Oscar Cook: buitengewone gebeurtenissen door Vera Van Renterghem

Korte samenvatting

In het eerste boek van de trilogie, Oscar Cook – Buitengewone gebeurtenissen, leerden we Oscar kennen. Samen met zijn vader verhuisde hij naar een bejaardenhuis, ‘Het Kraaiennest’, omdat zijn vader er directeur was geworden en dichtbij wilde wonen. Aanvankelijk was dit voor een dertienjarige jongen niet evident, maar na enkele maanden sloot hij er vriendschap met een stel oudere mensen: de gewezen militair Karel, de oud-professor Otto en het aardige besje Lise. De oudjes hielpen hem toen zijn vader door een snood plan in de gevangenis belandde. Met de hulp van een fetisj die Karel van een pygmee had gekregen toen hij in zijn jonge jaren in Kongo werkte, reisde Oscar enkele jaren in de tijd terug en kon hij de gemene dader ontmaskeren.

In het tweede boek van de trilogie, Oscar Cook – Zonderlinge gebeurtenissen, wacht Oscar een nieuw avontuur. Otto, een van zijn oude vrienden wordt belaagd door een zekere professor Zacharius. Die zet hem onder druk om een wetenschappelijk geheim prijs te geven. Karel en Oscar proberen de chantage te stoppen. Zacharius wil immers niets minder dan een formule bemachtigen die doden tot leven kan wekken. Opnieuw moeten ze de hulp inroepen van Karels magische fetisj. De fetisj stuurt Oscar en zijn vriendinnetje Stiene naar Ingolstadt, de plek waar Victor Frankenstein ooit leefde. Hij probeerde een mens te maken, maar het werd een monster: het monster van Frankenstein. Het is 1816 als ze daar belanden. Oscar en Stiene ontmoeten er Friedl, Gretgen en grootvader Grumpi, die hen logies en hulp aanbieden. Zo vernemen ze dat er een vloek rust op de stad: op korte tijd werden vier mensen vermoord. Vrij snel komen ze Victor Frankenstein op het spoor, maar helaas ook Zacharius die samen met hen naar het verleden reisde volgt diezelfde weg. Oscar en Stiene moeten alles in het werk stellen om de formule van Victor Frankenstein te vernietigen. Ondertussen worstelt Oscar nog steeds met het verdriet om de dood van zijn moeder en vraagt hij zich af of de formule haar weer levend zou kunnen maken. De mysterieuze zoektocht brengt verschillende historische elementen in een nieuw daglicht en zorgt voor de nodige spanning. Meer en meer komt Oscar in een spiraal van gebeurtenissen terecht die hij niet meer in de hand heeft. Zelfs de fetisj lijkt een eigen wil te hebben en een hand in de loop van de gebeurtenissen.

Afgaande op Oscars woorden op het einde van het verhaal volgt er nog een derde deel. Zal Oscar eindelijk te weten komen wet er met zijn moeder is gebeurd? 

Personages

Oscar

Oscar worstelt nog steeds met de dood van zijn moeder. Dat hij niet weet wat er met haar is gebeurd, weegt zwaar op hem. Hij mist haar bijzonder veel en zou er alles aan doen om haar terug te zien. Toch is hij niet eenzaam. Hij heeft een goede band met zijn vader, ook al vindt hij het niet pluis dat zijn vader hem niets over de dood van zijn moeder vertelt. Ook met zijn oude vrienden in het bejaardenhuis heeft hij een goede band. Dankzij de sterke band met de oudjes treedt de magie van de fetisj in werking en kan hij zich verplaatsen in tijd en ruimte. Ook in dit tweede verhaal wordt hij geteleporteerd. Deze keer naar Ingolstadt in 1816 en samen met Stiene. De gebeurtenissen verplichten hem om moedig te zijn, wat hem steeds beter lukt. Zijn gevoelens voor Stiene worden sterker. Het lijkt erop dat hij verliefder is dan hij zelf wil toegeven.

Stiene

Stiene is nog steeds het optimistisch meisje dat rad van tong is en niet bang is om te handelen. Ze is de steun en toeverlaat van Oscar. Haar moeder verliet het gezin vier jaar geleden, maar Stiene lijkt het er minder moeilijk mee te hebben dan Oscar. De lezer weet dit niet helemaal zeker, het biedt een opening om over Stiene na te denken. Ze is een intrigerend meisje, er hangt geheimzinnigheid rond haar. Haar vader is bovendien een dief en dat maakt er alles niet eenvoudiger op. Omdat dit boek geschreven is vanuit het standpunt van Oscar is het logisch dat ook de lezer niet meer te weten komt dan Stiene wil lossen.   

Professor Otto

Het is professor Otto die raar, zéér raar doet. Hij is in niets meer geïnteresseerd en heeft zelfs gezworen nooit nog experimenten te doen. De professor praat nog amper en de bewoners van het Kraaiennest zijn bezorgd over hem. Karel en Oscar proberen uit te vissen wat er aan de hand is met professor Otto.

Wanneer ze de kamer van Otto onderzoeken, komen ze oog in oog te staan met een vreemde man. Hij stelt zichzelf voor als professor Zacharius en zegt dat hij een vriend is van professor Otto. Oscar en Karel geloven nooit dat deze rare kwibus een vriend is van de professor.

En ze hebben gelijk, Zacharius blijkt een gemene schurk te zijn die op zoek is naar een geheime formule. Karel en Oscar krijgen de professor uiteindelijk zo ver dat hij toch begint te praten. De professor vertelt dat de grootvader van Zacharius net als hem lid was van het Paracelsusgenootschap, een wetenschappelijke en geheime genootschap. Professor Otto is in het bezit van ‘Formule 1541’ en Zacharius wil deze formule in zijn bezit krijgen.

Interessant in dit boek zijn de onderliggende ethische vragen rond het beoefenen van wetenschap.  

Thema’s

Net als in het vorige boek is het thema ‘verbond jong en oud’ belangrijk. Oscar Cook laat zien dat bejaarden nog lang niet zijn afgeschreven, hoewel het grootste deel van dit boek zich afspeelt buiten het bejaardentehuis. Ook in Ingolstadt krijgt hij de hulp van een oude man, de oude speelkaartenmaker Grumpi. Speelkaarten spelen een belangrijke rol in het verhaal, maar dan wel op een verrassende manier.