Historische achtergrond 18e eeuw politiek en sociaal-economisch

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • 5e klas vwo | 1114 woorden
  • 6 januari 2005
  • 107 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
107 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De Verlichting De 18e eeuw is het tijdperk geweest van de Verlichting. In deze periode kregen de mensen een heel andere manier van denken. De nadruk lag hierbij op het gebruiken van je verstand, de ‘ratio’. Dit was bovendien de periode waarin de boodschap “Vrijheid, gelijkheid, broederschap” werd uitgedragen. In heel Europa vond de Verlichting veel aanhangers onder de rijke burgerij, maar ook onder de adel in Nederland was aanhang voor de verlichtingsideeën. Bij de adel was het onder andere heel populair om wetenschapsfeesten te houden waar er over de ideeën gepraat werd. De ‘verlichters’ vonden dat de mens niet langer in dienst stond van de staat, maar dat de staat in dienst stond van de mens. Het was de taak van de staat om ervoor te zorgen dat mensen zoveel mogelijk van deze rechten gebruik konden maken. Een voorbeeld van een verlichtingsdenkwijze is de Trias Politica leer van Montesquieu, de verdeling van de macht binnen een land. Veel koningen, die meestal de absolute heerschappij over hun land hadden, waren niet erg blij met deze ideeën: ze zouden hierdoor veel minder macht krijgen. Rationalisme Binnen het rationalisme waren gevoelens minder belangrijk dan het verstand, zoals je bijv. kan zien aan een uitspraak van de verlichte Franse filosoof René Descartes:”Cogito ergo sum”, ik denk dus ik ben. De mensen dachten in deze periode dat alles oplosbaar was als je het maar rationalistisch benaderde. Dit opkomende rationalisme ontketende een wetenschappelijke revolutie. Vanaf dit moment was de Bijbel niet langer het ijkpunt. Mensen gingen zelf ontdekken. Een voorbeeld van een belangrijke uitvinding uit deze periode is de ontdekking van de zwaartekracht. Veel mensen waren enthousiast over deze ontwikkelingen en wilden er alles over weten. Hierdoor ontstond er iets nieuws op het gebied van boeken: de Encyclopedie, bijv. diegene die is samengesteld door Diderot en d’Alembert.
Politiek In de 18e eeuw was Nederland een republiek: de Republiek der 7 Verenigde Nederlanden. Toen Stadhouder Willem III in 1702 kinderloos stierf stelden de meeste gewesten geen nieuwe stadhouder aan. Dit was het begin van het Tweede Stadhouderloze Tijdperk, dat tot 1747 zou duren. In deze periode werden de Nederlanden geregeerd door regenten. Deze regenten wilden niet investeren in bijv. het leger en de vloot van de Republiek, waardoor de positie van de Republiek nogal verzwakte. In 1747 bezette Frankrijk Zeeuws-Vlaanderen en brak er paniek uit in de Republiek. Veel mensen wilden weer een stadhouder hebben, omdat de Republiek tijdens de heerschappij van de stadhouders veel sterker was geweest en omdat ze dachten een sterke leider nodig te hebben. Hierna werd Willem IV benoemd tot stadhouder over alle gewesten. Willem de IV heeft eigenlijk nooit iets hoeven doen om de Fransen te verjagen, want in 1748 werd er vrede gesloten tussen Frankrijk en al zijn tegenstanders. Willem V volgde hem op. Hij was echter een heel zwakke leider en hij nam steeds meer de positie van absoluut vost in. Er kwam daardoor veel kritiek op het bestuur van de Republiek. Een andere oorzaak van deze kritiek was echter ook dat de nieuwe opvattingen van denkers uit de Verlichting veel aanhang kregen. Deze mensen vonden dat de koningen in hun macht beperkt moesten worden. In de Republiek ontstonden hierdoor 2 groepen die lijnrecht tegenover elkaar stonden. o Allereerst waren er de patriotten, de voorstanders van de ideeën van de Verlichting. Hiertoe behoorden burgers die meer invloed op het bestuur wilden hebben (democratische patriotten) en enkele regenten die een beter bestuur wilden (aristocratische patriotten). Deze mensen wilden een opleving van de Republiek en het einde van de macht van de stadhouder. o Ten tweede waren er de prinsgezinden, de Orangisten. Deze mensen wilden het bestuur en de stadhouder houden. Hiertoe behoorden de conservatieve regenten en de lagere bevolkingsgroepen, die in de stadhouder toch een soort beschermheer zagen. De kritiek op Willem V kwam op een hoogtepunt na de oorlog met Engeland (1780-1784), die de Republiek verloor. Toen bleek pas hoe zwak de Republiek geworden was onder zijn bewind. In 1786 liepen de spanningen tussen de patriotten en de prinsgezinden zo hoog op dat er een burgeroorlog ontstond. Deze oorlog werd in 1787 beëindigd in het voordeel van de prinsgezinden, door het te hulp schietende Pruisische leger. Veel patriotten vluchtten hierna naar Frankrijk en andere landen. In 1789 brak de Franse Revolutie uit. De Fransen wilden hun idealen van “Vrijheid, gelijkheid, broederschap”overal in Europa verspreiden en de macht van Frankrijk uitbreiden. In 1794 viel het Franse leger de Nederlanden binnen en al op 18 januari 1795 was het tijdperk van de Republiek der 7 Verenigde Nederlanden ten einde. Vanaf nu was het de Bataafse Republiek. De patriotten in de Nederlanden zagen deze Franse overheersing juist als een bevrijding van stadhouder. De prinsgezinden daarentegen zagen het als een bezetting. Sociaal/Economisch In de 18e eeuw was de Republiek een standenmaatschappij. De hoogste stand was de groep regenten, die het bestuur en de handel met Indonesië in handen had, het waren dus ook de rijkste handelaren. Daarna had je de middenstand. Deze middenstand bestond uit de burgerij, de gewone kooplieden, handelaren met bijv. Scandinavië e.d. Deze groep zette zich af tegen het bestuur van de stadhouders en de regenten. Tegelijkertijd zette deze groep zich ook af tegen de laagste stand, de boeren, arbeiders en armen, die ze burgerlijke normen en waarden probeerden op te leggen. In de 17e eeuw was de handel sterk gegroeid. In de 18e eeuw ging de handel niet achteruit maar de groei was er wel een beetje uit. De nijverheid ging echter wel sterk achteruit. Wat is de verklaring voor het feit dat de groei van de handel stopte en de nijverheid achteruit ging? In de 17e eeuw was de handel erg opgebloeid doordat Amsterdam in die tijd een bijzondere positie had. De Amsterdamse stapelmarkt was iets wat uniek was in de wereld. Maar in de 18e eeuw begonnen steden in Engeland en Frankrijk grote concurrenten te worden van Amsterdam. Ze hadden het gemakkelijk, want ze konden alles afkijken van Amsterdam. Kooplieden hoefden hierdoor niet meer speciaal naar Amsterdam te komen voor bepaalde producten, ze konden die nu ook in bijv. Londen of Marseille krijgen. Ook de nijverheid kreeg te maken met concurrentie. Landen als Engeland gingen industrialiseren en konden daardoor veel goedkoper produceren dan de Nederlanders. Bovendien probeerde bijv. de Franse regering de eigen nijverheid te beschermen, door extra belastingen te heffen op buitenlandse producten. In de Republiek werd dit als een verkeerde politiek beschouwd. De Nederlanders wilden de handel het liefst zo vrij mogelijk houden en gingen daarom niet over tot tariefmuren om de eigen producten te beschermen. Het gevolg was dat de Nederlandse nijverheid dus niet beschermd werd en door de goedkopere productiemethoden van de andere landen veel concurrentie kreeg van het buitenland.

REACTIES

P.

P.

Niks over slaven

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.