Het thema van dit boek is, dat ongeacht de grootte van je zonden, God je kan vergeven als je berouw toont. Nu citeer ik een stuk tekst uit het boek (blz. 59-61): De paus 'Luister naar mijn uitspraak. Het zou mij spijten en het zou ook zeker betreurenswaardig zijn als er iemand verloren ging terwijl dat voorkomen zou kunnen worden. Ook God wil dat liever niet. Kijk, hier zijn drie ijzeren ringen. De grootste moet u om haar hals bevestigen, de andere om haar armen, flink stevig en strak. De ringen moet ze net zo lang dragen tot ze versleten zijn of vanzelf afvallen. Dan zullen haar zonden vergeven zijn, pas dan is haar vergiffenis geschonken.' Op deze manier werd Marieken haar zonden vergeven. Haar ringen werden na vele jaren door een engel eraf gehaald. Het goede wint van het kwade. De motieven in dit boek: - De duivel en God. Het gaat over de strijd tussen goed en kwaad. Hier is het dan tussen de duivel en God. En de laatste overwint natuurlijk. -schuld, boete en vergeving. Gebeurtenissen Nu geef ik een samenvatting van de tekst: Mariken gaat boodschappen doen voor haar oom Gijsbrecht in Nijmegen. Het is de bedoeling dat ze overnacht bij haar tante in Nijmegen omdat haar oom bang is dat Mariken in het donker iets overkomt. Haar tante doet echter heel bot en stuurt haar weg. Mariken rent weg en besluit zich van niemand iets aan te trekken. Ze roept om hulp. Of deze van God komt of van de duivel maakt haar op dat moment niets uit, zo wanhopig is ze. De duivel hoort deze woorden. Hij belooft Mariken de 7 kunsten te leren en van haar de knapste vrouw te maken die ooit heeft geleefd als ze met hem meegaat. Mariken is overgehaald, maar de duivel wil wel dat ze haar naam verandert en ze moet beloven nooit meer een kruisteken te maken. Uiteindelijk stemt Mariken in en laat zich vanaf dan Emmeken noemen. Mariken en Moenen (de duivel) reizen af naar 's Hertogenbosch. Het verhaal gaat verder bij oom Gijsbrecht, die zich afvraagt waar Mariken blijft. Hij gaat naar z'n zus. Die zegt dat Mariken is vertrokken en is niet bepaald vriendelijk. Gijsbrecht vertrekt. Later hoort haar oom dat Marikens tante haar ziel heeft verkocht aan de duivel en haar keel heeft doorgesneden nadat ze heeft gehoord dat hertog Arend is vrijgelaten nadat hij was opgesloten door zijn zoon Adolf. Emmeken en Moenen zijn inmiddels doorgereisd naar Antwerpen. Daar gaan ze wijn drinken en komen in contact met twee drinkeboeren. Emmeken draagt een gedicht voor en vele mensen verzamelen zich. Moenen zorgt voor een opschudding en er wordt iemand vermoord. Emmeken en Moenen besluiten te gaan wonen in de Gulden Boom en dankzij hun toedoen worden er dagelijks allerlei misdaden gepleegd. Emmeken krijgt een beetje spijt van haar zondig leven, maar ze denkt dat het al te laat is om tot inkeer te komen. Na 6 jaar (en vele misdaden) wil Emmeken haar familie opzoeken. In Nijmegen aangekomen is er een wagenspel dat ieder jaar terugkeert: het spel van Masscheroen. Emmeken haalt Moenen over te gaan kijken, maar Moenen doet dit met tegenzin. Hoe langer Emmeken naar het spel kijkt, hoe meer spijt ze krijgt. Ze krijgt berouw en keert zich tegen Moenen. Moenen wordt kwaad en neemt haar mee naar boven, heel hoog om haar vervolgens te laten vallen. Oom Gijsbrecht staat ook tussen het publiek bij het wagenspel en ziet Emmeken naar beneden vallen. Oom Gijsbrecht maakt een gebed waar Moenen niet tegen op kan. Hij wordt woedend maar kan niets doen. Haar oom is blij dat Mariken weer terug is maar is wel geschrokken. Hij helpt haar met vragen van vergiffenis aan God. Uiteindelijk wordt Mariken vergeven na dat ze haar berouw heeft getoond. De gebeurtenissen en gevoelens spelen beide een grote rol in het verhaal. De hoofdgedachte van het verhaal is, dat ongeacht de grootte van je zonden, God je kan vergeven als je berouw toont.
middelste gedeelte van het boek Emmeken, omdat ze haar naam moest veranderen voor de duivel) Haar moeder is overleden en ze woont alleen met haar oom in en klein dorpje iets buiten de stad. Ze gaat het slechte pad op omdat ze wanhopig is, maar diep in haar hart is ze geen slecht meisje. Dit blijkt uit het feit dat ze op het laatst spijt krijgt van haar daden. Alleen laat ze zich bijvoorbeeld door Moenen gemakkelijk overhalen. Je kan zeggen dat ze erg zwak tegenover de buitenwereld staat. Mariken maakt in het boek een hele ontwikkeling door en is daarom een round-character. Ze zondigt 7 jaar, dan zit ze nog 7 jaar in het klooster en dan sterft ze. - Moenen is de duivel. Hij is in de gedaante als mens met een oog, want een duivel kan als mens niet helemaal perfect zijn. Zijn taak is zielen te winnen voor de hel en hij zorgt er
dan ook voor dat vele mensen vermoord worden. Hij heeft een hele slechte aard, hij geniet ervan om mensen leed te bezorgen. Hij doet tegen Mariken wel heel aardig, maar dit is alleen om haar ziel te winnen. Moenen is een type, hij is altijd slecht en ontwikkelt zich niet. - Oom Gijsbrecht is een bezorgde man die niets anders dan goed in zijn hart heeft zitten. Hij geeft erg veel om zijn kleine nichtje. In het boek is hij een flat-character. - Mariekens tante is heel bot tegen Mariken. Ze scheld haar nichtje uit en pleegt zelfmoord vanwege een politiek besluit. Door haar toedoen raakt Mariken op het verkeerde pad. Taalgebruik Taalgebruik: Het taalgebruik is natuurlijk zoveel mogelijk in de Middeleeuwse stijl gebleven Daarnaast is er sprake van erg beleefd taalgebruik. Plaats Er wordt niet speciaal aandacht aan de omgeving besteed. Het boek speelt zich voornamelijk af in Antwerpen en Nijmegen, maar Mariken komt ook in Venlo, Keulen, Rome en Den Bosch. Symboliek In het verhaal is aardig wat symboliek terug te vinden. De Duivel heeft altijd een gebrek, in dit boek is Moenen de Duivel en die heeft maar één oog. Ook komt er een getallensymboliek in het verhaal terug. Het getal 7 speelt een belangrijke rol in het verhaal. Marieken leerde van Moenen de zeven vrije kunsten, en ze verbleef zeven jaar met hem. Emmeken, die eerst Mariken heette, heeft zeven letters in haar naam. Het getal drie speelt ook een centrale rol. Drie staat voor de goddelijke drie-eenheid, het goddelijke, het heilige. Zo woont Gijsbrecht drie mijlen van Nijmegen en Emmeken krijgt als boetedoening drie ijzeren ringen. Als ze in Nijmegen terugkeert is het drie jaar geleden dat haar tante zelfmoord pleegde. Achtergronden Marieken van Nieumeghen is een middeleeuws boek in de vorm van een toneelstuk, met veel dialogen. Het is geschreven rond 1500, de overgangsperiode van de middeleeuwen naar de renaissance. Het was een chaotische tijd. Men geloofde in het kwaad van heksen die zich hadden overgeleverd aan de duivel. Het was ook de tijd van de rederijkers. Mariken van Nieumeghen is dan ook een rederijkerstoneel. Dit kun je bijvoorbeeld zien aan nieuwe woordvormingen en de speciale aandacht voor rijm. Ook speelt de godsdienst een belangrijke rol. Dit mirakelspel wordt berekend tot een hoogtepunt van toneelschrijfkunst. Er vindt een wonder plaats. Marieken leeft 7 jaar met de duivel en komt dan terug. Er zit duidelijk een moraal in het verhaal. De schrijver wil laten zien dat ook zeer ernstige zonden door God
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
H.
H.
Het taalgebruik is niet zo fantastisch, maar de informatie die wordt gegeven is zeker bruikbaar!
13 jaar geleden
Antwoorden