De moslima op het perron
Ik stond rustig op het perron op mijn trein te wachten. De mensen om me heen zuchtten ongeduldig. Zij schonken hun onverdeelde aandacht aan hun telefoons. Een oudere dame met een hoofddoek stond hulpeloos om zich heen te kijken. De vrouw had vier grote verpakkingen met fleece dekens bij zich. "Ik begrijp de borden niet," jammerde ze. "Mijn Nederlands niet goed. Welke trein moet ik?"
De moslima liep naar me toe. Uit het niets kroop er een onbehaaglijk gevoel naar boven. Mijn mond droogde uit en mijn keel leek zichzelf dicht te knijpen. Krantenartikelen en Facebook-betogen flitsten voor mijn ogen. Vluchtig deed ik een stap naar achteren. Zou ze een bom bij zich hebben? dacht ik onwillekeurig.
Plotseling besefte ik dat ik een vooroordeel over moslims had gevormd, terwijl ik nooit met iemand had gesproken die de Islam belijdt. Hoe krom is dat? Ik haalde diep adem en vroeg: "Waar moet u heen mevrouw?" "Venlo", antwoordde ze. Ik haalde mijn telefoon tevoorschijn en zocht uit welke treinen ze moest nemen. Het bleek dat ze exact in dezelfde treinen als ik moest stappen.
De trein arriveerde. Ik sjouwde twee zware fleece dekens de coupé in. De omstanders keken stilzwijgend naar de moslima die haar best deed om de andere twee met zich mee te slepen. Ze staarden ons alleen maar aan. Niemand die ons hulp bood. Toen we eenmaal rustig op een plekje zaten, wachtte ik rustig af. Ik hield oogcontact met de vrouw om haar op tijd een seintje te geven dat we eruit moesten.
We stapten over naar onze tweede trein. "U moet in deze trein blijven zitten, want het eindstation is Venlo. Ik moet eerder uitstappen," vertelde ik haar. Haar mondhoeken gingen omhoog. Rond haar ogen werden kleine rimpeltjes zichtbaar. Haar schouders zakten naar beneden. De dame was opgelucht en blij tegelijkertijd, want zij had de zekerheid gekregen dat ze thuis zou komen. "Dankjewel," zei ze dankbaar. "Mijn Nederlands niet goed. Jij mij geholpen."
Nadat ik was uitgestapt, zwaaide ze me vrolijk uit vanuit de coupé. Vervuld met een gevoel van voldoening omdat ik iemand had geholpen, fietste ik naar huis. Hoe lastig moet het zijn, als je jezelf door de ingewikkelde Nederlandse taal heen moet worstelen? Hoe vervelend moet het zijn, als de media steeds over jouw minderheidsgroep praten en mensen daardoor anders naar je gaan kijken? En daarom niemand een hand naar je durft uit te steken?
Maar ik had haar geholpen. Ik durfde mijn vooroordeel opzij te zetten en haar te behandelen als ieder ander: een mens. Want ieder mens wilt geholpen worden als hij dat nodig heeft. En de moslima, zij was totaal niet gevaarlijk. Het zijn de boosaardige uitzonderingen die moslims gevaarlijk doen líjken. Zo zie je maar: je moet niet iedereen over één kam scheren.
Een rechtenstudie met betekenis, waar wil jij je hart voor inzetten?
Bij de bacheloropleiding Law in Society aan de VU ontdek je hoe je actuele maatschappelijke thema’s kunt aanpakken met een juridische bril.
1 seconde geleden