Onderzoeksvraag:
Wat is de rol van de propaganda in een totalitair systeem en wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de propaganda van het nationaal-socialisme in Duitsland en die van het communisme in Rusland?
Werkplan:
Ik ga eerst dit werkplan maken, vervolgens zorg ik dat een logboek creëer zodat ik elke keer als ik wat doe het erin kan noteren.
Als ik dat gedaan heb ga ik alle bronnen uit het handboek en werkboek bestuderen en analyseren. Dit ga ik doen met behulp van de genoemde punten uit het werkboek op bladzijde 222, deze punten a t/m f ga ik behandelen per afbeelding.
Als ik deze bronnen heb geanalyseerd, dan ga ik een vergelijkend onderzoek maken.
In dit onderzoek ga ik uiteindelijk de propaganda in Duitsland en de propaganda in Rusland met elkaar vergelijken. En hier verslag van doen.
Na het vergelijkend onderzoek ga ik zelf een propaganda poster maken.
Als ik dit allemaal af heb, maak ik een evaluatie hierin komt te staan hoe het onderzoek is verlopen.
Het Logboek
onderzoeksfase datum Welke beslissing genomen? waarom? samenwerking
Oriënteren. 15-11-2003 Opdracht lezen, om te oriënteren. alleen
Beginnen onderzoek 16-11-2003 Werkplan gemaakt, logboek gemaakt alleen
Beginnen onderzoek 18-11-2003 Achtergrond info doornemen, en beginnen oriënteren op de bronnen. alleen
onderzoeken 20-11-2003 Beginnen met analyse van de bronnen. alleen
22-11-2003 Verdergaan analyse bronnen alleen
23-11-2003 Laatste bronnen analyseren alleen
25-11-2003 vergelijkend onderzoek beginnen alleen
26-11-2003 vergelijkend onderzoek afmaken, beginnen poster alleen
27-11-2003 Poster laatste dingen afmaken, evaluatie alleen
Analyseren van de beeldbronnen
Beeldbron 1: A: In de jaren 30, waarschijnlijk gemaakt door een fotograaf van een krant/blad. Geen naam bekend.
B: Je ziet 2 kinderen in een soort van legeruitrusting van Hitler met daarbij een hakenkruis op hun linker bovenarm.
C: Het volk.
D: Je ziet dat het al bij de kleinste kinderen het erin zit om Hitler als hun held te beschouwen.
E: Het Hakenkruis maakt duidelijk dat het om “Hitler kleding” gaat.
F: Een voorbeeld voor de rest van Duitsland/aanhangers van Hitler, het Duitse volk.
Beeldbron 2: A: 1919, maker is Russisch geen naam aangegeven.
B: Je ziet een tekening van de nieuwe en de oude tijd van Rusland, je zit in de oude foto een Tsaar, mensen die achter de koning staan en mensen die tegen de koning zijn (mes in hun hand), iemand van de kerk, iemand van een bank met veel geld, een generaal met soldaten ervoor, verder zie je allemaal teksten helaas onleesbaar is in het Russisch. In de nieuwe tekening zie je 2 soldaten met een rode vlag en wat burgers die zich bij hun voegen met wapens in hun hand. Op de achtergrond zie je een geïndustrialiseerde stad. Met daarvoor wat “normale huisjes”.
C: De Leiding van het land.
D: De socialisten aan de macht (rode vlag) de man met het geld is verdwenen (kapitalisme afgeschaft), de Tsaar is afgezet, de stad is vredig (voorgrond huisjes) en is geïndustrialiseerd. Dit is waar ze nu voor vechten en waar ze eerst voor vochten is verdwenen.
E: Een rode vlag, het geld bij de kapitalist, de achtergrond boven de geïndustrialiseerde stad deze achtergrond laat het plaatje “stralen”waardoor het er als een soort paradijs uit moet zien.
F: De Russen.
Beeldbron 3: A: 1941, gemaakt door een aanhanger of in opdracht van de Duitse SA. Geen naam bekend.
B: Je ziet een aantal soldaten met al hun kracht aan een trouw trekken, en een bijgeschreven tekst in het Duits vertaalt: bij de SA. Ontwikkeld u de kameraadschap, taaiheid en kracht!
C: Mannen, het is een wervingsposter voor het leger, en het leger zoekt meestal mannen, jonge mannen.
D: Bij de SA. Ontwikkel je taaiheid, kameraadschap en kracht, dus met andere woorden kom het leger in, wij zijn geweldig.
E: bijschrift, kameraadschap: je ziet de soldaten samenwerken als kameraden, taaiheid: niet opgeven, kracht: met veel kracht trekken ze aan het touw. De soldaten worden heel heroïsch afgebeeld.
F: Voor alle jonge mannen die voor Hitler zijn en in zijn leger zouden kunnen werken.
Beeldbron 4: A: 1930, Russische kunstenaar Gustav Klutsis.
B: Lenin met een stad als achtergrond.
C: De Leider.
D: Dat hij het socialisme opbouwde.
E: Het groot afbeelden van het hoofd van Lenin.
F: Het Russische volk.
Beeldbron 5: A: Jaren 30, voorstander van de NSD studentenbond. Geen naam bekend.
B: Een Duitse jongen/student die de nazi vlag met trots draagt.
C: Het volk, met name de studenten.
D: Dat studenten vechten voor het land waar hun trots op zijn, Duitsland.
E: Het trotse gezicht van de student, hijs trots op de vlag, op het hakenkruis.
F: Het Duitse volk.
Beeldbron 6: A: 1942, V. Ivanov en O. Burova.
B: Russische soldaten die in stelling liggen.
C: De soldaten van Rusland.
D: De soldaten zullen hun voorvaderen in de voetsporen treden en hun land verdedigen.
E: De poster beeld Russische soldaten af die dapper in stelling liggen met op de achtergrond het gezicht van een van hun voorvaderen daarnaast een standbeeld met het jaartal 1812 en daaronder namen van hun voorvaderen.
F: Russische Soldaten.
Beeldbron 7: A: 1942, een Duitse aanhanger geen naam bekend.
B: Een Duitse soldaat met veel hakenkruizen op de achtergrond. Met daaronder heel groot de tekst, wij zullen overwinnen.
C: Het Leger.
D: Het bijschrift: Der Siegword Unseren Sein! , vertaling: De overwinning is van ons!
E: Een grote soldaat, met overduidelijk veel hakenkruizen.
F: Het Duitse volk.
Beeldbron 8: A: 1942, kunstenaar Toidze.
B: een rode Duitse soldaat,“een held”, met een zwaard en schild met daarvoor een Duitse soldaat met een machinegeweer.
C: Het Russische leger.
D: Dat ze strijden voor hun vaderland, ze zien zichzelf als helden.
E: de rode soldaat, en dat hij met schild en zwaard staat net als de vroegere helden.
F: Voor de Russische soldaten.
Beeldbron 9: A: 1938, aanhangers van Hitler geen naam bekend.
B: je ziet een portret van Hitler die heel netjes strak voor zich uit kijkt als een krachtige man.
C: De Leider.
D: De Leider is een sterke man die het volk zal verenigen, 1 volk, 1 rijk, 1 leider.
E: Hitler wordt groot afgebeeld, als een groot man.
F: De aanhangers van Hitler, het Duitse volk.
Beeldbron 10: A: 1932, G. Klutsis.
B: Een fabriek met het gezicht van Lenin op de achtergrond.
C: De Leider.
D: Lenin zal ervoor zorgen dat het socialisme zal overwinnen in Rusland.
E: Het afbeelden van Lenin op een voorgrond van fabrieken.
F: De russen.
Beeldbron 11: A: 1927, geen naam bekend.
B: Een abstract schilderij van een man, waarschijnlijk een arbeider, en een fabriekshal.
C: De economie, de industrialisatie.
D: Dat de industrialisatie voorspoedig gaat.
E: De poster is heel abstract, je ziet allemaal verschillende “fragmenten”.
F: De Russische arbeiders.
Beeldbron 12: A: 1942, A Kokorekin.
B: Een arbeider met een rode vlag met de afbeelding van Lenin erio. Met op de achtergrond een vliegveld met een heel hoop vliegtuigen.
C: Het volk, met name de arbeiders
D: Dat de arbeiders hun best doen om materialen te produceren voor rusland, vooral voor de oorlog wordt hier bedoelt allemaal gevechtsvliegtuigen.
E: Men beeld heel veel vliegtuigen af, dit wekt de suggestie dat de vliegtuigen massaal eruit rollen.
F: De russen.
Beeldbron 13: A: Jaren 30, K. Stauber
B: Hitler met een vlag met een hakenkruis erop, op de achtergrond een zee van mensen met hakenkruizen.
C: Het volk en de leider
D: Hitler heeft de steun van het volk en is nergens bang voor, het volk staat achter hem(letterlijk uitgebeeld.
E: Een rare lichtval (hierdoor lijkt Hitler afgebeeld als een soort god)en een onwerkelijke hoeveelheid mensen op de achtergrond.
F: Het Duitse volk.
Beeldbron 14: A: 1930, V. Deni.
B: Het silhouet van een arbeider die met een hamer het Russische hakenkruis vernietigt.
C: Het volk en de vijand.
D: De vijand zal door de Russische arbeiders worden verslagen.
E: Het onwerkelijk afbeelden van de facist en het silhouetteren van de arbeider. De arbeider wordt veel groter en krachtiger afgebeeld. En de kleuren helpen ook rood en zwart(slecht)
F: Het Russische volk.
Beeldbron 15: A: datum onbekend, H.Bargher.
B: Een Duitse jongen die perfect is volgens het arische ras, met een vlag in zijn hand waar een hakenkruis op staat.
C: Deze afbeelding gaat over de Hitlerjugend
D: Je kunt je zoon maar beter naar de Hitlerjugend sturen want alleen dan wordt het een echte man, en dat dit goed voor het volk is.
E: Van schaduw/licht techniek. En de vlag met het hakenkruis op de achtergrond.
F: Deze prent is bedoeld voor de ouders van de jongeren die hierdoor hopelijk hun zoon naar de Hitlerjugend sturen.
Beeldbron 16: A: 1920, S. Tikchonov
B: Het is een foto van een propaganda trein die in een perron staat. Op die trein zijn allemaal mensen geschilderd.
C: De zogenaamde eenheid van het volk.
D: Lenin is goed en zorgt voor het volk.
E: Het is een foto, er zit alleen diepte in.
F: Voor de inwoners van Rusland die deze trein voorbij zien gaan.
Beeldbron 17: A: 1941, Kukriniksi.
B: Een groep soldaten en een paar tanks die in aanval positie staan.
C: Het leger.
D: “Wees dapper soldaten en vecht voor het land”.
E: Hij maakt gebruik van diepte en je kunt de schaduw van de mannen zien in de lucht. ZE zien er op deze manier erg sterk en krachtig uit.
F: Voor de soldaten en andere mensen die moeten gaan vechten voor het land.
Beeldbron 18: A: Jaren 30, geen naam bekend.
B: Op de voorgrond zie je Stalin die in zijn handen klapt, hij heeft een net pak aan met een pet. Op de achtergrond zie je het volk dat Stalin toejuicht met vlaggen en andere vaandels.
C: Over de enorme propaganda die Stalin voerde en dat hij bijzonder machtig was.
D: Stalin is DE man van Rusland, hij is DE man die Rusland naar de top gaat brengen
E: Stalin groot afgebeeld, duidelijk op de voorgrond, de mensen op de achtergrond, er zijn alleen maar voorstanders.
F: Het Russische volk
Beeldbron 19: A: Jaren 30, geen naam bekend. Iemand die tegen het communisme was.
B: Een grote wereldbol met een soort spin eromheen die het communisme moet voorstellen. Het hoofd van de spin is een doodshoofd en heeft een hoed op met een kruis erin van het communisme.
C: Over het communisme dat om zich heen grijpt en zo steeds meer aanhangers probeert te winnen.
D: We moeten oppassen voor het communisme omdat dat steeds meer aanhangers wint en zo een bedreiging kan gaan vormen voor de hele wereld.
E: Een grote spin die met poten om de wereld heen grijpen, de doodskop met de helm met de ster.
F: Voor alle (nog) niet communistische mensen over de hele wereld.
Beeldbron 20: A: 1939, Sergei Merkurov
B: Een groot standbeeld van Lenin. Die met zijn vinger naar zichzelf wijst, zo van: “ ik ben de beste”.
C: Propaganda.
D: Lenin is goed, de beste, de allergrootste en machtigste man.
E: 1 groot standbeeld, op de voorgrond, Het middelpunt van de bron. Lenin wijst naar zichzelf.
F: Het Russische volk.
Beeldbron 21: A: 1930, Gustav Klutsis.
B: Je ziet allemaal handen, 1 grote en daarvoor nog allemaal kleintjes.
C: De verkiezingen
D: Er wordt hier uitgebeeld dat de leider (de grote hand) die wijst een bepaalde richting op en de andere handen (de onderdanen) die wijzen ook die kant op, iedereen volgt de leider.
E: Veel handen, met 1 grote die er duidelijk uitkomt, en ze wijzen allemaal dezelfde richting op.
F: Het Volk.
Beeldbron 22: A: 1932, mjölnir.
B: 3 Duitse mannen die weer volgens die arische ras superieur zijn en een hakenkrijs op de achtergrond met de Duitse teksten: “De georganiseerde wil van het volk + nationaal
C: Verkiezingsstrijd, eigenlijk al geen strijd meer want deze was al gewonnen door de nationaal socialisten. Dus eigenlijk is het zelfs propaganda.
D: Stem op DE Duitse partij, stem op de nationaal socialistische partij.
E: 3 sterke krachtige mannen achter elkaar waardoor ze er nog krachtiger uit zien. Een hakenkruis op de achtergrond en bijschrift.
F: Voor het hele Duitse volk, dit is namelijk een verkiezingsaffiche.
Beeldbron 23: A: 1944, Max Spielmanns.
B: Je ziet een verzetsman met een zender.
C: Verraders in Hitler zijn ogen.
D: De verzetsmannen zijn verraders.
E: Je ziet de verzetsman voor een zender staan en daaromheen zie je kringel van het signaal dat hij als het ware uitzendt en daarin staan plaatsen zoals Londen en Moskou daar hadden de mensen uit het verzet contact mee. Je ziet ook nog het woord sender staan.
F: Aan iedereen om te laten zien dat deze mensen als verraders worden beschouwd en iedereen weet wat er met verraders gebeurt.
Beeldbron 24: A: 1930, geen naam bekend.
B: Je ziet een ontwerp van een textielpatroon, in dit patroon zie je aan de ene kant boeren die alles met de hand doen het land omploegen met de hand en een dier ervoor aan de andere kant (links) zie je een tractor en een machinale ploeg.
C: Industrialisatie
D: Het nieuwe dorp is alles makkelijker alles is machinaal
E: je ziet aan de ene kant alles met de hand gaan en aan de andere kant zie je alles machinaal gaan.
F: Het hele Russische volk.
Beeldbron 25: A: 1928, geen naam bekend.
B: Er is een grote fabriekshal geschilderd waarin er meerdere sterke Russische arbeiders aan het werk zijn, vier verplaatsen een grote stang en twee verplaatsen een grote ijzeren bak met iets er in.
C: De motivering van de fabrieksarbeiders.
D: Deze bron wil dat de fabrieksarbeiders beter hun best gaan doen en laten zien wat ze kunnen.
E: Er zit veel diepte in, de fabriekshal eindigt pas aan de horizon. Maar de arbeiders zelf zijn slecht afgebeeld. Toch zie je wel dat de arbeiders heel hard aan het werk zijn.
F: Voor de fabrieksarbeiders om ze aan te sporen harder te gaan werken
Beeldbron 26: A: 1942, geen naam bekend.
B: Ik zie een Duitse soldaat die met zijn voet op een draak stampt, de draak moet europa voorstellen en de soldaat Duitsland.
C: Duitsland dat heel Europa wil gaan beheersen
D: Deze bron wil de kracht van Duitsland en de overwinning op europa duidelijk maken.
E: Veel gebruik van schaduw en diepte, maar ook zie je de kracht van de schop die duidelijk word gemaakt door een soort van bliksems.
F: Het Duitse volk.
Vergelijkend onderzoek
Inleiding
Wat is nou eigenlijk de onderzoeksvraag van dit vergelijkend onderzoek?
De onderzoeksvraag luidt: wat is de rol van de propaganda in een totalitair systeem en wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de propaganda van het nationaal-socialisme in Duitsland en die van het communisme in Rusland?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet je eerst weten wat een totalitair systeem en propaganda precies is.
Verder zal je moeten weten hoe propaganda in Duitsland en in Rusland gaat om de overeenkomsten en de verschillen te kunnen noemen.
Totalitair systeem
Wat is een totalitair systeem?
De geschiedenis kent veel dictaturen in rijken en staten, maar de dictaturen van de twintigste eeuw waren anders. In communistisch Rusland en nationaal-socialistisch Duitsland ontstonden totalitaire staten.
In zo’n staat is het individu ondergeschikt aan het collectief. Het belang van een groep (ras, volk, partij) gaat altijd boven dat van de enkeling. De staat gaat boven alles. De rol van de leider is alles overheersend, de leider heeft altijd gelijk en iedereen moet hem trouw zijn, hij is een soort substituut voor god. De totalitaire staat is een eenpartijstelsel en heeft afkeer van de parlementaire democratie. Verkiezingen worden wel gehouden maar alleen om te demonstreren hoe eensgezind het volk is. De massamedia is volledig in de handen van de staat alles wat gepubliceerd wordt is nagekeken of het wel gepubliceerd mag worden. De jeugd wordt ook hierdoor volledig geïndoctrineerd. Uiterlijk vertoon wordt erg belangrijk geacht, zoals militaire parades, fakkeloptochten en zorgvuldig georganiseerde partijbijeenkomsten.
In die beïnvloeding wordt de ideologie voorgesteld als absoluut juist en krijgt ze een bijna godsdienstige lading. Er is een sterk geloof in de verlossing van het kwaad door middel van absolute trouw aan leider en leer. Dit kwaad bestaat uit het communisme, uit het kapitalisme uit 'het internationale jodendom', uit een combinatie daarvan.
Symbolen als het hakenkruis en sikkel met hamer onderstrepen nog eens dat het gaat om een soort cultus. Geheime diensten zorgen voor een ijzeren handhaving van de orde door middel van willekeurige arrestaties, geheime processen, het deporteren van mensen naar strafkampen en een hoop terreur. Het volk leeft hierdoor in angst en leidt een zo onopvallend leven mogelijk.
Complete definitie 'totalitaire staat':
een totalitaire staat is een staat waarin de overheid vanuit een monopoliserend machtscentrum het maatschappelijk leven in alles tracht te beheersen. In het kader van de totalitaire ideologie worden niet alleen alle denkbare beheersingsinstrumenten (technologisch, militair, economisch, psychologisch) aangewend, maar ook wordt van ieder individu een actieve inzet en een totale overgave aan de officiële idealen geëist.
Propaganda
Het Duitse nationaal – socialisme en het Russische communisme maakten er gebruik van. Via de pers, radio, film en affiches werden het Russische en het Duitse volk overspoelt door de ideeën van de staat. Propaganda kun je zien als een deel van het systeem van de totalitaire staat. Andere delen zijn bijvoorbeeld de economie, het bestuurssysteem, de ideologie, de opvoeding, het onderwijs, de massamedia en het leger. De machthebbers in totalitaire staten willen dat hun ideologieën in alle bevolkingsgroepen doordringen. Hun ideologie heeft betrekking op alle onderdelen van de maatschappij. Daarbij vormt propaganda een belangrijk hulpmiddel.
Het woord 'propaganda' komt van het Latijnse woord 'propagare'. Dat betekent voortplanten, tot ontwikkeling brengen. Het is dus de weloverwogen beïnvloeding van de houdingen, de meningen en de handelingen van een bepaald publiek. Daarvoor gebruikt men vaak symbolen, zoals woorden, kleding, gebaren, muziek, vlaggen, monumenten en afbeeldingen.
Met behulp van propaganda probeert men mensen bepaalde overtuigingen of een zekere manier van leven op te dringen. Propaganda is dus een soort doelbewuste manipulatie van mensen, ze laten slechts één kant van het probleem zien, zodat mensen niet echt goed voorgelicht worden en geen andere keus hebben dan te geloven wat men zegt.
Vóór de Tweede Wereldoorlog waren de methoden van propagandavoering gekenmerkt door het streven het publiek als het ware met grote hoeveelheden oververeenvoudigde leuzen te verzadigen. Ook gebruikten ze herhaling, vijandbeelden en stereotiepen.
Propaganda kon ook door middel van korte films of imponerende symbolentaal. De verbondenheid met partij en leider, maar ook met ras en vaderland werd beklemtoond, door bijvoorbeeld het scheppen van een voorbeeldig type Duitsers, de blonde Germaan met blauwe ogen en langwerpige schedel.
De Duitse propaganda
Duitsland was de grote schuldige. Door het Verdrag van Versailles van na de eerste wereldoorlog, ging het in Duitsland zeer slecht.
Duitsland was nu officieel democratisch, maar er werden wel pogingen tot staatsgrepen ondernomen.
In 1929 ontstond in de VS een economische crisis die snel naar Europa oversloeg.
Toen de bedrijven uit de VS hun schulden wilden innen om hun eigen bedrijf te redden, betekende dat de ondergang voor veel Duitse bedrijven.
Het ging vanaf dat moment alleen maar slechter met de Duitse economie.
Er was grote werkeloosheid.
De mensen waren teleurgesteld in de regering, en velen onder hen zochten hun heil bij de NSDAP, de extreem rechtse partij van Hitler.
Hij wilde de ‘dictatuur van Versailles’ afschaffen en beloofde van Duitsland weer een machtig land te maken.
De partij was wel de grootste, maar had nog geen alleenheerschappij. Voor de verkiezingen had Hitler al flink uitgepakt wat betreft propaganda in kranten, op de radio en televisie. Overal werd er reclame gemaakt.
Het doel van de propaganda was toen nog het krijgen van aanhangers. Dit deed men met foto’s, tekeningen en verhalen die alles zeer positief weergaven.
Hitler stelde Goebbels, die hem had geholpen aan zijn macht te komen, als minister van Volksvoorlichting en Propaganda aan.
Goebbels controleerde met zijn ministerie naast de media ook alles van kunst, films tot boeken. Als iets niet voldeed, was het ‘entartete kunst’ en klaar voor de brandstapel.
Hitler ging verder met extreemrechts. De communisten werden uit het parlement gezet, en er ontstond een totalitaire staat, een dictatuur onder leiding van Adolf Hitler.
De propaganda veranderde nu van karakter.
Goebbels ministerie had bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog de pers, de radio, het theater, de bioscoop, de schone kunsten, de muziek en de literatuur onder controle.
Het Ministerie van Propaganda verstrekte op het hoogtepunt van zijn macht tijdens de Tweede Wereldoorlog in heel Duitsland dagelijks richtlijnen voor de kopij aan redacteuren van nieuwsbladen. Deze waren zo gedetailleerd, dat de kranten al op papier stonden voordat de redacteuren nog maar een letter op papier hadden gezet.
Alle problemen, zoals de slechte economie, werden aan de joden toegeschreven. Zij behoorden tot de laagste klasse in het systeem waar de Germaan bovenaan stond.
Gehandicapten, zwarten, zigeuners en homo’s viel hetzelfde lot als de joden ten deel.
De propaganda was er vaak op gericht bij de mensen haat aan te wakkeren tegen deze groepen. Aan deze bevolkingsgroepen werden uiterlijke raskenmerken en clichématige karaktertrekken verbonden.
De Engelsen, die met name in Zuid-Afrika tegen de Boeren misdaden hadden bedreven, werden op soortgelijke wijze verbeeld. Ook de Amerikanen bezaten een decadente cultuur en zouden met hun gemengde bevolking slechts barbarij en cultuurloosheid over het beschaafde Europa brengen.
Het beeld van kinderen slachtofferende, bloedschendende joden, beestachtige bolsjewieken en verraderlijke Engelsen behoorde de Duitse bevolking schrik aan te jagen.
In Duitsland werd de film veel gebruikt. Er werden bijvoorbeeld joden getoond die mooie Duitse vrouwen verkrachtten.
De posters hadden echter de meeste impact op de samenleving, ze werden dan ook door iedereen gezien. Goebbels liet op de posters zien hoe goed Hitler het deed en hoe dapper de soldaten aan het front wel niet waren. Tevens werden jonge mannen opgeroepen te vechten voor hun vaderland bij de Reichsarbeitsdienst of de SA.
Hitler omschreef het doel van propaganda als volgt: ‘propaganda is gebaseerd op het inpalmen van de massa’s en niet op het ontwikkelen van diegenen die al geschoold zijn.’
Naast dat alle media door de propaganda beheerst werden, werd ook door de controle over alle kunstvormen indirecte propaganda gevoerd.
Door alles wat niet aan de nationaal-socialistische maatstaven voldeed uit te sluiten, kreeg het publiek uiteindelijk een sterk eenzijdig gekleurd beeld van de werkelijkheid.
In de ‘positieve’ propaganda werd een imponerend en magisch beeld opgeroepen. Elementen als kameraadschap, lotsverbondenheid, trouw en gehoorzaamheid werden onderdelen van een soort naziereligie, waarbij elk individueel gevoel werd uitgeschakeld. De verbondenheid met partij en leider, maar ook met ras en vaderland werd beklemtoond door het scheppen van een voorbeeldig type Duitsers, de blonde Germaan met blauwe ogen en langwerpige schedel. Net als het type van het ideale gezin waarbij de vrouw voorgesteld werd als trouwe moeder en minnares.
De Duitse man vervulde zowel de taak van soldaat als die van arbeider. Sleutelwoorden hierbij waren: wil, trouw en strijd.
De verbondenheid met het vaderland werd voorgesteld door idealisering van het landelijke leven, de folklore en de nationale geschiedenis.
Vooral de nationale geschiedenis speelde aan het einde van het Derde Rijk een bijzondere rol. Door historische voorbeelden te geven, waarbij het Duitse volk buitenlandse overweldigers de baas was gebleven, trachtte de propaganda de bevolking een hart onder de riem te steken.
Naast deze positieve gerichte propaganda nam de negatieve een even grote, zoniet belangrijker plaats in.
Zo promootte Hitler zijn systeem door andere naar beneden te halen. Het communisme was bijvoorbeeld zo slecht dat het maar beter uitgeroeid kon worden.
De propaganda werd steeds aangepast aan de actualiteit. Goebbels organiseerde bijvoorbeeld, toen in de koude winter van 1941-1942 het Duitse leger aan het Russische front door de vorst in moeilijkheden kwam, een liefdadigheidactie om geld voor warme kleding en dergelijke in te zamelen.
Alle verenigingen werden afgeschaft, je kon naar de Bund Deutschen Mädel of de Hitlerjügend. Dit laatste was een vereniging waarbij alle jongens werd geleerd wat vaderlandsliefde is en hoe je moet overleven. Gingen ze op kamp, dan mochten de jongens niets meenemen. Om ze hard te krijgen.
Bij de Bund Deutschen Mädel werden meisjes voorbereid tot keurige huisvrouw.
De bevolking werd tevreden gehouden door het stellen van een zekere overwinning van Duitsland.
Nazi Duitsland zou propaganda op zo’n grote schaal toepassen, dat al rond 1939 het Duitse volk volledig geïndoctrineerd leek te zijn.
Tot het laatste moment geloofden de meeste mensen nog dat Hitler een onbaatzuchtige heerser en zelfs een soort Messias was, die zich op de eerste plaats bekommerde om het welzijn van zijn volk en uiteindelijk om dat van de mensheid.
De Russische propaganda
De propaganda heeft in de Sovjet-Unie een lange voorgeschiedenis.
In 1902 had Lenin al eens gewezen op het belang van propaganda.
Lenin kwam in 1917 met hulp van de Duitsers aan de macht. De eerste wereldoorlog was in volle gang en er heerste armoede en hongersnood.
De vrede van Brest-Litovsk werd gesloten zodat Rusland en Duitsland niet meer tegen elkaar hoefden te vechten.
Tijdens de Revolutie was de moderne politieke propaganda, waarbij een groot aantal kunstenaars werd ingeschakeld, tot stand gekomen.
Het achterliggende thema was bijna altijd vrede. De tegenstander werd als een op oorlog beluste boosdoener afgeschilderd.
Het nationalisme en de geschiedenis speelden een belangrijke rol.
Stalin kreeg in 1924 na het overlijden van Lenin, door middel van propaganda en het vakkundig uitschakelen van tegenstanders, de macht in handen. Hij had net als Hitler aanvankelijk een partij, maar door zijn achterdocht verbood hij uiteindelijk alle partijen.
Stalin wilde eigenlijk een wereldrevolutie a la Marx, maar eerst moest Rusland weer gezond worden.
Stalin gebruikte dwangmiddelen om de mensen aan zijn kant te krijgen. Iedere afwijkende mening was gevaarlijk voor het systeem en moest verdwijnen. De geheime politie zorgde daarvoor.
Hij richtte het ministerie Staatsonderneming voor Publiciteit op. Hier werd alles op waarde voor het systeem gecontroleerd.
Ook kwamen er wetten op de kunst. Alle kunst moest reclame zijn voor het systeem. Alles wat dat niet was werd verbrand.
Stalin werd op posters altijd afgeschilderd als een groot leider.
De mensen werden tevens geïndoctrineerd doordat alles wat ze deden zogenaamd in dienst van het vaderland was.
Stalin zorgde ervoor dat het volk erg chauvinistisch ingesteld werd.
Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog veranderde ook de propaganda. Nu waren het oproepen om in het leger te gaan en de weerloze mensen tegen de nazi’s te beschermen.
Stalin gebruikte de radio heel veel. Hij liet de radio in buurthuizen en
grote gezelschapsgebouwen horen. Ook de kranten stonden geheel in het teken van het communisme.
Overal hingen posters. In de Sovjet-Unie reden er zelfs propagandatreinen waar men films kon bekijken, luisteren naar toespraken en bepaalde bladen en boeken kon lezen.
Soldaten werden aangespoord het heldhaftige voorbeeld van hun voorvaderen te volgen.
Veel propaganda was echter ook een oproep om te gaan werken. Zinnen als ‘Kom op, werken is leuk!’ werden getoond bij posters en videobeelden van mensen die duidelijk met plezier aan het werk waren. De arbeider werd daarnaast verheerlijkt. Stalin wilde hiermee de industrialisatie, die nodig was om Rusland weer ‘gezond’ te maken, weer op gang krijgen.
Omdat Rusland zeer weinig contacten met het buitenland onderhield, was de crisis in 1929 in Rusland nauwelijks te merken.
Daar werd dan een poster over gemaakt.
Peuters werd al geleerd hoe goed Stalin was. Het agressieve van Hitler, die zei dat oorlog een goede manier was om dingen gedaan te krijgen, gebruikten Stalin en zijn communisme niet in hun propaganda.
Er werd een vooral vreedzaam leven gepromoot.
Uiteindelijk kwam het erop neer dat Stalin Marx gebruikte voor zijn eigen plannen. Door de herhaaldelijke propaganda geloofden de mensen echt dat hij zijn beloofde wereldrijk wel zou realiseren.
De revolutie volgens de ideeën van Marx zou er nooit komen, want de teugels werden niet in handen gehouden van het proletariaat maar juist van de leiders. En dat is juist in strijd met Marx.
Mijn conclusie
Mijn conclusie over de propaganda in rusland en in Duitsland is dat er een aantal verschillen zijn en dat ze daarmee allebei andere dingen proberen te bereiken. Er zijn echter ook een aantal overeenkomsten tussen de propaganda in Duitsland en in rusland. Hieronder zal ik deze verschillen en overeenkomsten behandelen.
Overeenkomsten in propaganda
Beide regimes streefden naar eenheid en saamhorigheid.
Opvallend is het veelvuldige gebruik van de kleur rood in de propaganda van beide landen. Rood is een opvallende ‘signaalkleur’.
Soldaten werden met behulp van propaganda gestimuleerd om te vechten voor de overwinning.
De leiders worden steevast als grote helden, haast als goden, afgebeeld. Het volk moest geloven dat ze een soort verlossers waren.
Beide landen legden een vrijwel absolute censuur op.
Hitler en Stalin hadden beiden een groot deel van hun macht aan de propaganda te danken.
Verschillen in propaganda
De Russische propaganda is op ‘het volk’ gericht, terwijl de Duitse propaganda ‘het Arische ras’ verheft boven alle andere rassen.
Hieruit volgt weer het terugkerende thema antisemitisme van de nationaal-socialisten.
In Rusland ging de propaganda over het eigen land, daar waar Hitler de aandacht op uitbreiding van grond en de oorlog vestigde.
En doordat het analfabetisme in Rusland groot was, werd daar meer met afbeeldingen als met tekst gewerkt.
De Russen hadden vaak drukke en kleurrijke propaganda. De Duitsers hielden het liever sober en duidelijk.
In de Sovjet-Unie legde men, uiteraard in tegenstelling tot Duitsland, veel nadruk op de veranderingen (lees: verbeteringen) binnen de industrie na de komst van het communisme. De Russische propaganda spoorde ook vaak aan tot arbeid.
Evaluatie:
Hoe is het onderzoek gegaan?
Het onderzoek verliep vrij soepel, ook al was het bij het analyseren van de beeldbronnen af en toe goed lastig. Alle informatie uit een bron te proberen te halen is lastiger als je je voorsteldt.
Het vergelijkend onderzoek was een hoop research maar een hoop stond i het handboek het was veel werk maar wel goed te doen.
Het maken van de poster, was ook geen gemakkelijk werk, lang nadenken over het maken van je poster, het onderwerp, de manier van uitbeelden.
Ik heb een hoop geleerd van het onderzoek ik kan nu redelijk goed bronnen ontcijferen. De achterliggende gedachte oproepen.
Ik vond het niet echt een leuk werk om te doen maar het was zeer zeker wel leerzaam.
REACTIES
1 seconde geleden