Titel: Terug tot Ina Damman
Ondertitel: De geschiedenis van een jeugdliefde
Datering: 1934
Aantal blz: 219
Leestijd: 4 uur
Uitgelezen op: 27-10-02 Verantwoording van de keuze Het boek stond in onze boekenkast en wilde graag een boek lezen. Toen ik de achterkant van dit boek las sprak het me wel aan. Ook wist ik dat het verhaal zich in Friesland afspeelde en dat Simon Vestdijk zelf in Harlingen is geboren, een plaatsje dat ik ken als mijn broekzak. Verwachtingen vooraf Ik had wel eens van Simon Vestdijk gehoord dus ik dacht dat het niet echt een makkelijk boek zou worden en dat was het ook niet echt. Vaak kon ik het niet goed volgen.
verlamd van ellende. De eerste schooldag verloopt in angst. Hij probeert uit te rekenen hoe vaak Piet Idzerda per dag en per week hem “Het Woord” zou kunnen toeroepen. ‘s Avonds, achter zijn boeken, dringt het tot hem door wat er die ochtend precies is gebeurd. Hij vraagt zich af of hij het aan zijn moeder zal vertellen. Hij gaat het rijtje jongens na van wie hij iets te vrezen meent te hebben: Jelle Mol, de rauwe klanten Kappie en Wiskie, en Gerrit Bolhuis, die het trouwens alleen maar over meiden heeft. Vijf dagen later weet iedereen in de klas “Het Woord”. Jelle Mol maakt er een versje op en Anton heeft geen leven meer: schuw en omzichtig sluipt hij naar school en weer naar huis, langs de huizen schuivend zonder zijn ogen op te durven slaan. Het enige
lichtpuntje op school wordt de leraar Greve, die elk jaar in de eerste klas vertelt hoe dat is gegaan met zijn promotie. Anton imiteert hem, maar wordt door de wiskundeleraar uitgescholden. Anton werkt ijverig, maar van zijn beurten brengt hij niets terecht. Hij is doodsbang voor het woord. Het enige wat hij kan doen is keihard werken, zo hard zelfs dat de zevens op zijn rapport het laagste cijfer is. Voor Frans krijgt hij zelfs een tien. Hij denkt dat hierin zijn redding ligt: als hij bewondering over zijn cijfers afdwingt, zal hij veilig zijn voor het woord. Mijnheer Greve noemt hem “naarstig”, wat Anton
een scheldwoord vindt, niet minder erg dan “vent”. Jan Breedevoort legt beslag op Marie van den Bogaard. Anton blijft op zijn tenen lopen en is zo gespannen dat het tot een uitbarsting komt: hij vecht met Piet Idzerda, die veel sterker is en hem behoorlijk toetakelt. Zijn moeder schrijft direct een briefje aan de vader van Piet en dat wordt hem
natuurlijk weer een lachertje op school. Iedereen veracht hem en hij voelt zich uitgestoten. Hij begint er slecht uit te zien. Zijn moeder vraagt hem of er soms een meisje in het spel is; hij veracht haar. Dat wordt nog erger als zijn moeder een schoolfoto aan een kennisje laat zien waar Anton staat zonder kin. Hij maakt er een verschrikkelijke scène over. In de paasvakantie vindt hij een doos met kiekjes. Er is er eentje bij van Janke, hun dienstmeisje van vroeger. Hij herinnert zich een erotisch getint spelletje dat hij
destijds met haar speelde. Als hij haar later tegenkomt, is ze heel anders dan hij zich haar voorgesteld heeft. Ze heeft zelfs een zoontje en ziet er raar uit; haar stem is ook niet prettig.
onbeweeglijk bij de school en zo ziet Anton haar. Nooit heeft het schoolgebouw hem mooier toegeschenen… Via Piet Soer, die ook uit Driehuizen komt, regelt hij een ontmoeting met haar en zij stemt erin toe dat hij haar elke dag naar de trein brengt. Antons leven verandert. Hij voelt zich vrij en gelukkig en is zelfs niet meer bang voor Jelle Mol. Hij streelt haar mutsje dat aan de kapstok hangt en schrijft elke avond in zijn “Note Book” precies op wat ze tegen elkaar hebben gezegd, hoewel dat bitter weinig is. Hij stuurt haar
een eigengemaakte tekening (“Het molentje van Gabriël”) als verjaardagscadeau, waarvoor Ina hem de volgende dag bedankt. Ze wordt nu ook wat spraakzamer. Iedereen weet nu van hun “relatie”. De leraar Frans, Couvée, vindt Ina een stuk marmer en zegt dit tegen Antons moeder. Horsting, de leraar Duits, die altijd krijtjes de klas in gooit om onder de rokken van de meisjes te kunnen kijken, zegt hem zelfs dat hij voor zijn
gezondheid moet oppassen. Anton wil dan maar een gezonde fietstocht met Ina gaan maken, maar eerst gaat hij eens in Driehuizen kijken. Hij fietst langs haar huis en ziet haar
staan, maar durft haar niet te groeten. De maandag erna zegt Ina dat haar vader het niet meer goed vindt dat hij haar wegbrengt. Een week later vindt ze het weer wel goed. Het fietstochtje gaat niet door, maar later gaat Anton wel met haar schaatsen. Ina is
dan zelfs aardig tegen hem, maar als het begint te dooien, “bevriest” zij weer. Een fietstocht met zijn klas in mei zou een hoogtepunt moeten worden. Anton zegt niet veel tegen Ina, die ongeïnteresseerd naast hem fietst. Al met al wordt het geen succes. In de trein terug jagen de jongens hem naar zijn eigen coupé terug, zodat hij
niet bij Ina zit. Pas als hij alleen terug naar huis fietst, vindt hij iets terug van de “ijle gelukzaligheid” die hem twee dagen lang heeft beheerst. Zo houdt Anton zichzelf tevreden en gelukkig, maar daar komt abrupt een einde aan als Ina haar vriendinnen smeekt bij haar te blijven, omdat anders “die vervelende jongen” er weer zal zijn. Max Mees en Jan Breedevoort vertellen dit op de kermis door
aan Anton. Hij vraagt aan Ina of dit waar is, en als zij dit bevestigd belooft hij haar niet langer lastig te vallen.
en hij veracht zichzelf. Langzaam slaagt hij erin het beeld van Ina Damman weg te schuiven. Hij gaat nog wel een paar keeer naar Driehuizen, maar ook dat gaat over als het winter wordt. Zijn vriend Max Mees wordt verliefd op Dirkje, het dienstmeisje van de
buren, en Anton begint daardoor weer aan Janke te denken. Hij gaat zelfs naar het huis waar haar moeder nog altijd woont. Hij blijft zinnelijk over haar fantaseren, maar weet niet precies wat hij met zijn gevoelens aan moet. Op school zetten Arie van Ruiven en Jelle Mol de klas op zijn kop. Als Max Mees wordt uitgescholden terwijl hij een beurt heeft en zich daarover bij Greve beklaagt, besluit Greve geen les meer te geven. Vijf weken lang zwijgt hij het hele lesuur. Max Mees weet hem te bewegen de lessen weer te hervatten en Max en Anton beloven iedereen een pak slaag die de lessen van Greve nu nog durft te saboteren. Anton maakt die belofte waar door het
mispunt Gabriëls in elkaar te slaan. Iedereen staat perplex en Kappie biedt hem zelfs boksles aan. Anton voelt zich gelukkig; iedereen bekijkt hem met andere ogen. Marie van den Bogaard wordt verliefd op hem. Jan Breedevoort, die vroeger met Marie ging, fantaseert allerlei verhalen over haar met Horsting. Als hij zegt dat Ina Damman ook weer “scharrelt” wordt Anton vreselijk nijdig. Hij besluit verliefd te worden op
Marie. Maar als Marie hem tijdens de les met haar voet bewerkt, schaamt hij zich. Op het jaarlijks schoolreisje fietst hij nu met Marie, die honderd uit babbelt. Als ze in het bos
wandelen en Marie haar uiterste best doet zijn aandacht te trekken, weet hij opeens heel zeker dat hij altijd van Ina Damman zal blijven houden. Hij zal niet naar haar toegaan, juist omdat hij van haar houdt. Hij laat Marie aan haar lot over en zegt dat hij hoofdpijn heeft. Hij verlangt naar zijn “Note Book”, waarin hij zal schrijven: “20 juni. Terug.” Hij zal trouw blijven “aan iets dat hij verloren had, - aan iets
dat hij nooit had bezeten”. De verdieping Citatenmatrix betreffende de stroming Blz. 27: Het had iets met goniometrie te maken, maar hij wist er niets meer van, verklaarde hij, en onderwijl lag Jelle Mol met een stompzinning gezicht voorover op zijn bank, en zei hardop het vieze rijmpje op ‘jongen’, maar meneer Greves bewegingen bleven een langoureus en berustend, verdiept als hij was in die duistere wiskundeproblemen, die hem daar zo plotseling uit zijn eigen H.B.S. –jaren verschenen waren. - Dit citaat omdat ze het over de H.B.S. hebben en over “vieze rijmpjes” iets waar wij tegenwoordig niet meer over praten dus hieraan kan je zien dat het ouder is. Juist door de “vieze rijmpjes” kan je merken dat het uit het expressionisme komt. Blz. 78 : De locomotief pufte, de stoom geurde; nog vijf minuten hadden ze. Met haar tas tegen zich aangedrukt, liet ze zijn ogen over zich heen gaan; bij iedere vraag knikte ze even of zei een enkel woord. - Dit citaat omdat ze het over een locomotief hebben die puft. Tegenwoordig hebben we geen locomotieven meer die “puffen”. Blz. 112: Zo, en dan met wat onbegrijpelijke viezigheden erdoorheen, scheen meneer Horsting er tenminste over te denken, en vatte zelfs meneer Couvée het wel anders op dan als een leuk spelletje? En hij zelf? O, hij wou hun alles wel toegeven, hij wou wel inzien dat zijn moeder gelijk had en alle H.B.S. –leraren erbij, maar ze hadden dan ook alleen gelijk omdat ze niet wisten wat er in hem omging. - Ook hier hebben ze het weer over de H.B.S. en over “onbegrijpelijke viezigheden”. Ruimte Het verhaal speelt zich voor het grootste deel af op de H.B.S in Lahringen, hiermee wordt natuurlijk Harlingen bedoeld. Andere gedeeltes van het verhaal spelen zich af in Lahringen zelf, in het huis van Anton, op het station van Lahringen, in de trein en op de excursie naar de hei.
zichzelf bezig is. Hij leeft in een isolement: zijn vader is overleden, hij is enig kind. Hij wordt beheerst door gevoelens van eenzaamheid, onzekerheid en angst – kenmerkend voor de puberteit – en zoekt houvast. Het woordje “vent”, door zijn vader voor het eerst gebruikt als koosnaam, verpest echter zijn eerste schooljaar. Anton voelt zich helemaal geen vent, hij kan niet tegen zijn schoolvrienden op. Hij probeert respect af te dwingen door hard te
studeren en hoge cijfers te halen. Het tweede jaar wordt hij verliefd op Ina Damman, een nieuwe poging om uit het isolement te treden. De liefde komt van één kant, want het meisje blijft totaal koud en onverschillig. Anton maakt dit echter niet zoveel uit; zolang hij met haar kan wandelen en er achteraf over na kan denken, geniet hij van zijn verliefdheid. Als Ina niet meer met hem wil optrekken, zoekt hij (in het derde deel) houvast bij zijn vrienden, en doet hij voor hen niet onder wat betreft “vuilbekken” en seksuele fantasieën. Nadat hij zijn plaats in de groep heeft verworven, enig respect geniet en zelfs een vriendinnetje heeft in de persoon van Marie van den Bogaard, beseft hij dat hij toch anders is dan hen en hij besluit trouw te blijven aan het ideaalbeeld dat hij heeft van Ina Damman. - Ina Damman: is ongeveer dertien jaar. Ze heeft een bleek gezicht met jukbeenderen die wat uitsteken, lichtblauwe ogen en donker haar in vlechten. Ze is niet bang of verlegen en haar broertjes en vriendinnen doen precies wat zij zegt. Ze is koud en onverschillig ten opzichte van Anton. Een leraar noemt haar ‘een stuk marmer’. - Marie van den Bogaard: Ze is een echte overloopster die altijd een vriendje wil hebben. Ze sluit zich altijd aan bij degene die voor haar het beste uitkomt. - Anton’s moeder: Ze is een goede moeder voor Anton. Hij vertrouwt haar ook volledig en verteld haar daarom veel over wat hij beleeft. Ze heeft als nadeel dat ze Anton als een klein kind blijft zien, wat haar brief aan de vader van Piet Idzerda laat zien. Ze treedt nog steeds op als zijn beschermvrouwe. Anton vindt dit vervelend. - Max Mees: Een goede vriend van Anton. Hij trekt er in het laatste jaar veel met Mees op uit. Mees probeert vaak grappig te zijn, terwijl hij dat vaak niet is, en heeft het ook vaak over meisjes. - Piet Idzerda, Jelle Mol en Gerrit Bolhuis zijn Antons kwelgeesten. Motieven Een aantal motieven die het thema "de gevolgen van een onmogelijke liefde" aangeven zijn: - puberteit - leven in een fantasiewereld - liefde - liefdesverdriet - angst voor de werkelijkheid - angst om afgewezen te worden Grondmotief De onmogelijke liefde. Spanning Eigenlijk komt er bijna geen spanning voor. Er komt een klein beetje spanning voor omdat je niet weet of Ina Damman terug zou komen bij hem (maar dan echt), maar dit gebeurde dus niet. Titelverklaring De titel betekent niet dat Anton terug is bij Ina, maar het is een teruggaan naar de herinnering in hemzelf. Hij voelt dat hij trouw zal blijven aan iets dat hij heeft verloren en nooit heeft bezeten. De ondertitel is de geschiedenis van een jeugdliefde. Dit is heel simpel te verklaren want Ina was Anton’s jeugdliefde en daar lees je van hoe het gebeurd is. Motto is niet aanwezig.
Wachter-reeks', bestaande uit: 'Terug tot Ina Damman', 'Sint Sebastiaan', 'Surrogaten voor Murk Tuinstra' en 'De andere school'. Een reeks die nu wel 50 keer zo veel wordt gelezen
als vroeger. (vooral door middelbare scholieren). Over 'Terug tot Ina Damman' schreef Simon Vestdijk zelf ooit eens in een brief aan
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
P.
P.
Dag Eva,
ik heb uw boekbespreking goed kunnen gebruiken, maar zou je me kunnen vertellen wie de uitgever is van Simon Vestdijk-Terug naar Imma Damman?
dank u
20 jaar geleden
Antwoorden