Ik houd heel erg veel van honden, omdat ze zo lief en schattig zijn. Maar honden die bijten en agressief zijn, zijn minder lief. Ik vind het ook heel goed dat ze mensen op kunnen zoeken die in lawines terecht zijn gekomen. Dat ze dat allemaal kunnen, en hoe? Ik denk door hun natte neus. Misschien vind ik het antwoord nog wel in mijn werkstuk!
Hopelijk leer ik veel van mijn werkstuk. Hieronder zie je nog wat ik me afvraag:
- Welke hondenrassen gebruiken ze allemaal?
- Hoe duur is zo’n hond?
- Hoe gaat de training?
- Hoe helpt de hond?
- Moet de blinde heel erg wennen of krijgt hij/zij eerst training?
- Wat doet de blinde eigenaar als de hond ziek word of dood gaat?
Hopelijk vind ik goede antwoorden!!!
Het blind zijn
Mensen die blind zijn, kunnen niet zien. Maar zij leren wel veel beter luisteren dan mensen die wel goed kunnen zien.
Als je heel vroeg of vanaf je geboorte blind bent, ga je naar een speciale school. Daar leer je om zoveel dingen zelf te doen: jezelf aankleden, melk inschenken zonder te morsen of naar de winkel gaan bijvoorbeeld. Maar ook gewone schoolvakken leer je daar, zoals rekenen, taal en geschiedenis.
Een hond?
Met een rood-witte blindenstok loopt de blinde over straat. Met de stok tikt de blinde bij elke stap voor zich op de grond. ZO voelen ze waar de stoeprand is, waar een prullenbak staat of waar een muur is. Een muur klikt anders dan een stoeprandje.
Sommigen vinden zo alleen lopen niet fijn. Maar ze kunnen niet altijd wachten op iemand anders. Daarom willen ze een hond. Zo’n hond heet een blindengeleidehond. Zo’n hond is niet alleen gezellig, het helpt je ook nog!
Ophalen
Je kunt een geleidehond niet zomaar ophalen bij het asiel of de dierenwinkel of waar dan ook. Je kunt alleen maar zo’n hond aanvragen bij het “Koninklijk Nederlands Geleidehonden Fonds” (K.N.G.F. Geleidehonden).
Welke honden worden ervoor gebruikt?
Er zijn wel speciale hondenrassen ervoor nodig. Er zijn drie hondenrassen die ervoor worden gebruikt voor een geleidehondenopleiding: de Labrador Retriever, de Golden Retriever en de Duitse Herder.
De honden waarmee gewerkt wordt leren snel en zijn gehoorzaam. Ze doen hun baas graag een plezier. En dat heeft een blinde juist nodig!
Fokken
Het K.N.G.F. kiest lieve, gezonde honden uit om mee te fokken. Fokken is zorgen dat er gezonde, jonge dieren geboren worden. Er zijn mannetjes en vrouwtjeshonden. We noemen ze reuen(mannetjes) en teven(vrouwtjes). Als een reu en een teef samen paren, ontstaan er puppy’s. Puppy’s zijn jonge hondjes. Vaak lijken ze op hun ouders. Niet alleen van buiten, maar ook van binnen, dus ze hebben dezelfde eigenschappen, zoals betrouwbaar of niet vlug bang zijn.
De fokhonden wonen bij mensen thuis. Daar kunnen ook nieuwe puppy’s geboren worden.De pasgeboren pups blijven bij hun moeder tot ze zeven weken oud zijn. Daarna gaan ze naar een puppypleeggezin.
Een naam
Elke pup krijgt een naam. Die naam moet kort zijn, en goed uit te spreken zijn. Alle puppy’s die in het zelfde nest geboren zijn, moeten dezelfde beginletter in de naam hebben.
De mensen bij het K.N.G.F. zorgen voor een goede naam. Zij bedenken hondennamen die geschikt zijn. Wie een leuke naam weet, schrijft hem op een groot bord. Zo kunnen ze makkelijk een naam uitkiezen.
Een gewoon gezin
Een pleeggezin is geen gewoon gezin. Er zijn ouders, kinderen en huisdieren. De mensen in zo’n gezin zorgen een tijd voor een pup. Ze krijgen daarvoor geen geld. Ze doen het vrijwillig. Zo helpen ze het geleidehondenfonds.
In Nederland zijn ongeveer zeventig puppypleeggezinnen. Alle honden moeten eerst de belangrijke dingen leren: gehoorzaam zijn en zich goed gedragen. En alleen poepen en plassen buiten, als de baas je uitlaat. Dus niet in huis!
Leren
Een hond moet vriendelijk zijn voor mensen. En hij of zij mag niet meer van dingen schrikken en ook niet bang zijn. Maar dat leren gaat zijn vanzelf. De hond word beloond als hij/zij het goed doet. “Goed zo, brave hond!” zegt de baas en geeft hem een koekje of aait hem even. Iedere keer maar weer, totdat de hond het graag goed doet. Vaak belonen helpt beter dan vaak straffen, want dan word de hond sneller bang voor fouten en harde klappen.
Dingen weten
De puppy gaat over mee naar toe: naar de winkel, naar het park of naar de kermis.De mensen van het geleidehondenfonds komen vaak langs. Ze willen kijken hoe het gaat. Ze vertellen precies wat er nog verder moet gebeuren. Het moet een gezonde sterke hond worden. De mensen van het pleeggezin schrijven precies op wat de hond doet, want de mensen van het K.N.G.F. willen dat allemaal graag weten.
Weg
Natuurlijk houden de mensen heel veel van de hond. Ze hebben er een lange tijd plezier mee. Lekker stoeien en ravotten! Maar, ze zijn en blijven een pleeggezin. Dus ze moeten ook eens afscheid nemen. Als de hond ongeveer veertien maanden oud is, gaat het naar de school voor geleidehonden. En als dat moment aangebroken is, dan komt het afscheid, en dat is niet makkelijk…
De dierenarts
De hond gaat eerst naar de dierenarts bij de school voor een onderzoek. De dierenarts bekijkt de hond heel goed. Hij onderzoekt of de ogen goed zijn. Ook maakt hij foto’s van de botten van de hond. Zo kan de dierenarts zien of de heupen goed zijn. Want de hond moet veel lopen met de nieuwe baas: dan moet alles in orde zijn! Ook wordt bekeken of de hond goed luistert. Als alles in orde is, kan de hond leren voor geleidehond!
Het tuig
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden