Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Scheppingsverhaal

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 714 woorden
  • 1 februari 2006
  • 80 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
80 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Het scheppingsverhaal Ergens, zo’n 8 miljard jaar geleden, in een kamer vol met fimo, kwam er een klein, schattig jongetje van een jaar of zeven binnen. Het eerste dat hij zag toen hij binnenkwam was de schakelaar van het licht, en, speels als hij was, deed hij het licht uit en daarna weer aan. De donkere momenten noemde hij nacht, de lichte momenten noemde hij dag. Omdat de jongen een beetje bang was in het donker, besliste hij dat alles zou slapen wanneer het donker werd, zodat ze niet bang hoefden te zijn. Nadat hij dat gedaan had, zag hij de fimo staan. Hopen gekleurde klei om figuurtjes mee te maken glimlachten hem toe. Hij nam een groot stuk blauw en begon het tot een grote bal te rollen, wel zo groot als zijn schouders. Maar toen werd de verleiding weer te groot. Hij liep naar de schakelaar en deed het licht weer uit en daarna weer aan. Hij bekeek zijn bal nog eens goed. Al dat blauw, was toch wel redelijk saai, vond hij. Daarom na hij een groot stuk groen en streek dat op verschillende plaatsen uit. De groene stukken noemde hij land, de blauwe stukken zee. Toen bedacht hij dat zijn bol, ondanks de verschillende kleuren, er toch nog kaal uitzag. Daar om maakte hij stukjes van bruine fimo, en op die stokjes zette hij groene bolletjes. Die noemde hij bomen. Hij zette ze verspreid over zijn bol, maar hij zorgde er wel voor de zijn bomen niet op de blauwe delen kwamen. Hij vormde met groene fimo ook kleinere, groene steeltjes en daarop zette hij bolletjes in alle kleuren van de regenboog. Die kleine, gekleurde boompjes noemde hij bloemen. Ook de bloemen verspreidde hij over de groene delen van zijn bol. Daarna maakte hij nog groene dingetjes, in alle vormen en maten, en hij noemde ze planten. Daarna liep hij weeral naar de schakelaar en deed het licht aan en terug uit. Zijn bol stond nu al wel redelijk vol, maar de rest van de kamer was, afgezien van de fimo, nog leeg. Daarom maakte hij een gele bol, en hing die zo dat, wanneer de lamp erop scheen, hij net licht gaf. Die gele bol noemde hij zon. Hij maakte ook nog een zilverachtige bol die hij maan noemde. Hij hing die aan de andere kant, en zorgde ervoor dat zijn maan licht gaf wanneer hij de lichten uitdeed. Om de overgebleven leegtes op te vullen maakte hij allemaal kleine, gele bolletjes die ook licht gaven en fonkelden wanneer het licht uitwas. Daarna zorgde hij er ook nog voor de zijn zon en zijn maan ronddraaiden om zijn bol, die hij ondertussen al de naam ‘Aarde’ gegeven had. Zijn lucht en zijn land waren nu al minder kaal, maar wat moest hij nu toch met die zee aanvangen? Na een beetje uitgeprobeerd te hebben met de fimo, maakte hij figuurtjes in alle kleuren en groottes, en hij liet ze rondzwemmen in de zee. Hij ontwierp ook figuurtjes met vleugels en een bek, waarmee ze liederen voor hem konden zingen. Hij liet ze zweven in de lucht. De zeedieren noemde hij vissen, de zwevende schepseltjes gaf hij de naam ‘vogels’. Daarna viel zijn blik weer op de schakelaar naast het deurgat. Hij deed het licht uit, en nadat de maan en de sterren geschenen hadden, deed hij het licht weer aan. Op dat moment bedacht hij dat hij moeilijk op zijn eentje al die dingen kan besturen en controleren. Daarom maakte hij kleine poppetjes die hij tussen de planten, bloemen en bomen zette, en noemde ze mensen. Om het niet te saai te maken maakte hij mensen in het zwart, geel, bruin, gewoon roze, en lichtrood. Hij gaf hen de opdracht om over de aarde, de planten en de dieren te heersen, en er goed voor te zorgen. Hij maakte ook dieren op het land, sommige mislukten een beetje, want ze hadden soms lange neuzen, langen halzen, lange hoorns, zodat ze allemaal verschillend waren. Maar omdat het jongetje wel van afwisseling hield, had hij ze allemaal evenveel lief. Hij deed het licht uit, en terug uit, en nadat hij beslist had dat de zevende dag van de week een rustdag was, viel hij, uitgeput van zijn kinderfantasieën, in slaap.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.