Feitelijke gegevens
- 4e druk, 2015
- 268 pagina's
- Uitgeverij: Prometheus
Flaptekst
Voor de meeste mensen bestaan wij alleen in een boek, mijn bruid en ik. De afgelopen vijfendertig jaar heb ik met een machteloos afgrijzen moeten aanzien hoe onze echte levens bedolven raakten onder een modderstroom van apocriefe verhalen, valse getuigenissen, roddels, verzinsels, mythen, hoe onze ware, complexe persoonlijkheden werden vervangen door clichématige personages, vernauwd tot simpele imago's, op maat gesneden voor een sensatiebelust lezerspubliek. En dan was zij de broze heilige, ik de brute verrader. Ik heb gezwegen. Tot nu.
Eerste zin
Voor de meeste mensen bestaan wij alleen in een boek, mijn bruid en ik.Samenvatting
De dichters en schrijvers Ted Hughes - die in dit verhaal alleen 'ik' wordt genoemd - en Sylvia Plath voelen zich ondanks alle verschillen in afkomst en karakter vanaf het moment van hun ontmoeting onweerstaanbaar tot elkaar aangetrokken. Hij gaat de strijd aan met haar dode vader en probeert haar onder haar Amerikaanse stolp van onechtheid vandaan te halen, maar verliest haar uiteindelijk aan haar verlangen naar de dood.
De ik ontmoet Sylvia Plath in Cambridge, tijdens de presentatie van een poëzietijdschrift. Sylvia danst en komt dronken op hem af. Zij bijt hem in zijn wang en ze vertrekken samen. Later brengt zijn vriend Lucas haar naar Rugby Street 18 in Londen, waar hij woont. Ze praten met elkaar en ontdekken veel overeenkomsten. Zij smokkelt hem mee haar hotel binnen. Na de seks vertelt ze hem over haar eerste zelfmoordpoging. Ze krijgen een relatie die door zijn vrienden wordt afgekeurd: ze vinden haar gemaakt, dweperig en overdreven. Dat maakt zijn verlangen naar haar alleen maar sterker. Vier maanden na hun ontmoeting trouwen ze met als enige aanwezige haar moeder Aurelia. Zes maanden later gaan ze op huwelijksreis naar Parijs en Spanje. De ik kan door Sylvia meer schrijven dan ooit maar hij kan haar schrijversblokkade niet wegnemen hoewel hij dat wel probeert. Vanwege geldgebrek gaan ze terug naar zijn ouders die vanwege haar studiebeurs nog niet op de hoogte zijn van het huwelijk. Ze vertrekt voor colleges naar Cambridge en hij zou na een maand naar Madrid gaan om Engels te doceren. Ze missen elkaar echter zo erg dat hij haar achterna reist. Sylvia biecht het huwelijk op aan haar mentor, hij feliciteert haar en ze kunnen samenwonen.
Op 23 februari 1957 wint de ik de debutantenprijs met The Hawk in the Rain. Ze werkt aan een roman Falcon Yard over haar tijd in Engeland en wordt na haar afstuderen als docente Engels aangenomen op een Amerikaanse universiteit. Hun gedichten worden gepubliceerd, zijn debuut wordt in Engeland en Amerika uitgegeven en haar Amerikaanse salaris is zodanig dat ze een jaar voor de gezamenlijke kosten wil betalen, zodat hij kan schrijven: net als haar moeder stelt ze zich in dienst van haar schrijvende echtgenoot. Als ze eenmaal in Amerika wonen, lukt het schrijven de ik niet meer en hij neemt ook een baan als universiteitsdocent. Ze leiden het leven van een doorsnee lerarenechtpaar. Zijn in Engeland geschreven gedichten zijn ook in Amerika succesvol maar Sylvia ontvangt een afwijzing voor haar nieuwe bundel gedichten. Ze wordt jaloers op de aandacht die hij krijgt van de literaire wereld en van vrouwen en valt hem aan. Ze verhuizen in 1958 naar Boston maar het vrije bestaan - ze zijn geen docent meer - maakt niet dat Sylvia kan schrijven: ze mist de aandacht van de buitenwereld. Sylvia is bang voor armoede, vrijheid en zichzelf en accepteert een baan als typiste in het ziekenhuis. Hij is somber maar ook blij dat hij enkele uren alleen is. Ze besluiten terug naar Engeland te gaan en dat lucht hem op. Sylvia zoekt inmiddels hulp voor haar angsten en somberte bij dokter Beuscher, die haar ook behandelde na haar zelfmoordpoging. Ze praat via het ouijabord met haar vader. In juli 1959 gaan ze twee maanden in Amerika kamperen en vinden het land prachtig en woest. In Yellowstone Park wordt hun auto leeggeroofd door de 59e beer die ze zien en die eerder die avond een vrouw op een andere camping gedood heeft. Later ontdekken ze dat ze al die tijd zwanger was. In haar verhaal over deze gebeurtenis – The Fifty-Ninth Bear – laat ze de ik door de beer doden. Ze verblijven ook in het kunstenaarscentrum Yaddo waar hij geniet van de omgeving en het gezelschap maar zij weer wordt geplaagd door angsten en somberte. Haar eerste bundel is geweigerd en ze wil voor de geboorte van haar kind naam maken. Op advies van de ik legt ze de oude gedichten weg en ze krijgt het voor elkaar het ene na het andere nieuwe gedicht met een nieuwe stem te schrijven: de geboorte van haar poëtische zelf.
Terug in Engeland vinden ze in 1960 met de hulp van vrienden een appartement in Londen en vieren ze beide verschillende literaire successen. Hierdoor stromen ook de uitnodigingen voor presentaties, feestjes en dergelijke weer binnen en veel oude en nieuwe vrienden bezoeken hun appartement. Sylvia is lang de ideale gastvrouw maar in haar laatste maand wordt het bezoek haar te veel en laten ze geen mensen meer toe. Na haar dood verraden deze mensen haar en roddelen over haar als zou ze een agressief zwijgende en jaloerse vrouw zijn geweest. Op 1 april wordt Frieda Rebecca geboren. Na het verschijnen van Sylvia's gedicht The Colossus blijft het lang stil maar uiteindelijk verschijnt een positieve recensie van Al Avarez in The Observer. Met Kerst krijgen Sylvia en zijn zus Olwyn ruzie en ze vertrekken voor Oud en Nieuw. Volgens de ik is zijn zus jaloers op haar schrijverschap maar volgens Sylvia is ze jaloers op haar moederschap, dat zijn liefde voor haar bevestigt. Sylvia is zwanger van een tweede kind en gaat parttime advertenties redigeren. De ik wil om geld te verdienen een radioprogramma over poëzie voor kinderen maken en spreekt af met een redactrice van de BBC. Sylvia wordt zo jaloers dat ze zijn werk en bundel van Shakespeare verscheurt. Enkele dagen later verliest ze het kind.
Na een blindedarmoperatie wordt ze opnieuw zwanger en na korte vakantie kopen ze met financiële hulp van beide moeders een oude boerderij in Devon. Op 31 augustus 1961 verhuizen ze. De ik vlucht niet alleen van het drukke leven in Londen maar ook van het verstikkende leven daar met haar. Ze ontvangt een werkbeurs voor het schrijven van een roman toegewezen. Ze was al bezig met de autobiografische roman The Bell Jar, die ze onder het pseudoniem Victoria Lucas wil publiceren. Op 17 januari 1962 wordt zoon Nicholas Farrar geboren. Het wordt lente maar uit Sylvia’s gedichten blijkt dat ze een eenzame strijd voert met de dood. De ik zoekt hier rationele verklaringen voor – moe, ziek – en bezoeken van vrienden leiden hen af. In mei ontvangen ze Assia en David Wevill, een dichter en zijn vrouw die hun appartement in Londen huren. De ik verlangt ’s nachts naar Assia en de volgende ochtend snapt hij dat ze verliefd op elkaar zijn. Hij voelt zich eindelijk weer levend en kan weer schrijven. Vlak voor de lunch op zondag probeert hij haar te kussen als Sylvia de keuken binnenkomt. 14 mei komt de bundel The Colussus uit en Sylvia wacht weer op een recensie die niet komt. De ik en zij reizen samen naar Londen voor de opnames van een hoorspel en de ik reist stiekem naar Assia’s werk maar treft haar niet. Ze schrijven, bellen en drinken een keer thee. Als Assia naar hun huis belt, neemt Sylvia op waar haar moeder bij is en er ontstaat een vervelende scène. De ik biecht haar op verliefd te zijn: hij heeft de vos in hem te lang onderdrukt.
Hij moet van haar vertrekken. Zij verbrandt alles wat op zijn bureau ligt en haar roman. De ik en Assia hebben seks in een hotel, waarna haar man te veel slaappillen inneemt en in het ziekenhuis belandt. Sylvia belt de ik om te vertellen dat ze van de weg geraakt is en de ik gaat terug naar huis. Aurelia vertrekt en Sylvia schaamt zich voor het mislukken van haar huwelijk en haat haar voor dat gevoel. Ze verbrandt ook al haar brieven. Ze besluiten een half jaar uit elkaar te gaan. De ik verblijft twee weken met Assia in Spanje en als hij terugkomt, wil ze scheiden. Ze blijft in Devon en hervindt haar schrijfdrift. De ik zwerft door Londen, schrijft ook en ziet af en toe Assia. Londen roddelt over hen maar Sylvia wil daar ook weer wonen en samen zoeken ze naar een appartement voor haar en de kinderen. Ze heeft een vertrouweling gevonden in Al Avaraz en herinnert de ik aan de vrouw die hij zes jaar eerder trouwde. Uiteindelijk kan ze met zijn hulp de voormalige woning van Yeats huren. Het lijkt goed met haar te gaan maar van Al Avaraz hoort de ik hoe eenzaam ze is. De winter van 1962 is streng en Sylvia kan niet goed voor zichzelf en de kinderen zorgen. Als ze alle drie met koorts op bed liggen, laat de ik een dokter komen en komt hij zelf ook weer een aantal keer per week langs. Haar roman The Bell Jar verschijnt, waarin ze afrekent met haar moeder en weldoensters maar in Amerika worden het boek en haar nieuwe gedichten afgewezen. Ze raakt de grip op de werkelijkheid en zichzelf kwijt.
Ze zoekt hem op en bekent hoe slecht het met haar gaat. De ik overtuigt haar ervan samen verder maar wel meer vrijheid te willen en ze gelooft hem bijna, totdat ze zijn nieuwe Shakespaere-bundel ziet liggen met daarin Assia's opdracht. Op vrijdag ontvangt de ik een diezelfde dag geschreven afscheidsbrief en hij snelt naar haar toe, gewend als hij is te doen wat zij van hem vraagt, maar ze ontkent alles en hij gelooft haar. Hij brengt twee dagen later de nacht door bij een redactrice op zijn oude adres, Rugby Street 18, Sylvia pleegt op dat moment zelfmoord: ze heeft haar hoofd in de oven gestopt en het gas aan gezet. De ik voelt zich schuldig. In de loop van de week construeert hij haar laatste dagen. Ze wordt op 18 februari begraven in de Calder Valley.
Het roddelen stopt niet als ze dood is maar wordt erger. De ik verbrandt haar laatste dagboek omdat daarin geen ruimte is voor anderen, voor de kinderen of voor hem. Hij leeft verder met Assia die op 23 maart 1969 ook zelfmoord pleegt en hun dochter doodt. Al die jaren lukt het dichten niet echt. Anderhalf jaar later trouwt hij een boerendochter die de vos begrijpt en hem en de kinderen redt. Pas het vlak voor zijn dood publiceren van Birthday Letters, de epistolaire gedichten die hij de afgelopen dertig jaar aan zijn bruid schreef, heeft hem bevrijd.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
G.
G.
een prachtig boek met mooie taal. Er valt veel over te zeggen en dat is ook gedaan. Daarom slechts een paar opmerkingen.
- ik ben mijn dromen op gaan schrijven om mijn onzichtbare zelf beter te leren kennen
- ontdoen van het valse zelf begrijp ik als het oplossen van het ego, het afdalen in je ware zelf, authentiek worden, je pantser smelten. Altijd gedacht dat er dan alleen maar iets goeds te voorschijn komt, een mooie echte kern overblijft. Sinds dit boek vraag ik me af of dat ware zelf ook iets slechts, iets duivels kan zijn.
- tenslotte iets onbelangrijks: het woordje "bruid" begon mij te irriteren
6 jaar geleden
AntwoordenMyra
Myra
Ik heb het boek gelezen en vond ik zeer spannend en goed gedocumenteerd. C. Palmen heeft goed onderzocht alle brieven en geschreven materiaal van Ted Hughes en Sylvia Plath. Hij wist heel goed dat zij een onstabiele persoon was, met ups en downs in haar gedraag. Dat eerst zijn vrouw en daarna zijn maitresse hebben zelfmoord gepleegd vind ik merkwaardig en eng. Het gebruik van de Ouija heeft slechte geesten aangetrokken aan de relatie van Ted Hughes.
3 weken geleden
Antwoorden