Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De val door Marga Minco

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
Boekcover De val
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas vwo | 3818 woorden
  • 26 april 2001
  • 90 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
90 keer beoordeeld

Boekcover De val
Shadow
Frieda Borgstein woont in een bejaardentehuis. Ze is 84 jaar oud. De gebeurtenis die haar leven heeft beheerst is het wegvoeren van haar man en kinderen tijdens de oorlog. Zelf was zij juist boven in huis toen de Duitsers kwamen. Waarom werd het huis niet verder doorzocht en waarom hebben ze haar niet meegenomen?
Frieda Borgstein woont in een bejaardentehuis. Ze is 84 jaar oud. De gebeurtenis die haar leven heeft beheerst is het wegvoeren van haar man en kinderen tijdens de oorlog. Zelf was…
Frieda Borgstein woont in een bejaardentehuis. Ze is 84 jaar oud. De gebeurtenis die haar leven heeft beheerst is het wegvoeren van haar man en kinderen tijdens de oorlog. Zelf was zij juist boven in huis toen de Duitsers kwamen. Waarom werd het huis niet verder doorzocht en waarom hebben ze haar niet meegenomen?
De val door Marga Minco
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel
De Val
Aanleiding
De val is een novelle geschreven naar aanleiding van een krantenbericht over een oude vrouw die door een val in een put van de stadsverwarming om het leven kwam. Dit komt ook terug in
het boek wanneer Frieda Borgstein in de put valt. Vertelde tijd
Het verhaal speelt zich af in een paar dagen: Van de dood van Frieda Borgstein tot haar begrafenis. Aantal bladzijden
63 bladzijden
Samenvatting

Frieda Borgstein is de hoofdpersoon en woont in een bejaardencentrum. Ze denkt nog vaak aan haar man Jacob en haar kinderen Olga en Leo. Op 21 april 1942 zijn zij opgepakt door de Duitsers. Frieda heeft hen nooit meer gezien. Het was de bedoeling dat ze die dag, samen met verzetsman Hein Kessels, naar Zwitserland zouden vluchten. Toen hij iets te vroeg kwam, en Frieda boven nog snel even een extra vest aan het halen was, werden Hein, Frieda's man, en de twee kinderen opgepakt door waarschijnlijk toevallig voorbij rijdende SD'ers. Door het toeval was Frieda nog boven, zodat zij niet meegenomen is. Haar gezin kwam om tijdens de oorlog en Frieda bleef alleen achter. In het bejaardenhuis heeft Frieda vooral contact met Ben Abels, die vroeger op het kantoor van haar man gewerkt heeft. De volgende dag wordt ze 85 en wil ze voor het eerst sinds veertig haar verjaardag vieren. Ze gaat op die dag gebak halen voor haar verjaardag. Het stormt buiten erg, maar Frieda was vastbesloten te gaan. Een stukje van het bejaardentehuis verwijdert, zag ze een auto van gemeentewerken. Ze kwam dichterbij en zag de grondverwarmingsput open liggen. Frieda dacht dat ze nog gemakkelijk langs de put zou kunnen lopen, maar de wind onderschepte haar en ze viel in de put. Verstrijen was op dat moment even weg zijn maat Baltus op te halen, die aardig lang op het toilet bleef. Onderweg hoorde hij een zwakke kreet uit de richting van de put. Verstrijen, overtuigd dat het geluid uit de put kwam, rende terug en probeerde Frieda nog te redden. Ben Abels rent naar buiten en als Frieda uit de put wordt gehaald door Verstrijen leeft ze nog, maar later overlijdt ze aan haar verwondingen. Ook Verstrijen heeft ernstige brandwonden. Dan gaat het verhaal verder met Ben Abels. Hij had vlak na het ongeluk iemand gezien die hij kende. Het bleek Hein Kessels te zijn. Ze maakten een afspraak om met elkaar te praten in een café op het Gouverneursplein. Daar vertelde Kessels zijn verhaal. Hij vertelde dat hij Jacob erg mocht, hij kende hem via z'n vader. In de oorlog zat hij (toen 22 jaar oud) in een verzetsgroepje en toen hij hoorde dat er groepen waren die mensen naar Zwitserland brachten dacht hij meteen aan Jacob Borgstein. Hij had het heel goed voorbereid en op 21 april 1942 fietste hij naar de Zuidkade om ze op te halen. Hij stond voor het huis, stapte af en hoorde een auto achter zich stoppen, het waren SD'ers. Hij sprong weer op z'n fiets alsof hij op het verkeerde adres was, maar Jacob had de deur al open gedaan. Jacob, Olga en Leo werden opgepakt en Kessels werd zelf ook meegenomen. Het bleek dat hij in drie kampen heeft gezeten en in Oraniënburg werd hij bevrijd. Hij wilde niet met Frieda praten en voelde zich erg schuldig. Hij durfde die confrontatie niet aan. En tevergeefs probeerde hij alles te vergeten. Maar nu Frieda was gestorven bleef hij met een schuldgevoel lopen en had hij nooit geprobeerd het aan Frieda uit te leggen. In het boek lopen eigenlijk twee perspectieven door elkaar. Het verhaal begint met twee mannen die voor de gemeente werken. Ze zijn al vroeg op pad in een Volkswagenbus (donderdag). Ze stoppen bij een soort café‚ dat "de Salamander" heet, Carla werkt daar. Ze drinken een kop koffie als een jongen van de stadspost binnen komt, hij vraagt of hij mee kan rijden naar de Uiterwaardenstraat. Hij was zelf op de brommer en het was nogal koud. Dan springt het verhaal over naar Frieda Borgstein, een oude vrouw in een bejaardentehuis. Ze heeft de oorlog van zeer nabij meegemaakt en is waarschijnlijk een jodin. Er lag sneeuw buiten en Gerrie, de vrouw die Frieda kwam wekken vertelde dat iedereen die dag binnen zou blijven omdat het zo koud was. Frieda denkt ondertussen steeds weer terug aan de oorlog, haar man Jacob en haar twee kinderen: Leo en Olga. Ze stonden klaar in de gang, 's nachts om opgehaald te worden en naar een onderduikadres gebracht te worden. Kessels deed zijn verhaal. Hij vertelde dat hij Jacob erg mocht, hij kende hem via z'n vader. In de oorlog zat hij in een verzetsgroepje en toen hij hoorde dat er groepen waren die mensen naar Zwitserland brachten dacht hij meteen aan Jacob Borgstein. Hij had het heel goed voorbereid, en alles uit zijn hoofd geleerd. Verhalen van verschillende mensen in verschillende tijden worden vlak na elkaar behandeld, niet chronologisch met een geleidelijke overgang. Leeservaring
Thema
Het thema is naar mijn idee oorlogservaringen en alles wat daar in het geval van Frieda bij is gekomen. Het hele verhaal gaat over de herinnering die Frieda heeft van de oorlog en haar gezin, ze is geobsedeerd met het idee dat haar gezin in de oorlog is omgekomen en zij niet. Ze snapt niet hoe het had kunnen gebeuren en denkt steeds aam de momenten met haar gezin die ze zich nog kan herinneren. Naast oorlogservaringen zou je ook kunnen zeggen dat toeval, dood, verleden en onverwerkt verdriet het thema zijn maar ik vind dat deze elementen het thema oorlogsverleden ondersteunen en dus motieven zijn en niet het thema, Motieven
Toeval: De grote rol die toeval in dit verhaal speelt, waar je toch gemakkelijk overheen leest, wordt je pas duidelijk als aan het einde Hein Kessels je erop wijst hoe toevallig het was dat Frieda net boven was. Of dat de Duitsers hem misschien niet waren gevolgd als hij gewoon zes minuten later naar Borgsteins huis was gegaan. Het verhaal is gegaan zoals het is gegaan door de toevallige samenloop van omstandigheden. Als Hein niet zo snel gefietst had, hadden de Duitsers misschien geen argwaan gekregen bijvoorbeeld. Er zijn nog meer voorbeelden te noemen, het hele verhaal bestaat uit de toevallige samenloop van omstandigheden
Oorlogservaringen: Frieda's man en kinderen zijn overleden tijdens de oorlog. Ze zijn vermoord. De oorlog laat diepe geestelijke wonden na, zij beïnvloed de mensen heel veel, ook nog zovele jaren later. Dood: De dood is een motief in dit verhaal omdat in het verleden alles draait om de verdwijning en later de dood van Jacob, Leo en Olga en in het heden draait het om de dood die Frieda tegemoet komt. De dagen ervoor is alles nog gewoon om een beeld van Frieda's leven te krijgen en ineens is ze dood net als haar gezin. Verleden: Veel in het verhaal gaat over vroeger omdat Frieda hier veel aan denkt en het nog niet heeft verwerkt omdat ze eigenlijk niet weet wat er echt is gebeurd. Het verhaal is opgebouwd uit flashbacks die Frieda heeft om erachter te komen wat er nou gebeurd is en omdat ze haar man en kinderen mist, ze heeft hun dood nog steeds niet verwerkt en kan dus niets anders dan aan ze denken en verbitterd door het leven gaan. Onverwerkt verdriet: Frieda moet steeds aan haar gezin denken en aan de mooie momenten die ze samen hebben meegemaakt. Ze heeft nog steeds niet verwerkt dat haar man en kinderen dood zijn gegaan in de oorlog en ze mist ze nog iedere dag, ze kan aan niets anders denken dan aan haar gezin. Ze is bijna geobsedeerd door haar gemis dat ze alleen aan haar man en kinderen denkt en als het haar te veel wordt gaat rekenen om haar verdriet een beetje te vergeten. Tijd
Het verhaal speelt zich af in het jaar 1983 in een aantal dagen zodat je een beeld krijgt van het leven van Frieda. Er zitten heel vel flashbacks in het verhaal zodat je vaak in het verleden zit en weer overschakelt naar het heden, zonder duidelijke overgang. Het verhaal is één grote herinnering aan de tijd van Frieda in de oorlog die ze in het heden 'bekijkt'. De gebeurtenissen in het heden zijn eigenlijk alleen om het verhaal een aparte vorm te geven en duidelijk te maken wie Frieda is en hoe haar verleden haar heeft veranderd. Ik vind het steeds veranderen van tijd erg verwarrend omdat je pas na een paar bladzijdes lezen doorhebt waar het over gaat en in welke tijd het speelt waardoor je het verhaal niet zo goed volgt en begrijpt. Ik vind het ook erg irritant want je moet steeds heel erg opletten waar het verhaal over gaat en wat er gebeurt waardoor het meer verplicht wordt om te lezen en niet meer ontspannend. Door het veranderen van tijd leer je ook alleen Frieda goed kennen en niet de andere personen terwijl deze wel een grote rol in het verhaal spelen. Personages
Frieda Borgstein: Zij is een 84-jarige eigenwijze vrouw die in een bejaardentehuis woont die toen haar familie opgepakt werd, toevallig boven was. Zo blijft ze dus de rest van haar leven alleen en eenzaam achter. Ze heeft een hartstocht voor het maken van berekeningen. Dit komt doordat ze vroeger veel boekhoud cursussen gevolgd heeft. En zo niet aan het vreselijke uit het verleden hoeft te denken. Zij denkt steeds aan vroeger en heeft altijd een foto van haar man, Jacob, bij zich. Soms krijg je het idee dat ze een beetje dement Voor Frieda's gevoel is die oorlog nog niet voorbij, want ze weet nog steeds niet waarom Hein haar niet meegenomen hebben en de rest van haar gezin wel. Daar komt ze in de rest van het boek ook niet achter. Ze is een flat character omdat ze goed is uitgewerkt, niet overdreven is en op mij als een levensecht persoon overkwam. Je leert ook verschillende kanten van haar kennen: sterk (ze overleefd de oorlog, gaat steeds alleen op pad), hulpeloos (blijft alleen achter in het huis, heeft het verleden nog steeds niet verwerkt), op zichzelf (is vaak in gedachten verzonken, heeft niet veel contact met anderen in het tehuis), en ook lief en verzorgend (is altijd lief voor Ben, verzorgde altijd haar gezin en gasten goed). Ben Abels: Ben Abels werkte voor de oorlog op het makelaarskantoor van Jacob Borgstein. Dat was de man van Frieda. Hij komt na dertig jaar weer terug in zijn geboortestad en krijgt een baan als manusje-van-alles in het tehuis. Toevallig in het tehuis waar Frieda, de moeder van Olga, een vroegere vriendin van Ben, woont. Hij is de enige die Frieda begrijpt en haar serieus neemt. Na de dood van Frieda komt hij erachter waarom zij niet meegenomen is. Hij is een flat character omdat hij niet overdreven is en als hij iets meer was uitgewerkt een levensecht persoon zou kunnen zijn. Jacob, Olga en Leo: Dit zijn de man, dochter en zoon van Frieda die allemaal zijn omgekomen in de oorlog. Ze zijn niet erg uitgewerkt, er staan alleen beschrijvingen van Frieda over haar man en kinderen in en dat is waarschijnlijk niet helemaal hoe ze zijn geweest (ze herinnerd zich denk ik alleen de mooie dingen). Baltus en Verstrijen: Ze zijn monteurs die reparatiewerkzaamheden verrichten aan de stadsverwarming. Ze hebben geen zin in de klus die ze moeten klaren en doen dan ook niet zo hun best om er kort over te doen, ze zitten veel in het busje koffie te drinken. Verstrijen heeft thuis veel problemen met z'n vrouw. Ze zetten voor het gemak geen hekjes om de put waarbij ze werken ( Frieda zal er later dan ook invallen). Ze zijn round characters omdat je één, een beetje overdreven kant van ze leert kennen (ze zijn lui, Baltus helemaal en maakt zich nergens zorgen over, is onverschillig en niet-nadenkend persoon Verstrijen is de vrouwenversierder, ze nemen niet echt verantwoordelijkheid voor de klus want ze hebben er geen zin in) En ze komen hierdoor niet echt levensecht over. Rena van Straten: Zij is de directrice van het bejaardentehuis waar Frieda woont. Ze is een beetje een rijkeluiskind en voelt zich erg belangrijk. Ze is een round character omdat die ene kant erg overdreven is, ze laat wel even een zachte kant zien als ze bezorgd en later verdrietig om Frieda is maar de arrogantie overheerst waardoor ze een beetje overdreven overkomt. Bien Hijmans: Zij is het hoofd van de huishouding in het bejaardentehuis. Ze heeft het altijd gigantisch druk en moet alles regelen. Ze is wel bezorgd en geduldig als het over de bejaarden gaat maar schiet ook snel in de stress. Ze is een flat character want je leert uiteenlopende kanten van haar kennen waardoor het overdrevene wordt opgeheven en ze toch wel als een persoon overkomt. Hein Kessels: Hij is de man die het gezin Borgstein naar Zwitserland zou brengen. Hij werkte voor de oorlog bij Jacob en wilde ze dus graag helpen met hun vlucht. Maar hier kwamen de Duitsers achter en de Borgsteins werden opgepakt. Hij is steeds erg bezorgd om Frieda en begrijpt haar goed. Hij probeert te goed voor haar te zorgen maar is ook een sterk persoon, hij overleefd de concentratiekampen en is de houvast van Frieda als het nodig is. Door deze tegenstellingen is hij een flat character, hij is niet overdreven, heeft meerdere kanten en lijkt uit het leven gegrepen te zijn. Ik vind het wel een apart onderwerp omdat het iets is wat je over het algemeen nooit in boeken tegenkomt. Het aspect toeval is wel iets wat veel beschreven is maar in deze vorm ben ik het nog nooit tegengekomen. Dat vind ik dan ook erg leuk aan het onderwerp: het is eens iets anders. Tevens is het verhaal eromheen zo werkelijk beschreven en herkenbaar omdat het gewoon een stukje "normaal" leven is zonder van die grote problemen zoals je vaak in literatuur tegenkomt. Een verhaal als dit spreekt iedereen aan, het zou met iedereen kunnen gebeuren, terwijl de probleemverhalen niet iedereen treffen. Toeval leidt bij iedereen het leven en vaak kun je jezelf wel dingen verwijten terwijl het gewoon toeval is waardoor iets fout gaat. Wat ik ook wel erg apart vind aan het verhaal, is dat het zich in zo'n kort tijdsbestek afspeelt: het duurt niet eens een hele dag en daarom is het zo gedetailleerd. Hierdoor lijkt het veel op een normale dag zoals je het ook meemaakt. Veel verhalen staan niet zo bij simpele dingen in het leven stil, waardoor het minder werkelijk voor je is. In dit verhaal zaten veel herkenbare dingen uit het dagelijks leven. Hierdoor waren de personages ook zeer goed te begrijpen: Frieda ziet het allemaal wel zitten en heeft erg veel zelfvertrouwen. Het einde is dan dus wel zielig omdat Frieda zich zo verheugt op het vieren van haar verjaardag en ze het gevoel heeft dat ze het nog wel een tijdje zal volhouden. Wel vind ik het goed in het verhaal passen: alles leidt tot dit eind. Het is trouwens thematisch zeer toepasselijk, omdat dit weer een val is, die een grote invloed heeft op haar leven, want ze overleeft het niet. Tevens kan ik de andere personages ook goed begrijpen, die toevallig iets anders doen dan normaal door het toeval, waardoor ze een groot schuldgevoel hebben als blijkt dat Frieda omgekomen is terwijl zij er iets aan hadden kunnen doen. Tenminste dat vinden ze zelf. Eigenlijk hoeven ze zichzelf niets te verwijten omdat Frieda zo eigenwijs was. Toch kan ik het feit dat ze een schuldgevoel hebben zeer goed begrijpen, omdat je toch eerst kijkt naar wat jouw rol in het geheel was. Ik denk dat bijna iedereen het zo bekijkt. Het verhaal is zo opgebouwd dat je eerst een passage over Frieda krijgt en daarna een over die twee arbeiders die met die put bezig zijn. In het begin snap je er niets van wat dat met elkaar te maken heeft, tot het einde van het verhaal. Dan krijg je pas het verband te zien. Dit houd je wel aan het lezen doordat je wil weten wat er gaat gebeuren, het is niet zo voorspelbaar. Het zijn korte scènes die om en om voorkomen, waardoor je het gevoel krijgt dat het op hetzelfde moment gebeurt, ook omdat het in chronologische volgorde plaatsvindt. Het boek is in makkelijk te begrijpen Nederlands geschreven, waardoor je het snel en goed kan lezen. Op zich vond ik het zeer vreemd dat het hele boek nog niet eens één dag bevat, maar achteraf denk ik dat het zeker niet te uitvoerig beschreven was. Toch werden er redelijk wat details omschreven waardoor je de gebeurtenissen en omstandigheden voor je kon zien. Het boek is dan weliswaar kort, maar krachtig. Literair gezien bevat het boek best veel in verhouding tot de omvang van het verhaal. Zo staat er een vrij lang motto in het boek dat vrij moeilijk te verklaren was hoewel ik wel goed engels kan, maar het was ook moeilijk Engels. Toch ben ik er wel uitgekomen, maar het was vrij moeilijk om dit goed onder woorden te brengen. De thematische laag was best duidelijk eruit te halen. Zo was het zeer duidelijk dat die eerste val en eigenlijk ook de tweede van zeer grote invloed zijn op haar leven. Ook het gegeven dat het toeval in dit verhaal een grote rol speelt, is erg duidelijk en zelfs letterlijk beschreven. Titelverklaring
De aanleiding voor het schrijven van dit boek kwam voort uit een krantenberichtje, de zakelijke weergave van een gruwelijk ongeval, dat een 93-jarige vrouw uit Arnhem overkwam. Eigenlijk was Marga Minco van plan een verhaal van twaalf tot vijftien pagina's te schrijven, maar toen puntje bij paaltje kwam, had ze meer dan genoeg gegevens voor een heel boek. Dit boek is tevens haar eerste, na een literaire afwezigheid van negentien jaar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is Frieda Borgstein gevallen van de trap. Op dat moment waren haar man en kinderen samen met Hein Kessels net gevangen genomen. Door deze val miste ze toevallig de vluchtauto, die zonder haar wegging. Haar hele leven veranderde toen, omdat ze haar man en kinderen nooit meer zou zien. De tweede val betekent het einde van haar leven. Twee werklieden vergeten door toevalligheden een hekje om een geopende put te zetten en Frieda Borgstein valt door een inschattingsfout in de put, wat haar dood wordt. Bibliografie
1955 De verdwenen ambtsketen - televisiespel voor kinderen

1957 Het bittere kruid. - een kleine roman
1959 De andere kant - Verhalen
1963 Kijk 'ns in de la - kinderboek
1965 Het huis hiernaast novelle - in 1966 ingepast in Een leeg huis
1965 Terugkeer - novelle
1966 Een leeg huis - roman
1968 De trapeze kinderverhalen
1970 De dag, dat mijn zuster trouwde - novelle
1970 De hutkoffer - televisiespel
1974 Meneer Frits en andere verhalen uit de vijftiger jaren
1975 Daniël de Barrios - televisiespel
1975 Je mag van geluk spreken - verhalen
1982 Verzamelde verhalen 1951-1981
1983 De val - roman
1986 De glazen brug - Boekenweekgeschenk
1991 De zon is maar een zeepbel - droomverslagen
1994 De verdwenen bladzij - verhalenbundel voor kinderen
1997 Nagelaten dagen - roman

Informatie over de schrijfster
Marga Minco is geboren in 1920 te Ginneken onder de naam Sara Menco. Ze kreeg een orthodox-joodse opvoeding, omdat haar vader kerkvoogd was van een Joodse gemeente. Na de Nutsschool begon ze met schrijven. In 1938 werd ze aangenomen bij de Bredasche Courant als leerlingjournaliste. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn haar ouders, broer en zus omgekomen. Vanaf 1950 schreef ze voor maandbladen, het Parool en het Haarlems Dagblad. Daarna heeft ze allerlei boeken geschreven voor jong en oud. Enkele bekende boeken van haar zijn Het bittere kruid, Een leeg huis en De val. Haar boeken zijn weliswaar kort, maar ze bezitten veel betekenis. Een centraal thema in haar boeken is de Tweede Wereldoorlog. Marga Minco werd geboren op 31 maart 1920 in het Brabantse Ginneken. Zij was de jongste in een Orthodox-joods gezin met drie kinderen. Toen Marga Minco geboren werd was haar broer Dave vijf jaar en haar zus Bettie één jaar. De voornaam Marga is voortgekomen uit haar onderduiktijd. Haar geboortenaam is Sara, dit verandert al snel in Selma. Als Marga vijf jaar oud is verhuisd Marga met haar familie naar Breda, waar haar vader een belangrijke positie in de joodse gemeente kreeg. Daar ging Marga Minco naar de lagere school. Na de lagere school bezocht Marga de Nutsschool voor meisjes, waar bleek dat ze veel hield van lezen en schrijven. Na een paar verhalen geschreven te hebben werd ze in 1938 aangenomen bij de Bredase Courant als journalist. Daar werkt ze tot het moment dat de directie verplicht wordt joodse personeelsleden te ontslaan. Behalve haar werk als journaliste schreef ze voor deze krant ook stukjes onder de naam Hus. In 1941 verhuisde samen met haar ouders naar Amersfoort. Kort daarna ging ze op een joodse lagere school in Amsterdam tekenlessen geven. In de oorlog werden haar orthodox-joodse ouders omgebracht door de Duitsers. Marga overleefde de oorlog door steeds op verschillende plaatsen onder te duiken. In 1946 trouwde ze met Bert Voeten. Hij was een beginnend en als journalist werkzaam bij een andere krant. Ze was zo gewend geraakt aan haar onderduiknaam "Marga" dat ze die maar als echte naam hield. Na de oorlog werkt Minco voor een aantal kranten en tijdschriften waaronder het sarcastische blad "Mandril". Vlak voor de herdenkingsdagen van mei 1957 wordt Het bittere kruid gepubliceerd. De roman wekt veel emoties op bij de mensen en er zijn inmiddels al meer dan 400.000 exemplaren van het boek verkocht. Na 'De andere kant' dat in 1959 uitkomt en waarin de oorlog niet zo'n grote rol speelt als in 'Het bittere kruid', publiceert Marga Minco in 1967 'Een leeg huis'. Het gaat over twee jonge vrouwen van joodse afkomst die allebei als enige van hun familie de oorlog hebben overleefd. Dit zou ook terug blijven komen in haar volgende romans, bijvoorbeeld in 'De val' waarin Frieda Borgstein ook als enige van de familie de oorlog overleeft. Hoewel ze na 'Een leeg huis' nog wel kinderboeken schrijft is het uitkomen van 'De val' in 1983 toch wel een verrassing. Als Boekenweekgeschenk schrijft Marga Minco in 1986 'De glazen brug'. De hoofdpersoon in het boek is Stella, die tijdens de oorlog haar vrienden en familieleden is kwijtgeraakt. Zelf overleefde ze doordat ze, ondergedoken in Zeeuws-Vlaanderen, een andere identiteit kreeg. Aan deze voorbeelden zie je hoe tekenend haar eigen verleden is geweest voor de onderwerpen in haar boeken, zo zijn immers ook haar ouders omgekomen in de oorlog. Zo zegt ze: "Door te schrijven over mijn leven, heb ik aan mijn leven een bepaalde vorm gegeven. Ik houd mij nu aan die vorm. Ik zie mezelf door de ogen van de schrijver die ik ben geworden." Naast romans houdt Marga Minco zich ook bezig met het schrijven van novellen, korte verhalen, televisiespelen en kinderboeken. In 1994 verschenen de beste jeugdverhalen van Marga Minco onder de titel 'De verdwenen bladzij'. Haar nieuwste roman 'Nagelaten' dagen is onlangs in 1997 uitgekomen.

REACTIES

D.

D.

De titelverklaring is gepikt van een ander iemand... Voor de rest goed gedaan

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De val door Marga Minco"