thema van de tekst? Het hoofdthema in dit boek is onvrijheid. - Het toenemend isolement: de personages raken van het gewone leven geïsoleerd. - Machteloosheid, dreiging en vervreemding. Alles wat bekend en vertrouwd was, wordt op den duur anders, vervreemd. - Het bittere kruid gaat dus over : de vervreemding van de mens die door de samenleving wordt uitgestoten. - Als kwetsbaar kind kun je toch overleven. b. Welke belangrijke motieven tref je aan in de tekst? De motieven van het boek zijn: jodenvervolging, oorlog en verlies. c. Verklaar de titel. De titel heeft betrekking op het eten van bittere kruiden wat een Joods gebruik is. Het wordt gegeten op Pesach, de Israëlische paasdagen. d. Wat is de relatie tussen de titel en het thema? Hiermee herdenken zij de bevrijding uit Egypte van de Joden. En daarmee ook de bittere tijden die de joden meemaakten. e. Is er een motto? Het motto van het boek is: ‘Er rijdt door mijn hoofd een trein vol joden, ik leg het verleden als een wissel om…’ f. Leg uit wat het motto met het thema te maken heeft. Dit gedicht van haar man past heel goed bij het boek omdat Marga de ik-persoon is in het boek, ik denk dat ze het heeft geschreven om haar pijn en verleden te verwerken. C. Leeservaring grondig beschrijven Nu ga je het verband beschrijven tussen het effect van de tekst op jou als lezer en de kenmerken van de tekst. Daarbij ga je vijf aspecten van de tekst behandelen: onderwerp, gebeurtenissen, personages, bouw en taalgebruik. 1. Onderwerp a. Over welk onderwerp gaat de tekst? Jodenvervolging
b. Is het een onderwerp waar je zelf al eens over nagedacht hebt? Nee
c. Heeft dit boek je aan het denken gezet? Hoe dan? Ja, de joden hebben veel meegemaakt
c. Zijn de beslissingen van de personages begrijpelijk of aanvaardbaar? Welke wel, welke niet? Ik vond het een goede handeling van haar dat ze toen de Duitsers bij hen binnenvielen (hoofdstuk 15) dat ze toen vluchtte. Haar ouders zijn meegenomen, maar zij wist er aan te ontsnappen. Het is een moeilijke keuze om zomaar je ouders te verlaten en op de vlucht te slaan. Maar ik vind in dit geval dat zij de goede beslissing heeft gemaakt. 4. Bouw/structuur a. Vind je de bouw ingewikkeld? Wat vind je lastige stukken? Nee
b. Is het verhaal spannend? Hoe komt dat? De spanning in het boek wordt opgebouwd door de lezer op te zadelen met een vraag: Lukt het de familie van Marga Minco om uit de handen van de Duitsers te blijven? En als de familie opgepakt is gaat het over in: Zal het Marga lukken om niet opgepakt te worden? c. Is het verhaal boeiend? Hoe komt dat? Ja er is de hele tijd de vraag: Lukt het de familie van Marga Minco om uit de handen van de Duitsers te blijven? d. Wat vind je van het eind? Is dat onnodig onduidelijk? Nee, goed einde. 5. Taalgebruik a. Vind je de tekst lastig om te lezen? Hoe komt dat? Beetje
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden