Opdracht 3 t/m 12

6 Keuzeopdrachten uit Metropool! Opdracht 3 a. De hoofdpersoon begint gelijk al in het begin van het verhaal alles tig keer te checken, en hij is zich helemaal aan het voorbereiden op een klein reisje. Ongeveer elke stap die hij doet schrijft hij op, en hij vraagt alles wat hij eigenlijk al weet nog minstens twee keer na. b. Ik denk dat het verhaal ‘De reis naar de maan’ heet omdat de hoofdpersoon net doet alsof hij een ‘reis naar de maan’ gaat maken, terwijl hij alleen maar naar zijn tante in Bilthoven gaat. Hij doet heel overdreven om niks. Opdracht 4 a. In het eerste stukje krijg je een beetje een asociaal beeld van de Spanjaarden. Ze smeren je dingen aan die je eigenlijk niet wilt, en ze vallen je lastig enzovoorts. In het tweede stukje worden de Spanjaarden een beetje dom uitgebeeld, omdat ze niet snappen wat je zegt. Maar ze proberen het wel te begrijpen, dus ze zijn daar ook wel weer aardig. b. Ik denk wel dat de schrijver dit echt mee heeft gemaakt, maar niet precies op de manier waarop hij het beschreven heeft. Hij zal het heus wel een beetje overdreven hebben. In die winkel zal het vast minder erg zijn geweest dan in het verhaal, en ook het eerste verhaal is wel overdreven, hoewel er wel waarheden in zitten. c. Ik heb het zelf ook vast wel een keer meegemaakt, zo’n verwarrende situatie, maar ik kan me niet een bepaalde situatie herinneren. Meestal komen dit soort situaties voor in het buitenland, waar ik dit soort dingen ook wel eens heb meegemaakt. Ik denk dat je jezelf het beste uit deze situaties kunt redden door duidelijk te praten en vooral veel te gebaren. Er zijn veel gebaren die men overal kent. Ook in het buitenland! d. Ik vind het eerst fragment, dat van Piet Grijs, denk ik iets leuker, maar ik weet niet precies waarom. Ik denk dat ik het allebei wel grappige verhaaltjes vind, maar het fragment van Remco Campert, ‘Tot zoens’, vind ik wat minder leuk, omdat ik bij dat verhaal (en dan vooral het tweede gedeelte) het gevoel krijg dat de schrijver persé grappig wilde doen. Dat komt denk ik door die rare woordjes in het laatste gedeelte, zoals ‘anvulflop’ en ‘astamblief’. Ik vind het verder allebei wel leuke fragmenten.
Opdracht 9 a. De eerste indrukken van Nederland van Ghali vind ik niet zozeer echt negatief of positief, maar volgens mij vindt hij Nederland maar raar. Hij merkt allerlei dingen op die hij raar vindt of die hij gewoon niet gewend is. Zoals bijvoorbeeld de drukke wegen, de douane en de gele kazen en treinen. b. Dat hij het raar vindt dat het op de wegen zo druk is en dat Nederland niet overstroomt vind ik voorstelbaar. Wel vind ik het raar dat het hem opvalt dat kazen, treinen en sommige bankbiljetten hier geel zijn. Welke kleur bankbiljetten en treinen hebben vind ik inderdaad een kwestie van smaak. c. Je krijgt een bepaald beeld van Nederland. Het lijkt heel druk en klein. Zo word er bijvoorbeeld gezegd: ‘voortdurend spuwen invoegstroken nieuwe stomen auto’s uit op de snelweg’. Zo krijg je de indruk dat Nederland een vol en druk land is. Opdracht 10 a. Kwasi en Kwame verbazen zich over het gedoe rond Sinterklaas, en Kwasi verbaasd zich heel erg over het feit dat Sinterklaas, een vreemde, hem een bericht geeft over zijn vader. Verder was de zwarte piet verbaasd toen hij Kwasi en Kwame zag en de kinderen waren verbaasd toen de zwarte piet ineens zijn pruik en pet afdeed. b. De situatie is zo verwarrend omdat de persoon vanuit wie je het verhaal leest de situatie zelf ook heel verwarrend vindt. De situatie is ook echt heel verwarrend, want ineens blijft die zwarte piet stilstaan en Kwasi vindt natuurlijk ook de sint heel raar. c. Kwasi snapt de Sinterklaas denk ik niet helemaal. Hij stinkt naar tabak en hij zegt dat hij meer over Kwasi’s vader weet. Verder snapt hij ook niet zo goed wat hij met het cadeau moet doen, omdat hij gewoon niet zo bekend is met het verschijnsel Sinterklaas. d. Dat er actiegroepen zijn die vinden dat de ‘zwarte piet’ moet worden vervangen door een ‘witte’ vind ik echt belachelijk! Waarom zouden we dat veranderen? Ik zou geen reden kunnen bedenken. Sinterklaas is gewoon een hele oude traditie en ik zou het heel raar vinden als mensen ineens dingen zouden gaan ‘aanpassen’. Al heel lang is Sinterklaas ‘wit’ en de Zwarte Piet ‘zwart’. Ik zie geen reden om dat te veranderen. Van zulke oude verhalen en tradities moet je gewoon afblijven! Opdracht 11 a. In dit verhaal zou het nog wel kunnen dat iemand een druk strand ziet, waar allemaal mensen staan te zwaaien en te wachten. Wat niet kan, is een stoeltje wat op zee drijft op vier kleine gele noppen en dat iemand dus op een stoeltje kan blijven zitten midden op het water. b. Ik heb nagedacht over wat de boodschap zou kunnen zijn van dit verhaal. Ik kan er gewoon niet achter komen. Ik heb echt totaal geen idee wat de boodschap zou moeten zijn en of er wel een boodschap in het verhaal zit! Ik kan ook niet bedenken wat de titel met het verhaal te maken heeft. Misschien heet het verhaal ‘Body’ omdat de verteller het heeft over zijn geweldige lichaam wat hij nu heeft. Hij vertelt dat hij zo gespierd is enzovoorts. c. Ik weet niet of ik het met de boodschap van dit verhaal eens ben, omdat ik gewoon niet weet wat de boodschap is. d. Ik vind dit verhaal maar gek en een beetje dom. Ik vind het gek, omdat ik het verhaal niet begrijp, en omdat ik niet snap wat de boodschap of hoofdgedachte ervan is. Opdracht 12 a. Reizen is voor de hoofdpersoon in ‘Brommer op zee’ geen oplossing, omdat hij eigenlijk nergens écht gelukkig is. Als hij aan wal is, denkt hij op de zee gelukkig te worden en andersom, maar het lukt nooit. b. Hij had gehoopt dat hij gelukkig zou worden als hij met de man op de brommer mee had gemogen, maar helaas wilde de man hem niet meenemen. Hij had gehoopt dat de situatie dan zou veranderen. c. ‘Er zijn filosofen die beweren dat alles wat is, inbeelding is.’ Ik denk dat filosofen daarmee bedoelen dat je nooit zeker weet of iets wel echt is wat het lijkt. ‘Zintuigen kunnen bedriegen’ word er al in de tekst gezegd. Je weet iets dus ook nooit zeker. d. Er is er geen die ik het meest onwaarschijnlijk vind. Dat er een man midden in de nacht op een brommer over de zee rijdt is natuurlijk heel onwaarschijnlijk, maar het andere verhaal vind ik net zo onwaarschijnlijk. De verhalen zijn gewoon allebei een beetje raar. Het laatste verhaal, ‘Brommer op zee’, spreekt mij persoonlijk het meeste aan, vooral omdat ik dat verhaal eigenlijk wel grappig vind, en ik vond het dus ook wel leuk om te lezen. Een andere reden is nog dat ik het andere verhaal, ‘Body’, helemaal niet begreep en dus totaal niet leuk vond!