Vliegers in het vuur door Klaas Norel

Boekverslag: Titel: Vliegers in het vuur
Schrijver: Klaas Norel
Uitgever: van Goor, Amsterdam
Druk: 8e -Samenvatting: `s Ochtends vroeg zien een groepje mensen Duitse vliegtuigen overkomen van uit het oosten. Alle piloten en het grondpersoneel moeten aan de grond blijven, want er is kans dat de Duitsers Nederland aanvallen. Als ze na een tijdje de vliegtuigen terug zien komen wordt het vliegveld gebombardeerd door Duitse bommenwerpers. Elke piloot rent naar zijn kist om hem zo snel mogelijk de lucht in te brengen, zodat hij niet stuk wordt gebombardeerd. Als ze in de lucht zijn geldt nog maar een regel: zo veel mogelijk vliegtuigen van de Duitsers neerhalen. Bob Baars is als een van de eersten in de lucht maar als hij naar een vliegtuig zoekt is dat al vertrokken naar Duitsland. Bob moest in de lucht blijven en uitkijken of er nog een aanval kwam. Als het hem een beetje gaat vervelen ziet hij ineens een hele groep Duitse bommenwerpers. Hij gaat er in zijn eentje op af, want er is niemand in de buurt. Als hij met zijn fokkertje dichter bij komt ziet hij ineens Duitse jagers achter zich. Hij probeert ze af te schudden, maar er zitten er zes achter hem aan. Als hij er een kwijt is zijn er nog steeds vijf. Ineens hoort hij harde tikken op zijn vliegtuig. Het wordt donker voor zijn ogen. Als hij weer bijkomt staat zij vliegtuig aan de grond en is er niets meer van over dan een hoopje verwrongen staal. Hij moet naar een dokter en krijgt te horen dat hij moet rusten om zijn hoofdpijn te laten zakken. De volgende dag voelde hij zich alweer beter en wilde gaan vliegen, maar de dokter hield hem tegen. Als hij nog een rustdag heeft gehouden mag hij weer gaan vliegen. Als hij is opgestegen komt hij al snel Duitse jagers tegen. Hij vliegt door de grachten van Amsterdam om ze af te schudden, maar het lukt niet. Hij maakt zich klaar om uit zijn kist te springen en gooit zijn kap eraf. Als hij achter zich kijkt is de Messersmid ineens verdwenen. Als hij achter zich kijkt ziet hij hem vallen (waarschijnlijk geraakt door de kap). Het duurt niet lang voordat er weer een nieuwe achter hem aan zit. Hij hoort weer de harde tikken en ziet dat zijn motor begint te roken en hij springt. Hij komt in een koeienvlaai terecht. Hij wordt geholpen door een boerenfamilie. Als hij weer bij de dokter is moet hij weer gaan rusten. Als hij terug op de basis komt moet hij al gelijk de lucht in met zijn commandant Huig Terlinden. Als de commandant de koers aangeeft kijkt Bob raar op. Hij gaat naar Engelend. Als ze er geland zijn worden ze in quarantaine gestopt, want de Engelsen zijn bang dat er Duitse spionnen bij zitten. Als ze uit quarantaine komen is Nederland al in Duitse handen. Ze mogen in Hurrricanes vliegen, om de Fransen te beschermen met hun evacuatie uit Duinkerken. Bob en Huig merken al gauw dat de Duitsers snel sterker worden en steeds meer jagers inzetten om de Engelse vliegtuigen neer te halen. Ze gaan al snel over op de snellere Spitfire die ook wendbaarder is dan de Hurricanes. Als Bob weer een keertje naar Frankrijk moet ziet hij schepen vol met soldaten naar Engeland varen. Hij vliegt naar een groepje bommenwerpers en gaat erop schieten, al gauw komen er een Duitse me109`s (duitse jager) achter hem aan. Als hij daar aan weet te ontsnappen zijn zijn kogels op. Hij ziet dat er een schip onder hem vaart met veel soldaten aan boord. Als hij voor zich kijkt ziet hij dat er een Duitse bommenwerper aankomt, maar hij heeft geen kogels en bijna geen benzine meer. Hij vliegt op de bommenwerper af om hem weg te jagen. De mensen in de bommenwerper schrikken, dat er een Spitfire aankomt en vliegen weg. Als Bob nog maar net op de basis kan komen is zijn commandant erg boos op hem dat hij niet met de groep mee is gekomen. Hij vertelt het verhaal van de bommenwerper, maar zijn commandant gelooft er niks van. Als er na een paar dagen iemand langskomt die wil weten wie er in die Spitfire vloog gelooft de commandant het wel en er komt een klein feestje. Het duurt niet lang of Hitler valt ook Engeland aan. Het wordt een zeer uitputtende strijd. Als de geallieerden bijna geen piloten hebben vallen ze Berlijn aan. Hitler bedenkt zich dan en stuurt zijn bommenwerpers niet meer naar vliegvelden en radarposten, maar op londen. Dat geeft de R.A.F. weer een adempauze, waarin ze nieuwe piloten kunnen opleiden. Als de aanval van Duitsland is afgeslagen gaat Bob een training volgen voor piloot van een lichte bommenwerper. Klaas Zwart, Frans Matter en Joost de Wolf zijn ook naar Engeland gekomen. Zij worden op de bommenwerper gezet waar Bob ook op zit. Klaas als boordschutter, Frans als navigator en Joost als bommenrichter. Ze moeten vaak uitvliegen om bevoorradingsschepen te begeleiden, zodat ze niet worden getorpedeerd door Duitse U-boten. Op die missies zien ze nooit een Duitse U-boot, waardoor het al gauw gaat vervelen. Wanneer ze eindelijk een keer naar Duitse schepen mogen zoeken en bombarderen tussen de rotsen van Noorwegen is het enthousiasme groot. Als ze er overheen vliegen zien ze eerst niks, maar als ze weg willen gaan zien ze ineens een schip goed verscholen achter de rotsen. Ze zetten de aanval in. Als ze hun bommen hebben laten vallen woorden ze beschoten door het luchtafweergeschut op het schip. Als ze er eindelijk denken uit te zijn ontploft er een granaat vlak onder de Hudson. Eerst is er veel rook en ze horen Bob niet meer. Als Frans en Joost gaan kijken is er een gat in het vliegtuig geslagen. Joost haalt snel het levenloze lichaam van Bob weg en Frans neemt de stuurknuppel over. Bob is een been kwijt en zegt dat hij eindelijk naar de engeltjes mag, dan gaat hij dood. Als Joost en Frans trek hebben in een bakje koffie en naar Klaas roepen geeft hij geen antwoord. Hij blijkt bewusteloos te zijn. Frans vliegt terug naar het vliegveld. Als hij wil gaan landen vraagt hij of het grondpersoneel hem wil leiden, want hij heeft alleen nog maar met watervliegtuigen gevlogen. Het lukt hem na een keer overdoen toch. Klaas wordt naar het ziekenhuis gebracht. Na een jaar moeten ze naar Afrika. Ze vliegen daar met een Catalina verkenningsvliegtuig. Ze hebben ook altijd een paar bommen bij zich als ze konvooien moeten beschermen. Als ze op een dag een konvooi moeten beschermen worden ze ineens beschoten door een Duitse U-boot. Ze keren om en laten hun dieptebommen vallen. Ze hebben niet veel tijd om er nog een keer overheen te vliegen, want ze moeten weer naar hun konvooi. Als ze er later nog een keer overheen vliegen ziet Joost nog wat olie drijven, dus ze hadden hem geraakt. Als de Japanse vloot komt moeten ze hem schaduwen en vertellen waar hij zich bevindt. Dat hadden ze goed, zodat de Amerikanen hem grotendeels tot zinken hebben kunnen brengen. Als ze weer naar Engeland moeten om op een nieuwe bommenwerper (de Mitchel) te gaan vliegen gaan ze terug. Klaas Zwart gaat dan op een van de schepen van de marine luchtvaartdienst werken. Frans en Joost gaan met een paar nieuwe mensen met hun Mitchel stellingen in Frankerijk bombarderen. Als ze een zeer bijzondere missie krijgen zitten ze vol spanning. Ze moeten een huis bombarderen waar enkele officieren zitten van het Duitse leger. De missie wordt volbracht en de invasie begint. Eerst mogen ze niks doen maar als ze horen dat er grondtroepen in moeilijkheden zijn mogen ze kleine stellingen bombarderen. Als Belgie voor een deel bevrijd is worden ze daar gestationeerd. Huig Terlinden leidt een squadron Spitfires en moet in Nederland op auto’s en treinen schieten. Als hij een trein op een station ziet staan en hij er naar toe vliegt blijkt het een val te zijn en wordt hij neergehaald door de flak (Duitse luchtafweergeschut). Hij belandt in een weiland en wordt opgepikt door Nederlandse boeren die hem willen helpen. Hij wordt in een hooiberg gestopt zodat de Duitsers hem niet zullen vinden. Eerst denkt hij dat hij verraden wordt, omdat de boeren veel met Duitsers praten. De boeren helpen hem er weer bovenop en vertellen waar de linies zijn om weer bij zijn kameraden te kunnen komen. Hij wordt opgepakt door Duitsers en overgebracht naar een commandant die hem een kop koffie geeft en zegt dat hij een goed woordje moet doen als hij in een Engelse gevangenis komt. Hij wordt per auto overgebracht naar een gevangenis. Als ze op een weggetje rijden horen ze schoten van een Spitfire. De Duitsers springen uit de auto en Huig ook. Huig rent weg door een paar bosjes het bos in. Hij komt bij een boswachter die hem burgerkleren geeft. Ze gaan naar de linies met nog een paar Engelse piloten. Als ze daar in een villa komen van een paar oude mensen die ook bij het verzet horen, horen ze dat de Canadezen vannacht over de rivier steken en of ze misschien willen helpen. Dat doen ze. Ze nemen een paar stenguns (Engelse mitrailleurs) en een paar handgranaten die in het huis waren opgeslagen. Ze drinken nog een goede fles champagne voordat ze naar de Duitsers gaan. Als het donker is en naar de stellingen gaan duurt het niet lang of de Canadezen beginnen al met het beschieten van de oevers. Huig mag de mannen aanvoeren en stuurt ze naar een stelling. Daar gooien ze granaten in en rennen er al schietend in. Ze veroveren de stelling maar het duurt niet lang of er komen Duitsers die die stelling willen terugveroveren. Ze trekken terug, omdat er te veel doden vielen. Ze nemen een andere stelling die ze ook veroveren en daaruit goed opletten of er nog Duitsers aan komen. Het is al snel voorbij en de Canadezen schudden de handen bij Huig en zijn groep. Huig wordt de volgende dag naar zijn basis aan de rand van Nederland gebracht. Als de Duitsers beginnen met het Ardenner offensief bombarderen de Duitsers alle vliegvelden in Belgie, waaronder de geen waar Frans en Joost zitten. Joost komt bij die aanval om het leven. Het is dagen lang slecht weer waardoor de vliegtuigen niks tegen de alsmaar terrein winnende Duitse tanks kunnen doen. Als het weer opklaart gaan ze er met z`n allen op af en schakelen alle tanks uit. Als Duitsland zich overgeeft gaat Klaas Zwart terug naar huis in Rotterdam. Als hij aankomt ziet hij dat er van zijn straat bijna niks meer over is behalve zijn huis. Hij klopt op de deur en zijn vrouw doet open. Eerst is ze verbaasd, maar dan vliegt ze hem in de armen. Er komt een groot feest in de straat ter ere van Klaas Zwart. Vragen: De karakters van de hoofderponen: De hoofdpersonen komen elkaar allemaal een keer tegen in het boek, ze herkennen elkaar dan van verhalen van een van de jongens. Zoals wanneer Huig Terlinden een keer op de basis komt waar Klaas, Frans en Joost zijn, weten ze gelijk wie het is, omdat Bob veel over hem heeft verteld. Alle mensen hebben het zelfde doel: de Duitsers zo snel uitroeien.
De plaatsen waar het boek zich afspeelt: In het begin speelt het boek in Nederland af, maar als de Duitsers Nederland hebben ingenomen gaan ze naar Engeland om daar tegen de Duitsers te vechten. Na de invasie boeken de geallieerden snel terrein en komen er vliegvelden vrij in Belgie. Ze gaan dan naar Belgie om van daaruit tegen de Duitsers te vechten. Aan het einde gaan ze naar Nederland om hun familie op te zoeken. Het onderwerp waar het boek om draait: Het onderwerp is de tweede wereldoorlog en dan met name de Nederlandse luchtmacht, hoe die het in die tijd hebben gedaan en waar ze allemaal naartoe moesten. Zoals naar Afrika om daar tegen de Japanners te vechten. Mening over het onderwerp: Ik vind het een goed onderwerp, omdat er goed over gesproken wordt in het boek. Het probleem in het verhaal: Het probleem uit dit boek is Hitler die zijn troepen landen laat veroveren. Als de geallieerden de veroverde landen weer terug willen pakken gaat het een stuk langzamer, waardoor de mensen in de veroverde landen erg moeten lijden. De geallieerden pakken het goed aan, want veel sneller konden ze de Duitsers niet aanvallen. Zijn de gebeurtenissen realistisch: Alle gebeurtenissen zijn van piloten die het zelf hebben meegemaakt, maar er is natuurlijk wel een ander verhaal omheen gebracht, maar iemand kan het best zo beleefd hebben. Kon je je inleven in het verhaal: Ik kon me goed inleven in het verhaal, vooral in Bob Baars die al snel in de oorlog sterft. Ik kon me ook goed inleven in Klaas Zwart, want die wilde altijd alles perfect hebben.