Kangaroes

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vwo | 2819 woorden
  • 12 november 2003
  • 371 keer beoordeeld
Cijfer 7
371 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Kangoeroes Inhoudsopgave Inleiding: Hoofdstuk 1: Het lichaam
Hoofdstuk 2: De jongen Hoofdstuk 3: Het voedsel en de woonplaats
Hoofdstuk 4: Verschillende kangoeroes
Hoofdstuk 5: Andere buideldieren
Slotwoord Planningsbladen Inleiding Mijn werkstuk gaat over kangoeroes, omdat het zulke grappige dieren zijn. Als je ziet hoe kangoeroes bewegen, zoals ze springen en boksen, moet je meteen lachen. Ik vind het vertederend dat ze hun jongen de hele dag bij zich in hun buidel hebben. Australië, het land waar ze leven, is een heel mooi land. Ik heb informatie uit een boek, een cd-rom en het Internet. Kangoeroes en mensen
Veel mensen houden van kangoeroes, maar niet iedereen. Sommigen mensen eten ze op. Vroeger werd er veel op ze gejaagd door de aboriginals (de eerste mensen in Australië). Die deden dat met speren. Het vlees van de kangoeroe aten ze op en van de huid maakten ze kleren. Later kwamen de Europeanen naar Australië. Die gingen op kangoeroes jagen met geweren. Ook voor het vlees en de vacht, maar vooral omdat ze het schadelijke dieren vonden en zelfs voor de grap. Er zijn daardoor vier soorten kangoeroes uitgestorven. De meeste soorten kangoeroes zijn nu beschermd. Van de reuzenkangoeroe springen er nu miljoenen rond. Dat komt doordat mensen drinkplaatsen voor schapen en koeien hebben gemaakt. En daar hebben de reuzenkangoeroes ook plezier van. De boeren vinden dat er nu te veel reuzenkangoeroes zijn. De regering van Australië bepaalt elk jaar hoeveel kangoeroes de boeren mogen schieten. Dat zijn er soms heel erg veel.
1. Het lichaam Ogen
Met hun grote ogen kunnen kangoeroes goed kijken. Bijvoorbeeld of er een dingo (wilde hond) aankomt. 's Nachts zien ze ook goed. Dan gaan ze er vaak opuit. Het is dan namelijk niet zo warm. Oren
Net als een hert kan een kangoeroe zijn oren naar alle kanten draaien. Als hij aan het grazen is en wat hoort, dan kan hij zijn oren richten om nog beter te luisteren. Mond
Een kangoeroe is een echte planteneter. Met zijn snijtanden kan hij goed bladeren en gras af bijten. Een kangoeroe graast, net als een koe. Omdat hij een spleetje in zijn bovenlip heeft (zoals een haas) gaat dat heel makkelijk. Ze moeten goed kauwen, want het voedsel is nogal taai. Daardoor slijten de kiezen van een kangoeroe af. Maar dat is niet zo erg, want hij krijgt gewoon weer nieuwe tanden. Die schuiven langzaam op de plaats van de oude kiezen. Neus
Kangoeroes snuffelen graag rond. Ze snuffelen aan planten, of die wel eetbaar zijn. En ze ruiken aan elkaar. Sommige soorten kangoeroes maken zelfs speciale geurstoffen. Zo lokt een mannetje een leuk vrouwtje. Maar dan moet dat mannetje wel lekker ruiken. Maag
Gras en bladeren zijn taai voedsel. De kangoeroe heeft daarom een stevige maag. Die bestaat zelfs uit een paar delen, net als bij een koe. Het eerste deel van de maag is het grootst. Er zitten spieren omheen die zorgen dat alles in de maag goed gehusseld wordt. Soms braakt de kangoeroe weer een hap gras op en kauwt het nog een keer. Vacht
De vacht van de kangoeroe is wollig. Als het erg warm is, houdt de wollige vacht de warmte buiten. Als het toch te warm wordt, dan likt een kangoeroe aan zijn voorpoten. Dan koelt hij weer een beetje af. Kangoeroeharen worden niet langer dan ongeveer drie centimeter. De rotskangoeroe heeft de mooiste vacht. Vroeger werd er veel op hem gejaagd. Er waren daardoor steeds minder rotskangoeroes. Die jacht is nu verboden, maar nog steeds zijn ze erg zeldzaam. Lopen
Als kangoeroes geen haast hebben, lopen ze op vier poten. Of zelfs op vijf 'poten', met hun staart erbij. Maar lopen toch liever op hun achterpoten. Dat gaat een stuk sneller. Voor de kangoeroes is dat ook makkelijker, want na elke landing, veren ze weer opnieuw omhoog. De meeste kangoeroes zijn geen klimmers. Maar een paar wel, zoals de rotskangoeroe. Die heeft ruwe zolen, zodat hij niet uitglijdt op de rotsen. De beste klimmer is de boomkangoeroe. Hij klimt vooral met zijn voorpoten: daarmee trekt hij zich op en dan haalt hij zijn achterpoten bij. Zijn staart is alleen voor het evenwicht, want hij kan zich er niet mee vastgrijpen. Verdediging

dingo’s zijn gevaarlijke roofdieren. Vooral kleinere kangoeroes moeten daarvoor uitkijken. Ze houden hun ogen, oren en neus daarom altijd goed open. Dan kunnen ze op tijd vluchten bij gevaar. Als ze samen jagen, durven dingo's soms zelfs een reuzenkangoeroe aan. Dan moeten ze wel erg goed weten wat ze doen, want een reuzenkangoeroe kan heel hard trappen.Vooral als hij boos of bang is.N is. Achterpoten
Als kangoeroes haast hebben springen ze soms wel acht meter ver. De poten werken als een soort springveer. Een kangoeroe heeft aan elke voet vier tenen, maar je ziet er maar twee. Aan elke teen zit een grote stevige nagel. Als je beter kijkt zie je nog twee nagels met een klauwtje eraan. Daarmee kammen ze hun vacht. Voorpoten
De voorpoten van een kangoeroe zijn kort. En veel minder sterk dan de achterpoten. Maar dat maakt niks uit, want hij gebruikt zijn voorpoten alleen als hij langzaam loopt. Bij het hoppen doet hij er niks mee. Dan houdt hij ze een beetje raar voor zich.Een vrouwtjeskangoeroe gebruikt haar handen vooral om haar buidel soms eens goed schoon te maken. Een mannetjeskangoeroe gebruikt soms zijn handen als hij aan het vechten is. Staart
Een kangoeroe heeft een lange staart. Het begin is dik door de spieren. Als een kangoeroe zit, is die staart een handig steuntje. En ook als hij langzaam op vier poten loopt. Dan loopt hij eigenlijk op vijf poten, want de staart zet ook steeds een stapje. Heeft de kangoeroe haast, dan steekt hij zijn staart naar achteren. Bij elke hop veert de staart mee. Zo blijft de kangoeroe in evenwicht. De kangoeroerat heeft een soort rattenstaart. Met dat staartje kan hij van alles doen, bijvoorbeeld een pluk hooi vasthouden als hij ergens anders mee bezig is. De stekelstaart kangoeroe heeft een stekel op zijn staart. Het lijkt net een nagel, maar niemand weet waarvoor die stekel is. 2. De jongen Geboren! Voordat de baby er is, likt moeder een paadje van het geboortegaatje naar de ingang van de buidel. Als het jong wordt geboren is het nog heel erg klein. Zelfs bij de reuzenkangoeroe is het niet groter dan een tuinboon (en weegt maar 1 gram). Echt mooi is een kangoeroebaby niet. Kaal en nog geen ogen. Het lijkt veel op een wormpje. Hij kan nog niet veel, maar kan wel goed ruiken en goed klimmen. Met zijn voorpootjes klauwt hij door de vacht zijn neus achterna naar de buidel. Door het natte paadje, vindt hij de weg beter en droogt hij niet uit. Een baby kangoeroe
In de buidel
In de buidel vindt het kleine kangoeroetje vier tepels. Meestal zijn er maar drie klein genoeg voor zijn minimondje (de grote is van zijn oudere broer of zus: daar komt vettere melk uit). Hij kiest de eerste tepel die past. En dan wordt de tepel in zijn mond iets dikker. Zelfs als hij geen dorst meer heeft, blijft het kleintje aan de tepel vastzitten. Een paar maanden lang! In die tijd groeit hij. Dan krijgt hij een zacht vachtje, oren en kraaloogjes. Als hij een maand of vijf is, steekt een kleine reuzenkangoeroe voor het eerst zijn koppie uit de buidel. En als moeder bukt, eet hij zijn eerste hapjes gras. Uit de buidel
Als een reuzenkangoeroe ongeveer 9 maanden is, komt hij helemaal uit de buidel. Hij is dan 3 kilo. Dat is meer dan 3000 keer zo zwaar als bij zijn geboorte. De kangoeroe moet eerst een beetje wennen. Maar al snel huppelt hij vrolijk rond. Alleen als hij schrikt of slaap krijgt, kruipt hij weer lekker in de buidel terug. Zeker als hij nog groter wordt, is dat een grappig gezicht: kop eerst in de buidel, dan koppeltje duiken en dan zie je zijn hoofd weer komen. Vaak steken ook zijn voeten en zijn staart dan nog half naar buiten. Op een dag mag hij van moeder niet meer in de buidel kruipen. Alleen mag hij nog wel drinken. En wat ziet hij daar? Een klein broertje of zusje! Volwassen

Een kangoeroe is snel volwassen. Een vrouwtje van een jaar of twee kan al paren en al een maand later wordt haar eerste kindje geboren. Vaak paart het vrouwtje kort daarna weer. Maar in haar buik (voordat het jong geboren wordt) gebeurt er iets vreemds met dat tweede kindje: het stopt met groeien. Pas als het eerste kind bijna groot genoeg is om uit de buidel te kunnen, groeit nummer twee verder. Een mannetje van twee jaar kan ook al vader worden. Maar zo’n jonge kangoeroe krijgt daar meestal niet de kans voor. Alleen de grootste en sterkste man van de kudde mag paren. Als jonge kangoeroe kun je dat voorlopig beter uit je hoofd laten. Hij moet eerst nog wat groter en sterker worden. Oud
Als een kangoeroe geen ongeluk krijgt of gepakt wordt door een wilde hond(dingo), kan hij 18 jaar worden. In dierentuinen hebben ze het nog makkelijker. Daar is een reuzenkangoeroe geweest die 28 jaar is geworden. 3. De woonplaats en het voedsel Waar leven kangoeroes? De meeste kangoeroes leven in Australië, maar je vindt ze ook in Tasmanië, Nieuw-Guinea en op nog wat kleinere eilanden in de buurt van Australië. In Nieuw-Zeeland leven geen kangoeroes. De verschillende soorten kangoeroes voelen zich in verschillende gebieden thuis. De reuzenkangoeroe springt het lekkerst over de grote grasvlaktes. Kleinere kangoeroes voelen zich prettiger in gebieden met veel struiken. De rotskangoeroe zoekt de bergen op. In bossen vind je de boomkangoeroe, vooral in de grote regenwouden van Nieuw-Guinea. Samen of alleen
De meeste kangoeroes houden van gezelligheid. Vooral de reuzenkangoeroe zie je vaak in een kudde. Samen is het ook veiliger: er is er altijd wel een die als eerste gevaar ziet aankomen. De mannetjes maken ook wel ruzie met elkaar. Bij een gevecht gaat het er hard aan toe. Ze boksen met hun voorpoten en schoppen met hun achterpoten. Een mens of een dingo schoppen ze zo dood, maar zelf kunnen de kangoeroes wel tegen een stootje. De winnaar wordt de baas van de kudde. En de vader van alle volgende kinderen, want hij is het enige mannetje die mag paren. Sommige kleinere soorten kangoeroes leven in kleine groepen of met hun tweeën: een man en een vrouw. En er zijn er ook wel die liever alleen blijven. Behalve natuurlijk als ze verliefd worden en willen paren. Maar als dat over is, gaan ze weer alleen verder. Het voedsel
De plek waar reuzenkangoeroes leven (het binnenland van Australië), is het erg droog. Ze zijn daarom steeds op weg naar plekken met vers gras. Soms moeten ze daarvoor ver reizen. De kleinere kangoeroes eten liever andere planten. Zo zoekt de rotskangoeroe overal tussen spleten naar planten en struiken. De boomkangoeroe eet bladeren. Bladeren en gras zijn taaie planten. Daarom moeten kangoeroes
goed kauwen. Ze hebben een grote maag en lange darmen, speciaal om taai eten goed te verteren. Kangoeroes zijn ook herkauwers. De kangoeroerat is de enige van de kangoeroes die ook wel wat anders eet dan planten: die lust ook wel wormen en insecten. 4. Verschillende kangoeroes Kangoeroes
Aantal soorten: 68
Kleinste: kangoeroerat (tot 500 gram) Grootste: rode reuzenkangoeroe (tot 90 kilo) Rode reuzenkangoeroe
Lengte (kop t/m achterste.): 160 cm
Staart: 1 meter
Gewicht: mannetjes 50 tot 90 kilo en vrouwtjes ongeveer 30 kilo
Geboortegewicht: 1 gram
Leeftijd (wild): tot 18 jaar
Aantal jongen per keer: 1
Zwanger: 33 dagen
In de buidel: 11 maanden
Verschillende kangoeroes
De bekendste kangoeroe is de rode reuzenkangoeroe. De mannetjes worden ongeveer zo groot als een volwassen man. De rode reuzenkangoeroes zijn roodbruin. De vrouwtjes van de rode reuzenkangoeroe zijn een stuk kleiner en meer grijs dan rood. Veel van de andere soorten kangoeroes lijken op deze reuzenkangoeroe. Maar ze zijn wel een stuk kleiner en hebben een andere vacht. De kleinste kangoeroes heten wallabies. Ook bij een wallabie zie je goed dat het een kangoeroe is. Bij de kleinste, de kangoeroerat, zie je dat niet meteen: die lijkt meer op een grote rat. En van de boomkangoeroe zie je ook niet zomaar dat het een neef van de kangoeroes is. Het is namelijk een slome klimmer. Boomkangoeroe

De boomkangoeroe klimt in bomen. Ze leven in de regenwouden van Australië en Nieuw-Guinea. Ze klimmen niet erg snel. De boomkangoeroe klimt vooral met zijn voorpoten. Daarmee trekt hij zich op en dan zet hij zijn achterpoten erbij. De boomkangoeroe gebruikt zijn staart voor het evenwicht. Hij kan er geen takken mee vastgrijpen. Wat een boomkangoeroe erg goed kan, is vallen. Hij valt zo, zonder zich te bezeren, uit een hoge boom. Boomkangoeroe
Rotskangoeroe
Als je aan een kangoeroe denkt, zie je grasvlaktes voor je. De rotskangoeroe leeft liever in de bergen. Zijn voetzolen zijn ruw. Hij springt zonder uit te glijden van rots naar rots. Een diepe spleet? Daar springt hij zo overheen. Als het te warm is, zoeken de rotskangoeroes een koele plek tussen de rotsen op. Daar wachten ze tot het wat koeler is. Bij gevaar stampen rotskangoeroes op de stenen. Zo waarschuwen ze elkaar. Kangoeroerat
Eigenlijk heet hij muskus-kangoeroerat. 'Muskus' is de naam van een sterke geurstof. Daar ruikt hij namelijk naar. Hij wordt ook wel kangoeroerat genoemd omdat hij een kale staart heeft, net als een rat. Hij weegt nauwelijks een halve kilo, dus niet veel zwaarder dan een grote rat. Er zijn nog meer vreemde dingen aan de kangoeroerat. Zo krijgt het vrouwtje meestal een tweeling. Andere kangoeroes krijgen maar één jong per keer. Van springen houdt de kangoeroerat ook niet. Hij loopt liever op vier poten. En behalve planten eet hij ook wel wormen en insecten. Een vreemd kangoeroetje dus. 5. Andere buideldieren Buideldieren
Er bestaan op de wereld ongeveer 290 verschillende soorten buideldieren. Daarvan horen er ongeveer 60 bij de kangoeroes. Een aantal daarvan zijn heel bekend zoals de koala, maar er zijn er ook veel die bijna niemand kent. De buidelmol bijvoorbeeld: dat is een graver. Of de suikereekhoorn: die kan zelfs een stuk vliegen. Australië is het land van de buideldieren. Ook op een paar eilanden in de buurt van Australië komen buideldieren voor: op Tasmanië (daar is het kouder) en op Nieuw-Guinea (vol met tropisch regenwoud). Maar ook in Amerika leven buideldieren. Vooral in Zuid-Amerika. Daar leven veel buidelratten (opossums), wel 70 verschillende soorten. Koala’s
Wetenschappelijke naam: Phascolarctos cinereus
Lengte: tot 85 cm. Gewicht: tot 12 kilo
Leefgebied: Australië Leeftijd: tot 13 jaar
Voedsel: Bladeren van een klein aantal eucalyptussoorten
Koala’s drinken geen water, want het vocht dat ze nodig hebben zit in de Eucalyptus bladeren. Er zijn 3 soorten koala's namelijk: de Queensland koala, de New South Wales koala en de Victoria koala. De koala slaapt soms wel 18 uur per dag en eet de rest van de dag. Koala's kunnen goed en lang zwemmen. De grootste vijanden van de koala zijn bosbranden en dingo’s. Wombat
Wombats leven in Australië, maar er leeft ook één soort in Tasmanië (de gewone wombat). Hier leven ze op grasvlakten en in bossen. Een wombat heeft lange klauwen waarmee hij gangenstelsels in de aarde graaft. De wombat eet alleen plantaardig voedsel zoals knollen en wortels. Hij kan hele graanakkers plunderen. De boeren hebben daarom ook een grote hekel aan wombats. Ze zijn in een groot aantal gebieden uitgeroeid. De gewone wombat, die ongeveer 120 cm lang kan worden, graaft gangen van 15 meter lang en 2 meter diep. In de herfst krijgt het wombat vrouwtje een jong. Het jong blijft 3 maanden in de buidel. Het vrouwtje heeft 2 tepels. Ook als het jong de buidel heeft verlaten blijft het nog een aantal maanden bij de moeder. Gewone wombats worden ouder dan 20 jaar. Opossum

De opossum komt voor in het Zuidoosten van Canada, in Nicaragua en in de VS. het is de grootste buidelrat. Het dier wordt soms wel 50 cm lang en heeft een lange dikke staart. De staart is alleen aan de wortel behaard en verder kaal. De opossum is een goede klimmer. De opossum kan urenlang op de kop aan zijn staat hangen. Een opossum eet bijna alles. Hij zoekt vooral op vuilstortplaatsen en tussen afval naar voedsel. Wanneer hij bedreigd wordt door een lynx of een hond doet hij net alsof hij dood is. De opossum krijgt in Canada eenmaal per jaar ongeveer 18 jongen, maar in de zuidelijkere gebieden krijgt hij driemaal per jaar ongeveer 18 jongen. Hiervan blijven er vaak 6 tot 7 in leven. Ze groeien op in de buidel. In het zuiden van de VS wordt er op de opossum gejaagd vanwege zijn vel en zijn vlees. Slotwoord Ik vind het leuk om een werkstuk te maken, omdat je dan ook meer over het onderwerp te weten komt. Het is wel veel werk. Het lijkt me daarom ook leuk om een werkstuk een keer met zijn tweeën te maken. Ik vond het soms moeilijk om een lastige zin te veranderen naar je eigen woorden, maar toch vond ik het leuk om te doen.

REACTIES

R.

R.

goede info, ik doe mijn spreekbeurt over kangoeroes dus kan ik heel wat info gebruiken!

gr.....

12 jaar geleden

L.

L.

heel erg leuk, heb er veel aan voor mijn verslag

11 jaar geleden

L.

L.

heel veel informatie

11 jaar geleden

M.

M.

wow dit helpt me echt bij mijn werkstuk

8 jaar geleden

L.

L.

Het is kangoeroe inplaats van kangaroe...

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.