H2: transport/energie
Transport:
Japan heeft een slechte bodem. En bestaat voor 3 kwart uit steile bergen, dat is dus heel lastig want je kunt er niet op bouwen. Op Japan zijn 53 vulkanen, dus veel uitbarstingen en aardbevingen. Gem. 30 tyfoons (wervelstormen) per jaar. Na de tweede wereldoorlog was Japan leeg en kaal. Nu is het een van de modernste landen ter wereld. Er is veel economisch succes. Japan heeft 125 miljoen inwoners.
Een weg of spoorlijn was heel moeilijk aan te leggen door de bodem, dus werd er veel techniek gebruikt. Ze hadden toch genoeg geld. De eerste snelle verbindingen waren spoorlijnen. Er gaat een spoorlijn door het hele land (2300km) vanaf Hokkiado naar Kyushu. Een hoge snelheidstrein (272km per uur) rijdt daar om de 7 min weg. Er worden jaarlijks 275 miljoen kaartjes verkocht voor de trein. De Trein is ruim, schoon, en comfortabel. Toch gaan er nog veel mensen met de auto en loopt verkeer vast. Er staan files die uren duren.
Maar er is een plan: een nieuwe weg tussen eilanden. Er worden nu al bruggen gebouwd en een is in 1985 geopend. In de zee moet rekening worden gehouden met:
• Aardbevingen, dus de fundering moet diep in de zeebodem.
• Stroming (130 km per uur), dus de fundering moet ook extra sterk zijn.
Het bouwen van de brug zorgt voor werkgelegenheid en de nieuwe techniek die wordt ontwikkeld kunnen anderen ook gebruiken en zorgt dus voor geld. Er komen 1400 schepen langs de brug naar Kobé, de grootste havenstad van Japan. Een heleboel grondstoffen komen daar binnen. Het grootste deel is olie.
Energie:
In de Wakasabaai is een reusachtig kerncentrale project bezig. Er komen 5 kerncentrales. In de baai is vissen een belangrijk bestaansmiddel. Japanners eten veel vis, dus mensen zijn er milieubewust. Ze zijn bang dat de kerncentrales de zee vervuilen. Daarom is er een grote campagne gehouden door de regering dat er geen vervuiling zo komen. Er werden ook nieuwe scholen, huizen enz gebouwd. Als de kerncentrales zich aan de veiligheidsmaatregelen zouden houden en belasting betalen hadden de mensen geen bezwaar. In de centrales wordt veel geoefend, wat ze moeten doen als er een probleem is. Bedrijven hebben beloften gedaan om een tunnel aan te leggen voor de bevolking.
Dan hoefden ze niet meer helemaal om de berg te rijden. De japanners hebben nog geen last gehad van de centrales.
De mensen die in de buurt wonen en werken vragen zich wel af waarom die centrales daar staan.
Ze hadden het ook in het drukke deel van Japan kunnen zetten. Volgens bewoners is het in een afgelegen gebied neergezet, omdat het niet uitmaakt als mensen daar wegtrekken of zelfs het hele dorp zou verdwijnen. Dus vertrouwen de bewoners de centrales niet. In Japan komen 55 kerncentrales. Japan heeft door de economie toch geld genoeg.
H3: platteland Japan
In Japan zijn veel bergen. Al het vlakke land is bezet door land en tuinbouw.
Kolen, tomaten en radijzen worden er onder andere verbouwd. Boeren hebben veel minder grond bij een boerderij als Nederlanders. De kinderen helpen op jonge leeftijd al mee. Op de meeste boerderijen wonen 3 generaties. De landbouwvoertuigen zijn erg duur. En alles wat een boer verdiend wordt dus besteed aan landbouw. Het regent er vaak, want er is een moezonklimaat. En in de winter ligt er altijd een dik pak sneeuw. De boeren hebben er een kleine oogst en levert te weinig op daarom hebben bijna alle boeren een baan erbij. Dus willen de boeren dicht bij bedrijven wonen. Daarom is Osaka heel dichtbevolkt. Niemand wil er wegtrekken omdat daar de industrie is.
Er wordt geen hout geproduceerd, ook al staan er veel bomen.
De bomen zijn te klein en het kappen kost veel meer in Japan dan in Amerika of canada. Het hout is beter in Amerika dan in Japan. In Japan is een grote vraag naar hout. Japan importeert dus veel hout. Als het hout beter wordt verzorgd zou het veel schelen, want de bossen zijn verwaarloosd.
Half oktober begint de rijst oogst. Rijst werd hoog betaald, want de rijst mocht niet geïmporteerd worden. Japan heeft pech, want het mag nu wel. Dat betekend dat de rijst niet verkocht wordt, want het is duur. Toch blijven ze waarschijnlijk zelf wel eten, want ze eten drie keer per dag rijst
Boeren gaan nu binnen produceren. Dan heb je geen vuile handen. En alles wordt via de computer geregeld lekker makkelijk dus. Bovendien ben je dan niet afhankelijk van het weer. En japanners eten ook veel groenten. Die groente kun je ook zo gaan kweken. Maar dat kost alleen wel erg veel. En de jeugd heeft geen belangstelling voor het harde boeren leven. Dus is er niemand die het wil overnemen. H4: Japanse bedrijven Rond Osaka is het industriegebied. In de baai worden veel grondstoffen aangevoerd. Dat is van levensbelang. In de baai zijn installaties om grondstof te verwerken. Direct achter de haven ligt de stad. Daar zijn veel banken en bedrijven. Ook is er heel veel elektriciteit. Japan denkt dat ze daar verder mee moeten uitbreiden. Er zijn vooral veel kleine bedrijven in Osaka. Ze werken daar met z’n 2. De productie verkopen ze daar aan grote bedrijven. Contacten spelen dus een grote rol. Japan hangt af van de kleine bedrijven. Als het druk is komen de kinderen in een bedrijf ook helpen. Er is een soort piramide van bedrijven in Japan
De concurrentie is groot. Ze moeten dus veel nieuwe apparaten kopen om meer en beter te kunnen produceren. Parasonic is het grootste bedrijf in Osaka. Ze willen veel maken en alles wordt jaren van te voren gepland. Japan heeft de eerste robots ontwikkeld. Olie wordt veel ingevoerd daar wordt plastic van gemaakt. Dat gaat dan weer naar bedrijven die er spullen van maken. Parasonic verkoopt die spullen dan weer. In Japan is veel samenwerking tussen baas en werknemer. Het opheffen van bedrijven betekend niet ontslaan. Zelfs een bedrijf dat heel lang bestond wordt opnieuw opgericht. De techniek heeft invloed op de natuur. De natuur wordt ervoor ontruimd om grote gebouwen neer te zetten. Het geld komt van Japanse bedrijven, dat moet ervoor zorgen dat Japan volstaat op gebied van techniek. H5 veranderend Japan De oude manier van leven stopt. Japan is veel moderner en jeugdiger geworden dan vroeger. Vroeger bleef de jeugd op de achtergrond. Maar nu is de jeugd belangrijk. Japan is een van rijkste landen van de wereld geworden. Er zijn meer vrouwen met beroep en die op een eigen manier geld verdienen. En die lonen zijn niet slecht, maar japanners geven snel het geld weer uit. Opa en oma wonen niet meer bij het gezin en besteden dus meer aan zichzelf. Veel japanners geven het geld nu meteen weer uit. Daardoor kunnen ze maar een heel klein kamertje betalen. De steden zijn heel snel gegroeid. En er is geen ruimte door de bergen. Alles is vol gebouwd. Overvol geen plaats om te bouwen, dat is een typisch Japans probleem. Daarom maken ze een nieuw landschap in de baai van Osaka. Op dat nieuwe land komen Internationaleluchthavens. Het vliegveld ligt ver van woonwijken. Er kan dus altijd worden gevlogen omdat er toch geen geluidsoverlast is. In Kobé hebben ze een 250 meter hoge berg weggehaald. De grond is over 15 km land vervoerd helemaal naar de zee. Vanaf daar hebben ze via boten de lading in de zee gestort. Daar wordt net zolang gelost totdat er een nieuw eiland is. Lang voordat stad afwas werden er al aanvragen gedaan om er te mogen wonen. Ze gingen loten trekken om te kijken wie er uiteindelijk mochten wonen. Er zijn veel voordelen: alles is nieuw, bijna geen auto’s, nieuw winkelcentra enz. Maar er is een groot nadeel: er zijn geen mooie oude dingen zoals tempels of andere oude gebouwen. Vrouwen blijven niet meer thuis om voor de kinderen te zorgen. De vaders zorgen nu ook voor de kinderen, want alleen met twee inkomens kunnen ze het huis en hypotheek betalen. Dus is het logisch dat ze de kinderen ook samen verzorgen. In Japan zijn ook terrassen gemaakt. Dat is plat land waar steden of vakantiehuizen worden neergezet. De meeste mensen hebben maar een week per jaar vakantie, dus willen ze een mooi huisje. De druk op Japanse scholen is groot. Ze moeten hard studeren en de leraren zeuren maar door. Leerlingen voelen zich daardoor schuldig als ze zitten te feesten. Werken komt in Japan altijd op de eerste plaats dat een de reden van de economische groei. Maar er is een verschil tussen ouders en jongeren. Ouders werken altijd. Maar de nieuwe generatie wil alleen werken als het echt moet. H6: verschillen tussen Japan en westerse landen Japan bestaat voor drie kwart uit bergen en daardoor woont iedereen op dezelfde plek. In Nederland wonen de meeste in het westen, maar de rest van het land is niet onbewoond. En we hebben hier geen bergen. In Nederland hebben we gelukkig geen vulkaanuitbarstingen zoals in Japan. En ook geen tyfoons. Wel hebben we in Nederland een probleem met het water. Daarom hebben we dijken gebouwd en we hebben het deltaplan. Daar heb ik niks van gezien in Japan. Terwijl dat een eiland is! In Nederland hebben we eigen land gemaakt: Flevoland. Japanners zijn nu bezig om eilanden te maken. Dat is ongeveer hetzelfde. De boeren in Nederland hebben veel meer grond bij hun boerderijen als de japanners en de Nederlandse boeren hebben geen tweede baan. De boeren hier verbouwen geen rijst, maar aardappelen, graan enz. Omdat we hier niet drie keer per dag rijst eten. Wij eten wel steeds meer buitenlands. Als we eten doen we dat niet op de grond, maar aan een tafel op een stoel. En wij eten met bestek. In Japan hebben ze een groot probleem met de hoeveelheid grond. In Nederland is dat geen probleem. Het openbaar vervoer wordt in Japan meer gebruikt dan in Nederland. In Nederland gaan de meeste met de auto. Ik vind wel dat de bedrijven daar beter zijn. Dat je daar niet ontslagen wordt ook al is het bedrijf failliet. In Nederland wordt iedereen dan ontslagen en moet je opzoek naar een andere baan. Maar ook al zijn de bedrijven daar beter, het is raar dat het werk daar op de eerste plaats staat boven familie. In Nederland komt meestal de familie bovenaan of vrienden, maar niet het werk. De scholen lijken me te overdreven bezig. De opleiding n toekomst is belangrijk, maar ze zetten te veel druk op de leerlingen. Die leerlingen kunnen niet eens meer lekker van een feest genieten. In Nederland zijn de leraren daar gelukkig niet zo fel op.
Boeren gaan nu binnen produceren. Dan heb je geen vuile handen. En alles wordt via de computer geregeld lekker makkelijk dus. Bovendien ben je dan niet afhankelijk van het weer. En japanners eten ook veel groenten. Die groente kun je ook zo gaan kweken. Maar dat kost alleen wel erg veel. En de jeugd heeft geen belangstelling voor het harde boeren leven. Dus is er niemand die het wil overnemen. H4: Japanse bedrijven Rond Osaka is het industriegebied. In de baai worden veel grondstoffen aangevoerd. Dat is van levensbelang. In de baai zijn installaties om grondstof te verwerken. Direct achter de haven ligt de stad. Daar zijn veel banken en bedrijven. Ook is er heel veel elektriciteit. Japan denkt dat ze daar verder mee moeten uitbreiden. Er zijn vooral veel kleine bedrijven in Osaka. Ze werken daar met z’n 2. De productie verkopen ze daar aan grote bedrijven. Contacten spelen dus een grote rol. Japan hangt af van de kleine bedrijven. Als het druk is komen de kinderen in een bedrijf ook helpen. Er is een soort piramide van bedrijven in Japan
De concurrentie is groot. Ze moeten dus veel nieuwe apparaten kopen om meer en beter te kunnen produceren. Parasonic is het grootste bedrijf in Osaka. Ze willen veel maken en alles wordt jaren van te voren gepland. Japan heeft de eerste robots ontwikkeld. Olie wordt veel ingevoerd daar wordt plastic van gemaakt. Dat gaat dan weer naar bedrijven die er spullen van maken. Parasonic verkoopt die spullen dan weer. In Japan is veel samenwerking tussen baas en werknemer. Het opheffen van bedrijven betekend niet ontslaan. Zelfs een bedrijf dat heel lang bestond wordt opnieuw opgericht. De techniek heeft invloed op de natuur. De natuur wordt ervoor ontruimd om grote gebouwen neer te zetten. Het geld komt van Japanse bedrijven, dat moet ervoor zorgen dat Japan volstaat op gebied van techniek. H5 veranderend Japan De oude manier van leven stopt. Japan is veel moderner en jeugdiger geworden dan vroeger. Vroeger bleef de jeugd op de achtergrond. Maar nu is de jeugd belangrijk. Japan is een van rijkste landen van de wereld geworden. Er zijn meer vrouwen met beroep en die op een eigen manier geld verdienen. En die lonen zijn niet slecht, maar japanners geven snel het geld weer uit. Opa en oma wonen niet meer bij het gezin en besteden dus meer aan zichzelf. Veel japanners geven het geld nu meteen weer uit. Daardoor kunnen ze maar een heel klein kamertje betalen. De steden zijn heel snel gegroeid. En er is geen ruimte door de bergen. Alles is vol gebouwd. Overvol geen plaats om te bouwen, dat is een typisch Japans probleem. Daarom maken ze een nieuw landschap in de baai van Osaka. Op dat nieuwe land komen Internationaleluchthavens. Het vliegveld ligt ver van woonwijken. Er kan dus altijd worden gevlogen omdat er toch geen geluidsoverlast is. In Kobé hebben ze een 250 meter hoge berg weggehaald. De grond is over 15 km land vervoerd helemaal naar de zee. Vanaf daar hebben ze via boten de lading in de zee gestort. Daar wordt net zolang gelost totdat er een nieuw eiland is. Lang voordat stad afwas werden er al aanvragen gedaan om er te mogen wonen. Ze gingen loten trekken om te kijken wie er uiteindelijk mochten wonen. Er zijn veel voordelen: alles is nieuw, bijna geen auto’s, nieuw winkelcentra enz. Maar er is een groot nadeel: er zijn geen mooie oude dingen zoals tempels of andere oude gebouwen. Vrouwen blijven niet meer thuis om voor de kinderen te zorgen. De vaders zorgen nu ook voor de kinderen, want alleen met twee inkomens kunnen ze het huis en hypotheek betalen. Dus is het logisch dat ze de kinderen ook samen verzorgen. In Japan zijn ook terrassen gemaakt. Dat is plat land waar steden of vakantiehuizen worden neergezet. De meeste mensen hebben maar een week per jaar vakantie, dus willen ze een mooi huisje. De druk op Japanse scholen is groot. Ze moeten hard studeren en de leraren zeuren maar door. Leerlingen voelen zich daardoor schuldig als ze zitten te feesten. Werken komt in Japan altijd op de eerste plaats dat een de reden van de economische groei. Maar er is een verschil tussen ouders en jongeren. Ouders werken altijd. Maar de nieuwe generatie wil alleen werken als het echt moet. H6: verschillen tussen Japan en westerse landen Japan bestaat voor drie kwart uit bergen en daardoor woont iedereen op dezelfde plek. In Nederland wonen de meeste in het westen, maar de rest van het land is niet onbewoond. En we hebben hier geen bergen. In Nederland hebben we gelukkig geen vulkaanuitbarstingen zoals in Japan. En ook geen tyfoons. Wel hebben we in Nederland een probleem met het water. Daarom hebben we dijken gebouwd en we hebben het deltaplan. Daar heb ik niks van gezien in Japan. Terwijl dat een eiland is! In Nederland hebben we eigen land gemaakt: Flevoland. Japanners zijn nu bezig om eilanden te maken. Dat is ongeveer hetzelfde. De boeren in Nederland hebben veel meer grond bij hun boerderijen als de japanners en de Nederlandse boeren hebben geen tweede baan. De boeren hier verbouwen geen rijst, maar aardappelen, graan enz. Omdat we hier niet drie keer per dag rijst eten. Wij eten wel steeds meer buitenlands. Als we eten doen we dat niet op de grond, maar aan een tafel op een stoel. En wij eten met bestek. In Japan hebben ze een groot probleem met de hoeveelheid grond. In Nederland is dat geen probleem. Het openbaar vervoer wordt in Japan meer gebruikt dan in Nederland. In Nederland gaan de meeste met de auto. Ik vind wel dat de bedrijven daar beter zijn. Dat je daar niet ontslagen wordt ook al is het bedrijf failliet. In Nederland wordt iedereen dan ontslagen en moet je opzoek naar een andere baan. Maar ook al zijn de bedrijven daar beter, het is raar dat het werk daar op de eerste plaats staat boven familie. In Nederland komt meestal de familie bovenaan of vrienden, maar niet het werk. De scholen lijken me te overdreven bezig. De opleiding n toekomst is belangrijk, maar ze zetten te veel druk op de leerlingen. Die leerlingen kunnen niet eens meer lekker van een feest genieten. In Nederland zijn de leraren daar gelukkig niet zo fel op.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden