Feitelijke gegevens
- 3e druk, 2005
- 172 pagina's
- Uitgeverij: Thomas Rap
Flaptekst
Duitsland 1944. De jongen wordt geboren in de ruïnestad Wuppertal, uit ouders die te midden van lilliputters en zangers als illusionistenpaar door het brandende Duits Rijk reizen. Na de vrede trekken zijn naar Nederland waar de jongen, als zoon van een Duitse moeder, een heftige en onbegrepen vijandigheid ervaart. Als hij in het begin van de jaren vijftig in Duitsland terechtkomt is hij, als zoon van een Hollandse vader, eveneens besmet.Over het verleden gaat dit boek, over de verscheurde jeugd van de jongen, over zijn liefde voor een lilliputtervrouw, over de schrale jaren na de Tweede Wereldoorlog in Duitsland, over het bestaan van zijn ouders met hun flonkerende, raadselachtige beroep, over zijn ambivalente gevoelens ten opzichte van zijn geboorteland en over de lang geleden gevoerde oorlog, die hij niet heeft gekend maar die toch in hem voortleeft.
Eerste zin
Deweerthstrasse 45 b. Ik bel aan. En nog eens. Ik sla met mijn vlakke hand op de voordeur. Waarom wordt er niet opengedaan?Samenvatting
Proloog
In en korte proloog belt een ik-verteller aan bij Deweerthstrasse 45 b in Wuppertal. De deur wordt onvriendelijk geopend. Uit de rest van de roman wordt duidelijk dat de ik-verteller Anton Berg op dat adres heeft gewoond.
Hij is voor een begrafenis in de Duitse stad.
Zwarte stad
Anton Berg krijgt een oproep voor militaire dienst in Nederland. Hij gaat op zoek naar een psychiater die hem ongeschikt kan verklaren. Hij krijgt een vrouw die hem uithoort over zijn familie en de oorlog. Ze raadt hem aan om in therapie te gaan. Anton is dan ongeveer achttien jaar. Het is 1962.
Wuppertal is een zwarte stad met veel ruïnes door de bombardementen van de geallieerden. Hij ligt in een dal van de rivier de Wupper.
Op zondag 27 augustus 1944 is Anton in Wuppertal geboren: een zondagskind. Zijn moeder is 21 jaar en Duits, maar ze heeft een relatie met de illusionist Harry, een Nederlandse dwangarbeider. (19 jaar). In het ziekenhuis wordt ze apart gelegd, een vorm van onderscheid, omdat het kind een Hollandse vader heeft.
Het mes
Jaren ervoor (1951) zit Anton aan tafel met zijn vader. Die doet hem goocheltrucs voor. Eén ervan is met een mes. Het lijkt alsof je arm wordt afgehakt. Anton durft nauwelijks te kijken. Zijn vader en moeder vormen enkele jaren een variétékoppel. (Harry en Yvonne) "Hun reiskoffers bevatten de in zachte doeken gewikkelde geheimen van zijn vader, zijn rokkostuum en zijn hoge hoed alsmede de zilveren jurken en pumps van zijn moeder." Ze wonen in bij Harry's ouders in Haarlem.
Anton is verliefd op een foto van Angelika, een mooie lilliputtervrouw. Hij droomt ervan ooit met haar weg te lopen. Antons moeder, Irmgard, heeft het niet gemakkelijk in het naoorlogse Nederland. Een Haarlemse priester wilde Anton niet eens dopen, het moffenjong. Omdat er geen werk is en Harry geen ander werk dan theaterwerk wil, komt er ruzie tussen Irmgard en Harry. Ze neemt op een zeker moment de benen naar "Moffrika" en Anton moet mee. Ze gaan per trein naar de zwarte stad, Wuppertal.
Haveloze dageraad
In de zomer van 1984 wordt de oom van Anton, Otto (60), ernstig ziek. Otto heeft een oorlogsverleden. Hij was overigens wel de oorlogsheld van Anton. Na de oorlog heeft Otto nog lange tijd in Siberië gevangen gezeten. Zijn verloofde had niet meer op hem gewacht.
Anton is in Wuppertal voor de begrafenis van Otto.
In de straat van Anton Wuppertal woonde in de oorlog een Jood, Herr Glücksmann. "Ik denk dat ik wel weet waar mijnheer Glücksmann is gebleven. Men spreekt er niet graag over, maar ik denk dat ik het weet. Ik heb vermoedelijk zelfs zijn eindbestemming aanschouwd, ik heb de overblijfselen van de afstotelijke waarheid gezien."
Dit is een verwijzing naar het bezoek aan Auschwitz dat Anton als jonge journalist brengt (1965). Hij reist met een groep Joden naar het vernietigingskamp. Het is erg indrukwekkend. De groep voelt de emoties van toen weer. Op dat moment vervloekt Anton zijn geboorteland en wordt hij belast met een schuldgevoel. Ook omdat zijn vader hier in de oorlog zijn kunsten vertoonde.
Na twee jaar bij zijn moeder gewoond te hebben, kwam vader Harry Anton weer ophalen en bracht hem naar Haarlem. Daarna moest hij vakanties vaak heen en weer reizen.
In Wuppertal drinkt hij wat koffie op een terras en hij ziet hoe het neonazisme weer opbloeit. Hij schrikt ervan.
Mijnheer Sturm
Voor de begrafenis van oom Otto gaat hij langs bij zijn moeder. Ze werkt in een fabriek in de stad. Hij heeft bloemen voor hem meegenomen. Zij heeft voor hem alles in huis gehaald.
Ze vraagt of hij nog bij "het huis" is geweest, waar ze vroeger woonden.
Harry's vader is twee jaar ervoor gestorven, onverwacht aan een hartstilstand en ook nog in Duitsland. Alle geheimen van zijn goocheltrucs had hij meegenomen in zijn graf,
Bij zijn moeder moest hij vroeger Duits spreken en dat mocht wel wat beter worden. Hij gaat les krijgen van een gehandicapte man Herr Sturm. Hij zit in een rolstoel, niet vanwege de oorlog maar door een spierziekte. Hij is ontzettend streng en als Anton zijn best niet doet, slaat hij hem keihard in zijn gezicht. Anton durft het niet eens tegen zijn moeder te vertellen.
Het adelaarsoog
Op straat in Wuppertal wordt Anton niet als een Duitser gezien, hij wordt gepest door de straatjongens. Tegenover hen woont een Duitser Buschmann met een glazen adelaarsoog. Het is een enge man die rare verhalen vertelt en Anton een keer naar het glazen oog in zijn hand laat kijken.
Anton vertelt ook dat hij altijd bang was in het huis van zijn Duitse opa en oma. Zijn opa moet hem geruststellen.
Hij schijft een brief met twee talen door elkaar gemengd aan zijn vader. Als hij die post, ziet hij een mooi meisje Angelika, de lilliputter. Ze komt op bezoek bij zijn grootouders als zijn moeder er niet is. Anton is meteen weer verliefd.
Angelika
Nadat Angelika geweest is, ziet Anton de toekomst wat rooskleuriger in. Hij mag zelfs meespelen met de straatjongen. Hij moet tijdens oorlogspelletjes wel een Tommy (Engelsman) spelen. Ze gaan ook op zoek in kelders naar oorlogstuig. Wolfi is een fanatiek leidertje.
Irmgard heeft een nieuwe vriend op het oog en Anton mag mee uit eten. Anton is niet enthousiast over de nieuwe vriend. Als hij hoort dat er een watersnoodramp In Zeeland is, gaat hij langs de deuren om geld op te halen, maar met vier Duitse Mark kom je niet ver. Op school mag hij van de juf geen jeans aantrekken, dat is Amerikaanse kleding.
Hij trekt een middag door Wuppertal met Angelika en is er vrolijk onder. Hij weet nu zeker dat hij met haar gaat trouwen. Als hij terugkeert naar huis, hoort hij van een buurman dat Wolfi gedood is door een ontplofte granaat die hij gevonden had.
Afscheid
We gaan weer terug in de tijd. (1953) De familie heeft bericht gekregen dat oom Otto uit Siberië terugkomt. Het is een feestdag met een treurig randje. Otto's vriendin heeft een andere man gekozen. Anton krijgt een harige veldfles van Otto. De familie heeft een feestje georganiseerd, voor hen is de oorlog nu pas voorbij.
Ineens staat Antons vader voor zijn neus en die wil dat hij meegaat naar Haarlem. Anton gaat mee, hij bezoekt zijn oude school en hij woont een voorstelling van zijn vader bij. De volgende dag vraagt Anton wanneer hij weer naar Duitsland gaat. "Nooit meer", zegt Harry.
Terug in het verhaalheden vertelt Anton over de eenvoudige begrafenis van oom Otto. Er zijn maar weinig mensen aanwezig. Op het laatste moment komt ook Angelika aangelopen. Ze is oud en gerimpeld geworden, het droombeeld van Anton verschrompelt. Hij weet niet eens wat hij na dertig jaar tegen haar moet zeggen.
Anton rijdt terug naar Nederland.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden