Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2010
- 349 pagina's
- Uitgeverij: Contact
Flaptekst
De tekst op de flap is heel kort:
Man redt meisje van de dood en besluit haar voor zichzelf te houden.
Een liefdesroman.
Eerste zin
De man over wie dit boek gaat is na lange omzwervingen teruggekeerd in provinciehoofdstad H***.Samenvatting
De redding (blz. 11-151)
De vijftigjarige koordirigent en stadscomponist Sierk Wolffensberger gaat in de Lijdensweek naar de kerk waarin het door hem zelf gecomponeerde werk Duisternissen zal worden opgevoerd op Goede Vrijdag. Het verhaal speelt in H****, maar daarin kunnen we gemakkelijk de provinciehoofdstad Haarlem zien.
In 19e-eeuwse boeken is het een literaire gewoonte om zo’n stad typografisch met sterretjes weer te geven. Het geeft meteen aan dat er sprake is van fictie. Het verhaal begint met een alleswetende verteller.
Sierk heet eigenlijk Theo Kiers, maar die naam vond hij jaren daarvoor een te gewone naam. Nadat hij een Luxemburgse barones heeft geschaakt (Ghislaine d’Agincourt d’Eisenachs) met wie hij getrouwd is, heeft hij besloten zijn naam te veranderen. Dat geeft hem een voornamer imago, maar de lezers weten dan meteen dat ze met een “loser” te maken hebben: wanneer je het van een andere naam moet hebben. Het huwelijk van Sierk en Ghislaine stelt niet veel meer voor: hij voelt zich in een soort gevangenis beland (zie ook het motto dat de roman heeft). En om de afstand tussen hen te benadrukken: ze spreken steeds Frans tegen elkaar. Sierk heeft ook een 19-jarige zoon. Deze Théophile is een nietsnut die op zijn kamer alleen maar jonge meisjes neukt.
Maar is Sierk eigenlijk wel zo’n hero: wat te denken van een componist die de mening heeft “dat Jezus bij lange na niet kan tippen aan de muziek die er voor Hem wordt gecomponeerd, dat Hij die muziek in het geheel niet waard is, Jezus Christus, loser der losers, superloser der mensheid, aan een paar spijkers opgehangen, zoals een dooie kat aan zijn staart gekruisigd als een vleermuis op een verrotte staldeur (blz. 23/24)?
Een superloser die Jezus een superloser durft te noemen.
Sierk heeft het niet getroffen in het leven: hij is een man-van-net-niet. Geen goede echtgenoot, heeft geen leuke zoon, hij is geen goede vader, geen goede componist. Dat kun je goed zien aan de vergelijking met zijn Amsterdamse tegenhanger Lou Wehry die een begenadigd componist is, aan de weg timmert en daarvoor nauwelijks moeite hoeft te doen. Eigenlijk haat Sierk Wehry en die haat komt voort uit een soort jaloezie dat het die ander allemaal zo gemakkelijk afgaat.
Sierk is dus op weg naar de kerk, de Sint Anthonius van Padua (een katholieke kerk waar zijn werk later die week zal worden opgevoerd). Sierk heeft vaak het gevoel dat “hij de uitvoerder is van een verhaal dat door iemand anders wordt geschreven, hij slechts de stappen naloopt die in gedachte al voor hem zijn gezet“ (blz. 30).
Wanneer hij de deur van de kerk opendoet, krijgt hij het gevoel dat hij niet alleen is. In het duister treft hij later dan ook een jong meisje aan, dat zich levenloos gedraagt. Ze heeft pillen ingenomen. Hij voelt zich een soort dodenopwekker, gebedsgenezer en hij brengt haar in zijn grote Volvo naar het ziekenhuis. Daar wordt haar maag leeggepompt, waarna hij haar weer mee mag nemen. Ze zegt dat ze niet terug kan naar haar familie, omdat ze die afscheidsbrieven over haar zelfdoding heeft gestuurd. Die zullen de dag erna bezorgd worden.
Het meisje laat zich “Beertje” noemen. Ze is achttien jaar oud. Ze kent de stadsdirigent wel. Sterker nog, later blijkt dat ze een koorlid van hem is. Ze heet Wehry met haar achternaam en is dus nota bene de dochter van de Amsterdamse componist aan wie hij zo’n hekel heeft. Hij besluit het meisje voor zichzelf te houden en hij rijdt in eerste instantie van Haarlem naar Zandvoort, waar ze wat eten. Ze kan niet terug naar huis en Sierk brengt Beertje onder in een motel langs de A4 nabij Schiphol. Zelf moet hij snel terug naar Haarlem om de repetities van zijn koor te leiden. A.s. Goede Vrijdag is namelijk de opvoering van zijn eigen werk 'Duisternissen' en er moet nog flink worden gerepeteerd.
Maar tijdens de repetities gaat het niet goed: hij mist een koorstem. De andere koorleden zeggen dat het de stem van Alicia Valstar is. Ze bellen haar, maar ze neemt haar mobiel niet op. De koorrepetitie wordt daarom niet vervolgd. Sierk die eigenlijk naar huis moet, wil het liefst naar Beertje. Hij moet Ghislaine wat wijsmaken en hij vertelt haar de halve waarheid over een ziek koormeisje, dat hij moet bezoeken. Het is Liesje Valstar, een naam die Ghislaine bekend voorkomt: het is een oud-vriendinnetje van Théophile, maar dat zegt niet zo heel veel, want die heeft er al heel veel in zijn bed gehad.
Sierk rijdt daarna meteen naar het motel langs de A4. Hij heeft eerst enkele problemen met de receptionist die hem geen toegang wil verschaffen. Wanneer hij uiteindelijk toch naar binnen mag, is Beertje niet meer op haar kamer. Hij gaat ontredderd in zijn Volvo zitten op het parkeerterrein van het motel. Dan belt Ghislaine op zijn mobiel. Ze wil weten waar hij is: ze heeft de moeder van Liesje Vlastar aan de lijn gehad en daar is hij namelijk nooit geweest. Wat voert hij in zijn schild? Hij vertelt dat hij stress heeft van de opvoering van zijn werk in de Lijdensweek en dat hij tijd voor zichzelf nodig heeft. Hij wil naar zijn componeerhutje en overnacht in zijn auto.
Maar dan wordt hij gebeld door Beertje die ineens bij de grensovergang in Hazeldonk staat. Ze heeft het mobieltje geleend van een vrachtwagenchauffeur. Ze is meegelift met Poolse chauffeurs: ze rookt namelijk Poolse sigaretten. Hij rijdt er in één uur heen (dat moet een snelheidsrecord zijn). Hij ziet haar in een dun jurkje staan, geheel ontredderd, trekkend aan een sigaretje. Ze stapt bij hem in de auto en opnieuw gaan ze naar een hotelletje. Het is een spoort containerhotel, kaal en somber. Beertje moet een douche nemen. Daarna neemt Sierk een douche en hij heeft zichzelf een aardige beloning in het vooruitzicht gesteld. Het meisje is van hem, omdat hij haar weldoener is. Maar als hij uit de douche komt, slaapt ze. Hij neemt haar in zijn armen en overdenkt wat ze heeft uitgehaald met Poolse chauffeurs. Hij raakt haar verder niet aan. Hij is immers haar redder, haar weldoener.
Koor; Tegenstemmen (blz. 155-207)
De moeder van Liesje Valstar ontvangt de zelfmoordbrief van haar dochter. Ze belt naar de mobiel van Liesje, maar ze krijgt geen gehoor. Ze vertelt over haar ex, Lou Wehry, die eerst zijn benen uit zijn gat voor haar liep, maar nadat ze zwanger was geworden, liet hij haar stikken voor een jongere vrouw Monica. Hij was een man van de wereld, en hij had veel andere vrouwen. Ze wil niet aanvaarden dat Alicia (Liesje/ Beertje) dood is. Dan belt Monica, de vrouw van Lou op en vraagt wat de bedoeling is van de zelfmoordbrief die ook zij hebben ontvangen. Ze had zich ook hetzelfde afgevraagd van waarom Lou haar een zelfmoordbrief zou hebben laten sturen.
De enigszins arrogante componist Wehry vertelt over zijn dochter die niet zijn naam draagt, maar misschien wel zijn genen heeft. Via zijn connecties bij de televisie doet hij een oproep op de televisie om zijn vermiste dochter op te sporen.
Ghislaine herkent na de oproep op de televisie het meisje en ziet dat het een ex-vriendinnetje van Théophile is. Ze denkt verder na over de relatie met Theo (Sierk). Over hoe ze elkaar ontmoet hebben, welke vrijheid ze hem heeft gegeven om zijn werk te kunnen blijven scheppen (bijv. Het stuk van de Lijdensweek 'Duisternissen'). Tot nu toe vertrouwt ze hem wel, maar ze vindt dat hij wel vreemd doet met het meisje van zijn koor.
Maar alle drie (Xandra Valstar, Lou Wehry en Ghislaine) voelen aan dat Alicia/Beertje nog niet dood is. De afscheidsbrief is zeker niet definitief. Ze denken dat het meer een roep om aandacht is.
II De vlucht (blz. 211-307)
Sierk neemt Beertje mee naar zijn “hermitage” (zijn buitenwoning) en ze wil er graag blijven. Sierk moet boodschappen doen en hij rijdt langs Ghislaine die hij niet veel wijzer maakt.
Daarna doet hij inkopen: o.a. T-shirts, lingerie. Ze slapen in het buitenhuisje. Beertje voelt aan als zijn dochter en als zijn geliefde. Hij wil haar wel hebben, maar hij wil zichzelf ook reinigen. Daarom gaat hij zich weer wassen. ’s Nachts masturbeert hij in de wasbak en hij krijgt weer zin in haar als hij haar opzoekt in bed. ’s Morgens vraagt ze hem van alles. Ze vertelt hem dat ze ook Théophile heeft gekend en dat ze ook Ghislaine kent. Dat is wel beschamend voor hem. Op Goede Vrijdag gaat hij naar Haarlem, want hij moet zijn compositie opvoeren. Eigenlijk wil hij liever bij Beertje in zijn huisje blijven.
Wanneer hij in de kerk loopt, gaat hij toch ineens terug om haar te halen. Beertje stapt meteen in zijn auto en ze wil naar de opvoering kijken. Het is natuurlijk een heel toepasselijke tijd: de opstanding uit de dood en dat is Beertje net overkomen. Ze horen dat het koor nog aan het repeteren is. Hij laat Beertje hoog in de kerk op een stiekeme plaats achter en hij gaat zelf de kerk weer binnen. Daar is dan ineens Ghislaine en die heeft de afscheidsbrief die Beertje aan Théophile heeft gestuurd (hij ook al) bij zich. Haar zoon zou de schuld zijn van de poging tot zelfdoding, omdat hij haar heeft laten zitten. Sierk vindt dat maar een banale gedachte van haar: zijn liefde van hem voor haar is van een veel hogere orde dan die van zijn vreemde zoon: die is bijna heilig. Hij gaat zijn compositie in de kerk dirigeren, maar het gaat niet goed. Hij voelt zich onwel worden en hij zakt op het podium in elkaar. Théophile komt bij hem en brengt hem naar het ziekenhuis. Het lijkt erop alsof hij een hartaanval heeft gekregen. Maar wanneer hij daar aankomt, is Sierk aardig bijgekomen en de artsen kunnen ook niets vinden. Hij krijgt een recept mee voor medicijnen die hij zal moeten slikken.
Ze rijden weer terug naar huis en daar laat Sierk zijn familieleden achter. Hij wil weer naar Beertje. Hij gaat haar zoeken op de geheime plek in de kerk en hij vindt haar. Hij wil samen met haar naar een chalet in Zwitserland vluchten. Dat lijkt Beertje in eerste instantie ook wel wat. Ze moeten eerst langs een apotheek om de medicijnen voor hem te halen en ze wil perse sigaretten hebben. Daarna gaan ze op weg naar Zwitserland.
III Het offer (blz. 311-349)
Ze gaan onderweg met de auto naar Zwitserland. Het gaat als het ware allemaal in een roes en in een soort droom. Wanneer Sierk in de auto slaapt, neemt de alleswetende verteller het weer duidelijk van hem over.
Ze komen in Zwitserland in het hooggebergte en Sierk weet dat zijn schoonfamilie een chalet op een camping heeft. Hij zegt dat hij Toussaint heet en uit Brussel komt en dat betekent dat hij toegang krijgt tot het chaletje. Hij verkeert nog steeds in de droomwereld dat hij een jong meisje heeft gered dat hem nu zijn beloning zal geven. Maar wanneer hij Beertje ook maar even dreigt aan te raken, begint ze te gillen. Dat had hij niet verwacht en vindt hij ook “niet eerlijk“ van haar. Nu duidelijk wordt dat ze eigenlijk niets van hem wil weten en zeker niet zijn minnares zal worden, is het leven van Sierk doelloos geworden.
Ze komen in het gesprek op de zelfmoordpoging van Beertje die inderdaad hoopte dat ze door iemand gevonden zou worden, waarmee de poging dus eigenlijk wordt afgedaan als een poging om aandacht te krijgen. Ze zegt dat hij ook zijn pillen die de arts heeft voorgeschreven, moet innemen. Hij heeft nogal zware pillen gekregen en ook Beertje heeft nog pillen van haar poging over. Ze nemen allebei pillen in en gaan met een sigaret in de hand op bed liggen. Dat kan natuurlijk niet goed gaan. Wanneer Beertje wakker wordt, en haar beddengoed in brand ziet staan, besluit ze op te staan en het huisje uit te lopen. Ze bekommert zich niet om de man die naast haar ligt. Maar die wordt ook wakker van de schroeipijn op zijn huid, maar hij loopt verdwaasd door de pillen naar de verkeerde kant in het huisje de badkamer in. Hij stikt en dat is het offer dat hij aan zijn geliefde Beertje heeft gebracht. Hij zit in een granaat die in honderdduizend stukjes uit elkaar is gespat (blz. 348).
Beertje rent het huisje uit, niemand ziet haar (blz. 349): Ze beseft het nog niet helemaal, maar ze heeft nog een heel leven voor zich.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden