Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2017
- 137 pagina's
- Uitgeverij: Manteau (Belg)
Flaptekst
Kort na de Eerste Wereldoorlog wordt in Boedapest een meisje van twaalf door haar ouders in een trein naar Vlaanderen gezet, samen met honderden andere kinderen. Hongarije lijdt honger als gevolg van de oorlog en enkele maanden in het buitenland moet de kinderen doen aansterken. Veertig jaar later keert het meisje als vrouw van middelbare leeftijd, samen met haar zoontje voor het eerst terug naar haar geboortedorp in "Terug naar Törökbálint". Een halve eeuw later reist de zoon terug naar het land van zijn moeder, gedreven door een krantenknipsel dat hij vond in haar nalatenschap. Er is sprake van een schat die bestemd is voor zijn moeder, de erfgename van een heuse koningin. De zoon wordt troonpretendent.
Eerste zin
Het begon nochtans als een sprookje. Lang geleden leefde in een land ver weg het prinsesje Maria Magdalena. Ingekort werd haar roepnaam mama; door mij gehalveerd tot ma, toen ook ik mijn moeder ging roepen.Samenvatting
Er zijn in totaal negen genummerde hoofdstukken die geen titel hebben.
Een
In dit hoofdstuk reist de moeder van de ik-verteller met hem naar Hongarije: het land waarvandaan ze enkele jaren na WO I is gevlucht naar Vlaanderen. Haar man (bakker) wil niet mee. Als ze toch gaat zegt hij : "Ga en kom nooit meer terug!" Ze worden opgewacht door heel beleefde mannen met een pet. Die zijn veel hoffelijker dan de vader van de ik-verteller. Ze bezoekt ook het kerkhof van haar vader en moeder en ze draait daar symbolisch het knopje van het horloge kapot. (De tijd is niet meer te achterhalen)
Twee
Van het station nemen ze een taxi. Moeder heeft blijkbaar geld. Ze heeft onderweg ook de blikken vlees gebruikt voor de omkoping van douanemensen. Het vreemde geld heeft ze verstopt in haar BH waardoor het lijkt of ze eindelijk tieten heeft. Een steeds terugkerend motief in de roman. Aan het einde van dit hoofdstuk is de ik-verteller zijn moeder even kwijt.
Drie
In dit hoofdstuk beschrijft de verteller dat hij met zijn vrouw een gevaarlijke survival/wandeltocht maakt met zijn vrouw. Hij brengt haar in een gevaarlijke situatie, maar dan neemt zij het voortouw en brengt hem naar het hotel. . Daar wordt hij later opgebeld door zijn broer die hem meedeelt dat zijn moeder overleden is.
Vier
Hierin gaat de verteller terug naar het verleden. De broer heeft thuis een kistje ontdekt met een krantenartikel. De moeder is een nakomeling van koningin Henrita en wacht een erfenis op de kroon. In Boedapest gaan ze op bezoek bij de Kroet (Croestsjow) die wel boos wordt maar niets over de erfenis zegt. Hij vraagt hun passen en de ik-verteller raakt daarna buiten bewustzijn.
Vijf
Het hoofdstuk begint met de onthulling van d eik-verteller over zijn obsessie voor de dood. Eerst betreft het een schoolvriendje dat verongelukt, later krijgt zijn vader een hartaanval. Zijn ouders hadden een slecht huwelijk. De eerste man van zijn moeder is ook al verongelukt en zij had qua gevoel niets met de bakker. De moeder schrijft haar verhaal over haar leven op in een schriftje in de moedertaal. Dat verhaal moet in haar familie blijven. De zoon neemt zich voor dat ooit te gaan brengen.
Zes
In dit hoofdstuk brengt de verteller met zijn vrouw vijftig jaar na de eerste reis een bezoek aan Boedapest en aan de familie. Hij voelt zich net zoals zijn moeder zich vroeger moet hebben gevoeld bij haar reis naar België. Zijn moeder heeft altijd een melancholische heimwee naar Hongarije gehad. Hij neemt met zijn vrouw een taxi en krijgt herinneringen aan een beeld dat hij veertig jaar daarvoor ook heeft gezien met zijn moeder.
Zeven
We zijn terug in 1966. Hij heeft een neefje dat hij de Hun noemt (eigenlijk Attila). Ze leren elkaar eenvoudige woordjes in hun eigen taal. Ze gaan op een dag een berg beklimmen en moeder koopt een popje voor hen, dat ze doormidden moeten breken (symbolisch voor de scheuring in de familie).
Daarna bezoeken ze een thermaal bad en omdat de verteller de niet-passende zwembroek van zijn neef aanheeft, krijgt hij ene gevoel van schaamte omdat hij een erectie krijgt en zijn neef zijn broek naar beneden trekt. Dan springt hij in het water.
Acht
Maar de verteller kan niet zwemmen en wordt ternauwernood gered. Hij ziet de Hun daarna niet meer. Met zijn moeder en tante gaat hij naar een zaak waar zijn moeder een Hongaars kostuum laat aanmeten. Ineens is ze een heel mooie vrouw met de "gewenste tieten." Het zal naar Nederland worden gestuurd. Dat is ook het moment waarop de verteller een nostalgisch verlangen krijgt naar Hongarije. Als hij de tweede reis met zijn vrouw het beeld weer ziet met de Maria met een kaars (verwijzing naar zijn moeder die Maria Magdalena heet) weet hij het. Zijn lichaam was naar Nederland teruggereisd, zijn ziel was gebleven. Nu zijn we weer herenigd.
Negen
In het laatste hoofdstuk bezoeken ze het dorpje Törökbalinth. Eerst bezoeken ze een gebouw waarin de kroonjuwelen van de dynastie liggen. De verteller zegt dat ze hem toebehoren, maar dan wordt hij met zijn vrouw naar buiten geleid.
Ze rijden met de taxi naar het dorpje en de vrouw neemt weer het initiatief. De Hun komt uit het huisje van zijn tante die inmiddels stokoud is. De ik-figuur geeft het schrift van zijn moeder aan de Hun. Die geeft hem het schrijft dat ze vijftig jaar geleden hebben gevuld met woordjes terug. Het is allemaal erg emotioneel: de vrouw van de Hun is recent overleden. Ze gaan naar buiten en kom,en in het dorpsmuseum terecht. De verteller vindt dat de overblijfselen van de familie daar naar toe moeten. Zijn vrouw gaat met de directrice mee en wordt in een Hongaarse klederdracht gehesen. Als ze tevoorschijn komt, ziet de verteller zijn mooie moeder weer zoals ze ook die klederdracht aan had. Alles valt samen; ook het beeld van moeder en vrouw.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden