Feitelijke gegevens
- 3e druk, 2015
- 356 pagina's
- Uitgeverij: Ambo I Anthos
Flaptekst
Een mysterieuze moord. Cryptische dichtregels. Een geheim genootschap. Een eeuwenoud complot. Achttien uur tot de troonswisseling.
Een literair labyrint leidt naar het best bewaarde geheim uit de vaderlandse geschiedenis.
Eerste zin
Maaike kijkt op haar mobiel. Hoelang zal ze nog wachten?Samenvatting
Journaliste Maaike van Reede – het Hart – en professor Olivier Huizinga – het Hoofd – volgen samen een speurtocht uitgezet door de leden van de rederijkerskamer ’t Wit Lavendel. Die toch leidt naar de ‘de dag die je wist dat zou komen’: de troonopvolging door Willem Alexander op 30 april 2013.
Het verhaal wordt verteld vanuit verschillende perspectieven. Er zijn ook hoofdstukken in het zeventiende-eeuws Nederlands, waarschijnlijk praten de leden van ’t Wit Lavendel daar met elkaar, die ik in de samenvatting buiten beschouwing laat. Ik vat het verhaal samen per persoon die aan het woord is.
Maaike
Maaike zit in De Brakke Grond in Amsterdam tevergeefs te wachten op de dichter Jan Rosveld. Eerder had hij haar een strofe uit een gedicht gestuurd. Haar collega Thijs, die een oogje op haar lijkt te hebben, laat weten dat hij dood is: gevonden op een grafsteen in de Oude Kerk en zijn linkerhand ligt bij de strofe van een gedicht waarvan hij de eerste letter bloedrood heeft gemaakt. Maaike en Thijs zien dat de dichter een tatoeage aan de binnenkant van zijn linkerarm heeft: WLI. De politie denkt aan zelfmoord maar Maaike gelooft dat niet en wil in zijn huis kijken. Ze vindt daar nieuwe dichtregels maar er is een man met een bivakmuts in het huis en Maaike en Thijs kunnen nog maar net op tijd ontsnappen. In het perscentrum in de Beurs van Berlage ontdekken ze een nieuw gedicht en bloed op de grond: de eerste letter is weer bloedrood. Bij het Paleis op de Dam worden Maaike en Thijs net door een beveiliger binnengelaten, als Maaikes tas wordt gestolen. Ze rennen achter de dief aan en dit spoor volgend zien ze steeds meer gedichten met bloedrode letters. Maaike besluit uiteindelijk naar de politie te gaan omdat ze denkt dat de aankomende Koning bedreigd wordt maar daar wordt ze gearresteerd: het bloed dat in de gedichten gebruikt wordt, blijkt van haar te zijn. De man die haar naar het hoofdbureau moet rijden, heeft dezelfde tatoeage als Rosveld. Hij brengt haar naar de UB.
Na onderzoek in de UB en op het Rembrandtplein hebben Maaike en de professor zich opgesplitst. Als Maaike weer op weg is naar de politie, komt ze ‘toevallig’ Thijs tegen. Ze vertelt hem alles, zelfs dat ze waarschijnlijk afstamt van Johan van Oldenbarnevelt, en samen gaan ze weer naar het perscentrum om een persbericht op te stellen. Op basis van een nieuw gedicht dat Thijs haar laat zien, snapt Maaike dat Van Oldenbarnevelt in Hofwijck, het buitenverblijf van de schrijver Constantijn Huygens (1596-1687), begraven moet liggen. Thijs ontmaskert zichzelf als handlanger van de Oranjes en bedreigt haar met een wapen, maar Maaike kan ontsnappen en vlucht de toren in. Als Thijs daar aankomt en haar vertelt dat hij haar vader reeds vermoord heeft, duwt ze hem over de reling. Ze maakt zich op voor een arrestatie maar twee mannen, leden van ’t Wit Lavendel, leiden haar weg over het dak en de Nieuwe Kerk in. Op een gegeven moment overmeestert de ene man de andere en blijkt een van hen professor Huizinga te zijn. Met hem vindt ze een doorgang naar het Paleis op de Dam, waar de Prince en de andere rederijkers alleen haar verder het paleis inleiden. Maaike snapt dat zij moet doen wat de rederijkers willen omdat anders het werk van haar vader voor niets geweest is. Het is immers ook haar schuld dat inmiddels Van Oldenbarnevelts graf vernietigd is. Op de Vierschaar, waar vroeger doodvonnissen werden uitgesproken, zit uiteindelijk Willem Alexander voor haar geknield en ze zwaait het zwaard naar beneden. Er rolt een koker uit met een tekst waarin de Oranjes afstand doen van de kroon.
Professor Huizinga
Huizinga is thuis in Leiden als zijn dochter Eline hem vertelt dat een dichter zelfmoord gepleegd heeft. Hij raakt geïnteresseerd als hij de tatoeage ziet. ‘WLI’ staat voor ‘Wt Levender Ionst’, wat ‘Uit Krachtige Liefde’ betekent en het motto was van de maatschappijkritische rederijkerskamer ’t Wit Lavendel, waar de schrijver Joost van den Vondel (1587-1679) het boegbeeld van was. De professor is gepromoveerd op de schrijver Albert Verwey (1865-1937), die dezelfde tatoeage had. Verwey schreef een boek over Vondel en wilde vlak voor zijn onverwachte dood een spectaculaire vondst presenteren. ’t Wit Lavendel heeft nooit opgehouden te bestaan en de leden gaven een geheim aan elkaar door. Eline zoekt ondertussen op internet naar informatie over Rosveld en ziet een tweet van Maaike over hem. Zij heeft ook de twee strofes getweet: de professor wil nu meteen naar Amsterdam. Onderweg vertelt Eline hem dat 1711, Vondels geboortejaar, ook het jaar is waarin Prins van Oranje Johan Willem Friso door een kunstenaar Louis Volders (anagram van Roveld) die even daarvoor zijn portret geschilderd had, vermoord werd tijdens een boottocht. De professor denkt dat ’t Wil Lavendel het op de aanstaande Koning gemunt heeft. Hij gaat naar het Rijksmuseum en vindt daar nieuwe aanwijzingen maar wordt ook overmeesterd door een man met een zelfde tatoeage als Rosveld en Verwey. Hij wordt wakker in de Universiteitsbibliotheek.
Na onderzoek in de UB en op het Rembrandtplein hebben Maaike en de professor zich opgesplitst. In De Brakke Grond komt hij via Eline te weten dat De Brakke Grond het hoofdkwartier van ’t Wil Lavendel was. Ervoor stond een klooster en de oude kloostergewelven bestaan nog steeds. De professor ontdekt een geheime ingang naar deze gewelven en daar vindt hij een soort altaar met daarop een enorm boek. Dan heet de Prince, de leider van de rederijkerskamer, hem welkom en legt uit dat het boek Vondels nooit uitgegeven Constantinade is: een verwijzing naar de schrijver Constantijn Huygens, de secretaris/geheimschrijver van de Prins van Oranje, Maurits. Huygens onthulde aan Vondel dat niet Willem van Oranje maar Johan van Oldenbarnevelt, die een affaire met Anna van Saksen had, de vader van Maurits was. Vondel en Huygens hebben dat in de Constantinade verwerkt en in het boek liggen twee vingerkootjes van Van Oldenbarnevelt. Maaike is inderdaad een nazaat van Van Oldenbarnevelt. 1711 is ook het jaar van de opleving van ’t Wit Lavendel omdat Volders in dat jaar Johan Willem Friso vermoord heeft. Na 1711 maanomwentelingen wordt er steeds een nieuwe wraakpoging gedaan en de volgende cyclus eindigt op 30 april 2013: de volgende dag. Dan verdwijnen de mannen en de professor ziet hoe een prinses en Maaikes chef Van Wildtschut Vondels boek vernietigen. Onder de resten vindt de professor echter nieuwe aanwijzingen en hij besluit naar de Nieuwe Kerk te gaan, waar de troonopvolging plaats zal vinden. Hij wil voorkomen dat ’t Wit Lavendel de Oranjes uitroeit, ook al hebben ze zijn broer vermoord en Vondels boek vernietigd. Als hij Maaike teruggevonden en naar het Paleis op de Dam geleid heeft, sluit de Prince hem op in een cel maar hij weet te ontsnappen. Verkleed als bediende onderzoekt hij verschillende kamers, schilderijen en dichtregels van Vondel, die hem uiteindelijk leiden naar een kamer met uitzicht op de Vierschaar. Daar ziet hij Maaike, de Prince, de andere rederijkers en de Prins van Oranje.
Verdonschot
Het duurt even voordat je doorhebt dat de persoon die Rosvelds moordenaar, ene Verdonschot, en een tussenpersoon, die later Maaikes chef bij de krant Van Wildthout blijkt te zijn, aanstuurt, een blonde prinses blijkt te zijn. Zij probeert via Verdonschot de verschillende dichtregels in handen te krijgen. Verdonschot was dus de man met de bivakmuts in Rosvelds huis en blijkt ook geïnfiltreerd te zijn in de beveiliging rondom het Paleis op de Dam en heeft toen hij Maaike doorliet, een zender in haar tas gedaan. Hij steekt een EHBO’er neer voor haar telefoon zodat hij Maaike en Thijs kan volgen en foto’s kan maken van de gedichten die ze vinden. Uiteindelijk vindt hij Maaikes telefoon in de gracht. Hij vist hem eruit en wordt neergestoken door een man die hem in eerste instantie leek te willen helpen.
Maaike en de professor samen
De professor wordt wakker in de Vondelzaal van de Universiteitsbibliotheek. Ook Maaike blijkt hier opgesloten te zijn en als ze elkaar ontmoeten, wisselen ze informatie uit en gaan op zoek naar het volgende gedicht. In de haard vinden ze een gedicht van de schrijver Rhijnvis Feith (1753-1824). Maaike laat de professor de foto’s van de andere strofen zien en samen maken ze een plattegrond van de plekken waar ze gevonden zijn. Het bekijken van de foto’s heeft te veel stroom gekost en de professor zet zijn telefoon uit. Hij ziet dat de telefoon vanzelf weer aan gaat en denkt dat ze afgeluisterd worden. Daarom verzint hij een verhaal over een aanslag op het IJ, tegenover filminstituut Eye. Ze vlechten de plekken van de gevonden strofes in een andere kamer aan elkaar en er ontstaat een twaalfpuntige ster. In het midden ligt De Brakke Grond. Ze verlaten de UB. De professor belt in een café met Eline en realiseert zich dat de dood van zijn broer waarschijnlijk geen ongeluk was. Huizinga ontdekt dat de bloedrode letters een anagram zijn van ‘Heer Ian van Oldenbarnevelt’ en vermoedt dat ’t Wit Lavendel wraak wil nemen voor zijn dood. Hij denkt ook dat Maaike een nazaat van hem is. Hij besluit alleen naar De Brakke Grond te gaan en Maaike naar de politie te sturen. Als de professor en Maaike elkaar terugvinden in de kerk, ontdekken ze via het graf van Michiel Adriaenszoon de Ruyter een deur naar een gang naar het Paleis op de Dam, waar ze weer worden opgewacht door de Prince. Hij neemt Maaike mee en sluit de professor op in een cel.
De prinses
De prinses werkt samen met Van Wildthout: ze houden Maaike al in de gaten sinds haar vaders ‘ongeluk’ en proberen haar als lokaas te gebruiken voor de leden van ’t Wit Lavendel. Samen staan ze weer in contact met burgemeester Eberhard van der Laan in het crisiscentrum. Via Thijs horen ze van de mogelijke aanslag op het IJ en er wordt meteen een half leger op afgestuurd. Als blijkt dat de dreiging op het IJ verzonnen is, bereidt de prinses een aanval op De Brakke Grond voor. Als ze daar aankomt, heeft Van Wildthout net van Thijs gehoord dat Van Oldenbarnevelt waarschijnlijk in Hofwijck begraven ligt en hij geeft dat door aan zijn mannetje in Leiden. De prinses en Van Wildthout ontdekken de kloostergewelven, nemen alles mee en vernietigen de Constantinade. De prinses gaat naar het Paleis op de Dam. Op basis van wat ze vertelt over een ontsnapping van een jacht dat ontploft, kun je vermoeden dat het om Mabel Wisse Smit gaat. De burgemeester doet ineens een stuk minder vriendelijk tegen haar, later blijkt hij ook betrokken te zijn bij het complot van 't Wit Lavendel, en hij weet Willem Alexander ondanks haar protesten mee naar beneden, naar de Vierschaar, te nemen. Met Van Wildthout probeert ze hem te ontzetten maar als ook de directeur van het kabinet der Koningin in het complot blijkt te zitten, snapt de prinses dat alles voorbij is.
Eline
Eline ontdekt dat Multatuli en Rhijnvis Feith beiden allesbehalve koningsgezind waren en waarschijnlijk betrokken waren bij een aanslag op de koning. Ze lijken hiermee de opvolgers van Volders. Ze vermoedt ook dat de tweelingbroer van haar vader meer over dit alles wist en niet in een gracht verongelukt maar vermoord is. Als de professor haar vanuit De Brakke Grond belt, is ze inmiddels gegijzeld door een man die haar bedreigt met een pistool. Ze weet echter haar boeien los te maken en kan haar belager opsluiten in de boekenkamer van haar vader. Ze ziet Van Wildtschuts app over de begraafplaats van Van Oldenbarnevelt binnenkomen en besluit naar Hofwijck te gaan. Als ze daar met een pistool twee mannen die het gras omploegen, wil tegenhouden, wordt ze zelf overmeesterd en in haar buik geschoten. Ze ziet hoe de mannen een kist vinden en de inhoud met chemicaliën vernietigen.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden