Vliegtuiglogistiek

Vliegveldlogistiek: Logistiek betekent: zo praktisch en snel mogelijk iets organiseren en omdat we het hier over vliegtuiglogistiek hebben gaat het over zo snel en praktisch mogelijk alles regelen bij het vliegveld, het in- en uitladen van goederen, het vliegtuig aan kant maken maar ook ervoor zorgen dat de vliegtuigen op tijd en goed kan vertrekken en dat ze niet op elkaar botsen. Gemiddeld landen er 400 vliegtuigen per dag weg bij schiphol. Bij elke vlucht moet alles weer netjes zijn voor de volgende vlucht. Alle bagage moet uit- en ingeladen worden en het eten wat je in het vliegtuig krijgt moet per vlucht weer opnieuw gevuld worden. Dit heet: de turn around. Bij de landing gaat het vliegtuig eerst naar de aankomsthal genaamd de gate. Dat is een grote slurf de mensen uit het vliegtuig doorheen moeten lopen. Deze wordt vat gekoppeld aan de deur van het vliegtuig. De wielen worden klem gezet met betonnen blokken. De passagiers en de bagage gaan tegelijk uit het vliegtuig. Dan gaat het personeel een uur aan de gang. Zij maken heel het vliegtuig netjes. Alle knopjes worden gecheckt. Alle zitplaatsen worden aan kant gemaakt. Het toilet wordt schoongemaakt, er komen nieuwe afvalzakjes en kussentjes. Het vliegtuig wordt gezogen. De grote tank die uitwerpselen van tijdens de vlucht bewaard wordt ook vernieuwd. Ook wordt er vers eten ingeladen. Die heet catering. Het koude eten zit in grote containers. Het wordt in het vliegtuig warm gemaakt zodat het altijd vers is. In de keuken van het vliegtuig zitten heel veel kastjes met daarin eten. Heel de dag wordt er op en af gereisd en dat houden de stewards en stewardessen natuurlijk niet vol. Daarom lossen ze elkaar af. Als ze dan moe gaat de een slapen (boven in het vliegtuig) en de ander vliegen. Ook de baby’s kunnen slapen er hangen reiswiegjes aan de muur. Anders zouden ouders de hele reis met hun kind op schoot moeten zitten. Maar bij het opstijgen moet het kind wel op schoot anders is het te gevaarlijk. Voor de vlucht worden de banden ook nog even opgepompt. Een vliegtuig vliegt niet op benzine maar op Kerosine dat is speciaal voor vliegtuigen. Kerosine wordt met een grote dikke slang in de vleugel gepompt. In een kist zit 120000 liter Kerosine. Als alle klussen geklaard zijn kunnen de nieuwe passagiers erin. In een vliegtuig (van Klokhuis) zitten ongeveer 284 passagiers. En 10 stewardessen en stewards twee hiervan voorin: de flying pilot en de copiloot. Als de vlucht langer dan 9 uur duurt zitten hier 3 mensen dan komt de boordwerktuigbouwkundige er bij. De flying pilot stuurt het vliegtuig en de copiloot zorgt voor alle knopjes. Dat zijn er erg veel omdat er van elk knopje nog eens twee reserve is. De boordwerktuigbouwkundige zorgt ervoor dat alle kapotte dingen snel gemaakt worden. In het onderhoudsboek worden de dingen opgeschreven die kapot zijn of kapot zijn geweest. Bij het vertrekken helpt een lange platte blauwe wagen het vliegtuig naar achteren te trekken. Om hem vervolgens op de goede plek te zetten.