Algemene informatie
Titel: Max Havelaar, of de koffij-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij
Auteur: Multatuli
Gelezen editie: Tekst in Context, samengesteld door Peter Sonneveld, 2010 Amsterdam University Press
Eerste druk: 17 mei 1860, drukkerij J. de Ruyter, Amsterdam.
Aantal pagina’s: 95
Auteur
Multatuli is het pseudoniem van Eduard Douwes Dekker, geboren in Amsterdam, 2 maart 1820. Zijn vader was zeekapitein, zijn moeder Amelandse huisvrouw. Dekker ging naar de Latijnse school, maar verliet deze zonder diploma. Op 18-jarige leeftijd vertrok hij op het schip van zijn vader naar het Indische Batavia, waar hij een baan kreeg in de Algemene Rekenkamer. Omdat zowel het leven in Batavia, als het financiële werk hem tegen begon te staan, solliciteerde hij naar een baan als gouverneur-generaal in een buitengebied. In 1842 werd Dekker benoemd in Natal, Sumatra. Omdat Dekker zich door al de conflicten vrijwel niet met de administratie en financiën bezighield, ontstond er een kastekort en werd hij geschorst. Dekker moest het tekort uit eigen middelen bijvullen en werd hierna overgeplaatst naar Java. Hier trouwde hij in april 1846 met Tine van Wijnbergen. In '54 zou hun zoon Edu geboren worden, en drie jaar hierna dochter Nonni. Op Java werkte Dekker in eerste instantie in ondergeschikte posities, maar in 1848 werd hij in ere hersteld als secretaris van Manado. In 1851 werd hij assistent-resident in Ambon, maar al na een jaar moest hij drie jaar op verlof in verband met zijn gezondheid. Toen Dekker in 1855 terugkwam in Batavia, werd hij weer op Java ingesteld. Dit keer als assistent-resident van Lebak. Het extreme machtsmisbruik greep hem ten zeerste aan, maar er was niets wat hij kon doen, omdat zijn klachten werden afgewezen. In 1856 vroeg Dekker zijn ontslag aan, en het jaar daarop vertrok hij definitief naar Europa. Twee jaar later kwamen Tine hun twee kinderen ook terug naar Nederland. Vanuit Brussel schreef Dekker dat jaar Max Havelaar binnen twee maanden. Aan zijn hoge verwachtingen werd niet voldaan, en teleurgesteld vertrok Dekker in 1866 naar Duitsland. Intussen had Dekker al het enige aan proza geschreven. Hoewel hij populair was, was hij een omstreden schrijven door zijn koppige karakter. Een halfjaar nadat zijn eerste vrouw Tine was overleden, trouwde Dekker in april 1875 met Mimi Hamminck Schepel. In 1877 stopte hij met schrijven, omdat hij teleurgesteld was in zijn lezers. Tien jaar hierna overleed Eduard Douwes Dekker op 67-jarige leeftijd in Ingelheim am Rhein tijdens een astma-aanval. Hij werd gecremeerd, en na zijn dood heeft Hamminck Schepel uit zijn brieven nog laten publiceren.
Samenvatting
Max Havelaar begint in Amsterdam, bij de koffiehandelaar Batavus Droogstoppel, die de lezer vertelt over het boek dat hij aan het schrijven is. Droogstoppel vertelt ons over zijn geschiedenis en zijn heden. Dan begint Droogstoppel aan het verhaal dat de aanleiding tot het boek was. Toen Droogstoppel een keer door de Kalverstraat liep kwam hij een man tegen, die een oud schoolgenoot van hem bleek. Deze man krijgt geen naam, hij wordt Sjaalman genoemd, naar de sjaal die hij had omgeslagen. Zijn uiterlijk is nogal verwaarloosd, een goede reden voor Droogstoppel om de man niet te mogen. Sjaalman laat een pak met papieren achter voor Droogstoppel. Het bevat uiteenlopende documenten, waarvan sommigen Droogstoppel wel aanspreken. Hij wil ze graag laten uitgeven, maar omdat hij zelf geen tijd hiervoor heeft, zet hij zijn stagiair Stern aan het werk.
In het vijfde hoofdstuk is niet langer Droogstoppel aan het woord, maar Stern. Hij schrijft het verhaal van de nieuwe assistent-resident Max Havelaar. Havelaar vertelt over zijn belevenissen op Java, en de onrechtvaardigheden die er gebeuren. Verder staat zijn toespraak tot de hoofden van Lebak genoteerd.
De hoofdstukken negen en tien brengen ons terug bij Droogstoppel die niet te spreken is over het tot nu toe geschreven boek. Ook laat hij duidelijke merken dat hij vindt dat de Javanen zelf schuld hebben aan hun armoede. Vervolgens gaat het verhaal weer terug naar Indië, waar Havelaar een Controleur en een Commandeur op bezoek heeft. Hij vertelt hen een verhaal over de Javaanse Adinda en Saïdjah. Het verhaal loopt slecht af, beide kinderen sterven door het geweld. Hij legt uit dat hoewel het verhaal fictie is, er wel een kern van waarheid in zit. Havelaar wil graag optreden, maar zolang de regent op vrije voeten is, durven de burgers niet tegen hem te getuigen; een impassé. Ondertussen is Droogstoppel er nog steeds van overtuigd dat deze gebeurtenissen verdraaid zijn, en mensen zoals Sjaalman alleen maar over anderen mopperden zodat hun eigen falen minder in het licht zou staan.
Havelaar wordt nog steeds niet gehoord, niet bij de gouverneur-generaal, en ook niet bij zijn hoogste baas. Hij heeft inmiddels ontslag genomen, maar tevergeefs
Dan neemt ineens Multatuli de pen over van Stern. Hij houdt een slotrede waarin hij eindelijk kan zeggen wat hij wil zeggen. Het is een oproep aan de regering en de koning om iets de veranderen aan de afschuwelijke situatie in Indië.
Opvallend is de vertellerswisselingen. Er is het verhaal van Droogstoppel de koffiemakelaar, het verhaal over hoe het boek tot stand is gekomen. Dan is er het verhaal dat de stagiair Stern schrijft, het verhaal van Havelaar, de assistent resident in Indië. En dat als laatste stuurt Multatuli iedereen de laan uit om zelf te schrijven. Ook wordt het duidelijk dat Sjaalman en Havelaar één en dezelfde man zijn. Sjaalman heeft Stern geholpen bij het schrijven van het boek, en Sjaalmans Pak wordt geregeld Havelaars Aantekeningen genoemd. Van Havelaar wordt gezegd dat hij veel geleden heeft. Multatuli: ‘ik die veel gedragen heb’. Niet alleen zijn Sjaalman en Havelaar dezelfde persoon, ook zijn zij Multatuli. Eduard Douwes Dekker schrijft het boek vanuit eigen ervaringen; zo krijgt het een autobiografische randje.
Historische context
Intentie
Dekker wilde maar één ding bereiken. Dat de toestand in Indië aangepakt en veranderd zou worden. Omdat er al brochures genoeg bestonden over het onderwerp besloot Dekker het anders te doen. Hij schreef een roman die eindigt in een klacht. Hij heeft hiervoor gekozen omdat men het verhaal zodoende als zoete koek zou slikken, terwijl het toch een serieuze zaak was.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden