Oma's tijd: prullenmanden en hoofdmeesters
Leraren mogen dan wel ouderwets zijn en weinig snappen van het hier en nu, maar er was een tijd dat dat nog niet zo was. Toen opa en oma nog naar school gingen en nog geen grijze haren hadden.
Toen koekje een nog een kaakje was, de hele wereld offline was, en kleuren nog niet bestonden. Maar, ouderwets of niet, op zo’n schooldag kon best iets gebeuren, vertelde mijn oma me laatst. Tijd voor een bizarre flashback naar vroegâh.
Tegenwoordig ben je cool als je het gevecht aangaat met de leraar. Meestal figuurlijk. Uitdagen. De grens opzoeken. Mijn oma kende echter een 12-jarig jongetje dat die grens passeerde en letterlijk het gevecht aanging. "De jongen was een hoofd groter dan de meester."
In geuren en kleuren vertelde ze me hoe hij de prullenbak – of prullenmand, dat lijkt me waarschijnlijker– over het hoofd de leraar trok. "Ze rolden daarna vechtend over de grond." Dat had een fantastische YouTube-hit kunnen zijn.
De hele klas in rep en roer, zeker? "Het was voor ons heel spannend. Wij zaten allemaal stijf in de bank," zegt oma, doelend op de rest van de klas. Vandaag de dag zou de rest van de klas massaal gaan aanmoedigen, filmen (YouTube!) of zelfs meevechten. Die lange lat (pardon, 'uitgeschoten knul,' noemde oma hem) was dus een uitzondering die zijn tijd ver vooruit was.
Uiteindelijk moest de hoofdmeester tussenbeide komen. De wat? Wij noemen dat rector, directeur of ‘die wat-doet-die-gast-eigenlijk-gast’ (die van mij heeft me een keer geholpen met het plakken van mijn band, wat hij verder op een dag doet – geen idee). Alleen híj kon prullenmandknul tot de orde roepen.
En alsof het allemaal nog niet genoeg was, noemde de leraar die lange een ‘stuk stront’, vertelde oma. Mijn leraren zouden zoiets nooit zeggen en het nog menen ook. Tegenwoordig is een 'stuk stront' niet iets waar je van schrikt, maar dat was toen nog ronduit beledigend. Het was een leraar met 'spierballentaal', aldus oma. Al had 'ie dan weer niet genoeg spierballen om een 12-jarige de baas te zijn.
Koud bier maakt warm bloed, zei men in zwart-witttijd: wie veel drinkt, maakt snel ruzie. "Bij de man die stront aan de knikker had met de kwajongen van de lagere school, ging dat eerder andersom", vertelt oma: "Het is slecht met deze man afgelopen. Later is hij verworden tot dronken lor en hing hij rond in de kroegen van Gouda. Zo komt hoogmoed ten val." Helaas voor hem heeft de hoofdmeester hem daar niet uit de stront geholpen.
Eindexamens. Die periode waar je al tijden naar uitkijkt (not) en waar je je super goed op hebt voorbereid (ook not). Geen paniek: wij hebben de ultieme survivalgids voor je samengesteld. Met deze tips ga je het (waarschijnlijk niet) redden. Maar ze zijn wel leuk.

1 seconde geleden
E.
E.
Briljant! Goed geschreven, leuk onderwerp. Ennn ik ben de eerste reactie geloof ik ^^
14 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Jouw oma heet toch Ted?
Groeten!
Jaro.
14 jaar geleden
Antwoorden