(12-2-1809 tot 14-4-1865)
‘Je zegt: A is wit en B is zwart. Een kwestie van kleur dus; heeft de lichtgekleurde daarom het recht de donkere tot slaaf te maken? Let op! Volgens deze regel moet jij de slaaf zijn van de eerste de beste die je ontmoet en die een blankere huid heeft dan de jouwe.’
‘Je hebt het niet alleen over kleur? Je bedoelt dat de blanken intelligenter zijn dan de zwarten en daarom het recht hebben hen tot slaven te maken? Opgelet alweer! Volgens deze regel moet jij de slaaf zijn van de eerste de beste die je ontmoet en die een groter I.Q. heeft dan het jouwe.’
Inleiding
Dit werkstuk gaat over Abraham Lincoln, zestiende president van de Verenigde Staten. De hoofdvraag ik in de conclusie zal beantwoorden is: Wie was Abraham Lincoln en wat betekende hij voor de Verenigde Staten van Amerika?
Deelvraag: Hoe waren Lincolns eerste levensjaren?
Abraham Lincoln werd geboren op 12 februari 1809, in een blokhut in Nolin Creek in Kentucky. Een hut zo groot zls een schuurtje, met een raam, een deur, een schoorsteen en een lemen vloer. De familie Lincoln bestond naast Abraham uit vader Thomas, moeder Nancy en Sarah van ongeveer 2 jaar ouder dan Abe.
Pa Thomas was een vrolijke, gezellige man. Hij was een kleine boer en slaagde er maar moeilijk in de eindjes aan elkaar te knopen.
De familie Lincoln bleef ook niet lang in Nolin Creek. Ze reisden langs de rivier, en gingen in Knob Creek wonen. Toen Abraham zeven jaar was verhuisden ze naar Indiana, de nieuwste staat van de VS in die tijd, naar Little Pigeon Creek. Het was een onherbergzaam gebied aan de kolonisatiegrens. Ze kwamen er hartje winter aan. Een huis bouwen? Daar moesten ze mee wachten tot het lente werd. De wintermaanden brachten ze door in een schuilhut met drie wanden. Alleen een gloeiend vuur aan de open zijde hield de kou tegen. In 1818 stierf Nancy. Dat was voor de familie een ramp. Moeder Lincoln was pas voor in de dertig, maar het leven aan de grens had haar uitgeput. Haar tanden waren uitgevallen en haar huid was verschrompeld.
Zonder Nancy werd het leven in de hut een chaos, dus trouwde Thomas met Sally, en zij was minstens zo’n goede moeder voor Abe als Nancy. Sally begreep zijn wisselende buien, en probeerde ook ervoor te zorgen dat hij een opleiding kreeg.
Thomas en Sally waren beiden zo goed als analfabeet, maar het verschil was dat Thomas het belang van een opleiding niet inzag. Zeker niet voor Abe, die hij opvoedde als boerenknecht.
Thomas heeft ooit de volgende woorden over zijn zoon gezegd: ‘Abe houdt zichzelf nog altijd voor de gek door op ontwikkeling uit te zijn. Ik heb geprobeerd er een eind aan te maken, maar hij heeft dat dwaze idee in zijn hoofd gehaald, en het is er niet uit te krijgen.’
Maar Sally moedigde Abe aan om te lezen. Dus Abraham worstelde de bijbel door, las grote romans als Robinson Crusoe en zakelijke boeken, over de geschiedenis van de Verenigde Staten van Amerika en over het leven van president George Washington. Hij las ze steeds weer. Maar van echt onderwijs kwam niet veel terecht. Abe ging naar schooltjes in het binnenland, hier een maand, daar een maand, tussen twee drukke landbouwseizoenen door. Al met al zat hij niet meer dan een jaar in de klas.
Pa vond dat meer dan genoeg, hij dacht dat het in Pigeon Creek alleen maar van belang was om geboren te worden, te oogsten en te sterven. En voor Abe telde alleen het zware werk op het veld waar hij 25 cent per dag voor kreeg, als boeren hem inhuurden. Die 25 cent moest hij tot zijn 21ste verjaardag aan vader geven, dat was de regel. Daardoor ging Abe zijn vader bijna haten.
In 1830 was het eindelijk zover: Abe werd 21. In dat jaar verhuisden de Lincolns naar Illinois, weer sneeuw, weer grond ontginnen en bomen vellen. Abraham had er schoon genoeg van. En met de sneeuw in de lente van 1831 verdween hij.
Lincoln belandde in New Salem, waar hij zijn eerste politieke stappen zou zetten.
§2 Deelvraag: Hoe kwam een boerenzoon in de politiek?
Toen Lincoln in New Salem woonde vond men hem een herrieschopper.
Dit omdat hij het opnam tegen de grootste reltrapper van de stad en een bende zware jongens had. Hij had altijd wel iets te vertellen, grappige schuine verhalen kende hij genoeg. Maar Abe dronk niet, wat hem anders maakte dan de andere mannen uit New Salem. Het was niet het enige waar hij anders in was, ook ging hij bij de debatclub, waar enkele ontwikkelde mensen ook bij aangesloten waren, de dokter, de onderwijzer en de cafébaas, genaamd James Rutledge. Het feit dat Abraham hen bewonderde was niet de voornaamste reden dat Lincoln zich aansloot bij de debatclub, want hij was verliefd op de dochter van Rutledge, die Ann heette. De andere leden van de club haalden hun neus op voor de nieuweling, maar die kregen algauw de schok van hun leven: dat galgenaas uit de winkel bleek een geboren spreker te zijn. Het succes dat hij in de club behaalde moedigde Lincoln aan om verder te gaan met zijn zelfstudie, waarmee hij al was begonnen in Pigeon Creek. Hij studeerde wiskunde en Engelse grammatica. Op zijn drieëntwintigste ging hij de politiek in.
De mensen in de winkel waar Abraham werkte praatten behalve rivierschepen alleen maar over de politiek. En Lincoln spitste de oren, want hij wou het verder brengen dan New Salem. Misschien dat de politiek een goede springplank zou zijn, want mannen die de politiek in gingen leken toch snel te klimmen.
Dus stelde Abe zich in 1832 kandidaat voor het Huis van Afgevaardigden van de staat Illinois. Hij werd niet verkozen, maar bij de volgende ronde in 1834 had hij meer geluk.
Zijn nieuwste plan was: advocaat worden. Hij verdiepte zich nu in de Amerikaanse grondwet, het geheel van voorschriften dat het bestuur van het land bepaalt.
Lincoln bestudeerde ook de onafhankelijkheidsverklaring. Eén deel zou hij zijn leven lang herinneren: ‘De volgende waarheden beschouwen wij als vanzelfsprekend: dat alle mensen gelijk geschapen zijn, dat ze van hun Schepper bepaalde onvervreemdbare rechten hebben meegekregen, zoals het leven, de vrijheid en het nastreven van geluk…’
Nu hij verkozen was als politicus, zette Lincoln zijn zelfstudie op een hoger niveau voort. Hij leende zoveel mogelijk wetboeken en begon ernstig te studeren. Drie jaar later, in maart 1837, behaalde hij zijn diploma als volleerd advocaat. In april verliet hij New Salem, en ging in Springfield, de hoofdstad van de staat Illinois zijn geluk beproeven.
Abraham pakte zijn geleende paard en reed naar Springfield, zijn voeten bungelend op gelijke hoogte met de paardenhoeven. Hij was op zoek naar een baan en een kantoor, maar wist niet waar te zoeken. Gelukkig zat alles mee, een winkelier zag wel iets in deze lange, verdrietig kijkende klant en bood hem gratis kamers boven de winkel aan. Lincoln nam er zijn intrek, en door zijn intelligentie en zijn talent om te spreken stond hij al snel bekend als goede advocaat.
Mary Ann Todd
Hoewel hij ontzettend verlegen was bij vrouwen, had hij ook succes in het sociale leven. Springfield was veel mooier en beschaafder dan zijn vorige stad en omdat hij nu een hogere opleiding had was hij bij de beste families welkom. Toen hij dertig was werd Lincoln verliefd op een van de knapste en rijkste meisjes van de stad: Mary Ann Todd.
Mary Ann was net als Abraham gefascineerd door macht en politiek. Maar dat was dan ook het enige wat ze gemeen hadden. Mary was heel klein en levendig, een dame met stijl. Nooit verlegen en ze had altijd een antwoord. Ze kwam uit een rijke familie in Kentucky, die zich door zwarte slaven op hun wenken lieten bedienen. Lincolns vader kwam ook uit Kentucky. Maar in plaats van slaven te hebben, had hij haast zijn hele leven lang zelf op het veld gewerkt. Hij keurde slavernij trouwens af, wat voor een man uit Kentucky ongewoon was.
Abraham dacht er net zo over, die had in het Huis van Afgevaardigden zelfs al tegen slavernij geprotesteerd.
Omdat Lincoln niet uit een vooraanstaande familie kwam wilden de Todds niet van hem weten. Maar ondanks alle verschillen en de druk van de familie bleven Abraham en Mary bij elkaar. Op 4 november 1842 trouwden ze in het prachtige huis van Mary’s zus in Springfield. Die zus hoorde pas de ochtend zelf over de trouwpartij. Lincolns familie kwam het pas maanden later te weten. Abraham schaamde zich heel erg over zijn straatarme verleden. Jarenlang deed hij wat hij kon om er mee te breken. Het jonge stel woonde eerst in een enkele kamer boven een café, dat was natuurlijk geen leuke tijd. Maar algauw werkte de veelbelovende advocaat zich op, en tegen het eind van de jaren veertig verhuisden de Lincolns naar een huis dat ongelooflijk chic voor die tijd was: het was van hout, met luiken en een smeedijzeren balkon. Het was als een symbool voor zijn grootste politieke overwinning tot dan toe: in 1846 werd hij met een tweederde meerderheid tot afgevaardigde in het Amerikaanse Congres verkozen.
Noord en zuid
Ondertussen kwam de strijd tussen de noordelijke staten en de zuidelijke staten tot bloei. In het zuiden leefden mensen zoals de Engelse landadel: elegant, verfijnd, open, met veel tijd voor paardrijden, lezen en muziek. De grond was er rijk, en er heerste een warm, vochtig klimaat, waardoor er grote plantages ontstonden met de omstreden slavernij.
De noordelijken hadden een heel andere levensleer, ze waren ernstig aangelegd, geloofden in hard werken, opleiding, democratie en gelijkheid. Slavernij was er verboden.
Ze lieten dan wel niet toe dat binnen hun grenzen slaven werden gehouden, toch waren de meningen over het probleem verdeeld. Velen vonden dat de zuidelijken het recht hadden hun staten te besturen zoals zij dat wilden. Een grote groep voelde zich ook slechter op zijn gemak met zwarten dan de zuidelijken. Ze vonden het goed om zwarte slaven vrij te laten, maar wilden liever niet dat ze in de zelfde gemeenschappen zouden leven, naast de blanken.
Toch verzetten sommige noordelijken zich volledig tegen slavernij, en die groep werd steeds groter. Een nieuw gevoel van medeleven kwam in de westerse wereld.
Er kwam reactie tegen de bikkelharde realiteit van de industriële revolutie. De mensen ontdekten hoe meedogenloos het leven was voor de niet-rijken, en ze eisten hervormingen. In het Noorden waren veel hervormers abolitionisten, de met hart en ziel ijverenden voor de afschaffing van slavernij in het hele land. Ze gebruikten het argument dat zowel het christendom als de onafhankelijkheidsverklaring aandrongen op verdraagzaamheid, en slavernij was geen verdraagzaamheid.
Door de slavernij kwam het noorden steeds verder van het zuiden, verdeeldheid kwam in de Verenigde Staten terwijl de naam zelf toch opriep tot eenheid. Bovendien was slavernij een heel ondoelmatige manier om voor welvaart te zorgen.
Natuurlijk liet het zuiden die aanvallen niet zomaar voorbijgaan. Dat kon ook niet, hun hele manier van leven was van slavernij afhankelijk. De rijkdom zou zonder de slaven opeens verdwijnen. Het zuiden voelde zich erg bedreigd, en de oorzaak lag in de steeds verschuivende landsgrenzen.
Alle staten hadden het recht om hun eigen vorm van besturing te handhaven, dus ook over slavernij, maar op deze grondregel bestond een uitzondering. Als bijvoorbeeld driekwart van de staten besloot slavernij te verbieden, dan zou het overige kwart moeten schikken.
Zolang er ongeveer evenveel slavenstaten als andere staten waren, liep het luxe zuidelijke leventje geen gevaar. Maar toen de aantallen begonnen te veranderen, was het zuiden niet meer veilig. Vanaf het tweede kwart van de negentiende eeuw wijzigden die aantallen voortdurend. En telkens raakte de Unie meer verstrikt in een ruzie waaraan alleen een oorlog een eind aan kon maken.
Toen er een wet kwam in 1820 die de Missouri-compromis heette, werd het pas echt een conflict. Het noorden en het zuiden kregen elk 12 staten toegewezen, zodat de slavernij zich niet meer kon uitbreiden, maar het herenleventje in het zuiden was ook gered. Beide partijen waren tevreden, maar de wetgevers hadden met verrassingen geen rekening gehouden. De Texanen kwamen opeens in opstand tegen de Mexicaanse overheersing. Texas werd een onafhankelijke republiek, een slavenstaat, dat erom vroeg tot de VS toegelaten te worden. De opstandelingen werden uiteindelijk tot de Unie toegelaten. Gevolgd door Florida, ook een slavenstaat, en verscheidene noordelijke staten. Het getallenspel liep helemaal uit de hand. Daarna was er weer gekibbel om Californië, dat aan beide zijden van de oude lijn uit het Missouri-compromis. Een nieuw pact werd gesloten, Californië zou een vrije staat zonder slaven worden. Er zou daarnaast een veel strengere wet komen die weggelopen slaven die het noorden bereikt hadden dwong terug te keren. Abolitionisten waren natuurlijk ontsteld en gingen in de tegenaanval. Maar het compromis van 1850 luidde ook voor het zuiden de alarmbel. Vier slavenstaten begonnen zelfs over een allerlaatste, wanhopige oplossing te denken: weg uit de Unie, voordat die hun luizenleventje vernietigde. Maar na discussiëren liet men dat idee van afscheiding voorlopig even rusten.
Het werd nog erger, in 1853 kwam het boek uit waarvan de westerse wereld ondersteboven was: De hut van oom Tom.De slavernij uit het oogpunt van de slaven; over angst, wreedheid, wanhoop. De boodschap liet bijna niemand onverschillig. In de vrije staten kwamen steeds meer stemmen voor de afschaffing van slavernij.
In 1854 kwam er een nieuwe crisis, er werden twee nieuwe territoria opgericht, Kansas en Nebraska. Zou slavernij er toegelaten worden, of zouden het vrije gebieden zijn? Of, derde mogelijkheid, zouden ze zelf mogen kiezen?
Tot grote woede van veel noorderlingen koos de Unie voor de derde oplossing, waarmee het Missouri-compromis voorgoed werd begraven. Het licht was groen voor verspreiding van de slavernij waar de blanke boeren maar wilden.
Als wetgever uit het noorden voelde Lincoln zich net als iedereen bij het conflict betrokken. Hij verafschuwde slavernij en alles wat ermee te maken had. Het zat hem dwars dat zijn land daarover in twee kampen was verdeeld. Hij wou gelijkheid en democratie, de slavernij mocht wat er ook gebeurde zich niet verder uitbreiden. ‘Ooit zal de slavernij vanzelf verdwijnen,’ dacht Abraham, ‘want de intensieve katoenteelt put de bodem uit’. Maar als de slavernij mocht uitbreiden zou het nooit ophouden. Toch was Lincoln geen abolitionist. Gematigdheid was een van zijn belangrijkste karaktertrekken. Het resultaat van jarenlang ingespannen, kritisch denken. Hij was mild en vriendelijk, maar dan overdacht. Hij respecteerde vanzelfsprekend de wet, meer dan dat zelfs. Lincoln had respect voor mensen, voor hun verschillende opvattingen, hun dromen en verwachtingen. Iedereen had het recht zichzelf te zijn, vond hij. Zo hadden ook de oude slavenstaten het recht hun eigen gedoe te doen, zo stond het trouwens in de wet. In een vrij land moest je zelfs vrij slaven kunnen houden – als de wet het toeliet.
Lincolns ingewikkelde standpunt had meer met verstand dan met gevoel te maken. Hij wist zelf dat het tegenstrijdig klonk. Abraham had eind 1845 zijn ideeën in een brief aan een vriend samengevat:
‘Ik beschouw het als de hoogste plicht van de vrije staten, omwille van de Unie en misschien omwille van de vrijheid (hoe tegenstrijdig dat ook mag lijken), de slavernij in de andere staten ongemoeid te laten; anderzijds lijkt het me even duidelijk dat we nooit doelbewust mogen helpen voorkomen, rechtstreeks of onrechtstreeks, dat slavernij vanzelf uitsterft.
We mogen er nooit toe bijdragen dat er nieuwe plaatsen voor gevonden worden, als ze op de oude niet langer kan bestaan.’
Lincolns doel was de VS te redden, hij liet zich hierover eenmaal uit:
‘Mijn belangrijkste doel in deze strijd is de Unie redden, en niet de slavernij bestendigen of opheffen. Als ik de Unie kon redden zonder één enkele slaaf te bevrijden, dan zou ik het doen; als ik ze kon redden door alle slaven te bevrijden, dan deed ik het; en als ik ze kon redden door sommigen te bevrijden en anderen aan hun lot over te laten, dan deed ik het ook.’
Tegen de tijd van de zaak Kansas-Nebraska was Lincoln terug in Springfield, in Illinois, en werkte er als advocaat. Het was een dikke teleurstelling dat zijn tijd in het Congres hem geen carrière in de nationale politiek had opgeleverd. Hij was intelligent, ambitieus, een bekwaam politicus en een eersteklas spreker. Misschien was het tijdstip slecht gekozen. Door zijn koele manier van redeneren en zijn zin voor waarheid was hij ook geneigd meningen en kwesties te verdedigen die niet populair waren. Of misschien had hij gewoon pech gehad. Maar toen hij zich in 1849 opnieuw kandidaat stelde voor het Congres, wilden de kiezers niks van hem weten. Gelaten ging Lincoln weer als advocaat aan het werk. Niet voor lang, ruim tien jaar later zou hij terug zijn, als belangrijkste man van de VS.
De Republikeinen
Er werd een nieuwe partij opgericht, de Republikeinen. De Republikeinen hadden twee hoofddoelstellingen. Ten eerste, de slavernij binnen de grenzen van de oude slavenstaten houden en ten tweede verhinderen dat de verstoorde Unie uit elkaar spatte.
De nieuwe partij had leiders nodig, die moeilijk te vinden waren. Ze moesten goede politici zijn, mannen met gezag, vlotte sprekers die een massa konden overtuigen. Maar ze moesten ook achtbare heren zijn. Een toonbeeld van gezond verstand en gematigdheid, geen abolitionist, dat waren in hun ogen onbezonnen figuren. Raad eens bij wie ze uitkwamen.
‘Wat een geluk dat ik republikein ben…’ Op de melodie van hun verkiezingslied trekken massa’s aanhangers van Lincoln in stoet voorbij zijn huis in Springfield. Lincoln zelf, die in een witte jas bij de voordeur staat, herken je meteen aan zijn lengte.
Lincoln maakte vlug naam in de partij waarvan hij in 1856 lid was geworden. Hij hield redevoeringen, debatten en kiescampagnes, waardoor de Republikeinse voorman snel opklom.
Mensen vanuit heel Illinois kwamen opdagen om hem met zijn politieke rivaal over slavernij te debatteren. Die rivaal was Stephen A. Douglas, de man die de Kansas-Nebraskawet had doorgedrukt. De doorgewinterde, briljante spreker gaf toe zijn gelijke te hebben gevonden.
De felle Mary Lincoln zei ooit het volgende over Douglas:
‘Naast mijn grote Kentuckiër is meneer Douglas een heel kleine, kleine reus, en zowel in gestalte als in intelligentie torent mijn man boven Douglas uit.’
Lincoln werd razendsnel bekend om zijn geweldige speeches, ook in het oosten.
In het Cooper Institute in New York juichte het publiek toen hij duidelijk maakte dat zijn partij rotsvast geloofden in hun zaak.
‘De zuidelijken willen dat de noordelijken ophouden slavernij slecht te noemen,’ zei Lincoln, ‘het feit dat zij het juist vinden en wij verkeerd, is precies de oorzaak van alle onenigheid… Wij vinden slavernij een onrecht; kunnen wij dan voor hen zwichten? Kunnen wij voor hun visie stemmen, tegen de onze in? Laten we erop vertrouwen dat gerechtigheid macht geeft, en laten we in die overtuiging doorgaan tot het einde.’
In mei 1860 werd er besloten wie de Republikeinen voor het nationale presidentschap zouden voordragen. Lincoln haalde het. Op 6 november van dat jaar won hij opnieuw. Een overwinning van gematigdheid, menselijkheid en gezond verstand, maar een die de V.S. rechtstreeks naar oorlog leidde.
De Amerikaanse burgeroorlog
Een Republikein als president! Dat deed de zuidelijke deur dicht. Er was nog maar een uitweg: uit de Unie stappen, de onafhankelijkheid uitroepen, en wel meteen. Tegen maart 1861 kwam de Confederatie, bestaand uit Alabama, Louisiana, Mississippi, Florida, Georgia en Texas, om de VS naar de kroon te steken.
Lincoln zag zijn ideaal afbrokkelen, de staat waarvan hij gedroomd had, een grote unie van republieken, waar hard werk, een flinke dosis energie en een goed hart telden in plaats van afkomst. Een regering voor en door het volk.
De enige manier om aan een opstand een einde te maken was hem de kop indrukken. Als de rebellen oorlog wilden konden ze die krijgen.
In april 1861 begonnen geconfedereerde troepen het federale legerkamp Fort Sumter in Charleston Harbor, South Carolina te beschieten. Na twee dagen gaven de federale troepen zich over. De Amerikaanse burgeroorlog was losgebarsten.
Een verschrikkelijke oorlog, een van de bloedigste. Voor een oorlog zonder vliegtuigen en moderne wapens zijn een half miljoen doden en nog eens een half miljoen gewonden afschuwelijke cijfers.
Nu waren Arkansas, Virginia, North Carolina en Tennessee zich ook aangesloten bij de Confederatie, onder de president Jefferson Davis.
De Unie, bestaand uit de overige staten waar verwonderlijk genoeg ook een paar slavenstaten bij zaten, en een deel van Virginia, nu West-Virginia geheten, was talrijker, en had een modernere industrie met genoeg wapens om een oorlog vol te houden, maar het zuiden had in het begin een paar pluspunten: wanhoop, de onderhandse steun van Engeland en Frankrijk, en schitterende generaals.
Een daarvan, de meest briljante, was Robert E. Lee uit Virginia. Hij was net zo onkreukbaar als Lincoln zelf.
De Unie zat lange tijd met generaals opgescheept die bang of onbekwaam of lui waren, of alle drie. De resultaten waren zichtbaar. Overal in de oostelijke staten lagen hellingen bezaaid met lijken. Daardoor leed Abraham Lincoln twee jaar lang nederlaag op nederlaag. Maar aan de andere kant lukte het het zuiden ook niet om tot het noorden binnen te dringen.
Het zuiden was niet ten onrechte trots op Robert Lee, maar het noorden vereerde met nog veel meer recht de zoveel grotere gestalte van Abraham Lincoln. De zin van de oorlog is als het ware in hem belichaamd. Hij had nou eenmaal alles over om de Unie te bewaren. Maar langzamerhand begon hij te beseffen dat de slavernij de kernkwestie van de oorlog was. Veel aanhangers van hem waren abolitionisten, en vroegen hem om het af te schaffen. Maar dan zou hij de uiterst belangrijke grensstaten kwijtspelen, en de steun van de democraten verliezen. Deze politieke rivalen van zijn partij haatten de abolitionisten en de zwarten. Maar voorlopig wilden ze wel oorlog voeren om de Unie te redden. Maakte Lincoln een eind aan de slavernij, dan zou dit verbond meteen in rook uitgaan. Het noorden zou uiteen vallen, en het zuiden zou winnen. De abolitionisten bleven maar terugkomen. Ze verdubbelden hun argumenten en kwamen met een nieuwe visie. Vóór de oorlog was Groot-Brittannië de belangrijkste afnemer van katoen uit het zuiden. Nu zou het wel eens de Confederatie als onafhankelijk land kunnen erkennen of zelfs de kant van het zuiden kiezen. Dat zou het einde zijn.
Maar de Britten keurden slavernij af. Wat als het noorden plechtig beloofde de slavernij voorgoed te verbieden?
Lincoln zei nog maar eens nee, hoewel hij in zijn hart ja dacht. Hij haatte slavernij. Gelijkheid en vrijheid waren voor hem heilig.
Nu begon de staatsman toch te denken. Hij wou de Unie redden, door de slavernij af te schaffen lukte dat misschien. Het zou in ieder geval de goedkeuring van de Britten opleveren, en de oorlogvoering in het zuiden zou afremmen. Maar de grensstaten? Hij moest en zou ze bij de Unie houden.
Familieproblemen
Dan had je ook nog de koopwoede van Mary Ann. Abraham en zij hadden de laatste tijd vaker ruzie, bijvoorbeeld over dat Mary het Witte Huis voor $30.000 had ingericht, terwijl het land vocht voor zijn bestaan. Het waaide over, maar de sfeer werd er niet beter van.
De kinderen brachten het tenminste nog samen. Robert, de oudste, was al bijna volwassen, en de jonge Eddie was lang geleden gestorven. Maar Willie en Tad, elf en acht jaar, zaten vol kattekwaad. Tot ze op een dag in februari 1862 allebei koorts kregen. Tad werd weer gezond, maar Willie niet. Mary kwam drie maanden lang van verdriet niet uit haar kamer.
Lincoln ging koppig door met zijn taak: hij moest de oorlog winnen.
Hij twijfelde over of hij een slavenopstand moest uitlokken, maar uiteindelijk werd het plan afgekeurd door Lincoln en zijn raadslieden. Op 5 september viel generaal Lee met zijn leger Maryland binnen, aan de grens van de Unie. Lincolns beste generaal, Grant, was nog altijd aan de Mississippi. Ten einde raad stuurde de president de aarzelende McClellan in de strijd.
Lincoln sloot alleen in zijn kantoor een pact met God, terwijl hij normaal niet godsdienstig was. Als McClellan de zuidelijken overwon, zou hij de slaven bevrijden.
Na een waanzinnig gevecht haalde McClellan de strijd. De Unie had 12.000 doden. Hoewel Lincoln niet verwachtte dat ze het zouden doen, werd er een voorlopige verklaring gesloten, die vrijheid voor alle slaven in de opstandige staten beloofde, als de rebellen tegen 1 januari 1863 geen vrede hadden gesloten.
Op 1 januari was de strijd nog steeds gaande.
De proclamatie
Lincoln zat aan een schrijftafel bij de brede ramen, haalde het papier naar zich toe en pakte zijn pen. Een gouden pen. Ze paste precies bij de handtekening die hij nu zou zetten.
Vandaag zou hij een heel volk bevrijden. Een volk van bijna 4 miljoen zwarte mensen. Deze proclamatie zette voorgoed een punt achter de slavernij. Miljoenen slaven zouden nu de vrijheid krijgen.
Hij leunde voorover, doopte zijn pen in de inktpot en… Zijn hand beefde. Lincoln wachtte een tijdje, in gedachten verzonken, hopend dat het getril zou ophouden. Maar bevend of niet, zijn besluit stond vast. Hij schreef in zijn overhellende, verzorgde handschrift zijn naam:
Abraham Lincoln.
Risico
Zijn grote beslissing had hem de overwinning in de oorlog kunnen kosten. Zijn populariteit daalde immers spectaculair. In het noorden was opnieuw een reeks verkiezingen gehouden, en in de ene staat na de andere wonnen de democraten. Ze hadden de oorlog gesteund om de Unie te redden, zeiden ze, niet om een eind aan de slavernij te maken. Lincoln vocht dus op twee fronten, thuis in het noorden, om zo veel mogelijk vrienden te houden, en in het zuiden.
De oorlog liep nog een tijd door. Grote verliezen van het Noorden, het zat allemaal niet mee. Na tijden van radeloosheid begon eindelijk in juli het tij te keren. Grant had Vicksburg veroverd, nu lag heel het diepe Zuiden in zijn bereik.
De toespraak
Op negen november 1863 hield Lincoln zijn meest beroemde toespraak. 150.000 mensen stroomden samen op een heuvel buiten de stad, waar een kerkhof voor de gesneuvelden van de Unie zou worden geopend. Na een speech van twee uur van een voornaam staatsman was de president aan de beurt. Het was maar een toespraak van amper 2 minuten.
‘Zevenentachtig jaar geleden, gaven onze vaders op dit continent het leven aan een nieuwe, vrije staat, die ervan uitging dat alle mensen gelijk geschapen zijn. Nu zijn we in een hevige burgeroorlog verwikkeld om uit te maken of die staat, of om het even welke staat die zo is opgevat, lang kan bestaan. We zijn op een groot slagveld uit die oorlog samengekomen. We zijn gekomen om een deel van dat veld in te wijden als laatste rustplaats voor allen die hier hun leven gaven, opdat die staat zou leven.
Welbeschouwd past het dat we dat zouden doen. Maar uiteindelijk kunnen wij deze grond niet wijdden – kunnen we hem niet zegenen of heiligen. De dappere mannen, levenden en doden, die hier vochten, hebben hem gewijd, en daar kunnen wij met onze armzalige kracht niets aan toevoegen of van afnemen. De wereld zal weinig aandacht schenken aan wat wij hier zeggen en zal het zich ook niet lang herinneren, maar ze kan nooit vergeten wat zij hier hebben gedaan.
Het is eerder zo dat wij, de levenden, ons hier moeten wijden aan de onvoltooide taak waartoe onze manschappen tot nog toe zo edelmoedig hebben bijgedragen. Het zijn eerder wij die ons hier moeten wijden aan de grote opdracht die nog voor ons ligt – opdat we uit deze geëerde doden een grotere toewijding putten aan de zaak waarvoor zij voor het laatst hun volle toewijding hebben gegeven - opdat we ons hier plechtig voornemen dat deze doden niet voor niets gestorven zullen zijn, opdat deze natie, met Gods wil, in vrijheid herboren zal worden – opdat regeren van, door en voor het volk niet van de aardbol verdwijnt.’
Het was een winderige dag, zodat Lincolns stem niet tot achteraan de menigte reikte, wat ongewoon voor hem was. Na afloop was hij bedrukt, omdat zijn toespraak schijnbaar lauw is onthaald. Hij kon toen ook niet weten dat het een wereldberoemde speech zou worden.
De overwinning
De hele zomer van 1864 zetten Grant en zijn generaal Sherman de Confederatie meedogenloos onder druk. Ze leden ontzettende verliezen, maar de Unie bleef manschappen sturen. En er kwam nu een nieuwe groep vrijwilligers bij. Terwijl de federale linies naar het zuiden oprukten, vonden duizenden bevrijde slaven een toevlucht achter het front. Ze waren vrijwillig in dienst, en vrije zwarten uit het Noorden sloten zich bij hen aan. Tegen het einde van de oorlog hadden bijna tweehonderdduizend zwarten voor de Unie gevochten. Lincoln had gelijk gekregen: de zwarten waren inderdaad een grote hulp geweest.
Een tijd lang zag het er nochtans naar uit dat hij nog kon verliezen. De Zuidelijken waren nog steeds niet verslagen. De presidentsverkiezingen kwamen er weer aan, hij was erg onpopulair, en het Noorden wilde vrede. Zou hij moeten toegeven, zijn proclamatie intrekken, vrede sluiten met het Zuiden en zeggen dat slavernij ongehinderd kon bestaan? Hij heeft het maar een enkele minuut overwogen, hij nam het risico. En net toen er het voor Lincoln het allersomberst uitzag, was het geluk eindelijk voorgoed aan de kant van het Noorden. Sherman boekte een grote overwinning in Atlanta, en in het Noorden werkte het als elektriciteit. Misschien konden ze deze vervloekte oorlog toch winnen! De troepen verdubbelden hun inspanningen, en op 8 november, de dag van de verkiezingen, behaalde Lincoln zelfs een verpletterende overwinning op zijn democratische vijand.
Vijf maanden later, 9 april 1865, ontmoette generaal Lee van het Zuiden de noordelijke generaal Grant in Appomattox Courthouse, een dorp in Virginia. Omsingeld en overwonnen, na een zwaar gevecht, gaf Lee zich aan de tegenstander over. Noordelijk Amerika natuurlijk feesten, de Verenigde Staten van Amerika waren opnieuw verenigd.
Ondertussen werkte Lincoln harder dan ooit. De oorlog was gewonnen, nou moest de vrede waargemaakt worden. Het land moest heropgebouwd, de rebellen moesten overtuigd worden dat het totaal nieuwe leven zonder slaven ook werkte. Een moeilijke taak, maar Lincoln was vastbesloten. Meer nog, hij was vastbesloten de vrede op vreedame wijze te krijgen, zoals hij zei, ‘zonder wrok tegenover wie ook en met liefde voor iedereen’.
Lincoln besefte heel goed, dat als de vrede hersteld werd, de proclamatie die hij had afgekondigd, nietig zou zijn. Bovendien waren alleen de zwarten uit de opstandige staten bevrijd, de andere bleven slaven. Dus vroeg hij het Congres, kort na zijn herverkiezing, een ingrijpende grondwetverandering toe te staan. Hij wilde de slavernij in heel de VS verbieden.
In januari 1865 ging het Congres akkoord. Met een krappe meerderheid werd de grondwet voor de dertiende keer gewijzigd: ‘Slavernij of dwangarbeid zal in de Verenigde Staten niet mogen voorkomen, behalve als straf voor een misdaad, waarvoor de beschuldigde is veroordeeld…’
Als de wet officieel gold, zouden alle Amerikaanse slaven vrij zijn – waar dan ook.
Ook dat waren nog niet al de plannen van Lincoln. Hij wou de zwarten volwaardige leden van de Amerikaanse samenleving maken, ze laten deelnemen aan het openbare leven, hun onderwijs geven en alle andere maatschappelijke voorzieningen. Het stemrecht bijvoorbeeld. Lincoln werd vlak voor zijn dood nog volop heen en weer geslingerd tussen het wel of niet doordrukken van het stemrecht voor zwarten. Na zijn dood echter, werd het stemrecht voor zwarten als voorwaarde gesteld om de opstandige staten opnieuw tot de Unie toe te laten. Het Congres keurde de nieuwe wijziging goed, het kiesrecht van de Amerikaanse burgers kon niet geweigerd worden omwille van ras, huidkleur of het feit dat ze eerst slaven waren.
Volgens de wet hadden zwarte Amerikanen tegen 1870 dezelfde rechten als blanken. Voor de wet dan, maar vooral in het Zuiden werden de zwarten nooit van hun leven als gelijken aanvaard.
§3Deelvraag: Hoe was Lincoln, wat was zijn karakter?
Lincolns persoonlijkheid is niet makkelijk te doorgronden. Hij was zeer gesloten, was melancholiek van aard en had een zeer originele en milde humor. Hij was nogal gereserveerd, en bracht mensen die hem ontmoetten eerder tot respect dan tot vertrouwelijkheid.
Over Lincoln wordt gesproken als een uitzonderlijke figuur: tegelijk bescheiden en ambitieus, meevoelend en hard; een zwoeger met een scherp doorzicht. Zelfs dik honderd jaar na zijn dood laat hij de meeste andere grote leiders uit de geschiedenis verbleken.
Hij had toen hij jong was een wisselend humeur, nu eens zat hij stil te piekeren, dan weer maakte hij grappen, als hij daarvoor in de stemming was.
Lincoln beschreef zichzelf ooit eens zo, toen hij bekend raakte en het volk allerlei bijzonderheden over hem wilde weten: ‘Ik ben vel over been, weeg gemiddeld 90 kg; heb een donkere huidskleur, grof, zwart haar en grijze ogen – voor zover ik weet, geen littekens of brandmerken.’
§4 Het einde van het presidentschap van een groot leider.
Deelvraag: hoe eindigde het presidentschap van Lincoln?
Het was 14 april 1865. Goede Vrijdag, net voor Pasen.
In de late namiddag maakte Lincoln samen met Mary een ritje door Washington, in een koets. Hij deed dat wel vaker, en ze waren van plan later op de avond ook nog uit te gaan. In het Fordtheater stond de komedie ‘Onze Amerikaanse neef’ op het programma. Even na achten stapte het stel opnieuw in hun koets en reden door de donkere, mistige straten. Onderweg haalden ze twee vrienden op. Toen ze aankwamen, was het stuk al begonnen, maar het publiek stond als één man op om voor hen te applaudisseren.
Buiten de loge voor presidenten stond Lincolns lijfwacht die avonddienst had. Hoe ongelooflijk ook, de man wandelde naar een tijdje weg. Intussen werd het stuk steeds grappiger. Tijdens het derde bedrijf keek iedereen alleen nog maar naar het toneel.
Toen viel het schot. Een seconde lang was het doodstil; daarna werd in de luxe loge hard gegild. Terwijl iedereen als aan zijn stoel gelijmd was, drong een man met een mes tot vooraan in de loge door. Al schreeuwend stak hij een van Lincolns vrienden neer. Daarna sprong hij naar beneden op het toneel, kwam met een klap neer en verdween, 14.
verdwaasd wankelend, achter de coulissen. Nu waren alle ogen op de loge gericht. Drie gillende mensen bogen zich over de president, die bewusteloos in zijn stoel in elkaar was gezakt. Lincoln ging langzaam dood aan de moordende kogel in zijn hersenen.
Er volgden negen verschrikkelijke uren. De mensen dramden in paniek naar buiten. Terwijl de moordenaar veilig wegkwam, ging een legerdokter naar de loge en gaf Lincoln mond-op-mond beademing. Toen werd de president naar een huis aan de overkant gedragen en op een bed gelegd. Mary was erbij, haast gek van verdriet. Ook zijn oudste zoon Robert was er. En veel anderen, dokters, staatslieden en vrienden, want het nieuws ging natuurlijk als een lopend vuurtje door Washington.
Veel mensen hadden de moordenaar herkend. Het was de acteur John Wilkes Booth. Hij was stilletjes de loge binnengekomen, en is tot vlak achter de president geslopen, die geboeid zat te kijken. Hij had op korte afstand in zijn achterhoofd geschoten.
Het was algemeen bekend dat Booth van het Zuiden hield, en hij haatte Lincoln. Hij vond de president de vernieler van de Confederatie. De toeschouwers hadden gehoord dat Booth iets had geroepen toen hij in het Fordtheater was om zijn laffe plan uit te voeren. “Zo sterven alle tirannen…” was de woedende uitroep geweest. Snel gingen er patrouilles op pad om hem te vinden. De krijgswet werd in Washington ook al vlug van kracht. Vice-president Andrew Johnson werd erbij geroepen en voor het huis waar de president lag stond een massa bange mensen op nieuws te wachten.
Het werd ochtend. Zaterdag 15 april 1865, om tweeëntwintig minuten over zeven stierf Abraham Lincoln. De eerste Amerikaanse president die vermoord werd, maar niet de laatste.
Het volk was sprakeloos. Uit een overlijdensbericht over Lincoln in de New Yorkse Herald:
‘Een figuur zo ruw van buiten, zo aandoenlijk eenvoudig, zo mateloos scherpzinnig, zo besluiteloos en toch zo onweerstaanbaar, zo zonderling, grotesk, grappig, wijs en volkomen belangeloos.’
Een antwoord op de hoofdvraag is niet zo goed samen te vatten in een paragraaf, omdat Lincons levensverhaal lang is. De hoofdvraag is al in de vorige paragrafen beantwoord.
Verder, voor Amerika betekent hij nog steeds veel, vele van de data waarop hij een van de belangrijke dingen bereikt had, zoals natuurlijk de emancipatiewet, worden nog steeds herdacht.
Bronnen
Anna Sproule – Abraham Lincoln – Watford – 1992 vertaling:
Sara Bulens - Abraham Lincoln – Den Haag – 1992.
Verder heb ik de Encarta Encyclopedie 1999 Winkler Prins editie gebruikt.
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
hoi ik ben michiel en ik wil vragen of er ook nog plaatjes bij zij of wil je die sturen naar muj alvast bedankt
ps wil je het zo snel mogelijk sturenbedankt
groetjes michiel
23 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
je werkstuk is heel erg goed ik heb er heel veel aan gehad en er staat heel veel goede informatie in heel erg bedankt lotte
23 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
Goed werksuk hoor klasse!!!
ik moest xelf ook een werksuk
maken dus dat kwam goed uit !!!
20 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
best goeie hoor !
14 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Ik hou ook een werkstuk over Abraham Lincoln, maar ik kan nergens vinden wat het Huis van Afgevaardigden is. Zou iemand me kunnen helpen. Alvast bedankt.
Groetjes Anoniempje
13 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Wat is het huis van Afgevaardigden?
13 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
hey, er staat dat zijn vader met 'sally' hertrouwde maar hij hertrouwde met Sarah Bush Johnston ? Zij had trouwens al 3 kinderen. xo
13 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Alleen de beloofde conclusie blijft uit : /
12 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
echt een goed werkstuk met veel info
11 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
super handig maar maak AUB kopjes (overzichtelijker)
10 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
wauw! klasse!
9 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Goed misschien plaatjes maakt het interesant
9 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
je moet nog de twee belangrijkste dingen die hij heeft gedaan en die toevoegen
7 jaar geleden
Antwoorden