Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De tandeloze tijd: De gevarendriehoek door A.F.Th. van der Heijden

Zeker Weten Goed
Foto van Nienke
Boekcover De tandeloze tijd: De gevarendriehoek
Shadow
Zeker Weten Goed

Boekcover De tandeloze tijd: De gevarendriehoek
Shadow
De tandeloze tijd: De gevarendriehoek door A.F.Th. van der Heijden
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 1985
  • 479 pagina's
  • Uitgeverij: Querido

Flaptekst

“De meest in het oog lopende kwaliteit van Van der Heijden is zeker in De gevarendriehoek zijn meeslepende verteltalent. De verschillende scènes zijn sterk beeldend geschreven, vaak bij het impressionistische af.” - aldus een recensie in de Volkskrant

Eerste zin

“De vis in het aquarium tegenover me wilde al sinds het middaguur niet meer tot rust komen.”

Samenvatting

Jeuk in een afgezet been:                                                                       Albert is bij zijn ouders in Geldrop om te studeren voor zijn kandidaats filosofie. Bij het bestuderen van driehoeken wil het allemaal niet zo lukken. Hij gaat met de hond, Henna, een rondje lopen en komt tot de ontdekking dat het driehoekige speellandje uit zijn jeugd nu veel kleiner is. Omdat hij zeker weet dat dit onmogelijk is gaat hij op zoek naar een kaart van het gebied, maar ook daarop is de driehoek te klein weergegeven. Albert tekent hem op de kaart in zoals hij moet zijn geweest.

De gevarendriehoek:                                                                             Albert denkt terug aan zijn vroegste jeugd en zijn eerste ontmoeting met Milli Händel, een Mariakindje. Ook herinnert hij zich Flix’ wrede spelletjes, waarna één keer een paard door zijn getreiter zo dol werd dat het ter plekke moest worden afgemaakt. Gelijk met dit voorval ontmoeten ze Thjum voor het eerst. Kort daarna zet Flix een vleermuis in de fik. Met de herinneringen krimpt de gevarendriehoek, het driehoekige speellandje, steeds een beetje verder in zijn gedachte, tot er weinig van overblijft.

Het panphilipsisme:                                                                               De familie van Albert leeft in Philipsdorp, een wijk in Eindhoven speciaal voor de arbeiders van de lokale Philipsfabriek. Albert denkt aan het leven onder Flipse, aan zijn vaders agressieve dronkenschappen en hoe hij dan altijd met zijn kniep dreigde, een groot mes dat hij via Flipse gekregen had. Albert sr. gebruikte allerlei rotsmoezen om naar de kroeg te gaan. Een daarvan was dat Alberts konijntje, waar hij zo blij mee was, voor de slacht beloofd was. Het konijn komt terug als avondeten. Als Albert sr. het echt te bont heeft gemaakt, vraagt zijn vrouw de scheiding aan, maar Albert jr. zeurt dat hij dat niet wil, en uiteindelijk ziet zijn moeder ervan af. De werkelijke reden dat jr. zo zeurt is dat hij bang is om op school te moeten vertellen dat zijn ouders gescheiden zijn.

Geparfumeerde lijm:                                                                             Thjum en Albert doen hun huiswerk vaak samen op de zolder bij Thjum thuis, waar ze na samen hun huiswerk gemaakt te hebben allerlei homoseksuele spelletjes doen. Als ze naar het gymnasium gaan besluit Albert echter dat ze daarmee op moeten houden, en ze verbranden alle bewijslast. De eerste keer dat ze zich iets dergelijks weer toe staan is als ze Flix ontmoeten op de kermis.

Voorgoed ongeschikt:                                                                           Albert slaagt op de hbs, hij is afgezakt vanaf het gymnasium nadat Thjum door zijn familie intern is geplaatst bij een Jezuïetenorde. Hij wordt opgeroepen voor militaire dienst maar liegt over zijn geaardheid om niet aangenomen te worden. Na een herkeuring lukt dat hem. Albert denkt terug aan het feit dat hij en zijn moeder Albert sr. lange tijd anti-alcoholmedicijnen hebben gegeven zonder dat sr. daarvan op de hoogte was. Om te vieren dat zowel hij als Thjum geslaagd zijn voor school en afgekeurd voor het leger gaan ze naar het Belgische Mol, waar Albert de bosjes in duikt met een meisje dat Cally heet. Vervolgens maakt het verhaal een sprong in de tijd en werkt hij als tijdschrijver bij machinefabriek Hombregts. Hij houdt het niet lang uit en besluit te gaan studeren in Nijmegen.

Onze Onvergetelijke Lieveling...:                                                         Albert was psychologie gaan studeren om meer over zijn seksuele handicap te weten te komen of er zelfs van te genezen, maar het lukt voor geen meter. Hij schakelt over naar filosofie in het tweede trimester. Egbert Egberts, Alberts oom, overlijdt. Terwijl Albert sr. een oude ruzie met Egbert probeert bij te leggen door een speech te houden bij het graf vertelt Alberts moeder aan Albert jr. dat Milli Händel zeer waarschijnlijk de dochter van Egbert is. Albert jr. besluit naar haar op zoek te gaan in de hoop dat hij zo iets op zal schieten met zijn impotentie.

Gelaarsd marxisme:                                                                             Albert trekt in bij mevrouw Bekkema-Van Stahlduynen. Hij is direct gefascineerd door haar zoontje Ljibbe, die geestelijk niet helemaal goed is. Albert herkent iets in de jongen, maar kan er niet op komen. Later beseft hij zich dat hij zichzelf in de jongen herkent. In een café ontmoet Albert Milli, en in de loop van de maanden raken ze in gesprek. Ze beginnen een relatie.

Een verlamde minnaar (2):                                                                   Albert en Milli zijn een ruime twaalf dagen in maart samen. In eerste instantie denkt Milli nog dat het haar schuld is dat het in bed niet wil lukken, omdat Albert niet durft te vertellen dat hij impotent is. Ondanks dat zijn ze in zekere zin gelukkig samen. Alberts hospita vindt een vriend via een contactadvertentie.

Shot gave the Queen:                                                                           Albert vertelt Milli dat niet Jimmy maar Egbert haar vader is. Milli gaat het navragen bij haar moeder, die het verhaal ontkent. Ze is woedend op Albert en slingert hem naar zijn hoofd dat hij liegt omdat hij niet durft toe te geven dat hij impotent is. Hij heeft geen weerwoord.

Zo koud, zo koud:                                                                                 Marieke en Albert ontmoeten elkaar net nadat Milli voor twee weekjes naar Duitsland is vertrokken. Albert betaalt Mariekes abortus (het kind is van een broer van Thjum), als zij in ruil daarvoor hem helpt van zijn impotentie af te komen. Na veel gedoe lukt het, waarna Albert haar laat vallen als een baksteen. De verloofde van zijn hospita blijkt een bekende alcoholist en oplichter, die haar laat zitten met een schuld van ƒ8.000,-. Kort daarna overlijdt haar zoontje Ljibbe en herkent Albert zichzelf in het dode kindje. Albert laat ook Marike zitten met de woorden dat hij wel eens wat met de jongens wil gaan drinken. Hij laat haar zitten en vertrekt.

Dit verslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Personages

Theo Schwantje (Tjum)

Thjum is een van de zoontjes van de rijke familie Schwantje. Hij heeft een groot deel van zijn schooltijd intern doorgebracht bij een Jezuïetenorde. Als wraak hiervoor jat hij in een eerder boek de sandalen van de heilige Cansius, maar dat valt niemand op. In dit boek komt hij vooral naar voren als een klein jongetje dat graag met de grote jongens mee wil doen. In dit boek is zijn rol niet zo heel groot.

Felix Boezaardt (Flix)

Flix is een zwaar astmatisch jongetje met een naar gevoel voor humor. Gedurende dit boek treitert hij een paard zo dat het op hol slaat en moet worden afgemaakt, en overgiet hij een levende vleermuis met kokende teer, om het beestje vervolgens in de fik te zetten. Flix ‘helpt’ Thjum en Albert op weg met hun homoseksuele neigingen, voor zover ze hem daar nog voor nodig hadden. Verder komt hij in dit boek niet heel erg naar voren.

Mevrouw Bekkema - Van Stahlduynen (later mevrouw Bekkema - Coster)

Mevrouw Bekkema is Alberts hospita. Ze heeft een zoontje dat geestelijk niet gezond is en daarom aan een tuigje vastzit in de kamer. Gedurende het boek ontwikkelen ze een soort ‘verstandhouding’. Albert helpt haar met haar reacties op contactadvertenties, en gedurende het boek duikt ze een nieuwe vriend op, Cor Coster. Ze bedoelt het allemaal goed, maar Cor blijkt een alcoholist en bekende oplichter te zijn, die haar met een schuld van ƒ8.000,- achterlaat. Haar zoontje, Ljibbe, sterft aan het eind van het boek.

Quotes

"Albert had nooit de moed voor of tegen [zijn vader] te kiezen. En de vader zou nooit begrijpen wat hij het kind aandeed door zo uit de nacht zijn slaap binnen te klauteren. Drammend en dreigend zou de man zijn leven lang op de derde sport van boven blijven staan ,[...] door die ladder en dat raam zouden ze tot in eeuwigheid verbonden blijven, tegen wil en dank." Bladzijde 112
"[Alberts vader] begon met de borden ... bij kleine stapels tegelijk ... Eerst de kleintjes, voor het ontbijt ... dat beviel al uitstekend: Albert zag het aan zijn gezicht ... iets tevredens door alle gemeenheid heen ... ‘Eens kijken wie hier de baas is.’ Vervolgens waren de soepborden aan de beurt. Twaalf stuks. Met veel geweld spatten ze boven op de ontbijtbordjes uit elkaar. Albert kreeg de kleinere scherven, het scherpe gruis, tegen zijn schenen. " Bladzijde 154-155
"‘ Ik wil het niet [dat jullie scheiden]. Ik wil het niet.’ [...] ‘Zal ik vanavond dan eens met [vader] praten?’ ‘Ja. Ja. Ja.’ [...] En zo joeg Albert, enkel en alleen omdat hij de schande van een pijnlijke mededeling niet aankon, het gezin voor zich uit in de bajonetpunt van [zijn vaders mes], en dat alles onder het devies van vaderliefde .." Bladzijde 189-190
"‘Zeg, Marike-Pieke... ik ga er eens vandoor. Een pilsje drinken met Thjum of zo... ’t Is zaterdagavond, en... ik heb hem allang niet gezien.’ In het volle licht van de badkamer schoof een schaduw niet alleen over haar gezicht, nee, over haar hele lichaam. Hoe weerloos en berouwvol zat ze daar opeens, op de rand van het bad: kale onderbuik, dijen tegen elkaar ge-drukt, handen eronder geschoven, en in de ogen een eindeloze verlatenheid [...] ‘En we zouden samen koken...’ zei ze zacht. ‘Wat moet ik nu met al die boodschappen? De tomaten waren al zacht...’ [...] ‘Dus je laat me hier zo maar alleen... uitgerekend nu... nadat...’ ‘Ja, god, ik moet er nodig eens uit...’ En hij liet haar zitten met het eten, in dat stille huis waar alleen een burenruzie te horen was. Haar geschoren huid brandend van schaamte." Bladzijde 523

Thematiek

Desillusie

Een belangrijk thema is de desillusie, wat zich ten eerste uit in Alberts impotentie, ten tweede in de onmacht van de familie en omgeving om Albert sr. op het rechte pad te houden en ten derde in de onmacht om zijn leven een beetje fatsoenlijk te leiden (niet dat ‘in de breedte’-gedoe van ‘m). In zekere zin is het in Alberts geval eigenlijk niet zozeer onmacht als wel on-wil om de boel te verbeteren, hij is er gewoon te lui voor.

Motieven

Alcoholmisbruik

Albert sr. is, net als zijn vader, zwaar alcoholist, en zijn alcoholmisbruik beïnvloedt het leven van de rest van de familie, net als dat van zijn eigen vader hun gezinsleven beïnvloedde. Albert jr. grijpt, eerst met het idee om dichter bij zijn vader te komen, later met het excuus dat het in zijn bloed zit omdat zijn voorvaderen het ook al deden en hij er dus toch niets aan kan doen, al snel zelf naar de fles. Hoewel de hoeveelheid alcohol in dit boek nog redelijk meevalt (het grootste deel van het boek beslaat zijn kindertijd), staat bijvoorbeeld “Vallende Ouders” bomvol van de alcohol.

Vader-zoonrelatie

De vader/zoon relatie in dit boek, is een relatie tussen Albert en zijn vader, deze gaat erg moeizaam. Door de alcohol en zijn agressieve gedrag beheerst Albert sr. het leven van zijn gezin van minuut tot minuut, maar weet hij zich tegelijk ook op afstand te krijgen. Albert jr. probeert ‘contact’ te maken met zijn vader door zelf aan de alcohol te gaan, maar het lukt hem nooit om een echte vader - zoon relatie op te bouwen, anders dan die van tiran - onderdrukte.

Opdracht

“Voor Mirjam ‘Minchen’ Rotenstreich”.                                                                 Mirjam is de echtgenote van Van der Heijden.

Trivia

In het boek woont Albert een tijdje met zijn familie in Philipsdorp, een wijk in Eindhoven, die gebouwd is als woonruimte voor medewerkers van de lokale fabriek van Philips. Het idee van dit dorp, dat echt bestaan heeft, was om de arbeiders van de fabriek goede leefomstandigheden te bieden, wat in het boek steeds aangeduid wordt met ‘Flipse zorgt goed voor z’n mensen.’ Het Philipsdorp is opgezet als ‘tuinstad’: een kleine, volledig autonome stad buiten de grote stad, waarbinnen men zelfvoorzienend was of in ieder geval alle mogelijk nodige voorzieningen bij de hand had. Zo wordt in het boek gezegd dat het dorp een eigen politie had, een personeelswinkel waar zo’n beetje alles wat men nodig had kon krijgen, een ontspanningscentrum, een vakantielocatie voor werknemers, etc.

Titelverklaring

De ‘gevarendriehoek’ van de titel verwijst aan de ene kant naar een driehoekig stuk land waar Albert als kind speelde met zijn zusje. Zijn moeder had hen bang gemaakt met allerlei verhalen over de grote gevaren buiten de driehoek, om te zorgen dat ze er binnen blijven. Dit stukje land roept bij Albert allerlei herinneringen op, aan de hand waarvan hij zijn impotentie probeert te verklaren. Hij stelt indirect dat zijn impotentie voortkomt uit de gevarendriehoek, al weet hij zelf ook niet helemaal hoe precies.

Een tweede verwijzing van de titel is naar de driehoeksverhouding tussen Albert, Thjum en Flix, die in dit boek, waarin Thjum en Flix elkaar voor het eerst ontmoeten, eigenlijk begint. (Let trouwens op de letters van hun namen Albert, Flix, Thjum = A.F.Th.) Deze relatie zal in andere boeken nog voor moeilijkheden zorgen.

Structuur & perspectief

Het verhaal wordt verteld door Albert Egberts jr. en heeft dus een ik-perspectief. Het loopt niet chronologisch, maar springt van herinnering naar herinnering. Net als bij eerdere boeken uit de cyclus wordt niet helemaal duidelijk wat de tegenwoordige tijd van het verhaal is en wat de herinneringen zijn. Waarschijnlijk is de verhaallijn waarin Albert met Milli samen is en later zich door Marieke van zijn impotentie af laat helpen de tegenwoordige tijd in het ver-haal. Zoals ik in een eerdere bespreking van een boek uit deze serie echter aanhaalde zou het niet zo heel vreemd zijn als een ander boek uit de serie of zelfs geen van de boeken uit de serie in de tegenwoordige tijd speelt. Omdat het idee van ‘leven in de breedte’ voor Albert zo belangrijk is, zou het daarom niet onlogisch zijn als Van der Heijden dit concept op de serie zelf heeft toegepast.

Decor

Het verhaal speelt zich af in Eindhoven, waar Albert tijdens zijn vroege jeugd heeft gewoond, in Geldrop, waar hij het grootste deel van zijn leven heeft gewoond en in Nijmegen, waar hij is gaan studeren.

In het boek wordt niet duidelijk wanneer het zich precies afspeelt, of wat nou herinneringen zijn en wat nu de tegenwoordige tijd in het verhaal is. Als je de verhaallijn met Milli als tegenwoordige tijd rekent en stelt dat hij als eerstejaars student ongeveer negentien zal zijn, zou de tegenwoordige tijd van het verhaal zich rond 1976 af moeten spelen, ervan uit-gaande dat hij bij de krakersrellen (zie “Slag om de blauwbrug”) ongeveer drieëntwintig was.

Stijl

De stijl van Van der Heijden is moeilijk te omschrijven. Eigenlijk schetst hij de gebeurtenissen en personages op een onscherpe manier. Een aantal personages blijven zou wat vaag, terwijl anderen, waar hij vaker op terugkomt, steeds wat duidelijker worden. Zoals ook op de omslag van het boek te lezen is: “de verschillende scènes zijn sterk beeldend geschreven, vaak bij het impressionistische af.”

Beoordeling

Het lukt Van der Heijden zeer goed om boeken te schrijven die verschrikkelijk irriteren en die je toch niet weg wil leggen. Hoewel zijn verhaal eigenlijk niet zo bijster veel inhoudt: een impotente jongen gaat op zoek naar iets of iemand om hem/haar/het de schuld te geven van zijn impotentie. Terwijl hij op zoek is naar een zondebok denkt hij terug aan zijn jeugd, in de hoop zo op iets of iemand uit te komen wie hij de schuld in de schoenen kan schuiven. Uiteindelijk wordt hij ‘genezen’ door een meisje wiens abortus in ruil hij voor deze dienst heeft betaald, waarna hij haar laat vallen als een baksteen. Toch is het zo dat zodra je eenmaal in het sfeertje van het boek zit je eigenlijk door wilt blijven lezen, terwijl je tegelijk naar wordt van het wrede en nare gevoel voor humor dat Van der Heijden een aantal van zijn personages meegeeft. Toch is het boek wel een aanrader. Iemand die van zo’n idioot plot een boek kan maken dat de lezer zo snel op de kast jaagt, maar toch weet te zorgen dat deze zelfde lezer het boek niet weg kan leggen is het waard gelezen te worden. Als is het maar om er proberen achter te komen hoe Van der Heijden het ‘m toch doet.

Recensies

" " http://www.bruna.nl/boeke...9021466958
"" http://www.yanavantienen....hp?post=49
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

35.460 scholieren gingen je al voor!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Nienke