A). Verwachtingen en eerst reactie.
Ik heb dit boek gelezen, omdat het mij wel een mooi leek. Maar ook omdat het een dun boekje is. Van vriendinnen had ik gehoord dat het wel een ingewikkeld maar ook heel mooi boek moest zijn. Door de achterkant word je toch wel nieuwsgierig. Je wilt toch wel weten wat er gebeurt, als mensen gaan dementeren. Ik had nog nooit iets van deze schrijver gelezen, zover ik me nog herinneren kan. Ik weet niet of hier een film van gemaakt is, maar ik dacht van niet. De eerste hoofdstukken waren best wel ingewikkeld, maar later kom je er wat meer in dus is het ook wat makkelijker.
B). Beknopte samenvatting.
Motieven.
Een motief zou kunnen zijn, dat de schrijver steeds spiegels in het verhaal voor laat komen. Hij liet ze vaak terugkomen in het verhaal. Zo krijg je er toch een bepaald patroon in. Zo kun je alle belevenissen toch in een verhaal krijgen. Het lijkt op deze manier niet dat je allemaal verschillende stukjes leest.
Personages
De hoofdpersonen in dit boek zijn Maarten Klein en zijn vrouw Vera. Maarten (ongeveer 72 jaar) is geboren in Alkmaar maar verblijft al vijftien jaar in Amerika, waar hij werkte als secretaris bij een internationale visserijorganisatie. Inmiddels is hij gepensioneerd. Maarten is een allerdaagse, gewone man. Hij is een beetje verlegen. Zijn vader noemde hem altijd een archeoloog, dat kwam omdat hij altijd naar de grond keek. Zijn vrouw Vera waar hij z’n vijftig jaar mee samenleeft, is hulpeloos toeschouwer en slachtoffer van het dementieproces. Ze hebben twee kinderen, Fred en Kitty. Zij leiden hun eigen leven en hebben geen contact meer met hun ouders.
Perspectief en verteller.
Op de laatste pagina’s na, waarin Maarten in hij, jij en zelfs het-vorm over zichzelf spreekt, is er een ik-vertelsituatie, waarin de “ik” hoofdpersoon is van het verhaal. Het verhaal wordt dus verteld door een dementerende persoon. Al gauw wordt duidelijk dat de informatie die de persoon geeft niet altijd even betrouwbaar is. De persoon vergeet een boel dingen, zo is hij dus niet neer instaat om alle goede informatie te geven.
Ruimte.
Maarten en Vera wonen al z’n vijftien jaar in de Verenigde Staten, in het stadje Gloucester ten noorden van Boston. In de flashbacks komt Nederland vaak voor, met name de kustgebieden van Zeeland en Noord-Holland.
Tijd.
Het verhaal is niet-chronologisch verteld. De tijdsvolgorde bestaat uit negen dagen, maar word regelmatig onderbroken door herinneringen (flashbacks). Maarten vertelt met de lezer mee, en weet met zo min als de lezer hoe het afloop. Het verhaal speelt zich af rond 1982: Maarten woont dan vijftien jaar in de Verenigde Staten. De gebeurtenissen in de negen dagen worden in de verledentijd verteld, ook de herinneringen.
Titelverklaring.
De titel staat in verband met het thema van de dementie. Aan het eind van boek, als Maarten nauwelijks het verschil weet tussen nu en het verleden, denkt hij in een van z’n heldere momenten: In het leven terug?…maar waar is zoiets gebleven?…is er wel zoiets?…of was gewoon alles inbeelding van het hoofd?…Hersenschimmen?..
Samenvatting.
Op een ochtend staat Maarten Klein voor het raam als zijn vrouw, Vera, binnenkomt met thee. Wat idioot, denkt Maarten, ik zou toch zweren dat het ochtend was. Hij stelt zichzelf gerust, het is die verdomde rotwinter zegt hij, maar het gevoel van onbehagen gaat niet meer weg. Maarten is 71 jaar oud, gepensioneerd en geniet nu met Vera van zijn oude dag. Zij zijn Nederlanders, maar wonen nu sinds lange tijd in Goulcester, een klein vissersplaatsje in Noord-Amerika.
Vanaf dat eerste incident gebeuren er meer van dat soort kleine dingetjes. Als Vera hem vraagt om de oven uit te zetten wordt hij heel zenuwachtig, hij vergeet zich te scheren, etc. Hij merkt dat hij zich soms “verdwaalt”voelt.
Maarten doet erg zijn best om het voor Vera verborgen te houden. Als ze hem vraagt wat er toch aan de hand is, zegt hij weer dat het door de winter komt. Gesprekken tussen Maarten en Vera verlopen steeds moeizamer, Maarten voelt zich onbegrepen. Zijn gedachten zitten steeds meer in het verleden. Hij denkt vaak aan z’n vader, aan z’n werk, de mensen van z’n werk, een jeugdvriendin, een ex-collega die zelfmoord heeft gepleegd. Het wordt steeds erger. Maarten begint het heden en de verleden oordelaar te halen. Soms denkt hij ineens dat hij in Amsterdam woont en op een ochtend wil hij weer naar z’n werk gaan. Dan haalt Veraf er een dokter bij. Vanaf dan mag Maarten niet meer alleen naar buiten en hij vindt dat hij als een kind behandeld wordt. Gelukkig kunnen Veraf en hij er nu wel over praten, maar Maarten wordt steeds onbereikbaarder. Grote delen van zijn geheugen zijn weggevallen en dan komt het schokkende moment waarop hij heel even Veraf als zijn moeder aanziet.
Vanaf dan is Maarten geest een grote warboel. Hij beseft nu ook nauwelijks meer dat hij in de war is, zoals in het begin wel het geval was. Er komt een “oppas” in huis, zijn Veraf is een vreemde voor hem. Een moment van grote ontluistering voor Maarten heeft als hij een bepaald pianostuk dat hij tientallen jaren lang uit zijn hoofd heeft gekend, vergeten is. Hij herkent zichzelf niet meer in de spiegel. Hij leeft helemaal in zijn eigen, warrige gedachten, de buitenwereld gaat langs hem heen. Het allerlaatste wat hij nog herkend is zijn hond, Robbert. Dan wordt hij weg gevoerd, naar een tehuis. Hij herkende zichzelf al niet meer in de spiegel en in tehuis raakt hij nog verder van zichzelf verwijderd. In zijn gedachten heeft hij het niet meer over ‘ik’ maar over ‘hij’ en nog later over ‘het’.
Laatste alinea.
Maarten zoekt naar een hand, hij wil een hand vasthouden. Iemand geeft hem haar hand, maar Maarten weet niet dat het die van Vera is. Vera, die hem vertelt dat het weer lente wordt.
Eindoordeel en evaluatie.
Eigen Mening.
Ik vond het een heel mooi boek, omdat je er normaal nooit bij stilstaat dat zoiets jou ook kan over komen. In negen dagen verandert een heel leven. Dat is toch verschrikkelijk, dat je binnen negen weken je gewoon niks meer kan herinneren. Het is ook heel aangrijpend voor Vera, om je man zo te zien veranderen. Ze kan hem niet helpen, niemand kan hem helpen. In feite word Maarten binnen negen dagen nutteloos. Het is heel knap geschreven, om vanuit een persoon iets te laten vertellen, wat dan ook nog zo aangrijpend is.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden