Esther (1999)

Ik ben een vrouw van het Joodse volk, en ik leef bij mijn oom Mordechai mijn pleegvader, omdat allebei mijn ouders gestorven zijn. Ik heet ook wel Hadassa. Koning Ahasveros is de heerser van ons land. Zijn vrouw Vasthi hielp ook mee met het regeren van het land.

Toen koning Ahasveros 3 jaar aan de macht was organiseerde hij een groot feest, en zijn vrouw Vasthi gaf ook een feest. Aan het eind van het feest beveelt de koning aan zijn dienaren om de koningin Vasthi te halen. Vasthi had daar geen zin in omdat ze niet wou dat koning Ahasveros met haar zou gaan pronken, en volgt het bevel niet op. Koning Ahasveros vraagt zijn raadslieden bij zich om te vragen wat hij moet doen. Ze adviseren hem om haar te verstoten omdat ze bang zijn dat de vrouwen van het volk zich ook tegen hun man gaan keren zodra ze horen wat de koningin heeft gedaan. Dus verstoten was de enige oplossing. Nu zoeken ze in heel het land een aantrekkelijke, jonge vrouw. Mijn oom Mordechai is nu bang dat ik word meegenomen.

Later werd ik toch gekozen en ik mocht niet zeggen waar ik vandaan kwam, omdat ik Jood ben. Ik werd een jaar met andere vrouwen opgesloten in het vrouwenhuis. We moesten allerlei dingen doen zoals allemaal schoonheidsbehandelingen, zodat mijn lichaam zo gezond en aantrekkelijk mogelijk te maken. Mijn oom Mordechai stond elke dag in de buurt van het vrouwenhuis. Een man die een kamerling was en verantwoordelijk was over de vrouwen en het vrouwenhuis stond daar op wacht. Mijn oom won steeds meer vertrouwen van die man, zodoende vertelde de man elke dag wat er allemaal gebeurd was en wat de vrouwen moesten ondergaan.

Een paar dagen later kwam Hegai, zo heette die ma die kamerling was over ons, blij naar buiten lopen recht op mijn oom Mordechai af. Hegai zei tegen mijn oom dat ik het geworden ben. Mijn oom geloofde het eerst helemaal niet dus daarom vroeg hij ook ‘wat zei je?’. Maar toch begreep hij het meteen. Mijn oom Mordechai hield zichzelf voor dat het niet waar kon zijn. Maar das was het dus wel. Koning Ahasveros had mij gekozen als nieuwe vrouw omdat ik niet opgemaakt wou worden, en geen sieraden wou dragen. Ik was eenvoudig en dat sprak hem wel aan. Dus had hij mij gekozen als zijn vrouw en koningin en Vasthi, zijn andere vrouw die hij verstootten had, niet.

Maar Esther mocht niet zeggen dat ze Joods was, want dan werd ze verstootten net zoals Vasthi. Dat was het grote geheim wat Esther bij zich droeg.