Ga voor wiskunde A!

Ga voor wiskunde A!

In de vierde klas stond ik voor een dilemma dat de meeste scholieren wel kennen: wiskunde A of toch B? Mijn docent wist het wel: met wiskunde als beste vak, moest ik natuurlijk voor B gaan, het liefste met D erbij. Ondanks mijn haat voor verhaaltjessommen, kansrekening en combinatoriek, ben ik toch voor de A-variant gegaan. In deze blog vertel ik waarom.

Ten eerste verafschuw ik niet alleen de onderdelen die ik hierboven noem, maar eigenlijk gewoon wiskunde in het algemeen. Mijn redenatie was dus: hoe minder wiskunde, hoe beter. Of nou ja…het is niet helemaal juist om te beweren dat ik álles van wiskunde haat. Het woord 'haat' bewaar ik voor opdrachten met de woorden 'knikkers', 'mogelijkheden' of 'beredeneer', én voor de tenenkrommende cartoons in Getal & Ruimte.

Over het algemeen is 'desinteresse' een betere omschrijving voor mijn houding ten opzichte van wiskunde. Waar mijn bèta-vrienden enthousiast kunnen worden van Fibonaccireeksen en Pythagoras, haak ik af bij getallen met meer dan twee cijfers. Omgekeerd kijken zij me glazig aan als ik vol vuur uit de doeken doe hoe de Watergeuzen Den Briel veroverden in 1572.

Brein lekt uit oren

Mijn concentratie en motivatie zijn over het algemeen ook ver te zoeken. Na vijftig minuten sommetjes maken, voelt het of mijn brein uit mijn oren lekt. Mijn gebrek aan motivatie is vooral te wijten aan het feit dat ik de praktische toepassing vaak mis (wie gaat er nou 343 knikkers uit een pot trekken?).

Jaartallen stampen voor geschiedenis is geen probleem, maar hoofdrekenen of zelfs onthouden welke som ik in mijn schrift moet overschrijven, dat is een ander verhaal. Aangezien de B-variant in mijn optiek zelfs nog abstracter is, heb ik dus de juiste keuze gemaakt.

The easy way out?

Hoewel ik rationeel wéét dat wiskunde A de goede keuze was, voelt het soms toch of ik voor de gemakkelijke weg ben gegaan. Er heerst nog altijd het onuitgesproken vooroordeel dat wiskunde A'ers alfa-losers zijn, die het echte werk niet aankunnen. Er valt niet te ontkennen dat wiskunde A niet alleen 'een andere manier van denken' is, maar daadwerkelijk makkelijker. 

Had ik dan toch de uitdaging van wiskunde B aan moeten gaan? Nee, ik ben meer dan tevreden. Wiskunde B voegt niets toe aan mijn maatschappijprofiel. Sterker nog: de kans dat ik statistiek nodig ga hebben, is een stuk groter dan dat ik iets met logaritmes moet gaan doen bij mijn toekomstige studie communicatiewetenschap. Ingewikkelde wiskundesommen zouden alleen maar tijd opeisen die ik beter kan besteden aan andere dingen, zoals blogs schrijven (en Netflixen).

Ga voor A!

Feit is dat je maar voor een beperkt aantal studies wiskunde B nodig hebt. B is gewoon best moeilijk. Om me heen zie ik vrienden zich in alle bochten wringen voor die voldoende en door de jaren heen is de wiskunde-A-klas een stuk voller geworden met gedesillusioneerde B'ers.

Mijn advies is dus: twijfel je of je het wel aankan of houd je niet van wiskunde, maar voel je je verplicht om voor de optie te gaan waarmee je de meeste studies kan doen? Stel je prioriteiten, wees niet bang voor de verhaaltjessommen en kies voor wiskunde A. 

Gepubliceerd op 13 april 2021
ADVERTENTIE
Hoeveel jonge meiden en vrouwen in Nederland krijgen per dag trombose door de anticonceptiepil?

Wil je meer informatie over Trombose? Lees het hier!

REACTIES

E.

E.

paar jaar te laat wahhah

3 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.