Communicatiemiddelen

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • vwo | 1810 woorden
  • 20 april 2001
  • 234 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
234 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
UITVINDINGEN DIE DE WERELD KLEINER MAAKTEN. Bellen met Australië gaat nu net zo makkelijk als bellen met je buren. Dat komt door de uitvinding van satellieten en computers, nog niet zo lang geleden. Ze hebben de wereld een stuk kleiner gemaakt, lijkt het wel. In het verleden zijn mensen altijd op zoek geweest naar manieren om met elkaar te communiceren. En bij elke afstand was de afstand groter en gingen de berichten sneller. Om een duidelijk beeld te geven van communicatie door de jaren heen, hier alle communicatiemiddelen op een rijtje: Taal en Schrift Taal is nu nog de meest toegepaste vorm van communicatie. Met woorden is het ook allemaal begonnen. De gesproken taal is zo oud, dat we moeten raden wanneer en hoe het begon. De eerste mensen die tegen elkaar spraken leefden waarschijnlijk langer dan een miljoen jaar geleden. Zij hadden waarschijnlijk voor elk voorwerp of gedachte een ander geluid. Langzamerhand gaven ze namen aan de hand, dingen en handelingen. Er zijn plaatjes. De oudste afbeeldingen die zijn gevonden, zijn 30.000 jaar oud. Ook d.m.v. strepen en punten in stoken en botten gekerfd om te tellen en aantallen bij te houden. Zowel de tekeningen als de streepjes tonen aan dat de mens toen manieren kende om omringende dingen om te zetten in symbolen. Zo ontstond het schrift. De tekeningen vormden namelijk later het beeldschrift, duizenden jaren na het ontstaan van taal. Een voorbeeld is het spijkerschrift, waar d.m.v. een stylus/ spijker in een zacht kleitablet werd gekerfd. Berichten konden nu op een betrouwbare manier worden overgebracht. Ook konden de mensen verslagen en verhalen op een nauwkeurige manier vastleggen. Een grotere uitvinding was het alfabet. Tegenwoordig zijn er 7 alfabetten, alle gebaseerd op een reeks tekens die elk voor een enkele klank staan. Deze kunnen in verschillende vormen gebruikt worden om een woord te vormen. Het alfabet maakte schrijven veel eenvoudiger en dat betekende dat veel meer mensen het konden leren. Lezen en schrijven zijn uiteindelijk zeer bruikbare communicatiemiddelen. Vandaag de dag worden er ongeveer 3950 talen en dialecten gesproken, waarvan alleen al 845 in India. De taal blijft groeien, want elke generatie voegt zijn eigen woorden of uitdrukkingen erbij met andere betekenissen.
Post Duizenden jaren werden berichten overgebracht door boden die te voet, te paard of per schip reisden. Pas toen er nieuwe vervoermiddelen kwamen, werden de postdiensten sneller en beter. De eerste postdiensten werden opgericht door en voor regeringen. Alleen regeringsambtenaren mochten er gebruik van maken. Omdat maar weinig mensen konden lezen en schrijven was er weinig behoefte aan openbare diensten. De postdiensten werden steeds sneller en betrouwbaarder, tegenwoordig wordt de post door elektronische machines gelezen en gesorteerd. Het wordt rond gebracht per vrachtwagen. Ondanks de e-mail, Internet, de mobiele telefoon en dergelijke, blijft de post nog even belangrijk. Het aantal is namelijk niet achteruitgaan. De drukste periodes zijn met kerst en Valentijn. Telegraaf Dit is een van de telecommunicatie middelen, die weken met elektriciteit. Ze zetten informatie om in signalen die via kabels, radiogolven of optische vezels (hele dunne glasstrengetjes) over grote afstand kunnen worden verstuurd. De telegraaf, die kort na 1800 werd uitgevonden, was het eerste elektrische communicatiemiddel. Hierbij worden letters in een code omgezet. De code wordt in de vorm van elektrische pulsjes door een kabel verzonden. Dit werd namelijk pas mogelijk nadat men in de 18e eeuw had ontdekt hoe elektrische stroom zich door kabel voortbeweegt. Nadeel was bij de eerste elektrische telegrafen, dat er voor elke letter een aparte kabel nodig was. In 1844 vond de Amerikaan Samuel Mors (1791-1872) een telegraaf uit met 1 kabel. Daarbij had hij een systeem verzonnen: een code van punten en strepen. Bijvoorbeeld: A= . _ B= _ … C= _ . _ . etc. De telegrafist tikte de boodschap in en zette met een schakelaar een bericht in punten en strepen om. Bij de ontvanger verschenen deze punten en strepen op een papier. De telegraaf werd een succes en de meeste communicatie werd al gauw telegrafisch gedaan. Tegen een betaling kon je een telegraaf versturen, de spoorwegen konden nu bijhouden waar de treinen waren, de politie konden misdadigers op pakken en ook op zee was het handig (denk aan Titanic). Door de nieuwe telecommunicatiemiddelen werd de telegraaf naar achteren gesteld. Het apparaat werd ouderwets en dus steeds minder gebruikt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde het nog wel een rol, maar sindsdien gebruikt niemand het meer. De telefoon Dit is het eerste telecommunicatie middel van de 20ste eeuw. De telefoon nam de plaats in van de telegraaf. Net als die werkt de telefoon met elektriciteit in kabels, maar in plaats van codes, verstuurt hij geluiden. Als je inde hoorn spreekt, worden je woorden in stroompjes omgezet. Bij de ontvanger worden deze stroompjes weer in klanken omgezet. De Schotse dokter Graham Bell (1847-1922) vond in 1876 de telefoon uit. De eerste woorden over de telefoon waren: "Meneer Watson, kom hier, ik heb u nodig! "Hij was bezig met een nieuw soort telegraaf, toen hij zuur op zijn kleren morste. Toen hij om zijn assistent riep, bewees dat geluid over kabels kon worden verstuurd. Tegenwoordig is de telefoon onmisbaar, omdat het superhandig en supersnel is. Je toetst een nummer in en in no time heb je verbinding. Dat was in het begin wel anders. De telefoon sloeg aan en er kwamen telefooncentrales. Deze werden echter door mensen bediend. Als je wilde bellen, werd je verbonden met een telefonist en die verbond je vervolgens door. Er bestonden nog geen aparte telefoonnummers. Om een idee te geven: de eerste telefooncentrale werd in 1878 in de VS geopend, met slechts 21 lijnen…… Maar het ontwikkelde zich snel en de eerste telefoons met kiesschijven verschenen na 1920, deze waren aangesloten op mechanische centrales. De centrales zocht het gekozen nummer en verbond automatisch door moderne telefooncentrales zijn allemaal computer gestuurd. De dierentuin Artis was in 1881 de eerste telefoonabonnee van Nederland. Het telefoonnummer was 1. Tegenwoordig zijn er wel 7 miljoen telefoonaansluitingen in Nederland. De radio Tot nu toe waren er altijd kabels nodig om boodschappen te versturen. De volgende stap in de ontwikkeling was de radio, hierdoor werd het mogelijk om draadloos boodschappen te versturen. Het bestaan van radiogolven was al in 1888 bewezen door Heinrich Hertz. Hij kon alleen geen praktische toepassing voor zijn ontdekking vinden. Die werd gevonden door de Italiaanse uitvinder Guglielmo Marconi (1874-1937). Marconi maakte een ontvangtoestel die die radiosignalen opving en vertaalde in verstaanbare signalen. Al snel slaagde hij er ook in om met zijn zelfgebouwde zenders en ontvangers grote afstanden draadloos te bereiken. Maar dit was slechts een beperkt vorm, de gebruikers moesten immers de morse code kennen. De enige informatie die de luisteraar kon ontvangen was een combinatie van korte en lange piepjes. Dat veranderde in 1906, toen de Canadees Reginald Fessenden een ononderbroken draaggolf weet op te wekken. Hiervan zijn de trillingen zo veranderd, dat enkele tientallen kilometers verderop een aantal ontvangers verbaasd een zangeres hoorden zingen. De radio werd steeds vaker gebruikt en men ging programma's maken. Bij zulke uitzendingen zendt 1 station signalen ( zoals spraak en muziek) in richtingen uit. De eerste stations met nieuws- en amusementsprogramma's gingen kort na 1920 van start. Rond 1925 waren er 600 stations op de wereld. De radio kreeg een informatieve, amuserende en onderwijzende functie. In 1948 werd er een klein elektronisch onderdeel, de transistor, uitgevonden. Hierdoor konden er veel compactere toestellen gemaakt worden. De televisie Hoewel de televisietechniek net zo oud is als de radiotechniek, duurde het jaren voordat het eindelijk gerealiseerd werd. In 1884 kwam P. Gottlieb Nipklow met een voorstel over ' lijnaftasting met mechanische middelen'. In 1908 beschreef A.A. Campbell Swinton een geheel elektronisch televisiesysteem. Voor praktische uitvoering was het echter nog te vroeg. De eerste demonstratie met televisie was in 1926, door de Schot John Logie Baird in zijn laboratorium. Er was een vaag beeld van een jongen te zien. In het begin kon hij beeld en geluid niet tegelijkertijd uitzenden, maar uiteindelijk zond hij in 1930 een 30 minuten durend toneelstuk uit. De eerste beelden waren zwart-wit. Kleurentelevisie werd vanaf 1953 in de VS ontwikkeld, Europa moest wachten tot de jaren '60. Bij de tv worden geluid en beeld omgezet in elektrische signalen en in radiogolven naar de ontvangers gezonden. Die zet ze vervolgens weer om in beeld en geluid. Ook de tv sloeg aan en al gauw werden er diverse stations opgericht. De Engelse BBC zond in 1936 als eerste tv programma's uit, een van die programma's ging over zelfverdediging. In de VS begonnen ze in 1939. Inmiddels heeft de tv de aarde veroverd, in 500 miljoen huishouden is dit communicatiemiddel te vinden.
Satellieten Er draaien in een vaste baan om aarde tientallen satellieten die radio-, tv- en telefoonsignalen overdragen over de hele wereld. Een grondstation zendt signalen naar de satelliet omhoog. Daarna stuurt de satelliet ze terug naar een ontvanger. Zend- en ontvangstation kunnen duizenden kilometers van elkaar liggen. Door deze technologie kunnen mensen nu vanaf de meest verafgelegen plaatsen op aarde met elkaar communiceren, nu nog beter en nog sneller. De ontwikkelingen zijn nog erg nieuw en eigenlijk nog steeds in ontwikkeling. De eerste communicatiesatelliet was Spoetnik 1 uit 1957 uit Rusland. Het was niet meer dan een grote bol met en radiozendertje erin. Later kwam Telstar 1 in 1962 die, in tegenstelling tot de Spoetnik, wel signalen terug kon sturen. Voor die tijd bestonden er geen raketten die een satelliet konden lanceren. Veel satellieten worden nu vanuit een Ruimteveer (shuttle die weer terugkeert) gelanceerd. Astronauten kunnen daarmee ook satellieten oppikken voor reparatie. Via de satelliet Telstar werden de eerste live beelden over de Atlantische Oceaan gestuurd. Telstar kon ook 60 telefoongesprekken overbrengen. De nieuwste satellieten die nu gebruikt worden, kunnen ruim 33.000 telefoongesprekken en enkele tv kanalen tegelijk doorgeven. En weer was de wereld een 'stukje kleiner geworden'. Computers en Internet Ook deze ontwikkeling is eigenlijk nog volop in ontwikkeling. Het begin idee voor een "analytische machine" kwam van de Engelsman Charles Babbage ( 1791-1871). Hij had de basisprincipes bedacht, zoals opslaan, besturen en tellen. Pas rond de Tweede Wereldoorlog ging het idee groeien en in 1949 kwam er een doorbraak toen EDSAC in Engeland de eerste intern geprogrammeerde rekenmachine uitgebracht. In 1951 werd in de VS de eerste commercieel bruikbare computer op de markt gebracht. De computer werd door technische ontwikkelingen goedkoper en dus beschikbaar voor een breder publiek. Computers kunnen op elkaar worden aangesloten om een netwerk te vormen. Het Internet is het grootste netwerk ter wereld. Het verbindt kleinere netwerken overal ter wereld met elkaar. Het ontstond in 1984 in de VS. Eigenlijk is het een wereldwijde communicatie infrastructuur met een gigantische hoeveelheden informatie. Nu is het Internet nog een grote rotzooi, omdat iedereen maar wat doet. Er zijn zoveel webpagina's, zoveel gratis internetaansluitingen die voor het grootste deel helemaal niet werken, zoveel beveiligingsprogramma's, het valt gewoon niet te overzien. Er wordt hard aan gewerkt om de problemen op te lossen, maar dit zal nog wel even duren. Voorlopig is Internet in de volle aandacht. Het aantal internetgebruikers in Nederland is tussen september 1999 en maart 2000 van 2,7 tot 4,7 miljoen toegenomen. Dat bewijst wel hoe populair Internet is.

REACTIES

N.

N.

Goed werkstuk waar ik veel aan heb gehad!!

Bedankt!!

20 jaar geleden

A.

A.

er staat niks in over de fax maar 't is een heel mooi werkstuk hoor

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.