Turks Fruit
Jan Wolkers 1a: Zou het verhaal volgens jou echt gebeurd kunnen zijn? Ja, ik denk dat dat heel goed zou kunnen. Het zou best het levensverhaal van Jan Wolkers zelf kunnen zijn. Ik zou niet weten wie die man is, wel eens over gehoord natuurlijk, maar wat hij allemaal doet, maar het verhaal is heel geloofwaardig, er zullen genoeg mensen zijn die het meegemaakt hebben, nou ja, op een andere manier dan. B: Geef drie voorbeelden van gebeurtenissen die je zelf wel eens meegemaakt hebt, gehoord of gezien hebt, of juist niet. * Wat ik wel heb meegemaakt is gedumpt worden, door mijn vriend, in dit boek word de ik-persoon gedumpt door zijn vriendin. * Op een gegeven moment wordt er in het boek een droom van Olga (de ex-vriendin van de ik-persoon) verteld, en ik vind dat zo’n verschrikkelijke droom! Ik zat echt bijna te huilen toen ik dat las, heb ik gelukkig nog nooit meegemaakt, al was het maar een droom. De droom ging over een paard wat door een straat rende, het werd gevangen, en toen levend stukken vlees afgesneden. Werd echt zo werkelijk beschreven, ik zag het helemaal gebeuren. * Op het eind krijgt Olga kanker, en uiteindelijk sterft ze daar ook aan. Dat lijkt me verschrikkelijk om mee te maken, dat iemand waar je heel veel van houd doodgaat. Ook al gaat het om een ex. Dat is me gelukkig nog nooit overkomen.
2: Zoek biografische gegevens van de schrijver op. Zie bijlage 3: Als er overeenkomsten zijn tussen de levensgeschiedenis van de schrijver en de inhoud van het boek, wat voor conclusies mag je daar dan wel of niet aan verbinden? Ik denk dat aan je het feit dat de ik-persoon beeldhouwer is, en dat Jan Wolkers de opleiding beelhouwkunst heeft gedaan, niet de conclusie aan kan binden dat het boek een levensverhaal geeft van Jan Wolkers. Dit zal niet toevallig gekozen zijn, maar als jij een verhaal schrijft zitten er altijd stukjes tussen over jezelf, wat je zelf meemaakt, of namen van mensen die je kent. Ik denk dus niet dat dit boek een levensverhaal van hem is. 4a: Bespreek je boek met iemand die het ook gelezen heeft. Ik heb het boek besproken met mijn moeder, zij heeft het boek een paar jaar geleden gelezen. B: Noem drie aspecten van het boek waarover jullie gesproken hebben. · De zielige afloop van het verhaal, dat Olga overlijdt, dat vonden we allebei heel erg zielig, greep ons allebei erg aan omdat je in het boek echt haar begint te kennen. · Ik begon over het verhaal van het paard, dat ik dat zo verschrikkelijk vond. Mijn moeder kon het zich niet meer zo herinneren, maar toen ze die paar bladzijden even over had gelezen vond ze het wel zielig. Niet zo erg als mij, maar ik geef gewoon veel om dieren en mijn moeder is daar een stuk minder in. Ook omdat het in het boek maar een droom was. · Ook hebben we het gehad over dat er zoveel seks in het boek voorkomt. Ik vond het niet zo erg, het maakt het boek minder serieus en makkelijker om te lezen. Mijn moeder vond het op een gegeven moment wel storend worden, ze vond dat het in te grote mate gebruikt werd. Als er minder seks gebruikt zou worden wou het ook een goed boek zijn. Daar ben ik het wel mee eens, het is eigenlijk ook wel abnormaal veel. 5a: Heeft de mening van anderen achteraf jouw mening beïnvloed? Ja, wel een beetje. Over het paard, dat dat maar een droom was, dat is ook wel zo, maar ik zag het gewoon al voor me, en dat vond ik erg. Ook met mijn moeders mening over het seks-gehalte ben ik het wel eens. B: Viel hun misschien iets op, wat jij over het hoofd hebt gezien? Nee, ik ben vooral begonnen met de onderwerpen te noemen, niet mijn moeder. 6a: Sommige schrijvers besteden veel aandacht aan liefde en/of seks. Hoe is dat in dit boek? Hier heb ik net ook al het een en ander over verteld, ik vind dat er veel aandacht aan seks word besteedt. Er worden veel vrijpartijen beschreven.
B: Wat vind je van de manier waarop de schrijver hier aandacht aan besteedt heeft? Ik vind het niet echt storend, maar wanneer hij minder vaak seks voor zou laten komen was het ook een goed boek geweest, het is niet echt nodig. C: Gaat hij te ver of vind je de beschrijvingen juist mooi? Hij gaat niet te ver, maar verder zal hij niet moeten gaan. Ik zal me er niet zo snel aan ergeren, maar ik kan me voorstellen dat andere mensen dat wel doen. Af en toe heb ik bij een stuk wel zoiets van: bah bah, maar niet het hele boek door, zeker niet. D: Citeer twee gedeelten, waarvan je vindt dat er een mooie beschrijving gegeven wordt of juist niet. · De volgende beschrijving vind ik heel grof, niet mooi gezegd: ‘Ik naaide de ene meid na de andere. Ik sleepte ze naar mijn hol en rukte ze de kleren van het lijf en ramde me een ongeluk. Dan werkte ik ze de deur uit na een haastig glas drank. Soms drie op een dag. Grote tieten, hangend als zakken brij met spenen om aan te zuigen. Kleine verschrompelde tietjes, te zielig om te strelen. Dan maar het truitje aanhouden. Bossen schaamhaar, ruw als zeegras, zacht als bont. Droge kutten met wratten van binnen. Naar aan je vingers maar lekker voor je lul. Kutten die je niet te zien kreeg omdat er een handje voor werd gehouden. Kutten zacht en vochtig als een vlabroodje. Struise meiden met heupen als kazen en een Rotterdams accent en vol agressiviteit die je pik vasthielden alsof het het handvat van een drilboor was. Die meteen na het naaien de afwas wilden gaan doen en de vloer dweilen en de plee schoon schrobben. Meisjes die met een nat neusje in je borsthaar uithuilden omdat ze door hun vader verkracht waren toen de vijftien waren. De Indonesische die het op de maagdentoer wilde doen en de halfdaas riep met die ronde intonatie: ‘Wat doe jij met mij?’ ‘Ik doe je dijen uit elkaar en ik steek mijn pik in je en ik ga je neuken tot ik die zoete adem van je niet meer ruik. Kom maar op met je kleverige lippen. Laat je tong maar naar buiten hangen dan vreet ik hem op.’ De stinkende hoofdpijn waarmee ik wakker werd als er weer een maandverband onder het hoofdeinde van mijn matras waren gestopt. Het bloed zwartbruin als appelstroop. De platjes die ze je aanbrachten als grijze huidschilfers met de groeten van veel vrienden uit verre landen.’ · Het volgende citaat vind ik wel heel lief van de ik-persoon, ik vind het ook best zielig voor hem. Het is ook beter beschreven in het boek: ‘Ik was een paar keer in de week naar Alkmaar geweest in de hoop dat ik haar zou ontmoeten. Ik had er uren in het portiek schuin tegenover hun zaak gestaan. Op het ronde blauwe geëmailleerde bord waar een gouden Hermes compleet met helm, staf en vleugeltjes aan zijn enkels op stond had ik wel willen schrijven: IK HOUD VAN JE! IK WACHT OP JE, KOM NAAR ME TOEN. IK VERGEET JE NOOIT MEER! Boven de zaak waar ze woonden zag ik nooit iets bewegen achter de ramen. En als ik opbelde zei de vinnige stem van een kantoorjuffrouw: ‘Met Hermes N.V.’ Ik legde dan gauw de hoorn neer zonder iets te zeggen. Want als ik te lang wachtte zei diezelfde stem kil: ‘U hoeft niet meer te bellen, dat weet u toch. U krijgt toch geen contact met juffrouw Olga.’ 7: Wat is je waardeoordeel over het boek? Ik vond het echt een heel leuk boek, het is niet te moeilijk, niet te serieus en het leest snel, ik heb het echt snel uitgelezen. Je leeft helemaal mee met de personen en ik zie alles voor me. Als ik dat heb bij een boek is het goed.