Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Finse dagen door Herman Koch

Zeker Weten Goed
Foto van Jiska
Boekcover Finse dagen
Shadow
  • Boekverslag door Jiska
  • Zeker Weten Goed
  • 13 februari 2020
Zeker Weten Goed

Boekcover Finse dagen
Shadow
Finse dagen door Herman Koch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 2020
  • Uitgeverij: Ambo I Anthos

Flaptekst

Op feestjes en tijdens etentjes wordt Herman Koch vaak op meewarige toon gevraagd naar zijn "Finse periode'. Hij doet er zelf ook lacherig over, en dat heeft alles te maken met de ongeloofwaardigheid van zijn verblijf in Finland. Een lange, onhandige jongen van negentien die ervoor kiest om op een zeer afgelegen plek op het land en in de bossen te gaan werken. Het klinkt wellicht romantisch, maar dat was het niet. Zijn moeder was kort ervoor overleden en Herman ging erheen om weg te zijn van zijn vader en diens nieuwe vriendin, en om uit te stellen wat hij eigenlijk allang wist.


Veertig jaar later is Koch terug in Finland en stuit hij op een dichtbundel die expliciet verwijst naar zijn eerdere verblijf. Niet langer kan hij deze periode afdoen met een grap. Hij neemt zijn eigen geschiedenis onder de loep, onderzoekt hoe herinneringen werken en hoe hij dit verhaal kan vertellen zonder de werkelijkheid te besmeuren.

 

Eerste zin

Ik was in de eerste plaats naar Finland gegaan om iets met mijn handen te doen. Iets met je handen doen was in 1973 iets anders dan vandaag de dag, in 2020.

Samenvatting

Onderstaande samenvatting is in chronologische volgorde.

Herman is enig kind, hij heeft wel drie zussen en een broer uit zijn vaders eerste huwelijk. Op zijn dertiende hoort hij dat zijn vader een affaire heeft met een oudere weduwe. De relatie met zijn vader was al koel en de relatie met zijn moeder verandert ook door dit nieuws. Als hij 17 jaar oud is, overlijdt zijn moeder. Herman woont dan min of meer alleen want zijn vader is veel bij de weduwe. Hij doet eindexamen en in de winter van 1973, als hij 19 jaar oud is, vertrekt hij voor een verblijf van zes maanden naar Finland. Van zijn vader moet hij studeren maar hij weet niet wat. In Finland komt hij bij Matti en Riva op de boerderij te werken omdat hij het vak van boer wil leren. Zij spreken alleen Fins. Het werk is zwaar en Herman kan zich maar moeilijk handhaven. Toch geniet hij.

Vanwege de taal en het isolement heeft hij maar weinig contact met anderen of leeftijdsgenoten, daarom nodigt Matti's broer, Risto, hem uit om mee te gaan met een weekenduitstapje van de middelbare school waar hij lesgeeft. Tijdens deze reis ontmoet hij een vriend van Risto, Aatto, die hem het boek 'Anna Karenina' leent. En hij wordt voorgesteld aan Anna, die in de keuken werkt. Met Anna beleeft hij twee mooie romantische momenten die zo uit een film zouden kunnen komen. Niet veel later nodigt Aatto Herman bij hem thuis uit. Herman denkt dat Matti hem brengt en weer ophaalt en is verbaasd als Matti, Ritva, hun dochtertje en zijn ouders hem tijdens het hele bezoek vergezellen. Hij biedt hiervoor zijn excuses aan Aatto aan.

Weer thuis gaat Herman op kamers en hij gaat Russisch studeren. Het contact met zijn vader en de weduwe verbetert. Zeven jaar na de dood van zijn moeder overlijdt ook zijn vader en enkele maanden later pleegt de weduwe min of meer zelf euthanasie. Herman maakt veel reizen en leert in Barcelona zijn vrouw A. kennen, in 1994 krijgen zij een zoon Pablo.

In 2012 gaat Herman vanwege de uitgave van zijn boek 'Een zomerhuis met zwembad' voor het eerst terug naar Finland. Hij bezoekt met zijn uitgever een boekenbeurs en ziet daar een dichtbundel liggen van iemand die hij kent van zijn eerdere bezoek aan Finland. (Later blijkt het om Aatto te gaan.) De dichtbundel is getiteld 'Finse dagen' en alle gedichten zijn gedateerd met '1973'. Herman herkent niet alleen zijn eigen naam in het titelgedicht maar ook andere woorden die op hem zouden kunnen slaan. Hij koopt de bundel.

Vier jaar later verblijft hij met A. in een vakantiehuis dat Matti en Ritva inmiddels verhuren. Ze maken tochtjes met de auto en tijdens een zo'n tochtje ontdekt hij het Aatto Aalto Museum. Het is gevestigd in zijn oude huis en in vitrines liggen zijn dichtbundels. Herman ziet een foto van het weekendtripje waar hij zelf ook op staat en in de typemachine zit de doorslag van de eerste pagina van een brief die Aatto aan Herman schreef. Herman had die brief in 1973 ontvangen maar meteen verbrand en niet beantwoord. Aatto blijkt op 5 juli 1973 voor de trein gesprongen te zijn, dezelfde trein die Herman terug naar Helsinki genomen had.

Dit verslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Personages

Herman

Het hele boek gaat over Herman en over de vorming van zijn karakter maar ik zal hier toch ook enkel woorden wijden aan zijn karakter. Herman beschrijft een foto vroeger als volgt: 'Een slungelige, iets te dunnen jongen in een vaal grijs jasje dat je met enige fantasie als een 'boerenkiel' zou kunnen betitelen. De pijpen van de ook al zo vale spijkerbroek zijn in bijna kniehoge zwarte kaplaarzen gestoken. [...] De foto lijkt stoer, maar is het niet. Daarvoor is de jongen inderdaad te dun en te slungelig.' (p. 10-11) Hij is niet alleen te dun en slungelig voor het zware werk op de boerderij maar ook te onhandig. Hij hoopt daar op een wedergeboorte van zichzelf maar dat blijft een droom. Dit alles neemt niet weg dat hij ervan houdt om risico's te nemen en daarin soms bewust te ver gaat en zelfs een doodswens lijkt te hebben. Hij vindt zichzelf niet stoer en later neemt hij ook geen motor omdat het stoer zou zijn maar omdat hij het mooie machines vindt. Hij haat het gemeenschappelijke en het sleutelen wat erbij lijkt te horen. Hij is graag alleen (zie ook het thema). Alle andere personages - zijn moeder, vader, de weduwe, het gezin bij wie hij logeert, Aatto, Anna, A. - zijn bijfiguren.

Quotes

"Ik ben er langzaamaan van overtuigd geraakt dat een mens per etmaal maar een beperkt aantal woorden tot zijn beschikking heeft. Zoiets als de databundel op je telefoon. Op zeker moment gaat het rode lampje flikkeren ten teken dat het aantal toegemeten woorden bijna op is. Wanneer je dan nog in een restaurant zit met medewerkers van de uitgeverij, de ook al niet erg spraakzame plaatselijke schrijver, en de geduldig op een moment van zwakte loerende journalist, heb je een probleem." Bladzijde 21
"Het lichtje in de deur verspringt van rood naar groen, er klinkt een korte zoemtoon en dan een klik, en een met niets te vergelijken opluchting begint nu door je hele lichaam te stromen. Ik denk dat die opluchting alles te maken heeft met de bevestiging van je legitieme aanwezigheid in het hotel. Niet alleen blijk je echt te bestaan en beschik je over een kaartje dat je zonder verder tegenwerking toegang biedt tot tenminste een van de honderddertig kamers, het is ook of het groene lichtje je iets over jezelf vertelt." Bladzijde 53

Thematiek

Isolement

Voor mij gaat dit boek over het verschil tussen aan de ene kant jezelf zijn en aan de andere kant een verhaal over jezelf leven. Het tweede motto zegt ook dat een man alleen eerlijk = zichzelf is als hij alleen is en dat de hypocrisie zijn intrede doet, zodra er iemand bij komt. Voor mij zie je deze tegenstelling terug in aan de ene kant Hermans verblijf in Finland en aan de andere kant zijn schrijverschap. In Finland zocht Herman het isolement: 'Nee, ik zocht het isolement, het volledig afgezonderd en onvindbaar zijn.' (p. 62) In Amsterdam was hij al alleen: zijn moeder is overleden, zijn vader is veel bij de weduwe en hij is enig kind. In Finland zoekt hij het op: hij vertrekt naar een niemandsland waar hij niemand kent en de taal niet spreekt. Natuurlijk heeft zijn reis met de rouw om zijn moeder te maken maar hij zoekt ook de eenzaamheid en de daarmee gepaard gaande stilstand om de toekomt uit te stellen. Toch beleeft hij in dat isolement enkele gelukkigste momenten van zijn leven of eigenlijk juist: 'Het geluk dat in het alleen-zijn schuilt is uitsluitend uit te leggen aan mensen die ook nerveus worden wanneer ze te lang in gezelschap van hun medemens hebben moeten verkeren.' (p. 89) Ook lijkt het erop dat Herman zijn ware gezicht alleen laat zien als hij alleen is en dat dus voor zichzelf houdt: 'Maar wat is mijn ware gezicht? Is dat het gezicht dat ik trek als mensen over mijn moeder beginnen? Of is mijn ware gezicht eerder het gezicht in de spiegel, in de onbespiede anonimiteit van een hotelbadkamer? Is het ware gezicht het gezicht dat nooit getrokken hoeft te worden? Het gezicht waarvan ik hoop dat niemand het ooit te zien krijgt, uitsluitend bestemd voor privégebruik - het gezicht dat denkt dat niemand kijkt.' (p. 257) Tegenover het gelukkige en echte verblijf in Finland staat het verhaal dat hij erover vertelt aan anderen. Dat begint al vroeg: als hij na zijn terugkomst eens iets vertelt over Finland, geloven mensen eigenlijk niet dat dat verhaal over hem gaat, die versie van hemzelf past niet bij de versie die zij kennen. Hij merkt dat hij het verhaal daardoor steeds vaker met een ironische glimlach vertelt. Ook kunnen herinneringen beschadigd raken door er aan anderen over te vertellen, omdat hun reacties die beïnvloeden. Hierdoor ontstaan er verschillende versies van een verhaal. En dan is er nog het geheugen: de ene gebeurtenis staat je haarscherp voor ogen en de andere is een zwart gat. Herman heeft altijd geweten dat hij schrijver wilde weten en heeft tijdens het beleven van een gebeurtenis regelmatig gedacht dat hij die zou gebruiken om over te schrijven, wat zijn herinneringen ook gekleurd heeft. Al schrijvende over zijn Finse dagen herinnert hij zich steeds meer: 'Al schrijvend komt het ene detail na het andere bovendrijven, details waarvan je dacht dat je ze allang was vergeten. Het geheugen is een bevroren bergmeer waar je een gat in hakt. Uit dat gat haal je vervolgens de ene na de andere vis naar boven. Wie geen gat hakt, zal ook niets vangen.' (p. 263) Dit suggereert dat het verhaal over zijn Finse tijd en het boek 'Finse dagen' op die herinneringen gebaseerd is en de verteller zegt ook letterlijk dat het boek autobiografisch is. Maar ergens anders zegt hij de privacy van zijn ouders te beschermen, het verhaal over Anna aangepast te hebben en dat hij maanden na het voorval met de docent die hij aanvloog, wel eens nadacht over iets wat hij gedaan had kunnen hebben waardoor hij van school gestuurd zou zijn. Maar Herman Koch is echt van school gestuurd! Ook schrijft hij dat voor lezers echte details verzonnen aanvoelen en andersom. Kortom, het verhaal over zijn Finse dagen, het boek dat hij met anderen deelt, is niet het echte verhaal en Herman toont hier bewust niet zijn ware gezicht. Aan de ene kant uit zelfbescherming en aan de andere kant omdat dat is wat schrijven is.

Schrijverschap

Voor mij gaat dit boek over het verschil tussen aan de ene kant jezelf zijn en aan de andere kant een verhaal over jezelf leven. Het tweede motto zegt ook dat een man alleen eerlijk = zichzelf is als hij alleen is en dat de hypocrisie zijn intrede doet, zodra er iemand bij komt. Voor mij zie je deze tegenstelling terug in aan de ene kant Hermans verblijf in Finland en aan de andere kant zijn schrijverschap. In Finland zocht Herman het isolement: 'Nee, ik zocht het isolement, het volledig afgezonderd en onvindbaar zijn.' (p. 62) In Amsterdam was hij al alleen: zijn moeder is overleden, zijn vader is veel bij de weduwe en hij is enig kind. In Finland zoekt hij het op: hij vertrekt naar een niemandsland waar hij niemand kent en de taal niet spreekt. Natuurlijk heeft zijn reis met de rouw om zijn moeder te maken maar hij zoekt ook de eenzaamheid en de daarmee gepaard gaande stilstand om de toekomt uit te stellen. Toch beleeft hij in dat isolement enkele gelukkigste momenten van zijn leven of eigenlijk juist: 'Het geluk dat in het alleen-zijn schuilt is uitsluitend uit te leggen aan mensen die ook nerveus worden wanneer ze te lang in gezelschap van hun medemens hebben moeten verkeren.' (p. 89) Ook lijkt het erop dat Herman zijn ware gezicht alleen laat zien als hij alleen is en dat dus voor zichzelf houdt: 'Maar wat is mijn ware gezicht? Is dat het gezicht dat ik trek als mensen over mijn moeder beginnen? Of is mijn ware gezicht eerder het gezicht in de spiegel, in de onbespiede anonimiteit van een hotelbadkamer? Is het ware gezicht het gezicht dat nooit getrokken hoeft te worden? Het gezicht waarvan ik hoop dat niemand het ooit te zien krijgt, uitsluitend bestemd voor privégebruik - het gezicht dat denkt dat niemand kijkt.' (p. 257) Tegenover het gelukkige en echte verblijf in Finland staat het verhaal dat hij erover vertelt aan anderen. Dat begint al vroeg: als hij na zijn terugkomst eens iets vertelt over Finland, geloven mensen eigenlijk niet dat dat verhaal over hem gaat, die versie van hemzelf past niet bij de versie die zij kennen. Hij merkt dat hij het verhaal daardoor steeds vaker met een ironische glimlach vertelt. Ook kunnen herinneringen beschadigd raken door er aan anderen over te vertellen, omdat hun reacties die beïnvloeden. Hierdoor ontstaan er verschillende versies van een verhaal. En dan is er nog het geheugen: de ene gebeurtenis staat je haarscherp voor ogen en de andere is een zwart gat. Herman heeft altijd geweten dat hij schrijver wilde weten en heeft tijdens het beleven van een gebeurtenis regelmatig gedacht dat hij die zou gebruiken om over te schrijven, wat zijn herinneringen ook gekleurd heeft. Al schrijvende over zijn Finse dagen herinnert hij zich steeds meer: 'Al schrijvend komt het ene detail na het andere bovendrijven, details waarvan je dacht dat je ze allang was vergeten. Het geheugen is een bevroren bergmeer waar je een gat in hakt. Uit dat gat haal je vervolgens de ene na de andere vis naar boven. Wie geen gat hakt, zal ook niets vangen.' (p. 263) Dit suggereert dat het verhaal over zijn Finse tijd en het boek 'Finse dagen' op die herinneringen gebaseerd is en de verteller zegt ook letterlijk dat het boek autobiografisch is. Maar ergens anders zegt hij de privacy van zijn ouders te beschermen, het verhaal over Anna aangepast te hebben en dat hij maanden na het voorval met de docent die hij aanvloog, wel eens nadacht over iets wat hij gedaan had kunnen hebben waardoor hij van school gestuurd zou zijn. Maar Herman Koch is echt van school gestuurd! Ook schrijft hij dat voor lezers echte details verzonnen aanvoelen en andersom. Kortom, het verhaal over zijn Finse dagen, het boek dat hij met anderen deelt, is niet het echte verhaal en Herman toont hier bewust niet zijn ware gezicht. Aan de ene kant uit zelfbescherming en aan de andere kant omdat dat is wat schrijven is.

Motieven

School

Herman heeft geen goede herinneringen aan school. Als zijn moeder net overleden is, zijn zijn docenten vol aandacht en begrip maar als zijn cijfers achterblijven, wil de directeur vanwege het slagingspercentage niet dat hij eindexamen doet. Dan is er geen enkel begrip meer voor zijn situatie. Hij is eigenwijs, houdt zich niet aan het advies van de directeur en neemt zich voor om het tegendeel te bewijzen en dit ooit voor een boek te gebruiken. Hij slaagt en schrijft later 'Red ons, Maria Montanelli'. Als hij terugkomt uit Finland droomt hij voor het eerst dat hij weer op school is en inderdaad van het eindexamen af ziet. Die droom komt nog vele malen terug.

Anna karenina

Er treden verschillende Anna Karenina's op in Hermans leven, de hoofdpersoon uit de gelijknamige roman van Tolstoj. Hij leent dit boek van Aatto, die zich later net als de hoofdpersoon in het boek voor de trein werpt. De tweede Anna Karenina is Anna, met wie hij een kortstondige romance heeft. Hij weet haar achternaam niet meer maar haar vader was Russisch, dus noemt hij haar 'Anna Kareninia'. En de derde is de vrouw van zijn Finse uitgever, die hem naar zijn hotel begeleidt.

Moeder-zoonrelatie

Herman heeft altijd een betere relatie gehad met zijn moeder dan met zijn vader. Zij had aandacht voor hem, kwam voor hem op en wist dat hij iets van zijn leven zou maken: "Ik maak me eigenlijk geen zorgen, ik weet zeker dat hij later iets leuks gaat doen. " (p. 283) Als Herman ouder wordt en fysiek sterker, verandert hun relatie, dan zijn ze niet meer gelijkwaardig. En als hij achter de affaire komt die zijn vader met de weduwe heeft, dan troost hij zijn moeder en wil hij het voor haar opnemen. Hij voelt zich later, als hij contact heeft met de weduwe en haar zelfs bij zich thuis uitnodigt, nog met terugwerkende kracht schuldig ten opzichte van zijn moeder. Ook blijft hij na haar dood tegen haar praten en bijvoorbeeld vragen wat zij van een vriendinnetje vindt. Hij had gedacht dat zijn wereld zou instorten als ze zou overlijden en dat doet die ook, maar hij toont die gevoelens niet: hij straalt en zweeft boven die ingestorte wereld. Ook is hij niet ontroostbaar. Hij merkt dat hij na haar dood gemakkelijk het middelpunt van de aandacht is en dat bevalt hem wel. Ook krijgt hij een vriendin en koopt hij een motorfiets waarmee hij niet meer voorzichtig hoeft te doen. Wel verloedert hij in het huis waar hij eerst vooral met haar woonde: hij ruimt niet op, maakt niet schoon en is daar zo alleen dat hij van vrienden twee katten cadeau krijgt. 'Ik dacht op dat moment nog dat ik iets speelde. Een rol. Een ooit veelbelovende, maar in zijn eindexamenjaar aan lagerwal geraakte jongen. Zijn vader kan het niet meer aan en is zo vaak mogelijk bij zijn vriendin. Pas veel later is het tot me doorgedrongen dat ik helemaal niets speelde. Dat het allemaal echt was. Ik was echt verloederd.' (p. 123) Dit motief van de moeder-zoonrelatie valt dus samen met het motief rouw.

Vader-zoonrelatie

De relatie tussen Herman en zijn vader was nooit heel warm, want zijn vader was veel weg. Dat vond Herman eigenlijk wel prima. Als hij erachter komt dat zijn vader een affaire heeft en als zijn moeder later overlijdt, dan is de relatie vooral gebaseerd op schuld. Uit schuldgevoel slaapt zijn vader nog enkele nachten per week thuis, waar Herman het hem niet gemakkelijk maakt en af en toe dodelijke opmerkingen maakt. Omdat hij ook drinkt, is hij die weer snel vergeten maar zijn vader niet. Zijn vader wordt bang voor hem. Hij bewaart wel goede herinneringen aan de briefjes die zijn vader voor school schreef en aan de wekelijkse etentjes buiten de deur. Een half jaar na zijn moeders dood bezoekt hij ook de weduwe en hij gedraagt zich voorbeeldig, juist om zijn vader en haar te jennen. Na zijn eindexamen twijfelt zijn vader openlijk aan hem en hij wil hem zo snel mogelijk aan de studie hebben omdat hij bang is dat het anders niet goed afloopt. Na Hermans verblijf in Finland wordt het contact wel meer ontspannen en Herman zegt op een gegeven moment ook tegen zijn vader en de weduwe dat hij een goede jeugd gehad heeft.

Homoseksualiteit

Herman maakt regelmatig mee dat iemand anders denkt dat hij homoseksueel is. Dat begint bij Aatto, die hem in een brief de liefde verklaart. In deze tijd was homoseksualiteit veel minder geaccepteerd dan nu, dus achteraf kun je je afvragen of het gezin bij wie Herman logeerde, vermoedde dat Aatto homoseksueel was en Herman daarom vergezelde tijdens zijn bezoek. Terug in Nederland gaat hij op kamers in het kantoor van twee homoseksuele architecten van wie Herman zich afvraagt of zij denken dat hij ook homoseksueel is. Hij vertelt over de 'last van mannen' tijdens zijn reizen met de motor en als hij zijn zus opzoekt in Baltimore en daar aan iemand op straat de weg vraagt, randt die man hem aan. Zijn vader vermoedt ook dat hij gevoelens voor jongens heeft en wil daar met hem over praten en zijn vrouw A. denkt in eerste instantie ook dat hij zegt dat hij op mannen valt.

Motto

Finse dagen

Finse nachten

Het is vooral

dat lange wachten

 

A. Aalto

Finse dagen

'A. Aalto' slaat op Aatto, een docent Engels die Herman in Finland ontmoet tijdens een skireis. Als Aatto Herman bij hem thuis uitnodigt, vergezelt het gehele gezin bij wie hij logeert hem tijdens dit uitstapje. In 2012 bezoekt Herman Finland weer en vindt hij tijdens een boekenbeurs een dichtbundel van Aatto's hand, getiteld 'Finse dagen'. Het gedicht is in het Fins maar hij herkent o.a. zijn eigen naam. Aan het einde van het boek wordt gesuggereerd dat Aatto hem in 1973 in een brief de liefde verklaard heeft, maar dat Herman daar nooit op gereageerd heeft en dat hij toen zelfmoord heeft gepleegd. In hoeverre dit waar is, weet je niet, maar ik vond in 'Vrij Nederland' (30 juni 2012) wel een eerdere versie van het eerste hoofdstuk van 'Finse dagen' waarin ook dit gedicht stond met Aatto's geboorte- en sterfdatum erbij: 1914 - 1971 (die overigens anders zijn dan in dit boek wordt vermeld).

 

Every man alone is sincere.

At the entrance of a second person,

hypocrisy begins.

 

Ralph Waldo Emerson

Emerson (1803 - 1882) is een Amerikaanse essayist en een van de invloedrijkste Amerikaanse denkers. Dit citaat slaat op een motief in het boek, namelijk dat het onduidelijk is wie je echt bent en dat je dat misschien alleen bent, als je alleen bent. Dat geldt ook voor de hoofdpersoon in dit boek: wanneer is wat hij schrijft, echt, en wanneer is dat fictief?

Opdracht

Voor A.

waar je ook bent

 

In het boek komen drie A's voor: 1. zijn Finse liefde Anna; 2. de Finse Aatto (zie motto) en 3. zijn vrouw A. Gezien het 'waar je ook bent' denk ik dat zijn vrouw niet bedoeld wordt en omdat het boek vernoemd is naar Aatto's dichtbundel denk ik dat het aan hem is opgedragen.

Titelverklaring

Finse dagen slaat letterlijk op de titel van Aatto's dichtbundel (zie motto). Figuurlijk slaat het op Hermans verblijf in Finland, vlak na zijn moeders dood en zijn eindexamen. Tijdens deze reis was hij alleen maar hij beleefde ook enkele van de gelukkigste momenten uit zijn leven.

Structuur & perspectief

Het verhaal is verdeeld in een soort proloog en drie delen die worden aangegeven met een tekening van een soort boomstammetjes die ook op de voorkant staan. Verder is het verhaal in titelloze hoofdstukken verdeeld. Het verhaal wordt niet-chronologisch verteld: de tijd voor de dood van Hermans moeder, zijn eerste verblijf in Finland, zijn reis naar Finland in 2012 en het heden lopen door elkaar.

Het verhaal wordt door Herman achteraf verteld in een ik-perspectief. Dat is normaal gesproken al onbetrouwbaar maar deze verteller thematiseert dat ook.

Decor

Het verhaal speelt zich af in Finland en in Amsterdam. De verschillen tussen deze plekken lijken me duidelijk. In Finland is Herman geisoleerd: hij werkt op een afgelegen boerderij, werkt veel alleen, doet werk dat hij nog nooit heeft gedaan en waar hij niet altijd geschikt voor is en spreekt de taal niet. In Amsterdam zijn zijn vader en vrienden. Als Herman over zijn tijd in Finland vertelt, geloven veel mensen hem niet, wat hij daar gedaan heeft, lijkt niet bij hem te passen. Maar als je vooral jezelf bent als je alleen bent, dan was Herman daar misschien wel het dichtst bij zichzelf.

Er lopen drie tijden door elkaar: 1973, Hermans eerste verblijf in Finland, 2012, Hermans tweede verblijf in Finland, en 2016, als hij er met zijn vrouw is. Herman vertelt ook nog over zijn puberteit dus al met al kun je zeggen dat de vertelde tijd zo'n vijftig jaar beslaat.

Stijl

'Koch schrijft een versie van zijn jeugd van het leven in begin jaren zeventig waarin van alles onduidelijk blijft. Geen speurderswerk, geen getuigenverhoren, alleen wat er is neergedaald in het geheugen, verbrokkeld, verdampt soms. En hij doet dat op een kalme, onspectaculaire maar effectieve manier. De schrijver van ‘Het diner’ lijkt hier heel ver weg.' (Schouten 2020)

'

Er zitten behoorlijk futloze stukken in, over hotelkamers bijvoorbeeld, die niet heel veel toevoegen aan het geheel, tenzij je het boek leest als een parodie, want dan kun je talloze andere autobiografische boeken aanwijzen vol nutteloze uitweidingen. De gedachte dat je bij de neus genomen wordt, komt ook op als je kijkt naar de stijl. Als Herman voor het eerst de grote liefde Anna tegenkomt dan staat er:

Op het eerste gezicht zeggen de mensen soms. Het was liefde op het eerste gezicht. Ook hoor je vaak woorden als flits of bliksemschicht.
Maar dit was iets anders. Terwijl we elkaar aankeken, in elkaars ogen keken, voelde ik een ronde steen – een door miljoenen jaren stromend water rond geslepen steen, zoals je die aantreft in rivierbeddingen of aan de kust – van ergens achter in mijn keel naar beneden vallen waarna hij met een heldere plons onder in mijn maag belandde.

Ik snap dat je eerst de clichés noemt en terzijde schuift, maar dan moet er wel iets goeds voor in de plaats komen. Waarom toevoegen ‘in elkaars ogen keken’; hoe kijk je iemand anders dan aan? Waarom toevoegen ‘zoals je die aantreft in rivierbeddingen of aan de kust’; wat is de meerwaarde van die toevoeging? Waarom dit beeld van een steen die in een maag plonst – een nieuw beeld dat meer appelleert aan tekenfilms -, of anders fysiologisch nogal verontrustend is. Die zinnen kun je toch alleen maar opschrijven als je de literaire goegemeente om de tuin probeert te leiden? De oude Koch zou toch nooit zonder sarcasme ‘Nee, ik kon niet goed bij mijn gevoel die middag.’ kunnen opschrijven?' (Peppelenbos 2020)

Slotzin

Ik had het laatste schooljaar niet nog een keer rustig over gedaan zoals de rector van het Spinoza Lyceum me had aangeraden. Ik was naar Finland gegaan. In de trein terug droomde ik voor het eerst de droom.

Bijzonderheden

Er is ook een documentaire over de 'ware Herman Koch' verschenen, getiteld 'Echt Herman Koch': https://www.2doc.nl/documentaires/series/uur-van-de-wolf/2017/echt-herman-koch.html

 

Beoordeling

Ik heb inmiddels veel boeken van Herman Koch gelezen en de meeste boeken vond ik leuk, spannend, en meer niet. Ze staan niet in mijn boekenkast, ik leen ze alleen uit aan leerlingen. Dit boek is anders: het lijkt een boek over de schrijver zelf en toch word je als lezer steeds op het verkeerde been gezet. Iedere keer als je iets herkent uit eerdere boeken of van de schrijver zelf, dan wordt het niet veel later weer onderuit gehaald. Ik vind dat een leuk spelletje en om die reden maakte dit boek veel meer indruk dan Kochs andere boeken. Ik zou het echter alleen aan leerlingen aanraden als ze al een ander boek van Koch gelezen hebben en geinteresseerd zijn in de schrijver zelf, bij voorkeur het boek 'Red ons, Maria Montanelli'.

Recensies

"In ‘Finse dagen’ onderzoekt Herman Koch zijn herinneringen. Veel is vaag maar dat werkt juist goed." https://www.trouw.nl/cult...~beb2dae1/
"Red ons, Maria Montanelli was de fantastische roman uit 1989 waarin Koch, binnen fictie, over de dood van zijn moeder schreef. Finse dagen is een vervolg, zo op het oog oprechter, al wordt de authenticiteit geproblematiseerd. Wat herinner je je? Wanneer heb je een verhaal gemaakt van die herinnering? Ik vermoed dat Koch het meest vertelt in wat hij niet opschrijft." https://www.tzum.info/202...nse-dagen/

Bronnen

Rob Schouten - Een autobiografie vol net-nietmemoires
https://www.trouw.nl/cult...~beb2dae1/
Coen Peppelenbos - Recensie: Herman Koch - Finse dagen
https://www.tzum.info/202...nse-dagen/
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

35.432 scholieren gingen je al voor!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Jiska