Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Joe Speedboot door Tommy Wieringa

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
Boekcover Joe Speedboot
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 6941 woorden
  • 27 juni 2017
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
8 keer beoordeeld

Boekcover Joe Speedboot
Shadow

Fransje Hermans, de verteller van het verhaal, is na een ongeluk invalide geraakt en heeft voorgoed zijn spraakvermogen verloren. Hij is de zelfbenoemde chroniqueur van het dorp Lomark. Zijn fascinatie voor de nieuweling Joe Speedboot is grenzeloos: Joe Speedboot, de jongen die zijn eigen naam gekozen heeft en op zijn vijftiende al bommenlegger, vliegtuigbouwer en bew…

Fransje Hermans, de verteller van het verhaal, is na een ongeluk invalide geraakt en heeft voorgoed zijn spraakvermogen verloren. Hij is de zelfbenoemde chroniqueur van het dorp Lo…

Fransje Hermans, de verteller van het verhaal, is na een ongeluk invalide geraakt en heeft voorgoed zijn spraakvermogen verloren. Hij is de zelfbenoemde chroniqueur van het dorp Lomark. Zijn fascinatie voor de nieuweling Joe Speedboot is grenzeloos: Joe Speedboot, de jongen die zijn eigen naam gekozen heeft en op zijn vijftiende al bommenlegger, vliegtuigbouwer en bewegingsfilosoof is. Nauwgezet observeert Fransje hoe nog een nieuwkomer de natuurlijke orde van het dorp komt verstoren: Joe’s stiefvader Papa Afrika, een zachtaardige Nubiër met gazellenogen die een kleine scheepswerf begint op de oever van de Rijn. Dan verschijnt de geheimzinnige Picolien Jane, een beeldschone Zuid-Afrikaanse, aan wie Fransje zijn kronieken opdraagt en voor wie levenslange vriendschappen op het spel worden gezet. In haar komen alle verhalen samen, met noodlottige gevolgen.

Joe Speedboot door Tommy Wieringa
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Boekverslag Joe Speedboot

 

     

“Er wordt gezegd dat de samoerai een tweevoudige Weg heeft, van het penseel en het zwaard” Miyamato Mushashi

 

Marije Boogaard, V5D

Datum: 24-04-2017

Schrijver: Tommy Wieringa

Niveau: 4

Jaar van uitgave: 2005

Inhoud:

1. Waarover wordt verteld?

a. Beschrijf in het kort de belangrijkste gebeurtenissen uit het verhaal in chronologische volgorde.

b. Beschrijf je hoofdperso(o)n(en). Ga hier in op het uiterlijk, het innerlijk, normen en waarden en de ontwikkeling die hij/zij doormaakt.

c. Wat is het doel van de hoofdpersoon?

d. Beschrijf de belangrijkste bijpersonen. Wat is hun rol binnen het verhaal?

e. Zijn er ook omstandigheden binnen het verhaal die een tegenstander of helper zijn binnen dit verhaal? Leg uit.

f. Beschrijf de setting van het verhaal in 10 zinnen.

 

2. Hoe wordt verteld?

a. Beschrijf de verteltijd, de vertelde tijd en de historische tijd.

b. Is je boek chronologisch of niet-chronologisch opgebouwd? Leg uit.

c. Als je verhaal niet-chronologisch is, wat is daarvan de functie volgens jou?

d. Beschrijf minimaal 2 verhaalmotieven.

e. Beschrijf minimaal 2 leidmotieven.

f. Wat is de vertelinstantie van het verhaal? Leg uit aan de hand van een voorbeeldfragment.

g. Wat is het effect van deze vertelinstantie?

h. Als je verhaal een motto bevat: breng deze in verband met je verhaal.

i. Wat is volgens jou het (belangrijkste) thema van dit verhaal?

 

Voeg toe:

  • Samenvatting (via biebsearch)
  • Minimaal 2 recensies (biebsearch)

a. Vergelijk de twee recensies met elkaar. Welke argumenten worden gebruikt? Wat zijn de overeenkomsten? Wat de verschillen?

 

3. Over de schrijver en zijn achtergrond

a. Zoek informatie over de schrijver. Voeg deze toe aan je verslag

b. Zoek uit wat de literatuuropvatting van de schrijver is. Citeer enkele zinnen waaruit dit duidelijk blijkt. Kun je dit terugzien in je gelezen werk? Hoe dan?

 

 

 

 

 

1. Waarover wordt verteld?

a. Beschrijf in het kort de belangrijkste gebeurtenissen uit het verhaal in chronologische volgorde.

Fransje Hermans krijgt een ongeluk waardoor hij lange tijd in coma ligt. Als hij wakker wordt is hij bijna helemaal verlamd en moet hij in een rolstoel zitten. Tijdens het coma van Fransje is er een nieuweling in het dorp gekomen. Joe Speedboot met zijn moeder. Zijn vader is overleden toen ze met zijn vrachtwagen op het huis van Christof Maandag, wiens vader de grootste asfaltfabrikant van de streek is. Joe zorgt voor veel onrust in het dorp. Christof en Joe worden vrienden, en later vormen Fransje, Christof, Joe en Engel een vriendengroep. Een tijd later komt PJ Eilander met haar ouders in het dorp wonen. Alle jongens zijn verliefd op PJ, inclusief Fransje en Christof. Een andere nieuwkomer is de Egyptenaar Mahfouz, de nieuwe vriend van Joe’s moeder. In diezelfde tijd zijn de jongens bezig met het bouwen van een vliegtuig. Uiteindelijk werkt het en vliegen ze boven Lomark. Tijdens deze tijd heeft Joe de kracht in Fransjes arm ontdekt. Die arm gebruikt Fransje altijd om zijn rolstoel mee vooruit te rollen en die arm is ontzettend sterk geworden. Na het eindexamen op de middelbare school gaat iedereen studeren en blijft Fransje alleen achter. Zijn vader laat hem briketten persen. Dit loopt echter uit op een ramp, want Fransje komt erachter dat zijn vader tegen hem liegt over de verkoop van de briketten. Joe is al een tijdje terug in het dorp, omdat hij zijn studie wel gezien heeft. Fransje en Joe besluiten dat Fransje gaat armworstelen omdat hij zo’n gigantisch sterke arm heeft. Ze reizen de hele wereld over, PJ gaat vaak met ze mee. Op een gegeven moment krijgt Joe een relatie met PJ en Fransje is heel jaloers. PJ had eerst een relatie met een schrijver, maar dat is uitgegaan. De schrijver heeft een boek over hun relatie geschreven en daarin komt PJ’s ware aard naar boven. PJ leed aan boulimie en was een onmogelijke vrouw om mee samen te wonen, want ze heeft geen geweten. Fransje leest dit boek. Als ze bij een toernooi in Halle zijn, wordt Joe gebeld met het bericht dat Engel overleden is. Als ze op het grote toernooi in Poznan zijn, mag Fransje vechten tegen de grote wereldkampioen Islam Manzur. Tijdens dat gevecht breekt Fransje echter zijn onderarm. Nu kan Fransje niks meer. PJ kijkt in het paspoort van Joe, waardoor ze achter zijn echte naam komt PJ is ontrouw aan Joe een gaat vreemd met Fransje als Joe aan de Parijs-Dakar race meedoet met zijn omgebouwde shovel. Een lange tijd later trouwt PJ met Christof, omdat ze zwanger van hem is geraakt. Echter, het kan net zo goed van Fransje zijn, omdat die twee nooit zijn opgehouden met elkaar naar bed te gaan. Op de trouwdag vliegt Joe over in het zelfgemaakte vliegtuig waar de tekst ‘Hoer van de eeuw’ achter hangt. Blijkbaar heeft Joe eindelijk het boek gelezen.

b. Beschrijf de hoofdpersonen. Ga hier in op het uiterlijk, het innerlijk, normen en waarden en de ontwikkeling de hij/zij doormaakt.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Fransje Hermans – Fransje is de verteller van het verhaal. Hij raakt na een ongeluk in een coma en wordt bijna verlamd wakker. Hij is een kleine pezige jongen, omdat hij helemaal niet kan bewegen. Alleen zijn rechterarm is heel sterk, omdat hij daarmee zijn rolstoel vooruit rolt. In het begin van het verhaal denkt Fransje dat hij altijd degene zal zijn die achterblijft, maar door het armworstelen komt hier verandering in. Fransje vindt dat hij de vriend van Joe moet zijn, niet Christof, omdat hij vindt dat Christof Joe tegenhoudt. Fransje kijkt ontzettend op tegen Joe. Fransje gaat vanaf zijn 14e dagboeken schrijven, met zijn hersenen is niks mis. Hij schrijft veel en hij leest ook veel, vooral uit de boeken van Miyamato Mushashi, wiens technieken hij ook veel toepast bij het armworstelen.

Joe Speedboot – Joe komt plots binnenvallen in het dorp en zorgt voor veel opschudding. Fransje kijkt ontzettend tegen hem op. Joe gaat zijn eigen gang en vindt zijn roeping in ‘beweging’. Hij zegt dat vooruitgang niet bestaat, alleen beweging. Aan het eind van het boekje komt deze voorspelling uit: Joe heeft geen vooruitgang gebracht, alleen beweging. Joe Speedboot heet eigenlijk Ratzinger. Zijn voornaam weet niemand, maar tijdens een toernooi kijkt PJ in Joe’s paspoort en komen zij en Fransje erachter dat hij Achiel Ratzinger heet. Fransje voelt zich schuldig dat hij het weet. Joe vindt dat iedereen in zijn leven in ieder geval één geheim moet hebben, en dit was de zijne. Nu Fransje zijn echte naam weet heeft Joe wat van zijn glans verloren, hij is naakt zonder zijn alter ego.

Picolien Jane – PJ is een meisje dat uit Afrika komt. Ze is heel mooi en alle jongens zijn verliefd op haar. Fransje en Christof zijn verliefd op haar. Als ze gaat studeren krijgt ze een relatie met een schrijver en als die relatie uitgaat schrijft hij een boek over hun relatie. In dat boek komt PJ’s ware aard naar boven. Ze is een mannenverslinder zonder geweten. Ze lijdt aan boulimie. Ook is ze niet eerlijk: Ze verraad Joe door zijn echte naam op te zoeken en onderhoudt ze een seksuele relatie met Fransje terwijl ze met Christof getrouwd is.

Christof Maandag – Hij is de zoon van de grootste asfaltfabrikant van de streek. Hij wordt vrienden met Joe nadat Joe en zijn gezin met de vrachtwagen op Christof’s huis in gereden zijn. Christof is een hele gewone jongen. Hij is ook verliefd op PJ. Later trouwt hij met haar. Fransje vindt dat hij op Heinrich Himmler lijkt.

c. Wat is het doel van de hoofdspersoon?

Fransje Hermans wil vooruitgang, hij wil niet stil blijven zitten en als enige achterblijven in het dorp. Dit is waarschijnlijk één van de redenen waarom hij Joe zo bewondert. Joe zorgt voor beweging.

d. Beschrijf de belangrijkste bijpersonen.

Engel – Engel is Fransjes plasmaatje. Hij helpt Fransje met naar de wc gaan. Later worden ze vrienden en ontstaat de vriendengroep. Engel is heel erg slim en creatief. Hij gaat naar de kunstacademie. Engel komt om het leven in Parijs, waar hij heen is vanwege zijn studie, als er een hond bovenop hem valt.

e. Zijn er ook omstandigheden binnen het verhaal die een tegenstander of helper zijn binnen dit verhaal? Leg uit.

Het ongeluk en de lichamelijke toestand van Fransje is zeker een tegenstander. Deze toestand weerhoud Fransje van beweging en vooruitgaan, hetgeen hij zo graag wil.

Joe is een helper, hij zorgt ervoor dat Fransje naar iemand op kan kijken en hij ontdekt dat hij nog wat kan betekenen in de wereld.

f. Beschrijf de setting van het verhaal in 10 zinnen.

Het verhaal speelt zich af in Lomark, het dorp waar de personages wonen. Lomark is een fictief dorp wat overal in Nederland kan liggen, maar het ligt in ieder geval langs de Rijn en niet te ver van Duitsland. Het verhaal speelt zich af in de laatste jaren van de 20e eeuw.

 

2. Hoe wordt verteld?

a. Beschrijf de verteltijd, de vertelde tijd en de historische tijd.

Verteltijd: 227 bladzijden.

Vertelde tijd: Ongeveer 10 jaar.

Historische tijd: Er wordt niet duidelijk gezegd wanneer het verhaal zich afspeelt. Het is in ieder geval in de laatste jaren van de 20e eeuw.

b. Is je boek in chronologische of niet-chronologische volgorde opgebouwd? Leg uit.

Het verhaal wordt bijna geheel chronologisch verteld. De enige ‘flashbacks’ zijn wanneer Fransje verteld over wat er in het verleden gebeurd is, bijvoorbeeld wanneer hij vertelt over zijn ongeluk. Het boek is opgebouwd in drie delen: Penseel (32 hoofdstukken), Zwaard (10 hoofdstukken), En toen (1 hoofdstuk). Deze opbouw wijst ook weer terug naar het motto.

c. Als je verhaal niet-chronologisch is, wat is daarvan de functie volgens jou?

n.v.t.

d. Beschrijf minimaal 2 verhaalmotieven.

Vriendschap: De vriendschap tussen de jongens in Lomark is een belangrijk onderwerp.

Seksualiteit: Als de jongens ouder worden ontdekken ze hun seksualiteit.

e. Beschrijf minimaal 2 leidmotieven.

Beweging: Beweging is een belangrijk leidmotief in dit verhaal. In bijna alles wat er gebeurt of in wat men wil dat gebeurt kun je dit begrip terugvinden. Vooral Joe brengt beweging in het dorp, wat niet bij alle bewoners van Lomark in de smaak valt.

f. Wat is de vertelinstantie van het verhaal? Leg uit aan de hand van een voorbeeldfragment.

Het verhaal wordt verteld vanuit het ik-perspectief van Fransje.

“Ik moet hier zo snel mogelijk weg. Ze maken met gek met dat gehang rond mijn bed en dat geouwehoer over de handel en het weer. Vraag ik daarom? Nou dan.”

g. Wat is het effect van deze vertelinstantie.

Het zorgt ervoor dat je je goed kunt inleven in de hoofdpersoon, Fransje Hermans. Je kunt zien wat zijn gedachten zijn, ondanks dat hij niet kan praten. Zo begrijp je als lezer het personage beter dan dat de andere personages de hoofdpersoon begrijpen. Je kunt je dus goed verplaatsen in hoe Fransje zich voelt.

h. Als je verhaal een motto bevat: breng deze in verband met je verhaal.

Motto: Er wordt gezegd dat de samoerai een tweevoudige Weg heeft, van het penseel en het zwaard” Miyamato Mushashi

Dit motto speelt een grote rol in het verhaal. Miyamota Mushashi heeft boeken geschreven waar Fransje veel levenslessen uit haalt. Ook is het motto in verband te brengen met de opbouw van het boek. Het eerste deel heet Penseel en het tweede deel heet Zwaard.

i. Wat is volgens jou het (belangrijkste) thema van dit verhaal?

Desillusie: Joe Speedboot zou je heel goed de “roman van de desillusie” kunnen noemen. Veel personages in de roman hebben een toekomstverwachting die bijna nooit uitkomt. Allereerst is er natuurlijk Joe Speedboot zelf. Hij komt als een soort verlosser Lomark binnendenderen om daar de boel op stelten te zetten, maar bijna al zijn ideeën eindigen in een ramp en aan het eind van zijn avontuur keert hij Lomark gedellusioneerd de rug toe. Een ander gedesillusioneerd personage is Frans Hermans. Nadat hij uit zijn coma is gekomen, verwacht hij veel van de nieuwkomer Joe. Aanvankelijk wordt hij nog een beetje buiten de vriendschap gehouden die Joe, Christof en Engel hebben gesloten, maar daarna maakt hij wel deel uit van de vriendenclub. De eerste desillusie valt hem ten deel, wanneer zij allen na het eindexamen gaan studeren en hij van zijn ouders het weinig begerenswaardige baantje van papierbrikettenmaker opgelegd krijgt. Hij werkt zich uit de naad, maar ziet bij een onverwacht bezoek aan zijn vaders sloperij dat er nooit een briket verkocht is. Zijn werk is dus tevergeefs geweest. Dan neemt hij toch het aanbod van Joe Speedboot aan om armworstelaar te worden aan. Het gaat vrij goed totdat hij tijdens een wedstrijd met zijn grote idool Islam Mansur zijn arm breekt, waardoor ook aan dat levensdoel een einde komt. Een derde desillusie valt hem ten deel wanneer hij in de door Metz geschreven roman over PJ leest dat ze eigenlijk veel minder aantrekkelijk is dan ze altijd voor hem geweest is. Uit angst voor intimiteit loopt ze een heel rijtje minnaars af en het is de schrijver die met haar samenwoont allemaal teveel geworden. Het beeld van de mooie PJ wordt nog verder afgebroken wanneer ze op verraderlijke wijze achter de voornaam van Joe komt en ze Frans deelgenoot van dat geheim maakt. Het voelt voor Frans aan als een verraad aan de vriendschap. Tenslotte verraadt hij ook nog zijn oude vriend Christof, wanneer die trouwt met PJ en Frans een seksuele relatie blijft onderhouden met deze “hoer van de eeuw”. Een desillusie valt ook de veel belovende kunstenaar Engel ten deel. Hij komt aan zijn einde omdat een hond die van een flatgebouw valt, op zijn hoofd terechtkomt en hem dodelijk verwondt. De moeder van Joe Ratzinger raakt gedesillusioneerd als ze eerst haar echtgenoot kwijtraakt bij het spectaculaire auto-ongeluk, nadat ze naar Lomark zijn verhuisd. Haar nieuwe vriend Mahfouz zeilt na een erotisch avontuur toch weer terug naar zijn geboorteland. De schrijver Arthur Metz is van zijn mooie illusie van PJ genezen, wanneer blijkt dat ze een wolvin in schaapskleren is.

 

 

 

 

 

 

Voeg toe:

- Samenvatting (via biebsearch)

Voor deze bespreking is gebruikgemaakt van: Tommy Wieringa, Joe Speedboot. Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 2005, tweede druk.

PENSEEL (p. 7-197)

Fransje Hermans, de veertienjarige ikverteller en hoofdpersoon, opent zijn ogen na 220 dagen in coma te hebben gelegen. Om zijn bed staan zijn ouders en twee (oudere) broers. Fransje ziet in hun ogen dat er iets is gebeurd in Lomark dat het saaie leventje van alle dorpelingen blijvend heeft veranderd.

Al snel komt hij erachter dat een nieuwkomer het dorpje is binnengedenderd. Joe Speedboot is in de auto van zijn vader in het huis van Christof Maandag (zoon van een asfaltfabrikant) tot stilstand gekomen. De vader van Joe is hierbij om het leven gekomen, zijn moeder en zus hebben de crash overleefd. Joe blijkt een opmerkelijke jongen. Niet alleen heeft hij zich een andere naam aangemeten, hij durft alles. In een schuurtje experimenteert hij met bommen maken, waarmee hij iedereen letterlijk wakker schudt. Al snel heeft Joe enkele vrienden: Christof en Engel.

Vanuit zijn rolstoel observeert Fransje iedereen; alles noteert hij zorgvuldig in zijn dagboek. Eens, zo stelt hij zich voor, zal hij chroniqueur van Lomark worden. Joe staat toe dat Fransje hem volgt in zijn opmerkelijke doen en laten. Fransje gaat weer naar school, al kan hij zich nauwelijks bewegen, niet praten en heeft hij voortdurend spasmen. Door het duwen van zijn rolstoel ontwikkelt hij in één arm een enorme kracht.

In 1993 vestigt een Zuid-Afrikaanse tandarts zich in het dorp. Zijn dochter Picolien Jane (PJ) is beeldschoon en maakt diepe indruk op de jongens. Fransje droomt van haar, maar weet dat hij geen kans maakt.

Dan meldt zich een andere nieuwkomer in het dorp: Mahfouz Husseini. De moeder van Joe is tijdens een vakantie in Egypte verliefd op hem geraakt. Joe noemt hem al gauw Papa Afrika. De Egyptenaar trekt veel met Fransje op en legt hem uit dat hij hier zijn droom wil verwezenlijken: het bouwen van een primitief zeilschip (een feloek).

Intussen is Fransje er getuige van hoe Joe en Engel in een schuur zelf een primitief vliegtuigje bouwen. Joe wil namelijk weleens zien of het waar is wat hij heeft gehoord, dat de moeder van PJ naakt door de tuin loopt! Ze krijgen het vliegtuig zelfs de lucht in. Fransje mag een keer mee, al is het voor Joe een heksentoer om Fransje in het vliegtuig te hijsen en gaat de landing bijna mis.

Door zijn onbehouwen broer Dirk leert Fransje de alcohol kennen. Veel alcohol vermindert zijn spasmen, maar zorgt ook voor de nodige overlast: hij kwijlt veel en wordt soms agressief. Fransje denkt terug aan het ongeluk dat hem in coma bracht. Hij lag in het gras te slapen toen een cyclomaaier het gras maaide. De vlijmscherpe messen misten hem, maar de trekker reed over hem heen.

Mahfouz is flink opgeschoten met de bouw van zijn feloek. Zijn vrouw nodigt bij de tewaterlating het hele dorp uit. Alles loopt volgens plan. Maar als Mahfouz bij de bocht van de rivier uit het zicht is, zeilt hij door en niemand ziet hem meer terug. Joe oppert dat hij is teruggezeild naar Egypte, omdat zijn vrouw hem te veel betuttelde. Zo had ze zijn paspoort verstopt, uit angst dat hij op een keer zou verdwijnen.

Fransje zet alles op alles om het eindexamen vwo te halen. Dat lukt, al scoort hij niet zo hoog als PJ, Christof, Joe en Engel. Die willen na het eindexamen gaan studeren ' Fransje weet dat zijn toekomst in het dorp ligt.

Fransjes vader, eigenaar van een sloperij, bedenkt een nuttige bezigheid voor zijn jongste zoon. Hij bouwt een machine in de tuin, waarin Fransje natgemaakt oud papier tot briketten perst, die als brandstof kunnen dienen. Volgens zijn vader is daar veel vraag naar. Fransje vindt het fijn werk en voert de productie tot grote hoogte op. Zijn loon brengt hij echter grotendeels naar de kroeg.

Joe houdt zijn studie voor gezien en keert terug naar Lomark. Hij neemt een baantje aan als shovelmachinist bij Christofs vader. Fransje is blij dat hij zijn idool nu weer vaker ziet. Op een dag stelt Joe hem voor om armworstelaar te worden: bij wedstrijden is daar flink wat geld mee te verdienen. Fransje wil er niet van horen: hij wil briketten maken en de lotgevallen in zijn dorp boekstaven.

Als Fransje een keer met Joe de sloperij van zijn vader bezoekt ' Fransje is er in geen jaren geweest - schrikt zijn vader zichtbaar. Als Fransje zijn ogen volgt, ziet hij een enorme muur met papieren briketten. Fransje begrijpt dat zijn vader hem heeft bedrogen: al die tijd heeft hij nooit één briket verkocht.

ZWAARD (p. 199-308)

Na deze desillusie volgt Fransje de suggestie van Joe op: armworstelaar worden. Joe zal manager en trainer zijn. Mentaal traint Fransje door het lezen van het boek van de samoerai, fysiek door te oefenen met Hennie Oosteloo, een plaatselijke dommekracht.

Bij een wedstrijd in Luik wordt Fransje tot ieders verrassing tweede. Zoals afgesproken deelt Joe in het prijzengeld: duizend gulden. Fransje geeft het geld aan zijn moeder, die het pas na lang aandringen aanneemt.

Om nog sterker te worden traint Fransje nog harder; hij weigert de spuit met doping (Joe's voorstel), maar accepteert wel diens hormoonpreparaten.

Intussen is PJ teruggekeerd uit Amsterdam, waar ze studeerde en omging met de schrijver Arthur Metz. Ze heeft hem verlaten omdat hij haar steeds vaker sloeg en wil in Lomark blijven. Ze trekt nu geregeld op met Joe en Fransje.

PJ neemt het voorstel van Joe aan om mee te rijden naar een volgende wedstrijd van Fransje in Rostock. Gesterkt door haar aanwezigheid wordt Fransje eerste. Na afloop vieren ze de overwinning met flink wat alcohol. Als Frans die nacht wakker wordt in een hotel, ziet hij dat het bed van Joe naast zich onbeslapen is. Hij begrijpt dat Joe in de kamer van PJ ligt en is woedend. Gek van jaloezie zou hij hen allebei willen doden. Maar hij laat de volgende dag niets merken en accepteert hun verkering.

Joe is bezig met een nieuw huzarenstukje: hij wil met een shovel aan de race Paris-Dakar deelnemen. In dezelfde loods als waar hij zijn vliegtuig bouwde, werkt hij wekenlang aan het ombouwen van een shovel. Hij vindt enkele sponsors die hem ondersteunen.

Als Fransje, PJ en Joe voor een toernooi in Halle zijn, horen ze dat Engel plotseling is overleden. Ze rijden direct naar huis. Engel is gestorven doordat er een hond van een flat op zijn hoofd viel.

Fransje luistert na de begrafenis naar de radio en hoort toevallig een interview met Arthur Metz over diens pas verschenen autobiografische roman Om een vrouw. Fransje vermoedt dat het om PJ gaat en bestelt de roman. Hij leest over Tessel, die in Zuid-Afrika te dik was en, eenmaal in Nederland aangekomen, een nieuw leven wil beginnen, boulimisch en nymfomaan wordt. Tijdens haar relatie met Metz heeft ze wel negen andere mannen. Fransje begrijpt dat de schrijver met de roman wraak wil nemen op het meisje van zijn dromen en snapt nu waarom Metz in een interview opmerkte dat hij de roman eerst 'De hoer van de eeuw' wilde noemen. Fransje is gedesillusioneerd, laat het boek aan Joe zien, maar die weigert het te lezen nadat hij een blik op de achterflap heeft geworpen.

Met Joe en PJ doet Fransje mee aan een groot toernooi in Poznan. In de vierde ronde komt hij uit tegen Islam Mansur, de wereldkampioen. Deze is zo sterk dat hij Fransjes arm breekt. De arm moet in het gips en Fransje is nu helemaal aangewezen op Joe en PJ. Als tijdens het vertrek bij de balie de paspoorten worden opgehaald en Joe even weg is, kijkt PJ stiekem naar de echte naam van Joe en haalt Fransje over er ook naar te kijken. Fransje begrijpt nu waarom Joe zijn echte naam (Achiel Stephaan Ratzinger) jaren geleden heeft afgezworen: die is te onbenullig voor zo'n bijzondere jongen als hij.

Terug in Lomark gaat Joe verder met de bouw van zijn shovel. PJ komt regelmatig bij Fransje langs om hem te helpen. Op een keer merkt ze dat Fransje opgewonden raakt van haar nabijheid; ze opent zijn gulp en trekt hem zachtjes af. Ze mag van Fransje ook zijn dagboeken lezen en komt er zo achter dat Fransje verliefd op haar is geweest. Dat windt haar zo op dat het niet lang duurt totdat ze in Fransjes bed belandt. Het vrijen is voor allebei een sensatie.

Joe vertrekt voor de grote autorally. RTL-5 verzorgt dagelijks een uitzending die speciaal aan hem is gewijd. Tijdens de laatste etappe naar Sharm-el-Sjeik (in Egypte) verdwijnt hij echter spoorloos. Als Fransje ervan hoort, begrijpt hij dat Joe doelbewust het parcours heeft verlaten om Papa Afrika op te zoeken. Joe laat de shovel als geschenk voor zijn stiefvader achter en keert pas weken later in Lomark terug.

EN TOEN (p. 309-316)

Het is vele jaren later. Christof heeft PJ een keer gevraagd mee te gaan naar een studentenfeest, waarna ze een relatie krijgen. PJ zoekt meer vastigheid in haar leven, raakt zwanger en besluit met Christof te trouwen. Joe heeft intussen uit rancune het dorp verlaten en niemand verneemt meer iets van hem. Totdat de huwelijksgasten in de kerk opschrikken door het geluid van een laag overvliegend vliegtuigje, dat een grote sleep achter zich voert met de tekst: 'Hoer van de eeuw' (p. 314). Fransje barst in lachen uit en bedenkt dat Joe dus toch het boek van Metz heeft gelezen.

Twee weken later baart PJ een zoon. Fransje vraagt zich af wie de vader is. Ondanks dat ze met Christof is getrouwd, gaat PJ nog geregeld met Fransje naar bed - hij kan immers fantastisch vrijen.

En zo gaat het leven in Lomark zijn oude gangetje. Ondanks allerlei protesten is de E 981 inmiddels aangelegd, met geluidswallen en zonder op- en afrit naar Lomark. 'Maar daarachter zijn wij niet gestorven. (...) Wij zijn hier nog' (p. 316).

http://uittrekselbank.nbdbiblion.nl/uittrekselbank/abonnee/detail?tek_id=294958

- Minimaal 2 recensies (via biebsearch)

1) Wat niet weerkaatst, bestaat niet

Een paar jaar geleden verscheen in deze bijlage de serie `Het beslissende boek'. Bijna honderd, vooral Nederlandstalige schrijvers vertelden daarin over het boek dat hen het meest beïnvloed had. Veel van de geïnterviewden maakten een cultureel correcte dan wel sociaal wenselijke keuze – Joyce, Musil, Kafka, Proust, Mann, Flaubert en Homerus werden meer dan eens genoemd – maar er waren ook verrassingen. Zo zong Harry Mulisch de lof van een kinderboek (De ongelofelijke avonturen van Bram Vingerling), ontrukte Maarten 't Hart een Jezusstudie van Albert Schweitzer aan de vergetelheid, en kwam Gerrit Komrij aan met de Encyclopedie voor iedereen.

28 januari 2005

Een van de namen die niet vielen in `Het beslissende boek' (en dus ook niet in de gelijknamige interviewbundel uit 2002) was die van de Amerikaan John Irving. Opmerkelijk, want niet alleen is de schrijver van succesromans als The World according to Garp en The Cider House Rules al meer dan 25 jaar wereldberoemd en invloedrijk in het Engelse taalgebied, ook is hij typisch een auteur die je begint te lezen op jonge, en dus ontvankelijke leeftijd. Het kan natuurlijk zijn dat de oudere Nederlandse schrijvers, gepokt en gemazeld als ze zijn door het huiskamerrealisme, geen affiniteit hebben met de exuberante verteltraditie van John Irving. Maar zelfs de weinige jonkies in Het beslissende boek – de schrijvers die opgroeiden in de periode dat Irving zijn grootste successen vierde – noemden hem niet.

Voor Tommy Wieringa, jaargang 1967, kwam de interviewserie te vroeg; hij had aan het begin van dit millennium pas twee romans gepubliceerd – Dormantique's manco (1995) en Alles over Tristan (2002) – en werd niet ondervraagd. Maar wie zijn derde roman leest, weet zeker dat Wieringa Irving als zijn grootste inspiratiebron zou hebben genoemd. Joe Speedboot is een wervelend geschreven ontwikkelingsroman die net als Garp of A Son of the Circus grossiert in licht-absurde gebeurtenissen. De twee excentrieke hoofdpersonen, een lichamelijk zwaargehandicapte schrijver in spe en een hoogbegaafde uitvinder-in-de-dop, lijken weggelopen uit A Prayer for Owen Meany, Irvings vijftien jaar oude roman over een aandoenlijk joch dat zich ontpopt als een kinderredder.

Pubermessias

Beide personages worden door Wieringa op een doeltreffende manier plompverloren aan de lezer voorgesteld. De ikfiguur, Fransje Hermans, kijkt in de eerste bladzijden van de roman terug op de acht maanden die hij in coma lag, en beschrijft zichzelf daarna als `één functionele arm met veertig kilo lam vlees eraan'; pas veel later horen we waaraan zijn toestand te wijten is. De titelheld – al gauw Fransjes boezemvriend – komt `als een meteoriet' het dorp binnen dat het liefst `iets anders buiten houdt': de vrachtauto van zijn vader ramt per ongeluk de pui van een huis en alleen Joe stapt er levend uit. Hij is, zo wordt al snel duidelijk, een pubermessias die de jongens van het dorp zal verlossen van alle saaiheid die hen aankleeft.

Joe verkondigt theorieën `die met hun voeten in de werkelijkheid stonden en met hun hoofd in de wolken staken.' Hij heeft eigenhandig zijn naam veranderd, hij maakt furore als bommenknutselaar, hij bouwt samen met zijn vrienden een vliegtuig waarmee hij daadwerkelijk de lucht ingaat, hij traint Fransje als een van de succesvolste armworstelaars van Europa, en hij doet als begin-twintiger met een verbouwde shovel mee aan de rally Paris-Dakar. Kortom: `Hij was niet zozeer een buitengewone jongen, hij was een kracht die vrijkwam' – gedreven door een kinderlijk geheim dat hij sinds zijn tiende met zich meedraagt.

Het contrast met de onbeweeglijke, afatische, meer dan halfverlamde Fransje kan niet groter zijn. Fransje voelt zich na zijn ongeluk een samoerai die de weg van het zwaard niet langer kan volgen en is aangewezen op de weg van het penseel, oftewel de pen. Hij wordt Joe's Eckermann en een fanatieke dorpschroniqueur, schrijvend `tussen twee spasmen in', dagboek na dagboek vullend onder het motto `Wat niet weerkaatst, bestaat niet.' Alles bij wijze van oudedagsvoorziening, in de hoop dat er later mensen naar hem toe zullen komen die zullen vragen `wat gebeurde er op 27 oktober in dat en dat jaar'. Maar hij komt er al rond zijn twintigste achter dat de mensen daar geen behoefte aan hebben (`Ze willen helemaal niet horen hoe het echt was') en de enige die uiteindelijk zijn dagboeken leest is PJ, het Zuid-Afrikaanse klasgenootje dat eerst de geliefde van Joe wordt en daarna die van Fransje. Jij ziet alles en zegt niets, zegt ze tegen hem; `DEFINITIE VAN GOD' schrijft hij als antwoord.

De driehoeksverhouding tussen Joe, Fransje en PJ is – inclusief de jaloezie en het verraad die ermee gepaard gaan – de pakkendste verhaallijn uit Joe Speedboot. Ze is ook de opmaat voor de zowel komische als melancholieke epiloog, waarin Fransje vertelt hoe uiteindelijk een derde heenloopt met de trouweloze PJ – en hoe Joe gepast wraak neemt. De laatste zinnen zijn gewijd aan de net voltooide snelweg die het hele boek door heeft gedreigd het katholieke dorpje in het rivierengebied (dat door Wieringa zo mooi wordt opgeroepen) te isoleren; maar ze slaan vanzelfsprekend ook op de situatie van Fransje nadat Joe definitief uit het dorp is verdwenen:

`De E 981 is in gebruik genomen, een gletsjer van asfalt heeft nieuwe tijd voor zich uitgewalst en wij zijn verdwenen achter een metershoge geluidswal van aarde en kunststof. [...] Maar daarachter zijn wij niet gestorven, noch zijn wij van gedaante veranderd. Wij zijn hier nog.'

Wilde fantasie

Ik zou me kunnen voorstellen dat er lezers zijn die zich niet laten meeslepen door de wilde fantasie van Wieringa. Joe Speedboot is geen doorsnee realisme over `gewone' mensen in al dan niet extreme situaties, en er zijn per slot van rekening ook mensen die niet van de vroege John Irving houden. Maar sceptici worden zeker over de streep getrokken door al het andere dat Wieringa's derde roman te bieden heeft. De beschrijving van het tijdloze dorp onder de rook van de asfaltfabriek bijvoorbeeld. Of de tragiek van sommige bijfiguren, zoals de Egyptische minnaar van Joe's moeder die zijn leven wijdt aan het bouwen van een feloek, om er uiteindelijk met heimwee in de zeilen het dorp (en het verhaal) mee uit te varen. Net als Joe, en net als Fransje, is deze Mahfouz een buitenstaander, en in het lot van de buitenstaander stelt Wieringa het hoogste belang.

Toch zou je Joe Speedboot allereerst moeten lezen om de stijl. Op bijna iedere bladzijde is wel een mooie zin of een humoristische zinswending te vinden. Wieringa is goed in dialogen (`Jij bent van de vrouwen hier, zegt Joe, ik van de dingen waar benzine in moet') maar ook in observaties, zoals Fransjes commentaar op een naar Duitsland varend schip met bergen zand: `Geen wonder dat dit land zo plat is als je de heuvels exporteert.' En daarnaast heeft hij mooie dingen te zeggen over liefde (`zoiets als met smaakpapillen [...] dat je het voorop je tong proeft, het zuur halverwege en de bitterheid achterop'), over vriendschap (`wanneer je iemand zo goed kent, als een deel van jezelf dat je liever niet onder ogen zou willen zien'), en over moeder en zoon: `We zijn tot elkaar veroordeeld, ik, haar gekneusde vrucht en hoogstpersoonlijke ramp, en zij, die net als oude paarden het leed van de wereld op haar rug draagt.'

Joe Speedboot komt de Nederlandse literatuur binnenzeilen zoals de titelheld het dorp aan de rivier: met geweld en zwier. Het literaire seizoen moet nog beginnen, maar in de stroom boeken die de komende maanden voorbij gaat komen, zou Wieringa's roman wel eens het vlaggenschip kunnen zijn.

https://www.nrc.nl/nieuws/2005/01/28/wat-niet-weerkaatst-bestaat-niet-7718947-a737451

2) Joe Speedboot: Een meteoriet dondert het dorp binnen

Tommy Wieringa beschrijft in Joe Speedboot in prachtige stijl de observaties van een invalide jongen. Een recensie.

Door Judith Janssen 14 mei 2009, 13:40

Fransje Hermans is invalide geworden toen hij als dertienjarige werd overreden door een cyclomaaier. De messen van het werktuig misten hem, maar hij belandde wel voor de rest van zijn leven in een rolstoel. Veel beweegt er niet meer aan hem, en praten lukt ook niet meer. Hij stoot onverstaanbare klanken uit, wat met slierten overtollig speeksel gepaard gaat.Toch voert hij het woord in de nieuwe roman van Tommy Wieringa. Meer dan driehonderd pagina's lang kletst hij ons de oren van het hoofd. Zijn lichamelijke roerloosheid weerhoudt hem er niet van om zijn verbeeldingskracht ten volle te benutten. Integendeel. Met lichte toets vertelt hij over het wel en wee van zijn directe leefomgeving.Fransje woont in Lomark, een kleine gemeenschap waarvan de sloperij van zijn vader en een asfaltbedrijf de belangrijkste pijlers zijn. De tijd lijkt er al generaties lang stil te staan. De rivier stijgt en daalt, en de familie Maandag is nog steeds de belangrijkste van het dorp. Als Fransje de ogen opent na 220 dagen in coma te hebben gelegen, valt hem iets op. Er lijkt iets onbestemds in de lucht te hangen, en in de op fluistertoon gevoerde gesprekken aan zijn ziekbed domineert steeds één naam: Joe Speedboot.Coming-of-age
In de ambitieuze, groots opgezette coming-of-age-roman Joe Speedboot van Tommy Wieringa, die al eerder redelijk succesvol was met zijn roman Alles voor Tristan, groeit de intelligente Fransje keurig op, ondanks de vele gebreken en handicaps die hij aan zijn ongeluk heeft overgehouden. Dat hij de moed erin houdt, heeft vooral te maken met de onverschrokkenheid van de nieuweling in Lomark, Joe Speedboot.De excentrieke Joe donderde 'als een meteoriet' het dorp binnen en is daar met dezelfde snelheid blijven rondrennen. Hij fabriceert bommen en een vliegtuig (luchtwaardig!) en maakt van een shovel een raceauto voor de rally Parijs-Dakar. Joe is gepreoccupeerd met techniek en beweging, en misschien is dat wel de reden waarom hij als een van de weinigen aandacht schenkt aan Fransje. Deze 'half mens, half wagen' beweegt zich voort met wiel, rubber en asfalt, en past dan ook in de mechanische wereld van Joe.De beweeglijke, energieke Joe en de roerloze Fransje worden vrienden. Samen met Christof en Engel worden ze volwassen. Maar Fransje volgt een ander pad dan de rest. Christof, Engel en Joe gaan studeren en trekken weg uit het dorp. Fransjes wereld blijft klein en overzichtelijk.Neger
Waar iedereen druk is met allerhande bezigheden heeft híj tijd genoeg. Zo gauw hij zijn rechterarm voldoende kan bewegen, begint Fransje te schrijven. Beetje bij beetje en schriftje na schriftje ontwerpt hij een uitwaaierende 'Geschiedenis van Lomark en zijn bewoners'. Fransje vertelt over Papa Afrika, de eerste 'neger' in Lomark, die in een zelfgebouwde boot terug naar Egypte vlucht; over PJ, het mooie meisje dat met haar Zuid-Afrikaanse tongval iedereen betovert; en over de familie Eleveld wier lot bepaalt dat er al generaties lang dingen op hun hoofd vallen (van Amerikaanse oorlogsbommen tot honden). Fransje is overal bij, maar altijd als buitenstaander. Zelfs als de vier vrienden samen plannen maken, spreekt hij van 'ze' en 'zij', zelden van 'wij'.Dit afstandelijk observeren laat Wieringa ook terugkomen in zijn schrijfstijl, die simpel is maar sierlijk, met een verrassende beeldentaal die de eenvoudige Lomarkers tot exotische personages maakt. Fransjes moeder is 'bergachtig gebouwd', en als Papa Afrika de winter slecht heeft doorstaan, heeft hij 'de kleur van ongebeitst tuinmeubilair' aangenomen. Ook de seizoenswisselingen en de natuur worden prachtig beschreven. 'Toen het gras smeulde op de velden en er schapen met een zonnesteek naar het abattoir moesten voor een noodslachting (. . .), heb ik leren drinken.' Of: 'De bomen op de begraafplaats trommelden met houten vingers op de achterkant van mijn huis.'Fransje geniet van zijn verzameling anekdotes en Lomarkse wetenswaardigheden - en wij doen dat met hem. Het is door Wieringa's verbeeldingskracht dat het dorpje werkelijk tot leven komt. Het contrast tussen de krioelende dorpsbewoners - Fransje vergelijkt hen met een nest vol muizen - en de gehandicapte jongen met zijn broze gevoelens geeft het boek een aangename dynamiek.Observerende karakter
Er is één minpuntje, dat te maken heeft met de ontwikkeling die Fransje doormaakt en de melancholische berusting die hem uiteindelijk treft. Fransje raakt allengs 'vergroeid met zijn onbeweeglijkheid' en Joe en de Lomarkers komen steeds minder ver van hem af te staan. Dat is fijn voor Fransje, maar het doet afbreuk aan het observerende karakter van het boek. Waar Fransje op afstand blijft en slechts door de indringende aanwezigheid van zijn gebrek deelneemt aan de gebeurtenissen, is Joe Speedboot het mooist. Fransje is dan een aansprekend medium dat met zijn fantasie net dat beetje extra toevoegt aan de humoristische bezigheden van een handvol dorpsbewoners.Tommy Wieringa: Joe Speedboot

Fransje Hermans is invalide geworden toen hij als dertienjarige werd overreden door een cyclomaaier. De messen van het werktuig misten hem, maar hij belandde wel voor de rest van zijn leven in een rolstoel. Veel beweegt er niet meer aan hem, en praten lukt ook niet meer. Hij stoot onverstaanbare klanken uit, wat met slierten overtollig speeksel gepaard gaat.Toch voert hij het woord in de nieuwe roman van Tommy Wieringa. Meer dan driehonderd pagina's lang kletst hij ons de oren van het hoofd. Zijn lichamelijke roerloosheid weerhoudt hem er niet van om zijn verbeeldingskracht ten volle te benutten. Integendeel. Met lichte toets vertelt hij over het wel en wee van zijn directe leefomgeving.Fransje woont in Lomark, een kleine gemeenschap waarvan de sloperij van zijn vader en een asfaltbedrijf de belangrijkste pijlers zijn. De tijd lijkt er al generaties lang stil te staan. De rivier stijgt en daalt, en de familie Maandag is nog steeds de belangrijkste van het dorp. Als Fransje de ogen opent na 220 dagen in coma te hebben gelegen, valt hem iets op. Er lijkt iets onbestemds in de lucht te hangen, en in de op fluistertoon gevoerde gesprekken aan zijn ziekbed domineert steeds één naam: Joe Speedboot.Coming-of-age
In de ambitieuze, groots opgezette coming-of-age-roman Joe Speedboot van Tommy Wieringa, die al eerder redelijk succesvol was met zijn roman Alles voor Tristan, groeit de intelligente Fransje keurig op, ondanks de vele gebreken en handicaps die hij aan zijn ongeluk heeft overgehouden. Dat hij de moed erin houdt, heeft vooral te maken met de onverschrokkenheid van de nieuweling in Lomark, Joe Speedboot.De excentrieke Joe donderde 'als een meteoriet' het dorp binnen en is daar met dezelfde snelheid blijven rondrennen. Hij fabriceert bommen en een vliegtuig (luchtwaardig!) en maakt van een shovel een raceauto voor de rally Parijs-Dakar. Joe is gepreoccupeerd met techniek en beweging, en misschien is dat wel de reden waarom hij als een van de weinigen aandacht schenkt aan Fransje. Deze 'half mens, half wagen' beweegt zich voort met wiel, rubber en asfalt, en past dan ook in de mechanische wereld van Joe.De beweeglijke, energieke Joe en de roerloze Fransje worden vrienden. Samen met Christof en Engel worden ze volwassen. Maar Fransje volgt een ander pad dan de rest. Christof, Engel en Joe gaan studeren en trekken weg uit het dorp. Fransjes wereld blijft klein en overzichtelijk.Neger
Waar iedereen druk is met allerhande bezigheden heeft híj tijd genoeg. Zo gauw hij zijn rechterarm voldoende kan bewegen, begint Fransje te schrijven. Beetje bij beetje en schriftje na schriftje ontwerpt hij een uitwaaierende 'Geschiedenis van Lomark en zijn bewoners'. Fransje vertelt over Papa Afrika, de eerste 'neger' in Lomark, die in een zelfgebouwde boot terug naar Egypte vlucht; over PJ, het mooie meisje dat met haar Zuid-Afrikaanse tongval iedereen betovert; en over de familie Eleveld wier lot bepaalt dat er al generaties lang dingen op hun hoofd vallen (van Amerikaanse oorlogsbommen tot honden). Fransje is overal bij, maar altijd als buitenstaander. Zelfs als de vier vrienden samen plannen maken, spreekt hij van 'ze' en 'zij', zelden van 'wij'.Dit afstandelijk observeren laat Wieringa ook terugkomen in zijn schrijfstijl, die simpel is maar sierlijk, met een verrassende beeldentaal die de eenvoudige Lomarkers tot exotische personages maakt. Fransjes moeder is 'bergachtig gebouwd', en als Papa Afrika de winter slecht heeft doorstaan, heeft hij 'de kleur van ongebeitst tuinmeubilair' aangenomen. Ook de seizoenswisselingen en de natuur worden prachtig beschreven. 'Toen het gras smeulde op de velden en er schapen met een zonnesteek naar het abattoir moesten voor een noodslachting (. . .), heb ik leren drinken.' Of: 'De bomen op de begraafplaats trommelden met houten vingers op de achterkant van mijn huis.'Fransje geniet van zijn verzameling anekdotes en Lomarkse wetenswaardigheden - en wij doen dat met hem. Het is door Wieringa's verbeeldingskracht dat het dorpje werkelijk tot leven komt. Het contrast tussen de krioelende dorpsbewoners - Fransje vergelijkt hen met een nest vol muizen - en de gehandicapte jongen met zijn broze gevoelens geeft het boek een aangename dynamiek.Observerende karakter
Er is één minpuntje, dat te maken heeft met de ontwikkeling die Fransje doormaakt en de melancholische berusting die hem uiteindelijk treft. Fransje raakt allengs 'vergroeid met zijn onbeweeglijkheid' en Joe en de Lomarkers komen steeds minder ver van hem af te staan. Dat is fijn voor Fransje, maar het doet afbreuk aan het observerende karakter van het boek. Waar Fransje op afstand blijft en slechts door de indringende aanwezigheid van zijn gebrek deelneemt aan de gebeurtenissen, is Joe Speedboot het mooist. Fransje is dan een aansprekend medium dat met zijn fantasie net dat beetje extra toevoegt aan de humoristische bezigheden van een handvol dorpsbewoners.Tommy Wieringa: Joe Speedboot

http://www.volkskrant.nl/recensies/joe-speedboot-een-meteoriet-dondert-het-dorp-binnen~a329429/

 

Vergelijking recensies:

De recensie van Pieter Steinz: Hij wijst op overeenkomsten met romans van de Amerikaanse schrijver John Irving, zoals The World according to Garp en A Prayer for Owen Meany. Steinz prijst vooral de stijl van Wieringa's roman: mooie zinnen, humoristische zinswendingen, goede dialogen en observaties, en behartigenswaardige uitspraken over liefde, vriendschap, moeder en zoon.

Judith Janssen spreekt van een 'ambitieuze, groots opgezettecoming-of-age roman'. Ook zij prijst de stijl: afstandelijke observaties, simpel, sierlijk en verrassend beeldend taalgebruik. 'Het is door Wieringa's verbeeldingskracht dat het dorpje werkelijk tot leven komt.' Een minpuntje noemt ze het dat Fransje allengs vergroeit met zijn onbeweeglijkheid en steeds minder ver van de Lomarkers komt te staan. 'Waar Fransje op afstand blijft en slechts door de indringende aanwezigheid van zijn gebrek deelneemt aan de gebeurtenissen, is Joe Speedboot het mooist.'

 

3. Over de schrijver en zijn achtergrond.

a. Zoek informatie over de schrijver. Voeg deze toe aan je verslag.

Tommy Wieringa is geboren op 20 mei 1967 in Goor. Hij is actief sinds 1995. Zijn bekendste werken zijn Joe Speedboot en Caesarion.

Wieringa bracht een belangrijk deel van zijn jeugd door op de Antillen. Hij studeerde geschiedenis in Groningen en journalistiek in Utrecht. Naar eigen zeggen werkte Wieringa onder meer als aanstekerverkoper op de markt en als lokettist bij de spoorwegen.

Hij publiceerde drie romans, alvorens hij in 2005 doorbrak naar een groter publiek met zijn ontwikkelingsroman Joe Speedboot. Dit laatste boek werd genomineerd voor vele prijzen waarvan er enkele toegekend werden.

Voor de VPRO schreef hij het scenario voor de korte film 'Laatste wolf', uit de serie 'Goede daden bij daglicht', en voor de KRO-radio schreef hij verschillende hoorspelen. In 2013 presenteerde hij de televisieserie 'De Grens' voor de VPRO. Journalistiek werk verscheen onder meer in de Volkskrant, Vrij Nederland en Rails. Wieringa was columnist bij de gratis krant De Pers. Eerder verschenen columns van zijn hand onder andere in de Sp!ts en Propria Cures. Sinds het voorjaar van 2013 is hij columnist bij de Wegener-dagbladen.

In de muziekgroep 'Donskoy' experimenteerde Wieringa met de combinatie van poëzie en muziek. In het voorjaar van 1998 verscheen de cd 'Beatnik glorie'. Hij trad onder meer op tijdens de festivals Crossing Border, Winterschrift, Double Talk, De Nachten en Lowlands.

In 2007 is hij als gastschrijver verbonden aan de TU Delft. Hij schreef in 2010 het dictee voor het Groot Dictee der Nederlandse Taal en in 2014 het boekenweekgeschenk.

Vanaf zondag 24 februari 2013 presenteerde hij 6 weken lang De Grens een televisieprogramma van de VPRO. Bij de 6-delige televisie-documentaireserie Speeches van de VPRO, uitgezonden vanaf zondag 7 december 2014 verzorgde hij de voice-over.

Prijzen

In 2002 ontving Wieringa de Halewijnprijs voor Alles over Tristan. De roman stond op de longlist van de AKO Literatuurprijs.

Voor Joe Speedboot kreeg Wieringa de Ferdinand Bordewijk Prijs voor verhalend proza. De jury van de Jan Campert Stichting omschreef het boek als 'zijn meeslepende en vitale ontwikkelingsroman'. Aan de prijs is een bedrag verbonden van € 5.000, die op 14 december 2006 aan de auteur werd overhandigd.

Voor Joe Speedboot kreeg Wieringa tevens de eerste Magazijn La Vie en Rose Prijs.

Een zin in het boek leverde hem ook nog de Tzumprijs 2006 op, de prijs voor de beste zin in verhalend proza van het afgelopen jaar. De winnende zin luidde: 'De knalpijpen glansden als bazuinen, de wereld leek te verschroeien in allesverzengend lawaai wanneer de jongens het gaspedaal intrapten met de koppeling in, alleen om te laten weten dat ze bestonden, zodat níemand daaraan zou twijfelen, want wat niet weerkaatst, bestaat niet.'

Joe Speedboot werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs, de Gouden Uil, de Libris Literatuur Prijs, de Literatuurprijs Gerard Walschap, NS Publieksprijs en de Prijs voor het mooiste boekomslag.

Caesarion is in 2009 genomineerd voor de AKO Literatuurprijs.

In 2013 ontving Wieringa de Libris Literatuurprijs en de Prijs van de Lezersjury van de Gouden Uil voor Dit zijn de namen.

In 2014 won hij de Inktaap voor Dit zijn de namen.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Tommy_Wieringa

b. Zoek uit wat de literatuuropvatting van de schrijver is. Citeer enkele zinnen waaruit dit duidelijk blijkt. Kun je dit terugzien in het gelezen werk? Hoe dan?

Tommy Wieringa: “Tijdens mijn loopbaan als lezer heb ik dat geleerd. Boeken waarnaar ik telkens teruggrijp houden een zeker mysterie ook na een aantal lezingen. Nescio kun je tot in het oneindige lezen, omdat je altijd naar de grondtoon, die oneindige melancholie, terug kunt.”

Tommy Wieringa vindt het dus belangrijk dat een boek je kan blijven boeien, en dit wil hij doen door boeken te schrijven met meerdere lagen, waardoor je steeds meer kunt ontdekken, maar ook steeds weer terug kan naar de basis. Dit kun je ook terugzien in Joe Speedboot. Je kunt het makkelijk lezen als gewoon een leuk verhaal, maar je kunt ook wat meer nadenken en daarbij de relaties tussen vrienden, de karakters en gedachtegangen van personages en de terugkomende begrippen zoals beweging beter begrijpen.

http://coenpeppelenbos.blogspot.nl/2009/02/interview-met-tommy-wieringa-over-joe.html

 

 

 

 

 

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Joe Speedboot door Tommy Wieringa"