Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 6

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 2e klas vmbo | 985 woorden
  • 5 maart 2014
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
13 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

1a     ja, spierkracht in je benen

1b     nee

1c      ja, spierkracht in je hart

2       Nee, het heeft niets te maken met de kracht die je hier gaat bestuderen.

3       Niets, het heeft een hoog alcoholpercentage.

 4       De krachten kunnen je hoofd flink beschadigen: je kunt een hersenschudding oplopen of zelfs overlijden.

5       Bijvoorbeeld: windenergie en vliegeren.

6       de punt breekt

7       het waait weg (verandert van snelheid en bewegingsrichting)

8       je snelheid wordt minder

9       door je gewicht

10a    spierkracht

10b    windkracht

 

11a    47 N

11b    72 N

12      pijl (= vector)

13a    F

13b    newton

14a    23 N

14b    4,8 N

14c    17 N

15a    0,43 N

15b    0,72 N

15c    0,74 N

 

16a    Fnetto = 500 N + 400 N – 300 N = 600 N

16b    de auto gaat vooruit

17a    Fnetto = 40 N ®

17b    Fnetto = 20 N ¬

17c    F1= 20 N ®

17d    F1 = 80 N ¬

18a    Fnetto = 20 N ®

18b    Fnetto = 30 N ®

18c    F1 = 160 N ¬

18d    F3 = 70 N ®

19a    newton

19b    newton

19c    newton

19d    kilogram

20      zwaartekracht

 

21      gewicht

22      Fz = 10 x 12,5 = 125 N

23      Fz = 10 x 5 = 50 N

 

24      50 gram = 0,050 kg

         Fz = 10 x 0,05 = 0,5 N

25      Fz = 10 x 1 = 10 N

26      Fz = 10 x 45 = 450 N

27      Bijvoorbeeld: bankschroef, waterpomptang, kurkentrekker.

28      om meer kracht te kunnen maken

29     B   Het grotere stuurwiel, dat kost minder kracht want de arm is groter.

3      Aan het uiteinde, de arm van de hefboom is dan het langst.

31      De rechter kruiwagen want daar ligt het zand het dichtst boven het wiel. De arm van het zand is dan het kleinst.

32a    De man in het raam tilt het hele gewicht.

32b    Met de takel hoeft de man slechts halve kracht te zetten.

33a    De helft van 500 N = 250 N

33b    6 m

34      450 N

35a    Het moment van Mark is groter omdat de kracht groter is. De arm van Mark en Justine zijn gelijk.

35b    Het moment van Mark is te groot. Hij kan het moment verkleinen door de arm te verkleinen. Hij moet dus naar het draaipunt toeschuiven.

36a    moment = kracht x arm = 120 N x 15 cm = 1 800 Ncm (linksdraaiend)

36b    ook 1 800 Ncm (rechtsdraaiend)

 

37a    rechts

37b    rechts

37c    rechts

37d    links

38      links

39      bij F2

40a    F1 x arm1 = F2 x arm2

         60 N x 20 cm = F2 x 30 cm

         F2 = image002.gif = image004.gif = 40 N

40b    F1 x arm1 = F2 x arm2

         90 N x arm1 = 60 N x 60 cm

         arm1 = image006.gif = image008.gif = 40 cm

41a    spierkracht, veerkracht, zwaartekracht, magnetische kracht

41b    andere vorm, andere richting en andere snelheid

42      A

43      A

44      Wat je wint aan kracht, verlies je aan afstand (en omgekeerd).

45a    windkracht

45b    spierkracht

45c    stuwkracht

46a    Ja, want ook daar val je weer terug naar het maanoppervlak

46b    Kleiner, want de maan heeft een kleinere massa dan de aarde.

47      A

48a    ja

48b    nee

48c    ja

49a    ja

49b    nee

5a    Fz = 40 N

50b    40 N

50c    Fz = 10 x m

         40 N = 10 x m

         m = image002.gif = 4 kg

51      F1 x arm1 = F2 x arm2

         60 N x 80 cm = 75 N x arm2

         arm2 = image004.gifimage006.gif= 64 cm

De antwoorden gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

         arm2 = image004.gifimage006.gif= 64 cm

 

52a    Fz = 10 x 50 N = 500 N

52b    De helft van 500 N = 250 N

52c    6 meter

 

 

53      Rachel gaat dan langzamer. Wat je wint aan kracht, verlies je aan verplaatsing.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.