Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoe ontstaan bergen, vulkanen en aardbevingen?

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2186 woorden
  • 2 april 2002
  • 1028 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
1028 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

1 Inleiding

Wij houden ons werkstuk over: Hoe ontstaan bergen, vulkanen en aardbevingen.
Het werkstuk maken is erg fascinerend, en het is ook nog leuk.

Kevin: Ik ben zelf een keer in een vulkaan geweest en ik heb van de vulkaan twee foto’s (zie onderaan de bladzijde)

Thomas: Ik vond het erg moeilijk om dit werkstuk te maken. Vooral over het ontstaan van bergen was er weinig te vinden

2 Hoe ontstaan bergen.

Hoe bergen precies ontstaan weet de mensheid niet ,het is een bijzonder interessant probleem.

Het verhaal van de bergen begint miljoenen jaren geleden.

De aarde leeft.. Dat kun je merken aan aardbevingen of vulkaanuitbarstingen. Binnenin de aarde zijn eeuwenlang krachten aan het werk geweest, de aardkorst verschoof en botste. Op sommige plaatsen werd de aardkorst naar boven geduwd en ontstonden er bergen. Op andere plaatsen zakte de aardkorst, waardoor diepe putten gevormd werden, die nu meestal meren zijn geworden.
De bergen groeiden minder dan één millimeter per jaar. Pas na miljoenen jaren zijn de bergen zo geworden zoals ze nu zijn.
Soms kun je afdrukken van schelpen vinden in een berg, omdat sommige aardlagen vanuit de zeebodem omhoog werden geduwd. Wat nu boven de grond zit, zat er heel lang geleden onder.
IJs en wind hebben sommige toppen en hellingen afgeschuurd.

Bergen ontstaan ook door vulkaanuitbarstingen. Hoe vulkanen ontstaan is beschreven in een ander hoofdstuk.

Bergen hebben voor de mens altijd een aantrekkingskracht gehad omdat ze zo mooi zijn. Sommige mensen hebben hun leven geriskeerd door een niet eerder beklommen berg te gaan beklimmen.

De allerhoogste bergen vind je in de Himalaya. De toppen lijken de hemel te raken.
Het gebergte wordt daarom ook wel ‘HET DAK VAN DE WERELD’genoemd.
De Himalaya is meer dan 2700 kilometer lang en 250 kilometer breed.
Dat is ruim de afstand van Amsterdam naar Moskou.
Het gebergte is verdeeld over zeven landen. Dat zijn de landen: Afghanistan, Pakistan, India, Nepal, Sikkim ( een klein staatje), Bhutan en Tibet.
De hoogste top van de wereld is de Mount Everest die is 8488 km hoog. Het gebergte vormt een barrière tegen de koude lucht uit centraal Azië aan de noordzijde, en de vochtige winden die uit het zuiden komen.

De 6400 km lange Andes is de langste bergketen van de wereld. Op die hellingen van die bergketen zijn steden gebouwd in het koude klimaat.

Een voorbeeld van een oud gebergte is de Ardennen. Dit gebergte is ongeveer 300 miljoen jaar oud.

3 Hoe ontstaan gletsjers en lawine’s.

3.1 Gletsjes
Een gletsjer is een reusachtige ijsklomp van samengeklonterde stukjes sneeuw.
Een gletsjer is soms vele kilometers lang en tot 150 meter breed.
Hoog in de bergen wordt de sneeuwlaag steeds dikker, doordat ’s zomers de sneeuw niet helemaal smelt.
De fijne sneeuw, ook wel firn genoemd, hecht zich aan elkaar. Net zoals een sneeuwbal.
De sneeuw wordt steeds dikker en de lucht die tussen de sneeuw zit ontsnapt.
In een jaar tijd wordt de zachte sneeuw zo een harde laag.
Als de sneeuw nog harder wordt, ontstaat er een sneeuwveld.
Het ijs heeft een blauwachtige kleur door de luchtbelletjes in het ijs.
Als het sneeuwveld heel groot is, zoals in Groenland, noemt men dat een IJSKAP.
De gletsjer schuift naar beneden. Maar zo langzaam dat je dat niet kan zien.
Het is maar een paar meter per jaar.
Het voortbewegende ijs schuurt langs de rotsen. Daardoor komt het dat je aan de zijkanten van gletsjers fijngemalen steentjes vindt. De zijkant van de gletsjer heet de zijmorene.
Aan het eind van elke gletsjer is de gletsjerpoort, een groot gat waarlangs het smeltwater wegvloeit en waardoor een bergriviertje ontstaat.
Een wandeling in de bergen is leuk, maar ook gevaarlijk. Je zou zo in een gletsjerspleet kunnen vallen, die soms wel meters diep zijn. Je kunt er zelfs in doodvriezen.

3.2 Lawines
Lawines zijn typische berggevaren. Verantwoordelijk voor meer doden per jaar in de US, dan aardbevingen. Eenmaal in beweging zijn de sneeuw"vlakken" een zeer krachtige natuurkracht, in staat om volwassen bomen als luciferstokjes om te breken en huizen volledig te verwoesten. Wanneer een lawine eindelijk stopt wordt de sneeuw in elkaar gedrukt tot deze zo hard als beton wordt, zodat redding van ingegraven slachtoffers nagenoeg onmogelijk wordt.
Een lawine is niets anders dan een massa sneeuw die een berg afkomt. Er zijn 2 elementen die noodzakelijk zijn bij het ontstaan van een lawine: een steile besneeuwde helling en een "trigger" (een beweging of geluid waardoor de stabiliteit van de massa verandert). Maar ondanks deze kenmerken is een lawine bijna niet te verspellen. De wisselende weerscondities zorgen voor een steeds wisselende staat van stabiliteit van de sneeuwlagen. De verschillende lagen variëren ook door de wind en zonnestand van conditie. De lagen in het sneeuwpak zijn de eerste tekenen waar voorspellers naar kijken om de stabiliteit van een laag te bekijken. Verschillende soorten stormen veroorzaken zeer veel verschillende soorten typen en hoeveelheden sneeuw. Wanneer de sneeuw zich eenmaal aan een bepaalde laag hecht, kan deze snel veranderen naar een bepaalde kristalvorm. Deze vorm wordt bepaald door de zon en de wind.
Hoe sterk de bedreiging van een lawine kan zijn hangt af van de diepte van een zwakke laag. Wanneer de laag vlak onder het oppervlak ligt, ondervindt het weinig cohesie. In andere woorden dan is de kans groot dat de laag loslaat en begint te schuiven. Wanneer deze begint te schuiven, "vangt" de laag steeds meer losse sneeuw mee. Deze soort lawines worden niet erg als bedreiging ervaren, daar zij niet erg omvangrijk worden.
De dreiging van grote lawines wordt vergroot als een zwakke laag meer en meer dieper ligt. Grote delen met sterke lagen komen los en nemen veel meer en sneller sneeuw mee dan voorgaande lawines. Deze soort lawines kan bijvoorbeeld ontstaan door skiërs of snowmobielers.
In een laag-lawine breekt een grote alleenstaande plaat sneeuw af, die hierna verbrijzelt en de helling afrolt. Deze lawines worden als de grootste beschouwd en zijn gevaarlijk voor personen die onderaan de helling staan. Wanneer mensen deze lawines ontketenen, staan ze meestal midden op de plaat, waardoor deze vorm van lawines zo dodelijk is.

4 Hoe ontstaan vulkanen.

4.1 De geschiedenis van de vulkaan
Enkele geleerden uit de oudheid probeerden erachter te komen hoe vulkanen veroorzaakt konden worden als het niet het werk was van boze geesten was. Eén van hen was de Griekse filosoof Aristoteles. Hij beweerde dat het aardoppervlak bezaaid was met spelonken, die de winden opzogen. Deze werden dan verhit door grote vuren en vervolgens weer uitgespuwd, waardoor de vulkanen ontstonden. Dit was wel leuk bedacht, maar pas veel later kwam men er beter uit.

4.2 Hoe ontstaan vulkaanuitbarstingen.
Na jarenlang van onderzoek kwam Alfred Wegener tot de volgende conclusie:
In het binnenste van de aarde is het verschrikkelijk heet. De aardkern heeft een temperatuur van 4000 graden. Hij bestaat uit ijzer. Daaromheen zit de aardmantel. Dat is gloeiend heet, vloeibaar gesteente. De aardkorst is een dun laagje harde steen. Waar de aardkorst heel dun is, komt het vloeibare gesteente dicht bij het oppervlak. Daar is een magmahaard. Uit de kraterpijp van een vulkaan spuit het magma naar buiten. Als magma uit de aarde komt, heet het lava. De vloeibare lava stroomt over de hellingen van de vulkaan. Als lava afkoelt, stolt het tot harde blokken steen bijna zwart van kleur. Bij een vulkaanuitbarsting word er ook as en klodders lava door de lucht geslingerd, vaak kilometers hoog. Ze heten vulkanische bommen en zijn soms zo groot als vrachtwagens.

4.3 Welke (soort) vulkanen zijn er?
1. Spleetvulkaan
Als het magma door een spleet naar buiten stroom, verspreidt de lava zich langs de spleet. Er ontstaat dan een spleetvulkaan.

2. Schildvulkaan
Wanneer de lava heel dun is spreidt deze zich makkelijk uit. Er ontstaat dan een lage, brede vulkaan. Dit noemen we een schildvulkaan.

3. Koepelvulkaan, slakkenkegel, samengestelde vulkaan
Wanneer de lava wat dikker is van samenstelling, vloeit het niet zover uit. Er ontstaat dan, afhankelijk van de chemische samenstelling van de lava, een koepelvulkaan, een slakkenkegel of een samengestelde vulkaan.

4. Calderavulkaan
Wanneer een vulkaan na een eruptie inzakt, kan er later in de krater van de oude vulkaan een nieuwe vulkaan ontstaan.

4.4 Onderzoek naar de vulkanen
Vulkanologen onderzoeken vulkanen. Zij houden ze constant in de gaten. Dat doen zo o.a omdat vulkanen veel schade aan kunnen richten. Zoals de lava, de asregen, de gaswolken, de rotsblokken, de puinlawines, de modderstromen en de puinlawines. Maar ze natuurlijk ook mensen levens kunnen kosten. In de buurt van vulkanen wonen altijd veel mensen omdat de grond daar heel erg vruchtbaar is, als de vulkaan er dan uitbarst zijn er veel mensen dood. De vulkanologen moeten op tijd zien wanneer de vulkaan uitbarst zodat de mensen geëvacueerd kunnen worden. Ze houden vulkanen constant in de gaten met verschillende apparaten. Eén daarvan is de seismograaf. Daarmee kunnen ze de aardschokken meten. Dat komt door de magma. Hoe dichter het magma bij het aardoppervlak is hoe meer en hoe hardere schokken er komen.

Ook zijn er satellieten. Daarmee kun je veranderingen in het aardbodem in de gaten houden. Veel vulkanen liggen er in arme landen. In zulke landen is er niet genoeg om goede apparatuur te kopen en mensen in dienst te nemen.

4.5 Historische uitbarstingen

Jaar Plaats Gevolgen

1450 voor Christus Santorini, Griekenland Verwoest
79 na Christus Vesuvius, Italië 20.000 doden
1669 Etna, Sicilië 20.000 doden
1586 Kelud, Java 10.000 doden
1792 Unzen, Japan 15.000 doden
1815 Tambori, Indonesië 90.000 doden
1883 Krakatau, Indonesië 36.000doden

Rampen in de 20e eeuw
Jaar Plaats Doden
1902 Mont Pelée 34.000
1906 Vesuvius, Italië 700
1951 Mt Lamington, Papua Nieuw-Guinea 3.000
1980 Mt St Helens, Verenigde staten 57
1985 Nevada del Ruiz, Colombia 34.000
1991 Mt Unzen, Japan 41
1991 Mt Pinatubu, Filippijnen 400



5 Hoe ontstaan aardbevingen.

5.1 Aardschollen
Het aardoppervlak wordt gevormd door aardschollen, de wetenschappelijke naam is plaattektoniek. Deze aardschollen drijven op een laag van gedeeltelijk gesmolten gesteente en bewegen. De aardschollen kunnen wel 75 km dik zijn. De aardschollen verplaatsen zich zeer langzaam, ongeveer 5 cm. per jaar. Maar deze kleine verplaatsingen hebben soms enorme gevolg.

De aardschollen of platen

1 Euraziatische Plaat
2 Filippine Plaat
3 Caroline Plaat
4 Indisch Australische Plaat
5 Fiji Plaat
6 Pacifische Plaat
7 Juan De Fuca
8 Noord Amerikaanse Plaat
9 Kokos Plaat
10 Nazca-Plaat
11 Antarctische Plaat
12 Caribische Plaat
13 Zuid Amerikaanse Plaat
14 Schotse Plaat
15 Afrikaanse Plaat
16Arabische Plaat

Aardbevingen ontstaan wanneer een deel van de ene aardschol tegen een deel van de andere aardschol wrijft. De twee platen komen klem te zitten en glijden niet langs elkaar heen. De druk rond de opstopping neemt toe, totdat hij zo groot wordt, dat de stenen die de platen tegen elkaar duwen breken, waardoor de aardschollen met een schok vrijkomen. Deze plotselinge beweging stuurt vibraties door de Aarde, zo ontstaat een aardbeving

De energie in deze vibraties kan gemeten worden met een seismograaf. De aardbeving krijgt een cijfer op de schaal van Richter, waaruit je kan opmaken hoe zwaar de beving was. De zwaarste aardbevingen hebben een cijfer van meer dan 8 op de Schaal van Richter. Ieder jaar hebben er ongeveer 500.000 aardbevingen plaats, maar de meeste zijn zo licht dat niemand het merkt.

5.2 Wat is De Schaal van richter?
De schaal van Richter In 1935 heeft de Amerikaanse seismoloog Charles Richter deze schaal gemaakt. De schaal is gebaseerd op de hoeveelheid energie die bij een aardbeving vrijkomt in de vorm van trillingen. De sterkte van een aardbeving wordt aangeduid met een getal op schaal van Richter. Dit getal is de magnitude van een aardbeving.Magnitude betekent de heoveelheid energie die vrijkomt bij een aardbeving. Er zijn ook bepaalde tabellen om de magnitude te zien En de sterkte van een aardbeving Dat heet een seismogram Deze valt zeer slecht te lezen maar de linker lijn geeft De afstand de aarde in waar de beving plaats vindt De middelste lijn de magnitude en de rechtse de uitslag.

5.3 Wat is de schaal van Mercalli
In 1902 heeft de Italiaan Mercalli deze schaalgemaakt. Deze schaal geeft de gevolgen van een aardbevingen weer. Deze Mercalli-schaal geeft aan wat er op een bepaalde plaats wordtgevoelt, dus wat de mensen, gebouwen en het landschap voelen. De Mercalli-schaal is verdeeld in 12 stukken. Deze worden met een romeins cijfer genummerd.

Nummer Gebeurtenis

I Alleen door seismografen geregistreerd.
II Zeer licht; slechts onder gunstige omstandigheden gevoeld.
III Licht; door enkele personen gevoeld; trilling als van voorbijgaand verkeer.
IV Matig; door velen gevoeld; trilling als zwaar verkeer (vrachtwagens); rammelen van ramen en deuren.
V Vrij sterk; algemeen gevoeld; opgehangen voorwerpen slingeren; klokken blijven stilstaan.
VI Sterk; schrikreacties; voorwerpen in huis vallen om; bomen bewegen; weinig solide huizen worden beschadigd.
VII Zeer sterk; schade aan vele gebouwen; schoorstenen breken af; golven in vijvers; kerkklokken geven geluid.
VIII Vernielend; paniek; algemene schade aan gebouwen; zwakke bouwwerken gedeeltelijk vernield.
IX Verwoestend; vele gebouwen zwaar beschadigd; schade aan funderingen; ondergrondse pijpleidingen breken.
X Vernietigend; verwoesting van vele gebouwen; grondverplaatsingen en scheuren in de aarde; schade aan dammen en dijken.
XI Katastrofaal; algemene verwoesting van gebouwen; rails worden verbogen; ondergrondse leidingen vernield.
XII Buitengewoon katastrofaal; algemene verwoesting; scheuren in rotsen; veranderingen in landschap; talloze aardverschuivingen.



6 Brongegevens

Boeken:
· Vulkanen
· Grote Encyclopedie voor de jeugd
· Landen en Volkeren
· Aardbevingen en Bergen

Internet:
· www.vulkanen.nl
· www.aardbevingen.nl
· www.altavista.nl (plaatjes)
· www.scholieren.com

REACTIES

K.

K.

hallo ik ben kimberly ik ben heel trit op julie dankzij jully heb ik een 9 gekregen voor dit werkstuk
heel erg bedank hoor groetjes van kimberly

21 jaar geleden

K.

K.

heb je hier een 5.6 voor gekregen?

7 jaar geleden

A.

A.

Hoe durf je dit in te leveren??????????

7 jaar geleden

I.

I.

inderdaad, hartstikke onverzorgd en de informatie die je al hebt, klopt niet.

7 jaar geleden

A.

A.

Er staat hoe ontstaat een vulkaan maar er word helemaal niks uitgelegd over hoe ze ontstaan ik heb hier dus vrij weinig aan

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.