Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Het leven op aarde door J. Slauerhoff

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Het leven op aarde
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2191 woorden
  • 3 augustus 2003
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 7
10 keer beoordeeld

Boekcover Het leven op aarde
Shadow
Het leven op aarde door J. Slauerhoff
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1 Zakelijke gegevens Het leven op Aarde
J. Slauerhoff. (1889 – 1936) Nijgh & van ditmar’s paperbacks, ’s Gravenhagen/Rotterdam, 1943, zevende druk 2 - Waarom heb ik dit boek gekozen? Ik had als eerste een ander boek gekozen, wat me eigenlijk veel leuker leek (terugkeer naar Atlantis van Hubert Lampo), maar dat boek was veel te langdradig en na vijftig bladzijden wist ik nog steeds niet waar het nou precies over ging. Dus toe heb ik maar voor dit boek gekozen, omdat het een van de weinige niet – vertaalde boeken was in onze bieb dat me we leuk leek. 3 - Korte samenvatting De hoofdpersoon is Cameron, een Ierse marconist op een oude stomer die op China vaart, de Tsji Sjang. Hij gaat aan de Chinese kust aan land, omdat wanneer in Amoy de vijftienhonderd Chinezen van boord zijn gegaan, hij zich moe van de zee en eigenlijk moe van alles voelt. Een onweerstaanbaar verlangen bekruipt hem om te midden van deze mensen een nieuw leven te beginnen. Via Amoy en Ning Po komt hij in Tai Hai waar hij een rijk koopman Hsioe ontmoet, die hem ‘inhuurt’ voor een tocht naar Tsjong King in het Chinese binnenland. Drie maanden na deze ontmoeting begint de tocht, die bestaat uit het brengen van wapens en kogels naar Tsjong King. De tocht begint over rivieren in Min Yang. Waar het kermis is gaan ze aan land om ongemerkt de ander leden van de “bende” aan boord te krijgen. Ze vervolgen hun weg en voor de kust van Tang Tsjeon gaan ze aan land om via de dorre woestijn Tsjong King te bereiken. Het is een eindeloze tocht door doodse landstreken. Als ze Tsjong King genaderd zijn, blijkt dat ze omsingeld zijn door soldaten. Ze worden gevangen genomen, en een voor een worden ze voor de heerser, de Toe Tsjoen gebracht. Ze krijgen allemaal een raar soort gevangenschap afgelegd, ze moeten namelijk elk hun oude beroep opnemen. Godonow die vroeger krijgslieden africhtte moet nu de Chinezen africhten, en hun het hanteren van wapens leren. Sylvain moet een arsenaal gaan leiden en Cameron moet een radio in elkaar zien te zetten. Dit heeft heel wat voeten in de aarde. Hij kan erg moeilijk aan het materiaal komen, maar met opium lukt veel. Hij krijgt er een maand de tijd voor. In die maand zwerft hij heel wat af en komt terecht op een boorveld; waar hij aan een van de leiding een plek aanwijst, waar volgens hem olie zit. Als de maand om is en de radio net klaar is, wordt hij weer voor de Toe Tsjoen gehaald, die er een heel feest rond heeft gebouwd. Het is een spannend ogenblik als de eerste geluiden door de radio klinken, en iedereen is doodsbenauwd. Dan wordt plotseling het feest onderbroken door een melding dat de gele vloed (olie) de aarde uit is gekomen en de stad overstroomt. Iedereen geeft de schuld aan Cameron, die volgens hen de boze geesten uit de onderwereld met de radio heeft opgewekt. Ze vluchten allen. Cameron vlucht naar Wan Tsjen de monnik, waar het land van de sneeuw hem wenkt. Hij betreedt dit echter niet, maar belandt eerst in het westelijke paradijs, het land van de papavers, waar de opium hem naamloos en gedachteloos maakt, zonder ervaringen en herinneringen. Dan roept het leven van de overkant hem, en het westelijke paradijs verdwijnt. Wan Tsjen wijst hem dan de andere mogelijkheden: leven in de moderne wereld of leven in het land van de sneeuw. Hij is bereid het land van de sneeuw binnen te treden, maar volgens Wan Tsjen is hij hier veel te zwak voor. Leven in de moderne wereld, kan hij ook niet. Dan komt de derde en laatste mogelijkheid: ‘Het land van het midden’. Het is een Chinees gedacht Middenrijk, midden tussen een bedrijvig georganiseerd Europa en een zuiver vergeestelijkt mystiek rijk. Daar heeft het leven maar 1 zin zijn eigen bestaan, zijn “Leven op Aarde”.
4 - Flaptekst Een zoektocht naar een rede voor zijn bestaan, een zoektocht naar een rustig leven. Het achterlaten van het verleden om plaats te maken voor de toekomst. De hoofdpersoon Cameron verlaat zijn verleden (en de zee) om een plaats te vinden waar hij alleen kan leven, zonder zijn verleden. Hij ziet geen zin voor zijn leven. Hij is een rondtrekkende naamloze zwerver, die niet aan het leven van anderen deelneemt. De aangewezen plaats voor zijn zoektocht lijkt China te zijn. Als zijn leven daar een mislukking dreigt te worden, volgt hij de monnik Wan Tsjen naar ‘het Land van de Sneeuw’. Hier wordt hij niet binnengelaten, vanwege zijn zwakte. Dan zit er maar een ding voor hem op. Teruggaan naar ‘het Land van het Midden’ (China) om daar zijn leven op aarde verder te leven, altijd terugverlangend naar het ’Land van de Sneeuw’. 5 - Verhaalanalyse 5.1 De belangrijkste personen Er zijn een aantal belangrijke personen in het verhaal: Cameron was vroeger een Ierse zeeman, maar hij is voor een Chinese handelsman, Hsioe gaan werken. Hij wil een doel voor zijn leven vinden. Het hele land (en eigenlijk ook het leven) is vreemd voor hem en hij kent niemand in China. Hij is een persoon die het liefst alleen is en haat het om onder de mensen te zijn. Hij zoekt naar een plek waar hij alleen kan zijn. “Ik moest toch ergens zijn op de wereld. Ook hier zocht ik waar ik wezen moest.” “… , zal er verder niet eens rouw overblijven dat ik geen andere zin dan mijzelf vond voor mijn leven op aarde” “Zij ging dus ook mee en de hele kermis was dus in elkaar gezet om een deel van de expeditieleden afzonderlijk onder vermomming naar een afgesproken plaats te laten trekken. Hsioe nam zijn voorzorgen wel.” “…Europeanen vermijdend, de Chinezen niet meer trachtend te naderen, tot ik bleef liggen ergens tussen beiden in…” Hsioe is een handelaar in van alles (opium, mensen, voedsel enz.) Hij heeft een aantal personen, waaronder Cameron, ingehuurd voor een tocht naar Tjong King. Hij is een geniepig type die eigenlijk alleen aan zichzelf en zijn zaken denkt. “‘…en hij is een man die in alles doet, niets uitgezonderd: geld, opium, wapens, soja, mensen, noem maar op’” “Zij hadden zelf voldoende voorraad, of de monniken dreven handel met de bevolking die bij hun heiligdom behoorde, dezelfde handel als Hsioe begon… Alleenliggende hoeven en de kleinste gehuchten waren ons afzetgebied…” “Want dan zou hij niet groot koopman in Tai Hai –de ware hoofdstad van het rijk –zijn geworden…” “”De dreigementen en smaadredenen veranderden al gauw in smeekbeden en eindelijk kwamen uit de vodden tussen kleren en huid de laatste geldstukken te voorschijn, soms ook kunstvoorwerpen, maar die weigerde Hsioe bijna altijd. Alleen als ze hem persoonlijk bijzonder bevielen nam hij ze en zette ze bij zijn verzameling in de kajuit. Ik heb hem de prachtigste jaden oorhangers en fluiten en reukflesjes, zelfs relikwieën zien weigeren, alleen omdat hij naar hij zei al een of meerdere exemplaren zo bezat.” Sylvain was vroeger een officier en wapenkundige, in de tijd dat het verhaal speelt is hij een zwervende opium verslaafde die nergens anders aan denkt. Je komt verder niet veel over zijn karakter te weten. Hij is een van de eerste personen die Cameron leert kennen. “De Toe Tsjoen vroeg of hij was Sylvian, ex-marineofficier, werktuigkundige, bekwaam om een arsenaal te leiden. Sylvain beaamde dit met een hoofdknik.” “Dat hij staande bleef alleen was een bewijs dat hij toch nog in een hoek van zijn ziel een reservoir wilskracht bezat, evenals hij op een verborgen plek een kleine voorraad opium had bewaard.” “Hij was hun meer vertrouwd dan een van de overigen. Zij kenden immers velen in die toestand, die met speldenknop -kleine pupillen, knikkende knieën, slappe ruggengraat en gebogen hoofd huns weegs gingen, het aardse verachtend en toch een restje menselijke waardigheid ophoudend.” “Hij zag mij niet verwonderd aan, boog even in militaire houding en noemde zijn naam, die hij waarschijnlijk alleen in dit huis droeg: Sylvain.” Op-één-na heeft nooit echt een beroep gehad, omdat hij meerdere keren is gezakt voor een test om een ‘geletterde’ te worden. Hij wil alleen maar terug keren naar zijn geboortestad (daar werd hij veroordeeld en daarom is hij daar weggegaan.) en een ‘geletterde’ worden. Hij wordt een soort ‘vriend’ van Cameron. Het hele leven laat hem min of meer koud en het kan hem eigenlijk niet schelen wat er met hem gebeurt. “‘Is hij niet te stram ervoor? Maak hem hulponderwijzer in een school.’ Toen Op-één-na dit hoorde begon hij op te leven. Dat scheen hem benijdenswaardig: zijn leven toch nog als geletterde, al was het dan van de laagste soort, te mogen beëindigden.” “’Doe het niet, zij zullen mij wegjagen. En jij? Alleen zul je achterblijven. Wie zal je de taal verder leren? Wie zal je de stad beschrijven waar je blijven wilt en waar je anders nooit terecht zult voelen?’” “Behalve Op-één-na, die alles langs zich heen liet gaan.” Wan Tsjen is een monnik uit ‘het land van sneeuw’, en hij vecht tegen het geestenleger en hij helpt Cameron de ‘zin van zijn leven’ te vinden. Meer kom je eigenlijk niet over hem te weten. “Het is veertig jaar geleden dat wij het klooster van Podank na afgelegde studiën en meditaties verlieten en uiteengingen, gij om voorgoed te wonen in het Land van de Sneeuw, in het heilige Amdo en nooit meer buiten zijn grenzen te komen…” “Je ziet dat je niet sterk genoeg bent er alleen door te gaan en ik kan me niet voortdurend om je bekomeren.” Er is (over het algemeen) spraken van karakters, omdat de personen in het boek niet alleen 1 eigenschap hebben, op sommige bijpersonen na, maar over die personen kom je ook niet zo veel over te weten 5.2 De tijd Het verhaal speelt ongeveer in de tijd tussen de eerste en de tweede wereldoorlog in.De tijd is belangrijk voor het verhaal, omdat als er geen oorlogen zouden zijn, zouden er geen wapens nodig zijn. Dan zou Hsioe geen wapens naar Tsjong – King brengen en zou Cameron daar misschien nooit terecht zijn gekomen en Wan Tsjen ontmoeten. Dan zou hij misschien nooit een zin voor zijn leven hebben gevonden. In de tijd dat het verhaal speelt kwamen de Europeanen met wapens en technologie naar China. Hierdoor werd het leven in China beïnvloed, want de regering van China dacht ook wapens nodig te hebben voor de verdediging van hun land, maar hierdoor ontstonden er juist oorlogen. 5.3 De plaats Het verhaal speelt in verschillende delen van China. Eerst aan
de kust, later in het binnenland van China. Ik denk dat het verhaal in China moet spelen, opdat het in die tijd tussen het industriële Europa en de ‘oude wereld’ (zonder Europese industrie) in ligt en Cameron kan niet in Europa leven maar ook niet zonder de industriële wereld. Het verhaal speelt in verschillende landschappen. In het begin vaart Cameron nog op een schip en leeft hij aan de kust. Hoe verder je in het verhaal komt, hoe verder Cameron naar het binnenland van China reist. Hij reist over de rivier de Min Yang, komt door een soort woestijn een boomrijk moerassig landschap en grote bamboebossen. Tegen het eind van het verhaal trekt Cameron de bergen in, op weg naar ‘het Land van de Sneeuw’. De plaats en het landschap vormen voor een groot deel het verhaal, omdat China voor Cameron de enige plek is waar hij (met zichzelf en zijn verleden) kan leven. 5.4 Het vertelstandpunt Het verhaal wordt door Cameron verteld, het vertelstandpunt is dus vanuit de ik – persoon. Het verhaal wordt in chronologische volgorde verteld, op de brief van Kai So en de epiloog na. Daar wordt dan eerst naar de toekomst gekeken, dan weer naar het verleden.
5.5 De stijl De schrijver gebruikt niet veel beeldspraak, ironie etc. Hij gebruikt wel een soort ironie/sarcasme als Cameron over ‘het leven’ of zijn eigen leven praat/denkt. “Dit hol was een rustpunt. Ik verlangde niet te blijven en ook niet heen te gaan. Maar toen de bode mij kwam halen voelde ik mij licht genoeg om grote afstanden af te leggen……” “… door iedere levenssfeer uitgestoten en steeds op onszelf aangewezen.” “Deze was niet te duchten, deze laatste van een vierhonderd geslachten, voor wie het leven een formule was geworden, geen toverformule, maar een opgeloste voorgoed met een dooddoener beantwoorde vraag.” 5.6 Thematiek Ik denk dat het thema van het verhaal de (geestelijke) ontwikkeling van de hoofdpersoon, Cameron is. Zijn zoektocht naar de zin van het leven en een plek waar hij kan leven staat centraal. Ik denk dit omdat je het hele verhaal door op de hoogte wordt gehouden van Camerons gedachten en gevoelens en het boek eindigt met het feit dat hij nu eindelijk rust en een zin voor zijn leven heeft gevonden. 5.7 Conclusie Ik zou denk ik niet meer van Slauerhoffs boeken willen lezen, omdat er in dit boek niet echt veel spannends gebeurt en daarom vond ik het best wel saai en langdradig. Aan de andere kant zou ik wel andere boeken van hem willen lezen, omdat het weer hele andere boeken zijn dan de boeken die ik normaal lees.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het leven op aarde door J. Slauerhoff"