Er zijn verschillende redenen om een gevangenisstraf uit te voeren.
Ten eerste geeft men een gevangenisstraf om de samenleving veiliger te maken. De misdadiger kan immers geen misdaad begaan als deze in detentie is. Er is zo geen bedreiging meer van de misdadiger.
Ten tweede zou detentie ervoor moeten zorgen dat een crimineel niet in herhaling valt. Detentie biedt speciale zorg en begeleiding aan om de gedetineerde zo goed mogelijk in de maatschappij terug te laten keren.
Verder kan een gevangenis ook laten zien dat wat de crimineel heeft gedaan niet door de beugel kan en dat de samenleving dit niet accepteert en de crimineel net als bij punt twee, uit de samenleving halen.
Een gevangenisstraf wordt vaak ook als rechtvaardig gezien. Het slachtoffer vindt dat de misdadiger het verdient om een lange tijd opgesloten te zitten. Een gevangenisstraf zou ook mensen moeten afschrikken om een misdaad te plegen. Het risico op een gevangenisstraf is dan te groot, waardoor besloten wordt de misdaad toch niet te plegen.
2.3 Negatieve effecten
“Nederland is dol op de gevangenisstraf. Discussies gaan nooit over het nut van de celstraf, altijd over de hoogte”, aldus Chris Klomp. Volgens Klomp maken gevangenisstraffen juist crimineel: “Zeventig procent van alle cel gestraften gaat binnen zes jaar opnieuw in de fout. De celstraf levert bovendien deels op wat het moet voorkomen: (opnieuw) crimineel gedrag. Ter vergelijking: recidive onder daders die veroordeeld worden tot een werkstraf ligt op vijftig procent. Tbs’ers recidiveren in dertig procent van de gevallen.”
Arjan Blokland en Paul Nieuwbeerta zien ook nadelige effecten van een gevangenisstraf: “Gevangenisstraf zou de kans op herhaald crimineel gedrag echter ook juist kunnen doen toenemen in plaats van afnemen. In de gevangenis komen gevangenen in contact met andere veroordeelden. Gevangenissen zouden hierdoor kunnen werken als ‘leerschool’ voor criminaliteit, waar veroordeelden elkaars houding en motivatie negatief beïnvloeden of elkaar de kneepjes van het vak bijbrengen.”[13]
Het ‘resetting-effect’ kan ook een negatief effect worden genoemd, vanwege de toename in criminaliteit. Dit effect is gevonden na een Amerikaans onderzoek naar drugsgebruik en rijden onder invloed. Er wordt tijdens het gokken ook wel gesproken van een resetting-effect. Het effect houdt in dat na een aantal slechte uitkomsten, de kans groter is dat er een goede uitkomst is. Met betrekking tot dit onderzoek gaat het overcriminelen die opgepakt zijn en eventueel een gevangenisstraf hebben uitgezeten. Zij hebben het idee dat na de vorige ‘mislukte’ misdaad de kans groter zal zijn dat hun volgende misdaad wel zal slagen. Dit is een van de oorzaken waardoor de criminaliteit kan stijgen.
- Uitvoering
Er zijn verschillende mogelijke factoren die bepalen of iemand een misdaad nog een keer zal begaan. Dit onderzoek is gericht op ex-gedetineerden in Nederland.
Mogelijke factoren
- Geslacht
- Leeftijd
- Sociale contacten
- Opleiding
- Duur van de gevangenisstraf
- Situatie in de familie
- Gebruik van drugs of drank
- Etnictiteit
Door middel van literatuuronderzoek zal onderzocht worden welke factoren daadwerkelijk invloed hebben op recidivegedrag. In verband met de beperkte tijd hebben zijn bovenstaande factoren uitgekozen om te onderzoeken. Andere factoren worden achterwege gelaten.
3.1 Geslacht
Volgens onderzoek van het Tijdschrift voor Criminologie uit 2009 zijn mannen vaker dan vrouwen recidive. Hierbij zijn een experimentele en een controlegroep getest van mensen die binnen acht jaar na hun eerste gevangenisstraf opnieuw een misdaad begingen. Ook het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum bevestigt dit. Volgens haar onderzoek worden bijna 20% van de mannelijke gevangenis gestraften recidivisten en ongeveer 8% van de vrouwen. Dit is gemeten in een groep van 557 personen. In figuur 1 is ook het resultaat van metingen van de WODC-Recidivemonitor. Hier is ook duidelijk te zien dat er meer mannelijke dan vrouwelijke recidivisten zijn.
Figuur 1: Recidivepercentage per geslacht
3.2 Leeftijd
In de gegevens van het CBS uit 2015,gepubliceerd is op 22 juni 2016, is te zien dat de meeste recidivisten tussen de 18 en 24 jaar zijn. Dit komt doordat er veel meer jongeren zijn die een misdaad gepleegd hebben dan kinderen of ouderen en in de gevangenis zitten, aldus CBS.
3.3 Sociale contacten
In onderzoek van de Universiteit Groningen werd aangetoond dat de sociale kringen waarin een misdadiger zich bevindt voor een deel de keuze om nog een keer een misdaad te begaan beïnvloeden. Vaak is het het geval dat mensen die voor het eerst een misdaad begaan een afkeurende reactie krijgen van hun kennissenkring. De kans op herhaling wordt hierdoor kleiner. Iemand die al vaker een misdaad heeft begaan en dus al een recidivist is, zal vaak positieve reacties van zijn, vaak ook criminele, vrienden krijgen. Hierdoor wordt de kans op herhaling alleen maar groter. Dit wordt bevestigd door Universiteit Utrecht. Echter wordt hier ook opgemerkt dat niet alleen criminele vrienden recidive veroorzaken. Ook wanneer iemand na zijn gevangenisstraf helemaal geen tot amper sociale contacten heeft wordt de kans op recidive groter. Er is dan niemand die de ex-gedetineerde kan helpen en op het rechte pad kan krijgen, waardoor de kans op een nieuwe misdaad groter wordt.
3.4 Opleiding
Het CBS heeft onderzocht welke invloed de opleiding heeft op herhaling van een misdaad. Hieruit blijkt dat de meeste recidivisten uit het voortgezet speciaal onderwijs komen. Er zijn meer recidivisten die alleen de basisschool of het VMBO hebben afgerond dan recidivisten die de HAVO of het VWO hebben afgerond. Er zijn geen recidivisten die van de universiteit komen, maar wel van de MBO. Hieruit valt te concluderen dat de kans op recidive groter is bij lagere opleidingen.
3.5 Duur van de gevangenisstraf
Volgens van der Sterren heeft de duur van een gevangenisstraf wel degelijk invloed op het recidivepercentage: “Voor een tweede of derde misdrijf wordt vaak wel een iets hogere straf opgelegd, maar van een structurele strafverhoging is geen sprake. De absurditeit dat criminelen bij "goed gedrag" (lees: min of meer standaard) na twee derde van hun straf al worden vrijgelaten, maakt dit probleem nog veel ernstiger.
Misdaad wordt beloond als het niet (voldoende) gestraft wordt. De mogelijke opbrengsten van een grote diefstal gaan dan al snel opwegen tegen de mogelijke straf. We kunnen het huidige, milde strafklimaat in Nederland dan ook gerust een aanmoedigingsbeleid voor de misdaad noemen. Onze rechters leven veelal in een ivoren toren, ver weg van de praktijk. Ze hebben er werkelijk geen benul van dat hun zachtaardige utopisme letterlijk over lijken gaat. Criminelen worden er niet genoeg door bestraft, waardoor misdaad blijft lonen.”
Volgens het “resetting-effect” maakt de duur van de misdaad niet veel uit. Dit komt doordat wordt gedacht dat de kans dat na een ‘mislukte’ misdaad een ‘geslaagde’ misdaad komt bestaat.
3.6 Situatie in de familie
‘Het ontbreken van bindingen met sociale instituties als het huwelijk en de arbeidsmarkt hangen positief samen met crimineel gedrag’ ,aldus Pearl Dykstra en Helga de Valk van de NIDI en ICS/Sociologie Universiteit Utrecht.
Ook zou het genetisch bepaald zijn dat in de ene familie meer delictgedrag voorkomt dan in de andere. Mogelijke oorzaken voor het ontbreken van bindingen zouden gescheiden ouders kunnen zijn of een slechte band met de ouders, waardoor kinderen eerder en langer op straat zijn en op die manier in contact komen met crimineel gedrag.
3.7 Gebruik van drugs en/of drank
Het Tijdschrift voor Psychiatrie concludeerde na onderzoek dat drugs en drank allebei een kans op recidive veroorzaken. Wel is het zo dat dat drugs hier een grotere invloed heeft op dan drank. Ook het Nederlands Jeugdinstituut bevestigt dat alcohol recidivegedrag kan veroorzaken. Een misdaad wordt eerder gepleegd onder invloed, omdat er dan niet meer goed nagedacht kan worden. Hierdoor vindt recidivegedrag ook eerder plaats onder invloed. De misdadiger kan niet meer goed bedenken wat de gevolgen zullen zijn. Drugs en alcohol kunnen beiden agressief gedrag veroorzaken, wat de kans op recidive vergroot. Echter is het wel zo dat de invloed op het gedrag per persoon verschilt, dus niet iedereen zal agressief worden. Ook ligt het aan het soort middel dat wordt gebruikt, aldus het Trimbos-instituut.
3.8 Etniciteit
Er bestaat een sterke samenhang tussen allochtonen en criminaliteit. ‘Meer dan de helft van de in 2007 in Rotterdam wonende Marokkaanse mannen tussen de 18 en 24 jaar blijkt sinds het jaar 2000 minimaal één keer in aanraking te zijn gekomen met de politie.’ Vooral Antillianen, Surinamers, Marokkanen en Turken hebben een negatieve reputatie. Het verdachtenpercentage van de Surinamers en Antillianen van de eerste generatie is hoger dan die van de tweede generatie, dus het verdachtenpercentage daalt onder de Surinaams-Nederlandse en Antilliaans-Nederlandse mannen. Dit is in tegenstelling tot de Marokkaans-Nederlandse en Turks-Nederlandse mannen. Hieruit is te concluderen dat Nederlanders met een migratieachtergrond vaker verdacht zijn van recidive dan Nederlanders zonder een migratieachtergrond.
- Conclusie
Na het literatuuronderzoek kan er antwoord worden gegeven op de hoofdvraag: Welke factoren hebben invloed op herhaling van een misdaad na een gevangenisstraf?
Er zijn meerdere factoren die invloed hebben bij het plegen van een misdaad en die kunnen leiden tot een recidive.
Geslacht is van belang als wordt gekeken naar het recidivepercentage, mannen recidiveren namelijk vaker dan vrouwen. Net als geslacht is ook de leeftijd van belang, de meeste recidivisten zijn namelijk jongeren tussen de 18 en 24 jaar. Ook de sociale contacten hebben invloed; wanneer vrienden of familie crimineel gedrag goedkeuren is de kans op recidive hoger. Bij mensen met een lagere opleiding is de kans groter op recidive dan bij mensen die een hogere opleiding hebben voltooid. Verder is ook nog de situatie in de familie van belang. Een slechte situatie vergroot de kans op crimineel en recidivegedrag. Als ex-gevangenen drank of drugs gebruiken, blijkt het recidivepercentage hoger. Drugs zijn echter van grotere invloed dan drank en ook verschilt de invloed hiervan per persoon. Ten slotte is de etniciteit ook nog een belangrijke factor; mensen met een migratieachtergrond worden vaker verdacht van recidive dan mensen zonder migratieachtergrond.
Een factor die wel is onderzocht, maar weinig invloed blijkt te hebben op recidivegedrag, is de duur van de gevangenisstraf. Voor veel criminelen zijn de straffen in Nederland niet afschrikwekkend genoeg om de misdaad niet opnieuw te plegen.
5. Discussie
Het nut van dit literatuuronderzoek is te weten te komen welke factoren beslissen of een ex-gedetineerde opnieuw een misdaad zal begaan. Deze factoren zijn onderzocht, zodat de behandeling van gedetineerden verbeterd kan worden en de kans op recidive kleiner wordt. Deze factoren zouden nog in een verder onderzoek apart behandeld kunnen worden, zodat per factor meer informatie verkregen wordt.
Er zijn veel verschillende factoren behandeld die invloed op recidivegedrag zouden kunnen hebben. Door tijdgebrek was het niet mogelijk om elke factor uitgebreid te behandelen. Hierdoor zijn bepaalde tussenkopjes niet helemaal tot op de bodem uitgezocht en zijn er niet altijd genoeg betrouwbare bronnen gebruikt. Ook zijn er bepaalde factoren weggelaten, zoals karakter en aard van de misdaad, die mogelijk wel een rol kunnen spelen. In ander onderzoek zou dit nog kunnen worden onderzocht.
Verder bespreken sommige besproken bronnen maar een beperkte leeftijdsgroep of periode, waardoor het niet volledig representatief zou kunnen zijn.
Literatuurlijst
- Blokland, A. & P. Nieuwbeerta (2008), Werkt gevangenisstraf?
Online:https://www.nemokennislink.nl/publicaties/werkt-gevangenisstraf
- Boom, J. de, Van San, M. & Weltevrede, A.M., m.m.v. Hermus, P.W. (2008). Antilliaanse Rotterdammers 2008. Rotterdam: Risbo
- Centraal Bureau Statistiek (2016), Verdachten van misdrijven; leeftijd, geslacht en recidive
Online: http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=81997NED&D1 =0-1&D2=0-2&D3=a&D4=0&D5=5-10&HDR=G4,G1,T,G3&STB=G2&VW=T
- Dienst Justitiële Inrichtingen (2017), Straffen en maatregelen
Online:https://www.dji.nl/justitiabelen/volwassenen-in-detentie/straffen-en-maatregelen/index.aspx
- Dijkstra, J.K. (2010), Onderzoek naar effecten van detentie
Online:https://www.nemokennislink.nl/publicaties/onderzoek-naar-effecten-van-detentie
- Dykstra, P.A., H.A.G. de Valk (2007), Criminelen in de familie. Verband tussen crimineel gedrag en bevolkingskenmerken onderzocht
Online: https://repub.eur.nl/pub/18107/
- Ganesh, W. (13-04-2017), Recidive
Online: https://www.ensie.nl/winish-ganesh/recidive
- Klomp, C. (2014), Waarom we delinquenten beter kunnen behandelen dan opsluiten
Online:https://decorrespondent.nl/1525/waarom-we-delinquenten-beter-kunnen-behandelen-dan-opsluiten/21485436775-d881f3fe
- Koch, M. (12-12-2011), Straf of zorg?
Online: http://defusie.net/straf-of-zorg/
- Borghans & B. ter Weel (2003), Criminaliteit en etniciteit
Online:https://cris.maastrichtuniversity.nl/portal/files/898004/guid-5201fb34-ded8-4aa4-89a8-1ed23282bef1-ASSET1.0
- Nederlands Jeugdinstituut (2012), Alcohol en geweld
Online: http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=81997NED&D1 =0-1&D2=0-2&D3=a&D4=0&D5=5-10&HDR=G4,G1,T,G3&STB=G2&VW=T
- Dienst Justitiële Inrichtingen (2017), Straffen en maatregelen
Online:https://www.dji.nl/justitiabelen/volwassenen-in-detentie/straffen-en-maatregelen/index.aspx
- Dijkstra, J.K. (2010), Onderzoek naar effecten van detentie
Online:https://www.nemokennislink.nl/publicaties/onderzoek-naar-effecten-van-detentie
- Dykstra, P.A., H.A.G. de Valk (2007), Criminelen in de familie. Verband tussen crimineel gedrag en bevolkingskenmerken onderzocht
Online: https://repub.eur.nl/pub/18107/
- Ganesh, W. (13-04-2017), Recidive
Online: https://www.ensie.nl/winish-ganesh/recidive
- Klomp, C. (2014), Waarom we delinquenten beter kunnen behandelen dan opsluiten
Online:https://decorrespondent.nl/1525/waarom-we-delinquenten-beter-kunnen-behandelen-dan-opsluiten/21485436775-d881f3fe
- Koch, M. (12-12-2011), Straf of zorg?
Online: http://defusie.net/straf-of-zorg/
- Borghans & B. ter Weel (2003), Criminaliteit en etniciteit
Online:https://cris.maastrichtuniversity.nl/portal/files/898004/guid-5201fb34-ded8-4aa4-89a8-1ed23282bef1-ASSET1.0
- Nederlands Jeugdinstituut (2012), Alcohol en geweld
Online: https://www.justitieleinterventies.nl/sites/default/files/Bijlage%20Alcohol%20en%20Geweld.pdf
- Nieuwbeerta, P, D.Nagin, A. Blokland (2007), Het meten van effecten van gevangenisstraf op crimineel gedrag in een niet-experimentele studie, blz. 272-299 (82)
- Rijksuniversiteit Groningen (2013), ‘Je komt alleen en je gaat alleen’ Een analyse van het sociale netwerk van gedetineerde vrouwen
Online: http://www.ppsw.rug.nl/~veenstra/Supervision/Master/DeWinter.pdf
- Sterren, V. van der (2011), Lage straffen leiden tot meer misdaad
Online: https://www.trouw.nl/home/lage-straffen-leiden-tot-meer-misdaad~a84b4b40/
Online: ttp://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/assets/articles/56-2014-1-artikel-lammers.pdf
- Trimbos-instituut (2017), Drugsinfo; alles over drugs, risico’s en gezondheid
Online: https://www.drugsinfo.nl/publiek/vraag-en-antwoord/resultaten/antwoord/?vraag=8714
- Universiteit Groningen (2010), Criminaliteit en etniciteit. Criminele carrières van autochtone en allochtone jongeren uit het geboortecohort 1984
Online: https://pure.rug.nl/ws/files/14665131/2010-BloklandA-Criminaliteit.pdf
- Van der Laan, A.M., L. Vervoorn, N. van Nimwegen, F.L. Leeuw (2007), Justitie en demografie: over ontgroening, vergrijzing en verkleuring: Veranderingen in bevolkingssamenstelling en de gevolgen voor Justitie
Online: https://www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/justitie-en-demografie.aspx
- Vereijken, K. (2011), Recidivegedrag bij jeugddelinquenten
Online: http://arno.uvt.nl/show.cgi?fid=120996
Recidive na werkstraffen en na gevangenisstraffen (2009)
Online: https://www.reclassering.nl/documents/Nieuwbeerta.pdf
- Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (2014-2015), Recidivecijfers per fpc, p. 21
Online:https://www.tbsnederland.nl/media/2876/WODC-rapport-Recidivecijfers-per-fpc-november-2014.pdf
- WODC-Recidivemonitor (2016)
Online: https://wodc-repris.nl/Repris.html
[5]Dijkstra,J.K.(2010)
[6] Ganesh, W. (2017)
[7] Wartna e.a. (2007)
[8] Koch, M. (12-12-2011)
[9] Blokland & Nieuwbeerta (2008)
[10] Klomp, C. (2014)
[11] Dienst Justitiële Inrichtingen (2017)
[12] Klomp, C. (2014)
[13] Blokland & Nieuwbeerta (2008)
[14] Nieuwbeerta, P, e.a. (2007)
[15] Vereijken, K. (2011)
[16] Tijdschrift voor Criminologie (2009)
[17] Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (2014-2015)
[18] WODC-Recidivemonitor (2016)
[19] Centraal Bureau Statistiek (2016)
[20] Rijksuniversiteit Groningen (2013)
[21] Vereijken, K. (2011)
[22] CBS Overheidsdata (2014)
[23] Sterren (2011)
[24] Nieuwbeerta, P, e.a. (2007)
[25] Dykstra, P.A., H.A.G
[26] Tijdschrift voor Psychiatrie (2014)
[27] Nederland Jeugdinstituut (2012)
[28] Trimbos-instituut (2017)
[29] Borghans & ter Weel
[30] De Boom e.a. (2008)
[31] Universiteit Groningen (2010)
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden