Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2011
- 317 pagina's
- Uitgeverij: De Geus
Flaptekst
Sophia groeit op in een Pakistaans gezin dat zich in Rotterdam heeft gevestigd. Haar ouders houden vast aan de moslimtradities uit het land van oorsprong. Daarbij hoort ook dat zij voor hun dochter een geschikte partner zoeken. Een volle neef in Londen lijkt de ideale match. De verwesterde Sophia voelt zich als de kleine zeemeermin in het gelijknamige sprookje van Andersen. Ze verlangt naar een andere wereld. Maar durft ze voor zichzelf te kiezen of beantwoordt ze aan wat haar omgeving van haar vraagt?
‘Deze roman is door en door realistisch. Hij is bedoeld om de werkelijkheid te schetsen. Een werkelijkheid die soms vreemder is dan de vreemdste fantasie. Dat wel.’
Eerste zin
Daags voor mijn verloving leken mijn voeten op een staart.Samenvatting
In deel 1 is de 17-jarige Sophia Aziz aan het woord. Ze woont met haar ouders in Rotterdam en ze heeft net haar vwo-opleiding afgerond. In september a.s. gaat ze rechten studeren in Leiden. Ze hoeft dan niet op kamers te gaan wonen. Ze heeft contact met een Nederlandse jongen (Alexander) die bij haar op school zit. Enige tijd geleden is ze door hem ontmaagd. Dat was een hele gebeurtenis voor haar en ze vindt zelf dat ze vanaf dat moment verkering met hem heeft. Het is de vraag of Alexander dat ook vindt. Sophia is met hem naar bed gegaan, omdat ze hetzelfde wil zijn als Nederlandse meisjes. Ze voelt zich namelijk in een andere wereld verblijven. Zij leeft met haar Pakistaanse ouders in het “oosten”, terwijl iedereen om haar heen in het “westen” verblijft. Ze mag ook eigenlijk niets van haar ouders. Verkering met Alexander is helemaal uit de boze. Wanneer het verhaal begint, moet ze in juli 2005 mee naar Londen met haar vader. Op de boot vanuit Hoek van Holland hoort ze dat zich gaat verloven met een neef Iskander die gynaecoloog is. Hij is veel ouder. Zijn vader is de broer van haar vader. Het wordt dus niet Alexander voor haar maar Iskander, hoewel beide namen hetzelfde betekenen. Wanneer ze in het gezin van haar oom is, worden er plichtmatige vragen gesteld. Geen daarvan gaat over de liefde. Sophia heeft zich altijd als doel gesteld dat ze later in dienst zal gaan van het Pakistaanse leger om haar land te dienen. Haar andere oom is een van de martelaren geworden. Hij had een vliegtuig laten neerstorten toen het gekaapt werd. Dat vindt ze heel eervol. Wanneer ze in Londen is, worden er op bussen en op de metro aanslagen gepleegd door Pakistaanse terroristen. Die zullen als martelaren door de geschiedenis gaan en daarop is Sophia heel jaloers. Die kiezen namelijk hun eigen dood. Wanneer ze in Londen is, wordt het ritueel van de verloving op video vastgelegd door Osman, het jongere broertje van Iskander. Die heeft ook nog een zusje Samia, die twee jaar ouder is dan Sophia en die moest enkele jaren geleden ook al gedwongen trouwen met een twee jaar jongere man Zehn. Het huwelijk van Samia is erg slecht. De bruidschat voor Sophia wordt bepaald op 1 miljoen roepies (€15.000).
Er komt nog een korte flashback in de roman. Wanneer Sophia zes jaar oud is, hoort ze van haar opa dat haar echte vader in Nederland woont. Tot dan had ze gedacht dat haar opa haar vader was. Ze was geboren in Rotterdam en haar ouders hadden geruzied over haar naam. Daarna waren haar moeder en zij teruggegaan naar Pakistan. Toen ze terug was gegaan, had ze het niet gemakkelijk in Nederland: het was er koud en ze voelde zich ziek. In de bieb ziet ze een leuk boekje over de kleine zeemeermin, maar ze mag die “onzin’ niet van haar vader lezen. Dat zal haar op slechte gedachten brengen. Zelf schrijft ze op school een verhaal over de kleine zandmeermin en ook dat verhaal gaat over een klein meisje dat in de woestijn op zoek gaat naar een andere wereld. Daarna vertelt Sophia over Alexander, die ze al op de basisschool had ontmoet. Pas op de middelbare school ziet hij haar echt staan, wanneer ze beiden lid worden van een boekenclub. Hij ontmaagdt haar: ze wilde net zo zijn als Nederlandse meisjes van haar leeftijd. Ze is nu deel van zijn wereld en ze wil verkering met hem.
Wanneer ze weer met de boot naar Nederland teruggaan en ze weer naar school moet (vreemd voor een eindexamenleerling na 7 juli ? – m.i. een foutje) mag ze van haar moeder geen contact zoeken met Alexander. Ze wil ook helemaal niet trouwen met de oudere Iskander. Haar moeder zegt echter dat het haar plicht is. Sophia zegt echter dat ze wil studeren: rechten en dat kan niet wanneer ze moet trouwen. Ook probeert ze hem te vermurwen met de mededeling dat ze in het Pakistaanse leger wil dienst nemen. Haar oom in Londen (de vader van Iskander) overlijdt kort daarop aan kanker. Binnen 24 uur moet hij volgens de moslimtraditie begraven worden. Haar vader reist halsoverkop naar Londen. Van haar moeder mag Sophia dan wel haar boeken gaan inleveren op school. Ze voelt zich op dat moment even een vrij mens en ze gaat daarna langs bij Alexander. Ze herinnert hem aan de ontmaagding en zegt dat ze samen iets hebben. Maar hij heeft een heel andere visie: het vrijen met haar voor een keertje was gewoon leuk. Hij vertelt haar ook dat ze 'nee' moet zeggen tegen haar vader, als hij haar wil uithuwelijken. Sophia gaat zwaar teleurgesteld bij hem vandaan. Ze is geen maagd meer en haar a.s. man is gynaecoloog. Die zal dat dus eenvoudig kunnen ontdekken.
In deel 2 is het september geworden. Sophia studeert in leiden, maar ze blijft thuis wonen. Van haar moeder moet ze corresponderen met Samia, haar nichtje in Londen. Wanneer die haar een keer opbelt, zegt ze dat ze niet vrijuit kan schrijven, omdat alle brieven door haar ouders gelezen worden. Ze besluiten te gaan mailen. Dat wordt voor Sophia mogelijk, omdat ze op de universiteit zit. Samia is twee jaar ouder en ze is uitgehuwelijkt. Haar man is twee jaar jonger (dus 17) en het gaat heel slecht. Ze hebben niet eens seks. Ze schrijft hoe haar huwelijk plotseling voltrokken is.
In Leiden gaat Sophia zich verdiepen in het islamitisch huwelijksrecht. Ze kan even vrij ademhalen, want Iskander gaat voor een half jaar naar Zweden. Er komt weer een brief van Samia die vertelt over haar slechte man (hij verbiedt haar westers te eten, scheurt haar kleren kapot, zuipt alcohol, heeft nooit seks met haar). Samia is van plan van hem te gaan scheiden. Sophia gaat naar een lezing van een bekende Pakistaanse vrouwenactiviste Asma Kahn. Die heeft een netwerk voor vrouwenhulp in Lahore. Sophia wil graag stage bij de vrouw lopen. Dan is ze bij Iskander vandaan en kan ze zich nuttig maken voor vrouwen die willen scheiden. Die komt echter wat arrogant over. Later belt ze met haar om advies voor haarzelf en Samia te vragen. Asma Kahn zegt dat ze moed moet tonen. Je moet, ook als Pakistaanse vrouw, geen dingen tegen je zin doen.
Deel 3
Sophia blijft communiceren met Samia. Die schrijft dan dat ze weer niet zal scheiden, uit schande voor de familie. Ze zegt tegen Sophia dat ze niet in het leger moet gaan: dat is immers ook een vlucht. Ze vindt haar bovendien (broos als ze is) helemaal niet geschikt voor het leger.
Dan gaat haar vader een tijdje naar Pakistan: hij wil een bedrijf stichten in Lahore. Iskander zal hem helpen met de financiering. Daar staat tegenover dat Sophia nu maar snel met hem moet trouwen (a.s. augustus).
Haar moeder onthult dat ze opnieuw een miskraam heeft gekregen: het was weer een zoontje. Ze heeft de zwangerschap geheim gehouden voor haar man. Ze moet echter naar de gynaecoloog en Sophia gaat mee. Ze is bang dat de gynaecoloog ook bij haar zal ontdekken dat ze geen maagd meer is; ze heeft veel klachten bij haar menstruatie. De dokter wil haar de pil voorschrijven, maar dat mag niet van Sophia’s moeder.
Dan meldt Sophia zich aan als vrijwilligster bij een winkel voor rechtshulp. Zo kan ze vrouwen die de islam aanhangen bijstaan in hun poging van hun man los te komen dan wel te scheiden van hun echtgenoot. Maar omdat ze dat vaak op onregelmatige tijden moet doen, komt haar moeder er al snel achter.
Deel 4
Sophia neemt opnieuw contact op met Asma Kahn, want ze wil naar Pakistan om daar vrouwen bij te staan. Maar er wordt niets voor haar geregeld. Door die teleurstelling wordt ze letterlijk ziek. Ze versloft haar werk in de rechtswinkel tot woede van haar leidinggevende. Daarna neemt ze weer contact op met Samia. Die heeft het weer over scheiden. Ze vertelt Sophia over een vriendin die een buitenlandse vriend heeft en zwanger van hem is geworden. Maar de slimme Sophia heeft door dat het om Samia zelf gaat. Die heeft een Engelse vriend gekregen van wie ze zwanger is. Ze bespreekt haar probleem met Hina, haar leidinggevende. Die denkt eerst dat Sophia in de problemen zit. Een abortus lijkt de beste oplossing, want als Zehn erachter komt dat Samia zwanger is van een ander (hij zelf heeft immers nooit seks met haar) dan zwaait er wat.
In deel 5 (het kleinste deel van de roman) wordt vertelt hoe het afloopt met Samia. Haar vader vertelt dat hij ineens naar Londen moet. Als hij terugkomt beweert hij dat Samia is ontvoerd door een man. Sophia hoort echter van een Engelse hulpverleenster wat er werkelijk is gebeurd. Samia heeft een vriend gehad van wie ze zwanger was. Deze Engelse man Dave, beweerde echter dat hij niet van zijn vrouw kon scheiden, zolang zijn kinderen klein waren. Over zes jaar zou het wel het geval zijn: zolang moest ze dus op hem wachten. Samia had begrepen dat deze man nooit van zijn vrouw zou scheiden en ze wilde abortus ondergaan, opdat haar man er niet achter zou komen dat ze ziek was. Maar na de abortus ging ze heel erg nabloeden. Toch was ze naar huis gegaan. In de abortuskliniek had haar moeder zich nog ingehouden, maar thuis was de hel losgebarsten. Iskander had nog tussenbeide willen komen, maar de jongere broer Osman had de eerwraak voltrokken. Hij is nog maar 15 jaar en zal worden veroordeeld volgens het jeugdrecht. Hij had Samia doodgeschoten. In het gezin werd er niet meer over gesproken.
Sophia beseft dat ze deel uitmaakt van de cultuur van haar vader. Veel wordt in die cultuur verzwegen. Ze pakt haar koffers met de geschenken van Iskander erin. De trouwring legt ze bovenop de koffers. Ze zegt dat ze naar leiden gaat en vertrekt. Ze neemt afscheid van het leven dat zwijgzaamheid als cultuurkenmerk heeft. Ook haar ouders zwijgen als Sophia weggaat. In Leiden beseft ze dat ze nu niet zoals ze gewend was een eerste zin uit een boek op kan schrijven. Ze heeft haar vrijheid gepakt. Voor de rest van haar leven kon niemand haar verbieden bepaalde boeken te lezen.
In het “Nawoord” zegt de schrijfster dat het ongebruikelijk is een nawoord te schrijven bij een roman. Dat hoort eigenlijk niet bij fictie. Ze wil de vrouwenrechten voor moslima verbeteren. Het boek is gebaseerd op een incident met een Pakistaanse vrouw (Samia) in 1991. Ze had het boek willen schrijven omdat ze begreep dat in Nederland eigenlijk niemand meer zou kunnen begrijpen wat de toestand van Pakistaanse meisjes was. Dat is zo onwerkelijk. Maar zegt Tahir in werkelijkheid is het allemaal nog wreder dan dat zij beschreven heeft.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden