Afrika

Hoofdstuk 1: Hoe zien de dorpen en huizen eruit? 1.1 Huizen Mensen bouwen huizen om zich te beschermen tegen kou, wind, regen en zon. Ze gebruiken veel materialen, meestal dat wat uit de omgeving komt. In Afrika wonen er veel mensen in flats of stadshuizen. Dat komt doordat veel mensen naar de stad zijn vertrokken om werk te zoeken. Ook zijn er nog veel mensen in plattelandgebieden die traditionele huizen bouwen. De meeste dorpen hebben een sort watertoren, postkantoor en winkels. wordt door mannen en vrouwen gemaakt nadat er geoogst is. Dicht bij hun huis bouwen zee en klein huisje om te koken, bier te brouwen en huisdieren te houden. 1.2 leven in de kraal In veel delen van afrika leven familiegroepen in kralen die met elkaar verbonden zijn. Dat moet je je zo voorstellen: Hier ff een plaatje over een kraal opzoeken..ik kon hm niet meesturen! De kralen zijn verbonden met poortjes en er staan lemen huizen met rieten daken. In het midden is een ontmoettingsplaats, een omheind gebied voor het kraalhoofd en elk van zijn vrouwen heeft een eigen, apparte, omheinde ruimte. Elke omheinde ruimte heeft een slaaphuis, een keuken, graanschuurtje, opslagplaats voor landbouwwerktuigen, huishoudelijke voorwerpen, gedroogd voedsel en melk.
1.3 Het huiselijke leven Koken en bereiden van voedsel, ambachten zoals pottenbakken enz., het zijn dingen die de Afrikanen op het platteland buitenshuis doen. De huizen worden gebruikt om in te schuilen bij regen, warm te blijven bij koud weer en erin te slapen. Hoofdstuk 2: Op welke manieren komen Afrikanen aan voedsel? Het grootste deel van de plattelandsbevolking in Afrika bebouwt het land of houdt vee. Vee zoals runderen, schapen, geiten enz. Er zijn ook kleine groepen Afrikanen die bijna alleen van wild voedsel leven. Hiervan zijn drie hoofdgroepen: - De San van Namibie en Botswana - De Hadza van Tanzania - De pygmeeen van Zaire
Deze groepen worden jagers en verzamelaars genoemd. Ze jagen traditioneel op wilde dieren en vogels en ze verzamelen insecten, wortels, vruchten en wilde honing. Ze hebben geen vaste woonplaats maar trekken met hun kleine kampjes in groepen. Soms blijven die kampen een jaar staan. De mannen jagen en vrouwen verzamelen. Deze manier van leven is vaak gemakkelijker dan dat van boeren. Afrikanen eten graag maïs, zoete aardappelen, tropisch fruit, zoetzure groenten. Ze gebruiken ook veel specerijen zoals kerrie, venkelzaad, kardemom en koriander. Typische Zuid Afrikaanse gerechten zijn: Biltong - gemarineerd, dan gedroogd en vervolgens gerookt mager rundvlees (of zebravlees!) Mieliepap - pap gemaakt van gedroogde en zeer fijn gemalen maïs
Bredies - een stoofpot van bonen, tomaten, aardappelen en gedroogd fruit
Melktert - melktaart
Boboti - gehaktbrood met gedroogd fruit
Hoofdstuk 3: Welke geloven vind je in Afrika? In Afrika vind je qua geloof vooral het Christendom en de Islam. Er zijn ook veel andere traditionele geloven. Onder andere het geloof in vele goden en het aanbidden van voorouders. Voorouders zorgden voor gedragsregels. Als ze boos gemaakt worden, kunnen hun geesten schade toebrengen en moet weer met offers kalm worden gemaakt. Ook het geloof dat koningen goden zijn is heel belangrijk. De koningen van Benin en Ghanga zijn bijvoorbeeld te heilig om direct tot onderdanen te spreken. Daar hebben ze woordvoerders voor nodig. Hoofdstuk 4: Wat kun je doen met muziek? Overal waar je ook maar komt in Afrika, er is muziek. Een moeder zingt een slaapliedje voor haar kind tot grote festivals aan toe. Muziek betekend veel voor de Afrikaanse cultuur. Afrikanen gebruiken muziek om de sleur van een lange werkdag door te komen. Tijdens het schoffelen wordt er gezongen om de gewassen te stimuleren. Over grote vlaktes communiceren herders en jagers door met een fluit een muziekboodschap te sturen. Er is muziek dat alleen door mannen of vrouwen gezongen mag worden. Mannen zingen bijvoorbeeld bij krijgerliederen en vrouwen bij geboortes. De muziekinstrumenten verschillen. Je hebt hele fijn bewerkte, maar ook eenvoudige rammelaars van bijv. van een stukje schroot of boomschors.
Hoofdstuk 5: Hoe zit het met maskers en maskerdansen 5.1 Maskers en maskerade Veel maskers worden over het hoofd en voor het gezicht gedragen. Veel maskers zijn voor bovenop het hoofd gedragen. Het dragen van maskers kan een toneelstuk heel interessant maken. Ten zuiden van de Sahara worden maskers voor veel sociale dingen en rituelen gebruikt. Ze worden gecombineerd met een kostuum dat de identiteit van de drager aankondigt. De rollen van maskers zijn meestal discipline of opvoeden, informatie geven of gezag krijgen. Deze rol drukken de mensen uit door een maskeradedans. Dat is een dans waarbij men met maskers danst. Een masker kan gelijk functies hebben, maar verschillende maskers kunnen ook dezelfde rollen spelen in en toneelstuk. Tegenwoordig worden de maskers vaak voor feest gedragen. 5.2 Maskeradedansen Veel steden voeren maskeradedansen of gemaskerde dansen op. Zodra iemand zijn kostuum aan heeft, valt deze niet meer te herkennen voor de medemensen. Het karakter en uiterlijk veranderd door het masker. Vaak worden delen van het lichaam benadrukt door kussentjes of stukjes hout. Samen met danspassen, gebaren, liederen en geluiden wordt het een krachtig energievol toneelstuk. Deze dansen worden vaak door mannen van een geheime groep opgevoerd. Hoofdstuk 6: Welke rituelen hebben Afrikanen en geloven zij in magie? 6.1 Rituelen Afrikanen geloven in onzichtbare krachten. Soms worden menselijke of dierlijke figuren uit het hout gesneden die genezende en beschermende stiffen bevatten die in het beeldje worden geplaatst of gewreven. Ze worden in een houder in het middelste gedeelte van het beeld gedaan. Ondertussen wordt er gezongen en gebeden. Het poppetje kan voor maar een persoon, of ook een hele gemeente zijn. In sommige delen van West- Afrika worden bij rituelen en ceremonies(bijeenkomsten) koppen en maskers van houtsnijwerk gebruikt. Deze zullen geesten van een aantal personen voorstellen. Vrouwelijke maskers zijn mooi, maar andere zijn woest en mannelijke zijn meestal woest en angstaanjagend. De maskers worden onder andere neergezet bij de ingang, waardoor de geesten verjaagd worden. 6.2 Rituelen rond de dood Als er in Afrika iemand overlijdt, voert de familie een aantal rituelen uit om te zorgen dat de geest van de dode makkelijk overgaat naar de wereld van de voorvaderen. Houten figuren van de voorvaderen die in heiligdommen worden bewaard,helpen de band tussen deze en de volgende wereld tot stand te houden, zodat de familie het contact niet verliest. Een rouwperiode versterkt die band tussen levende en doden. Soms gaan mensen anders doen dan de rest van de gemeenschap. Bijvoorbeeld kammen de vrouwen hun haar niet meer en dragen ze witte kleding.
6.3 Mythe en Magie In Afrika zijn de verhalen over het ontstaan van de wereld erg populair. Belangrijke voorvaderen en koningen spelen vaak grote rollen. Deze verhalen vertellen hoe de voorouders reisden, met monsters vochten, grote uitvindingen deden en steden stichtten. Sommige van deze helden zijn ook goden die veel offers en aanbidding willen. Deze verhalen maken een deel uit van de inwijding van de jonge meisjes die volwassen worden. Deze meisjes kunnen dan lid worden van een geheime groepen. De mensen droegen vroeger vaak geluksamuletten. Ze gaven geluk en bescherming. Soldaten droegen het om tegen wapens en gif beschermd te worden. Ook als iemand op reis gaat neemt deze een geluksamulet mee. Hoofdstuk 7: Welke sporten en ontspanning kennen de Afrikanen? Als het dagelijkse werk erop zit, zijn er veel manieren waarop de Afrikanen zich eens even lekker ontspannen. Hun favoriete manier is verhalen vertellen. Ze worden ook uitgebeeld. Vaak zijn het verhalen van belangrijke voorvaderen die na worden gespeeld rond een gezellig vuur in de kraal. Er kan muziek worden gemaakt door een persoon die op een luit of harp speelt of door een groep. Bij de meeste dorpsactiviteiten wordt muziek gemaakt, zoals bij worstelen, dansen en hardlopen. Jonge mannen houden veel van worstelen. Ze worden door een scheidsrechter beoordeeld op kracht en vaardigheid. Wanneer je worstelkampioen bent krijg je een bepaalde plaats in je omgeving. Hoofdstuk 8: Welke kleding dragen ze en hoe versieren ze zich? 8.1 kleding Er zijn meerdere redenen waarom mensen kleding dragen. Het is niet alleen voor bescherming tegen zon of regen, of om het warm te krijgen. Het wordt ook gedragen om iets aan te duiden. Dat kan leeftijd, positie of beroep zijn. Voor belangrijke dingen draag je andere kleding. Alleen getrouwde vrouwen dragen oorringen om hun positie aan te geven. In Afrika kun je aan kleding zien of ze uit woestijn of bosgebieden komen. Of ze boer of koning zijn, of het een warme of koude tijd is. Vooral vroeger was dit zo. Nu dragen er toch veel Afrikanen westerse kleding. Maar sommige, traditionele kleding komt toch weer in de mode. Ook zie je vaak een combinatie van westerse en traditionele kleding. 8.2 Lichaamsversieringen De Afrikanen maken zich kleurrijk en gevarieerd mooi. In sommige culturen wordt de grootte en de vorm van het lichaam benadrukt. Jonge meisjes in het zuidoosten van Nigeria brengen een gedeelte van hun leven in een vetmesthuis door. In andere culturen wordt aandacht besteed aan bepaalde lichaamskenmerken. In Kenia bijvoorbeeld, dragen de mensen die Kikuyu’s genoemd worden, oorschijven. Dat doen ze omdat uitgerekte oorlellen door mannen worden bewonderd. Mannen en vrouwen versieren beiden hun lichaam met verf en kleine sneetjes waar ze patronen mee maken op hun huid. Deze patronen geven identiteit, rijkdom en status van een persoon aan. Ook heel beroemd zijn de kralen. Wanneer vrouwen getrouwd zijn, dragen ze halskettingen van kralen om hun status aan te geven. Kralen worden gedragen om het hoofd, hals, midden en de armen. Ze worden als versiering en communicatiemiddel gebruikt. De jonge Zoeloe-meisjes in Zuid-Afrika maken halskettingen van kralen voor hun vriendjes. Het worden ook wel liefdesbrieven genoemd. Het patron en kleur kan verschillende dingen aanduiden. Wit is bijvoorbeeld zuiverheid en waarheid, rood kan woede, pijn, seksualiteit, bloed en vuur betekenen. Verder kan blauw trouw betekenen.
Hoofdstuk 9: Welke manieren van heerschappij hadden de Afrikanen? Er waren drie belangrijke regeringsvormen in het vroegere Afrika. De eerste was een regering van rijken die bestond uit aparte met elkaar verbonden staten. Mali en Songhai warden zo geregeerd
De tweede manier werd er door machtige koningen, ze hadden veel bedienden die hielpen met regeren. West en Centraal- Afrika, Ghana, Benin en Dahomey warden zo geregeerd. De derde vorm was voornamelijk in Oost Afrika. Daar was democratie. Je kon op de ouderen stemmen. Hoofdstuk 10 : Welke ziektes komen er in Afrika voor Er komen steeds meer westerse artsen in Afrika. De mensen daar maken daar volop gebruik van, maar vragen soms toch nog iets aan traditionele Afrikaanse genezers. Deze genezer maakt voor het vaststellen van de oorzaak van de ziekte contact met goede en kwade geesten in een trance. De behandeling wordt door middel van een offer of kruiden of magische stoffen gedaan.