Water

Inhoud Inleiding
De eigen waterrekening - Water gebruiken - De eigen waterrekening. De lekkende kraan - Schatten - Eigen onderzoek - berekenen
Zuinig met water! - waterbesparende toiletten - douchen - Auto wassen - tanden poetsen Waterverbruik! - eigen onderzoek
Ik vond het wel leuk om dit werkstuk te moeten maken maar ik zou het niet weer willen, wantje ben t er echt heel lang mee bezig. Ik vond het niet zo leuk om te doen want ik ben niet zo goed in wiskunde. Je leert hier ook wel wat van dan alleen maar uit het boek oefeningen te moeten doen. Hoofdstuk 1: eigen waterrekening, thuis hebben wij geen waterrekening, dus ik heb hem van iemand anders geleend maar hij most hem wel terug hebben. Hoofdstuk 2: veel schatten. Ik vind schatten wel gemakkelijk maar toch zit er wel vaak naast. Hoofdstuk 3: dingen uitrekenen over: besparende toiletten, douchen, auto wassen, tanden poetsen. Dit was veel werk om te doen je moest bij alles veel berekeningen maken. Hoofdstuk 4: eigen onderzoek. veel rekenwerk maar veel over grafieken en over hoe je denkt over het. Daarna moest je elke dag de waterstand opnemen, daar moest je tabel voor maken en invullen. 1.1 Water gebruiken: Activiteiten Aantal liters per dag Liter per jaar

Toilet 18x4= 72 liter 72x365=26280 liter
Tanden poetsen 150x3=450 ml450x4(personen)=1800 ml. 1800x365= 657000 ml à 657 liter
douchen 15 minuten x 7,8 liter= 117 liter.117x4=468 liter. 468x365=170820
vaatwasser 18 liter 18x365=6570 liter 1.2 De eigen waterrekening: 1. Over welke periode is jullie afrekening berekend? De afrekening is berekend van 19 april 2001 t/m 21 maart 2002. 2. Hoeveel m³ hebben jullie in deze periode verbruikt? 134 m³ , dat is 134.000 liter. Hoeveel emmers zijn dat? In 1 emmer gaat 10 liter. 134.000:10= 13.400 emmers
3. Wat betekent het woord “vastrecht“? Het woordje vastrecht is een vast bedrag in het jaar dat iedereen moet betalen. Hoe groot is het vastrecht op deze rekening? €13,03
4. Laat met een berekening zien of het eindbedrag van de rekening klopt: In 2001 was 1m³: 1,16168 In 2002 is 1m³: 1,19000 2001: 101m³x1,16168= €117,33 2002: 33m³x1,19000= €39,27 €117,33+€39,27=€156,60. €156,60 + vastrecht (€13,03)= €169,63. €169,63+ BTW van 6%= €169,63:100x6=€10,18+€169,63= €179,81,- 5. Laat met een berekening zien of het BTW bedrag op de waterrekening klopt: 101m³ + 33m³= 134m³ 134m³ + €155,67 €168,70 €178,82
6. Maak een tabel en lijngrafiek: Verbruik (m³) 0 100 200 300

Kosten (€) 13,81 139,95 266,09 392,23 Vastrecht + BTW (13,03+6%) Verbruik (m³) 2.1 de lekkende kraan 1. Hoeveel ml zou 1 druppel zijn? Ik heb het met een spuit berekend. 50 druppels was ongeveer 10 ml. 10:50= 0,2ml
2. Hoeveel bekers water zijn dat per dag? In een beker gaan 750 druppels. - Stel: 1 druppel duurt 1 sec. - Per beker duurt dat 12,5 minuten. (750:60=12,5) - Dat zijn ongeveer 5 bekers per uur. - 5x24=120 bekers per dag. 3. Hoeveel liter is dat per jaar? Per dag is het: 120x150ml=18.000 ml. Dat is 18 liter. Per jaar is het: 18x365=6570 liter. 2.2 eigen onderzoek Tel het aantal druppels per minuut: Ik kwam uit op ongeveer 100 druppels per minuut. Berekenen: 1. Na hoeveel tijd zit het glas vol en hoeveel druppels zijn dit? Na 12 minuten zit het glas vol. Dat zijn 1200 druppels. 2. Bereken de inhoud van het glas: 5cm x 4cmx 12cm=240 cm³ 3. Bereken het volume in 1 druppel in ml: 240cm³=240ml=1200 druppels. 1 druppel = 240:1200=0,2 ml. De volume is: 0,2 ml
4. Hoeveel liter water lekt er per uur uit de kraan? In 12 minuten lekt er 240 ml uit de kraan. In 60 minuten is dat: 5x240 ml=1200 ml. Dat is ook: 1,2 liter. 5. Hoeveel liter water zou er in 1 jaar verloren gaan? 1,2x24= 28,8 liter per dag. 28,8x365= 10.512 liter in een jaar. 6. Hoeveel water gaat er in een jaar met 1 lekkende kraan per gezin verloren? Er zijn 9.270 inwoners. Ik bereken dit met 3 personen per gezin. Er zijn dus dan 3.090 gezinnen in mijn woonplaats. 3.090x10.512 liter= 32.482.080 liter in 1 jaar. 7. Hoeveel water gaat er per gezin in Nederland verloren als elk gezin 1 kraan laat lekken? 16 miljoen met 3 personen per gezin. 16:3= 5,3 miljoen gezinnen. 5.300.000x10.512 liter= 557.136.000.000 liter
3.1 Waterbesparende toiletten: 1. Op welk meetkundige vorm lijkt zo’n stortbak? Een rechthoekige vorm. 2. Bereken hoeveel water er ongeveer in zo’n spoelbak zit: 32x10x25=8000cm³ [30-5cm=25cm] 8000 cm³= 8 liter. 3. Verklaar het woordje ongeveer: De 5 cm is nooit precies, omdat iedereen voor zichzelf de hoeveelheid spoelwater kan bepalen. 4. Bedenk een methode om de inhoud precies te bepalen: Door nauwkeurig de waterspiegel te meten. 5. Hoe hoog staat het water na een grote spoeling in de stortbak bij een waterbesparend toilet? 32x10x?= 2 liter = 2000 cm³ 2000:32:10= 6,25 cm. 6. Hoe hoog staat het water na een kleine spoeling? 32x10x?= 5,3 liter = 5300 cm³ 5300:32:10=16,56 cm. Hoogte kleine spoeling is: 16,56 cm. 7. Stel, je maakt 5x per dag gebruik van het toilet. Vier van de vijf keer is een kleine spoeling. Hoeveel liter kun je dan per jaar besparen? 6-2,7=3.3 liter besparing. 4x3,3=13,2 liter per dag besparing. 13,2x365(dagen) = 4818 liter in een jaar. Om welk bedrag gaat het dan? 1000 liter=€1,19 4818:1000x1,19=€ 5,73 3.2 Douchen: 1. Noem twee bezwaren van een bad ten opzichte van een douche: - Bad verbruikt meer water. - Er komt nog extra water meer bij (afspoelen en schoonmaken) - 2. Reken uit wat het kost als je in bad gaat: 150+12(extra water)+3(schoonmaken van het bad)= 165 liter. 1 liter = €0,00119 x 165=€0,19635- 3. Ga eens na hoe lang en hoe vaak iedereen bij jou in huis douchet en bereken hoeveel dat per jaar gaat kosten. Op de waterrekening staat hoeveel 1m³ water kost. - 1150x douchen per jaar - ongeveer 15 minuten douchen = 90 liter water. - 90x1150=103500 liter per jaar. - 103500x0,00119=€123,17-
3.3 Auto wassen: 1. Wat zijn de kosten op jaarbasis als je een tuinslang zou gebruiken? 6x150 liter= 900 liter per jaar. 900x0,00119=€1,071- 2. Wat is het maximale hoeveelheid water die in de slang achter kan blijven? Inhoud= oppervlakte grondvlak x hoogte= 3,14 cm x 1800cm=5652cm³ Dat is 5,65 liter. 3. Stel dat de auto gewassen wordt met behulp van een emmer. Hoeveel emmers water denk je dan nodig te hebben? 3 emmers van 10 liter is 30 liter. 30 liter water kost: 30x0,00119=€0,0357x6=€0,2142. 4. Bereken het bedrag dat je bespaart als de auto met behulp van emmers in plaats van een tuinslang gewassen wordt. - per wasbeurt met slang= 150 liter+5,65= 155,65 liter. - per wasbeurt met emmer= 30 liter Besparing: 155,65-30=125,65 liter bespaar je. 125,65x0,00119=€0,15- 5. Laat met een berekening zien hoeveel procent water je bespaart met een hogedrukspuit: 25 liter= 100% 1 liter= 4% 8 liter= 32% 3.4 Tanden poetsen: 1. Hoeveel water verbruiken jullie dan samen tijdens het tanden poetsen? - Stel een stromende kraan kost 6 liter water per minuut (zie douche) - Iedereen van het gezin poetst 2 minuten. - 6x2(minuten)x4(personen)=48 liter per keer. - Wij poetsen 3x per dag. 48x3=144 liter. - 2. Hoeveel zou je aan kosten op jaarbasis besparen als ieder maar 1 beker water (150ml) zou gebruiken voor het tanden poetsen, zonder dat je de kraan laat lopen? - 3x tanden poetsen per dag - 3x 150mlx4(personen)=1800ml=1,8 liter
1800x365=657,000ml=657 liter - 144x365=52560 liter - 52560-657=51903 liter bespaar je dan. - 51903x0,00119=€61,76 - 3. Hoeveel liter water zouden we in heel Nederland besparen als we de kraan tijden het poetsen dicht zouden doen en gebruik zouden maken van 1 beker? (Ga uit van 2x op een dag poetsen): - Je gebruikt 12 liter per poetsbeurt (6 liter x 2 minuten= 12) - 12 liter x 2 (2x poetsbeurten per dag)=24 liter. - 16.000.000x24=384.000.000 liter met lopende kraan. - 150mlx2=300ml per dag=0,3 liter - 16.000.000 x 0,3liter= 4.800.000 liter
384.000.000-4.800.000= 379.200.000 liter besparing. 4.1 Eigen onderzoek: 1. Maak een lijngrafiek over hoe jij denkt dat het waterverbruik van een gezin zal zijn in een etmaal (24 uur). Verklaar met een verhaal het verloop van de grafiek. Uren 00.0 02.0 04.0 06.0 08.0 10.0 12.0 14.0 16.0 18.0 20.0 22.0
Verbruik in liters 0 0 0 0 8 4 10 50 20 30 40
Van 0.00 tot en met 6.00 uur gebruiken de meeste mensen geen water, omdat ze dan aan het slapen zijn. Rond 08.00 uur zijn de meeste mensen weer wakker, en dan gaan ze naar de toilet en gaan ze koffie of thee zetten of gaan ze douchen. Hierbij gebruiken ze dus water. Om 10.00 uur zijn de kinderen naar huis en de ouders zijn dan ook het huis uit omdat ze bijvoorbeeld aan het werk zijn. Rond 12.00 uur gaan de mensen weer naar huis om eten te koken voor het gezin. In die tussentijd kunnen ze ook naar de toilet gaan. Ze gebruiken rond deze tijd dus ook water. Om 14.00 uur zijn de mensen vrij van het werk en de kinderen zijn rond deze tijd vrij van school. Ze kunnen dan thee gaan zetten, de was gaan draaien dingen schoonmaken, enz. Rond 16.00 uur gaan mensen avondeten klaarmaken, afwassen, naar de toilet. Om 18.00 gaan de meeste mensen wel eens onder de douche en om 20.00 uur gaan mensen koffie drinken. Om 22.00 uur gaan de mensen naar bed, ze gebruiken dan geen water meer. 2. Maak ook een grafiek over hoe jij denkt dat het waterverbruik op school zal zijn van 0.800 uur tot 16.00 uur. Verklaar ook deze grafiek. De pieken zijn de redenen omdat rond deze tijd pauzes zijn. Hier gaan de meeste kinderen naar de toilet, omdat ze onder de les niet naar de toilet mogen. 3. Neem gedurende een week thuis het waterverbruik per dag op. Doe dat steeds zoveel mogelijk op hetzelfde moment van de dag. Zet deze gegevens in een tabel en maak hierbij een staafdiagram. Zet op de horizontale as de dagen van de week. Zijn er bijzondere momenten terug te vinden? Geef Aan wanneer en geef hier een verklaring bij. Dagen Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
Meterstand 01368529 01368809 01369059 01369359 01369559 01369789 01370000

Hierbij heb ik geen bijzondere momenten
4. Geef met behulp van deze waarnemingen een schatting van het waterverbruik voor het hele jaar. Controleer je schatting met de gegevens van de laatste afrekening van het waterbedrijf. Laat zien of deze gegevens een beetje overeenkomen en geef een verklaring voor eventuele sterke afwijkingen. Volgens het staafdiagram is het waterverbruik 52 x 1500= 78000 liter. Dat is dus 78 m³. Deze week was toevallig heel rustig, doordat mijn vader onder andere weg was wegens werkomstandigheden. Hierdoor is er een sterke afwijking vergeleken bij de andere weken.