Van classicisme tot impressionisme

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 3830 woorden
  • 25 februari 2000
  • 69 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
69 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

classicisme

Het classicisme is de benaming voor een bepaalde periode en als stijlbegrip, moet volgens zijn verschillende vormen, gebruiken en kunststromingen onderscheiden worden. In het algemeen betekent classicisme de terugkeer naar de klassieke tradities in de literatuur, architectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst en ook filosofie. Verder moet er ook een onderscheid gemaakt worden volgens de ondoordachte overname van klassieke vormelementen en de algemeen beoogde voorstelling van de vernieuwing en voltooiing van de klassieke kunst en cultuur op een hogere historische trap, waarbij het ideaal van de volmaaktheid op de ontwikkelde historische realiteit betrokken wordt.

Zo bedoelt men met classicisme

- enerzijds een richting van de Europese bouwkunst die zich vanaf de helft van de 16e eeuw vanuit Italië verspreidde en waarvan Andrea Palladio (zie volgende pag.) de belangrijkste vertegenwoordiger was. In aansluiting op de klassieke kunst en hier vooral op de Romeinse voorbeelden probeerde men de helderheid en strengheid in de architectonische structuur, de rustige monumentaliteit en het rationele terug te winnen. De in Italië begonnen beweging zette zich in andere Europese landen en dan vooral in Engeland in de loop van de 17e eeuw verder.
- anderzijds betekent classicisme een stijlperiode van de Europese kunst die zich tussen 1770 en 1830 situeert.

Beroemde vertegenwoordigers waren Soufflout (Panthéon), Percier en Fontaine; in Engeland Chambers, Smirke en Soane.
In de beeldhouwkunst probeerde men in het bijzonder door het gebruik van edele en sobere materialen het verband met de klassieke kunst weer te leggen, bijv. met het witte en koele marmer waarmee bijv. de Duitse beeldhouwer G. Schadow en vooral de Fransman Houdon graag werkte.
Wat de schilderkunst van het classicisme betreft, kan het werk van Jacques David als model voor vele andere kunstenaars gezien worden. Karakteristiek zijn hierbij de klassieke thema's, de helderheid en strengheid van vorm- en kleurbehandeling en de vaak bijna starre monumentaliteit van de scènes en figuren.

De stromingen binnen de architectuur en de schilderkunst aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw die bij het classicisme aanknoping zochten, behoren tot het neoclassicisme. Tot 1950 werden gebouwen gedeeltelijk volgens deze principes opgericht (gewone plattegrond, symmetrie, monumentaliteit en eenvoud). In de schilderkunst gebruikte bijv. Picasso (zie volgende pag.) in een specifieke fase klassieke vormvoorstellingen, voornamelijk in zijn volumineus-monumentale vrouwenfiguren.
Andrea Palladio

Andrea werd geboren op 30/11/1508 in Vicenza en is gestorven 19/8/1580 in Vicenza. Andrea di Pietro della Gondola is onder zijn bijnaam Palladio beroemd geworden. Hij was een Italiaans bouwmeester die voornamelijk gewerkt heeft in Veneto, het gebied dat onder de rechtspraak viel van de stad Venetië.

Palladio's opleiding werd sterk beïnvloed door de humanist Giangiorgo Trisino. Daarnaast bestudeerde hij intensief de tien boeken van architectuur van Vitruvius en de antieke ruïnes van Rome, die het formele voorbeeld van zijn eigen werk werden. Zijn doel was om volgens de proporties van schoonheid een harmonisch geheel te bereiken. De geometrische compositie vormde hierbij een belangrijk onderdeel en decoratieve elementen en versieringen dienden alleen om de proporties te accentueren.

Palladio heeft voornamelijk veel villa's (huizen) gebouwd in de omgeving van Vicenza. Dit waren zomerverblijven op de landerijen van de adel van Venetië. De Villa Rotonda (1566-70) is wel de bekendste villa en wordt gekenmerkt door de twee symmetrie assen. De belangrijkste werken van Palladio in Vicenza zijn de basilica (1549), het palazzo Chierigati (1550-56), villa Rotonda (1550-52) en het Teatro Olimpico (1579-80) en eveneens in Venetië de kerken Sa. Giorgio Maggiore (1565) en Il Redentore (1577). De meeste van zijn gebouwen zijn gepubliceerd in " I Quattro Libri dell'Architettura". Deze publicatie had veel navolging in o.a. Engeland en al spoedig werd het vertaald in verschillende talen. In Nederland werd in 1640 een gedeelte vertaald door Cornelis Danckertszoon en dat diende als voorbeeldboek voor ambachtslieden.


Palladio is ook de enige architect naar wie een stroming vernoemd is namelijk het Palladianisme. Vooral in Engeland eerst door Inigo Jones en later in de 18de eeuw onder aanvoering van Lord Burlington. Deze navolging bestond voornamelijk uit het gebruik van bepaalde decoratieve elementen.

Zijn oeuvre wordt als zeer belangrijk beschouwd vanwege zijn grote invloed. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de binnenstad van Vicenza en zijn villa's in de omgeving deel uit maken van de World heritage list van UNESCO (1994).

Pablo Picasso


Pablo, eigenlijk Ruiz y Picasso werd geboren op 25.10.1881 in Malaga en is gestorven op 8.4.1973 in Mougins. Hij was Spaans schilder, graficus, beeldhouwer, ceramist en dichter.

Pablo Picasso is zeker de belangrijkste en op vele gebieden de meest innovatieve kunstenaar van de moderne kunst. Zijn eerste lessen kreeg hij van zijn vader, later ging hij naar de academies van Barcelona en Madrid. Vanaf 1900 tot zijn definitieve verhuizing naar Parijs in 1904, reisde hij slechts sporadisch naar de Franse kunstenaarsmetropool. Hij werd hier vooral beïnvloed door het neo-impressionisme en door de werken van Henri Toulouse-Lautrec, Paul Gauguin, Eugène Delacroix, Edgar Degas, Honoré Daumier en T. Steinlen. Geïnspireerd door de Jugendstil en het symbolisme ontwikkelde Picasso vanaf 1901 een eigen stijl: de zogenaamde "blauwe periode". In verschillende blauwtinten schiep hij afbeeldingen van figuren in een koele en gedistantieerde melancholie, die in rustige gebaren het menselijk leed tot onderwerp hebben. Bvb. "Absintdrinkster" 1902, "Het leven" 1903, "De maaltijd van de blinde" 1903. Op het thema van de existentiële noodsituaties volgden in de zogenaamde "roze periode" vooral circusthema's en scènes uit het artiestenmilieu: "Acrobatenfamilie met aap" (1905), "Acrobaat op een bal" (1905), "De kunstenmakers" (1905) en "Acrobaat en jongleuse" (1905). Vergeleken met de "blauwe periode" zien we dat de verf dikker wordt aangebracht en de vormgeving harder, geometrische wordt. In dezelfde tijd ontstonden rond 1906 de eerste tekeningen, etsen en plastieken.
Onder sterke invloed van Afrikaanse kunst, vooral van de plastiek, en van de werken van Paul Cézanne begon een verandering en reductie van vormen in Picasso's werk. Een verandering die, met de grote compositie "Les Demoiselles d´Avignon" de overgang naar het kubisme inleidde (1906-07). In samenwerking met Georges Braque ontwikkelde Picasso nu de esthetiek van het analytisch kubisme, de oplossing van voorwerpen in kubieke of geometrische, bijna abstracte vormen. ("Vrouw met gitaar" 1911-12). Daarnaast ontstonden zogenaamde "realiteitsfragmenten" (krantenknipsels e.d.), die in de composities geïntegreerd werden en die al bij het synthetisch kubisme gerekend kunnen worden.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog hield de artistieke samenwerking van de kubisten op (Picasso, Braques, Léger, Gris). Er ontstonden weliswaar nog steeds geometrisch-abstraherende composities, maar figuratieve voorstellingen in neoclassicistische stijl traden op de voorgrond. De monumentale en volumineuze vrouwenfiguren van een gereduceerde lineariteit ("Drie vrouwen aan de bron" 1921). Vooral in Picasso's plastiek bleef het kubistische vormexperiment echter het belangrijkst. Rond 1925 zien we in Picasso's werk bovendien invloeden van het surrealisme ("Drie dansers", 1925) en hij maakte sterk associatieve ijzeren vormen die overeenkomsten vertonen met de ready-mades van Duchamp. Picasso verwerkte de talloze avant-gardistische invloeden uiteindelijk tot een expressief-symbolistische stijl in zijn schilderkunst, die toch ook elementen van kubistische vormgeving bewaarde. Een hoogtepunt was "Guernica" dat hij gemaakt had voor het Spaanse paviljoen op de wereldtentoonstelling van Parijs in 1937. Dit grote schilderij was een artistieke aanklacht tegen de Duitse troepen die met dictator Franco sympathiseerden en die met hun Condorlegioen luchtaanvallen uitvoerden op de Baskische stad Guernica. De ervaringen van de Spaanse burgeroorlog en van de Tweede Wereldoorlog versterkten Picasso's politieke engagement. Later vond dat zijn neerslag ook nog eens op zijn werk over de Amerikaanse oorlogsvoering in Korea ("Bloedbad in Korea" 1951).

Na 1950 traden in Picasso's werk de grafiek, de figuurlijke vormgeving van ceramiek en technische experimenten op de voorgrond. In 1971 werd hij geëerd met een expositie in het Louvre. Een eer die voor hem nog slechts aan één andere kunstenaar ten deel was gevallen. Picasso's omvangrijke erfenis wordt beheerd door de Franse staat.

Impressionisme

(de schilderkunst)
Impressionisme
(de schilderkunst)
Het impressionisme is de benaming voor een stijlrichting binnen de schilderkunst, literatuur en de muziek. Het impressionisme vormde een reactie op het classicisme en de academische schilderkunst, die binnen de officiële salonexposities in Parijs werden getoond.


De belangrijkste schilders van het impressionisme in Frankrijk waren: Monet, Renoir, Pissarro, Sisley, Cézanne, en Degas. In Duitsland: Liebermann, Corinth en Slevogt, en in Italië Segantini.
In de literatuur zijn de vertegenwoordigers van het impressionisme Liliencron, de jonge Rilke en de broers Goncourt. In de muziek Claude Debussy.

Hoe is het impressionisme ontstaan?

De ontwikkeling van het impressionisme begint in Frankrijk in het jaar 1874 met een groepsexpositie (in het atelier van de fotograaf Nadar op 15 april) van kunstschilders, die echter pas na 1877 naar aanleiding van het dan "impressie" betitelde schilderij van Claude Monet kleinerend als impressionisten werden benoemd. Typerende kenmerken voor de impressionistische schilderkunst zijn de voorliefde voor duidelijke en heldere kleuren, de veelheid aan kleurnuanceringen en de spontaniteit waarmee de verf is aangebracht; er is nauwelijks nog een lineaire vormgeving te zien. In deze zin vormt het impressionisme de eerste stap naar de emancipatie van de kleur ten opzichte van de relatie tot het afgebeelde object en daarmee de overgang van de klassieke naar de moderne schilderkunst

De overgangsvorm van het impressionisme is duidelijk zichtbaar in de wijze waarop de natuur wordt weergegeven. Niet het voorbeeld van de natuur zelf, doch de wijze waarop deze wordt ervaren, wordt waargenomen, treedt op de voorgrond. Het gaat om de principes van de menselijke zienswijze. De realiteit wordt hierdoor minder een samenspel van vaste vormen en lineaire lichamen. Het wordt veel meer een wisselend organisch spel van licht en donker, dat zich in het menselijke oog tot een totaalindruk formeert.

Concurrentie fotografie

De ontwikkeling van deze nieuwe principes van vormgeving werd ook gestimuleerd door de opkomende fotografie, die een concurrent voor de schilderkunst werd. Aangezien de fotografie reeds veel exactere afbeeldingen van de realiteit kon maken, trachtte de schilderkunst via een andere wijze van verbeelding van de werkelijkheid tot een specifieke relevantie te komen.


Voorlopers

Voorlopers van op kleur en lichtval gebaseerde schilderkunst waren voor de impressionisten naast Frans Hals de Engelse landschapschilders John Constable en William Turner, en in Frankrijk Eugène Delacroix en Camille Corot.

Neo- en na-impressionimse

Het impressionisme zelf ontwikkelde zich tegen het einde van de 19e eeuw in het neo-impressionisme en het na-impressionisme. Met vaak wetenschappelijke interesse wijdde het divisionisme, respectievelijk het pointillisme zich aan de optische weergave van de realiteit door het gebruik van individuele kleurpunten, een schilderstechniek waarmee vooral Seurat experimenteerde.

Invloed

De invloeden van het impressionisme op de moderne kunst zijn uiterst veelzijdig en verstrekkend. Het tachisme vertegenwoordigt binnen de abstracte schilderkunst de consequentie van deze impressionistische principes. De pop-art zet dit, via experimenten met optische effecten en illusies voort. Het fauvisme en het expressionisme bevrijden zich, uitgaande van het impressionisme, definitief van de dwangmatigheid van een, op de natuur georiënteerde nabootsing binnen de opvattingen van de kunst.

Jacques David
Jacques Louis David werd geboren op 30.8.1748 te Parijs en is gestorven in 29.12.1825 te Brussel. Hij was een Franse kunstschilder.

J.L. David stond met zijn vroege schilderijen nog sterk onder invloed van F. Bouchard en de schilderkunst van het rococo. Na zijn verblijf in Italië van 1775 tot 1780, waarbij hij voornamelijk de kunst van de Klassieke Oudheid in zich opnam, kwam hij tot zijn streng gecomponeerde, sterk op de kunst uit de Romeinse tijd (streng architectonisch) geënte schilderkunst met veelal pathetische scènes en thema’s. Deze maakten hem tot de belangrijkste vertegenwoordiger van het Franse classicisme (exemplarisch voor deze classicistische schilderkunst is Davids schilderij "De vloek van de Horatiërs" van 1784).

Revolutionair

Na 1789 werd David een uitgesproken aanhanger van de Revolutie. Hij werd jakobijn en hield zich als lid van de nationale conventie bezig met de bemoeizucht van de overheid met het kunstbeleid. Zelf droeg hij zijn classicistische en pathetische stijl over op de revolutionaire inhoud en schiep met deze verheerlijkte wijze van afbeelden van de helden der revolutie een bijna propagandistische kunst. Zijn schilderij "De vermoorde Marat" (1793) laat de president van de Jakobijnenclub als een als icoon geschilderde en in de houding van een van het kruis afgenomen Jezus zien. Daarmee paste David religieuze manieren van afbeelden en observeren toe op het revolutionaire kamp.

Vlucht

Met de afzetting van Robespierre werd ook David aangeklaagd. Hij kwam echter onder de executie uit. In 1804 werd David onder Napoleon I tot hofschilder van het nieuwe keizerrijk en kon hier zijn schilderkunst aan de gewijzigde verhoudingen aanpassen ("Napoleon, de Alpen overschrijdend", "De keizerkroning"). Na de terugkeer van de Bourbons moest David vluchten. Van 1816 tot 1825 woonde hij in exil in Brussel.

Naast schilderijen in de stijl van de Klassieke Oudheid, schilderde hij nog enkele historiestukken en portretten, die pas vandaag de dag een grotere aandacht hebben gekregen.


Edouard Manet


Edouard Manet werd geboren op 23.1.1832 en is gestorven op 30.8.1883. Hij was Frans kunstschilder en graficus.

Manet was een van de belangrijkste voorlopers van het impressionisme in Frankrijk. In zijn schilderijen "discussieerde" hij op niet conventionele wijze met schilders uit vroegere tijdperken. Daarmee wekte hij steeds weer kritiek en woede van zijn tijdgenoten op. In 1863 werd zijn weinig puriteinse schilderij "Le déjeuner sur l'herbe" (Louvre, Parijs, 1862) door de jury niet tot de salon toegelaten en ook de beeltenis ven een naakte courtisane in het schilderij "Olympia" (Louvre, Parijs, 1963) lokte een openbaar schandaal uit. In beide schilderijen refereert hij o.a. aan meesters uit de Venetiaanse hoog renaissance, zoals Giorgione en Titiaan.

De techniek van Manet van het schilderen in de buitenlucht, de atmosferische lichteffecten, het exacte vastleggen van korte momenten in snelle, korte penseelstreken, die de handeling van het schilderen zelf tot thema laat worden, was bepalend voor veel moderne kunstschilders.


Paul Cézanne

Paul Cézanne werd geboren op 19.1.1839 in Aix-en-Provence en is gestorven op 22.10.1906 in Aix-en-Provence. Hij was Frans kunstschilder.

Cézanne bezocht vanaf 1861 met enige onderbrekingen de Académie Suisse en schiep met het kopiëren van oude meesters in het Louvre (vooral die van Eugène Delacroix en Honoré Daumier) de basis voor zijn kunstzinnige scholing. In deze vroegste periode ontstonden vooral schilderijen van figuren, welke in een pasteus opgebrachte schilderstechniek waren uitgevoerd.
Via de vriendschap met Emile Zola kwam hij in contact met de impressionisten en nam in 1874 en 1877 deel aan hun gezamenlijke exposities.

Kenmerkende stijl

Onder invloed van C. Pissarro en hun gezamenlijke schilderen in de vrije natuur bij Auvers-sur-Oise veranderde de schilders- en zienswijze van Cézanne, en vormde zich het begin van een intensieve discussie over de principes van een formele afbeeldingwijze. Cézanne ontwikkelde een, ver het impressionisme te boven gaande eigen stijl met betrekking tot kleur en vorm in hun wederzijds verband. Niet een imitatie van de werkelijkheid, doch het uitvinden van een zelf geordende wereld van beelden trad hierbij op de voorgrond.
Vanaf 1881 werkte Cézanne teruggetrokken in de Provence en trachtte voornamelijk de landschappen rond de Mont Sainte-Victoire en stillevens tot geometrische basisvormen gereduceerde composities te perfectioneren.

Voorloper

Cézanne werd door zijn analytische wijze van schilderen, naast Paul Gauguin en Vincent van Gogh tot een van de belangrijkste voorlopers van de moderne schilderkunst (Zie modernisten). Met name had hij betekenis voor de ontwikkeling van het kubisme, zoals dit door Pablo Picasso en Georges Braque werd uitgebeeld.

Tot zijn belangrijkste werken worden gerekend, naast de genoemde schilderijen van de Mont Sainte-Victoire:
- "De grote badenden" (1900/05)

- "De badenden" (1900)
- "Stilleven met appels" (1900)
- "Knaap met rood vest" (1895)
- "De kaartspelers" (1892) zie volgende tekening
- "Stilleven met uien en fles" (1900)
- "Het huis van de gehangenen" (1873)

Dit werk heet “Twee kaartspelers en is in 1892-95 gemaakt in het postimpressionistisch tijdperk. De techniek die hiervoor gebruikt werd is olie op doek. Het is tentoongesteld in het Courtauld Institute Galleries te Londen.

Het schilderij met slechts twee figuren is het resultaat van een lang proces. In de jaren 1890-92 maakte Cézanne heel wat schilderijen met vier of vijf kaartspelers, alvorens hij zich beperkte tot twee tegenover elkaar zittende spelers. Door de uitgekiende vormgeving, het gevarieerde kleurengamma en de sfeervolle dichtheid is dit schilderij het hoogtepunt van de kaartspelersreeks.

Cézanne interesseerde zich niet in een gedetailleerde weergave van een scène of in een allegorische voorstelling van menselijke zwakheden die in de 17de en 18de eeuw gebruikelijk was. Hij concentreert zich op de houding van de beide figuren en op hoe hun kleuren samensmelten met de rest van de ruimte. Net zoals bij het schilderij stilleven met commode uit 1885 ontstaat er een analoge wereld die haar eigen constructieve logica volgt en veel verder gaat dan een banale afbeelding van de realiteit.

Dit werk noemt “Het stilleven met commode” en is gemaakt omstreeks 1885 in het postimpressionistisch tijdperk. De techniek is olie op doek en het schilderij hangt in de Nieuwe Pinacotheek te München


Paul Cézanne hield zich als geen ander bezig met stillevens. Cézanne zorgde ervoor dat het schilderen van stillevens, die door de opkomst van portretten en landschappen een beetje in verval geraakt waren, terug gerespecteerd werden.
Op en naast een houten tafel vinden we een ogenschijnlijk willekeurige verzameling voorwerpen die ook in andere werken van de schilder voorkomen. Zo zijn benodigdheden als een tafellaken, een gemberpot, een vruchtenschaal of een commode schering en inslag in het werk van Cézanne.

Cézanne combineert deze voorwerpen telkens op een andere manier en verkrijgt zo telkens andere kleurencombinaties. Het koude wit van het tafellaken met de zachtjes glanzende blauwe en groene kleurschakeringen, vormt de achtergrond waartegen de centrale oranjerode appel wordt afgebeeld. De voorwerpen zijn in een vaste volgorde met elkaar verbonden en zijn een verfafspiegeling van hoe de schilder de voorwerpen ervaart. Dat wil zeggen dat ze niet gerangschikt zijn naar hun functie als gebruikvoorwerp, maar naar hun geometrische vorm.

Daarnaast valt op dat de ruimte volgens eigen perspectivische regels opgebouwd is. Er is geen centraal-perspectivische opbouw. Cézanne heeft geprobeerd om het tafereel verschillende gezichtspunten te geven. Waar de commode nog op ooghoogte lijkt te zijn, is het tafelblad sterk van boven voorgesteld. Op die manier krijgen de dingen een eigen autonomie en worden ze getest op hun causaliteit. Het credo van Cézanne om " de natuur op dezelfde manier te behandelen als cilinders, bollen en kegels" leidde tot een specifieke manier van voorstellen, die hij na een diepgaande analyse in analogie met de natuur opbouwde.

Cézanne legde de basis van wat later de Fauves rond Henri Matisse en dekkubisten rond Pablo Picasso zou aanzetten tot de abstractie en constructie van een eigen kleur- en vormwereld.

Claude Monet

Claude Monet werd in 1840 te Parijs geboren. Hij overleed in 1926. Als kind verhuisde hij al naar Le Havre. Daar werd hij een leerling van Eugène Boudin die hem aanzette tot de landschapschilderkunst. In 1859 keerde hij terug naar Parijs, waar hij zijn studie voortzette in het Atelier Suisse. Van 1860 tot 1862 verbleef hij als dienstplichtige in Algerije. In 1862 ontmoette hij Jongkind en keerde hij terug naar Parijs. Daar raakte hij bevriend met Sisley, Renoir, Manet en Pisarro. In 1870 reisde hij om de Frans-Duitse oorlog te ontvluchten naar Londen. Via Nederland keerde hij in 1871 terug naar Frankrijk, waar hij zich in Argenteuil vestigde. Hier schilderde hij in 1874 het werk 'Impressie, opgaande zon', dat op de eerste tentoonstelling van de Impressionisten werd geëxposeerd en de stijl een naam gaf. In 1878 verhuisde Monet naar Vétheuil, waar hij een huis deelde met de bankier Ernest Hoschedé. Begin jaren 1880 werkte hij veel aan de Normandische kust. In 1883 verhuisde hij naar Giverny, waar hij in de jaren 1890 zijn beroemde tuin aanlegde, die zo'n belangrijke inspiratiebron zou vormen voor zijn latere werk. Claude Monet moet gezien worden als een van de grote figuren van het Impressionisme. Hij overleed in 1926 te Giverny.


Dit is het werk Papaverveld uit 1881. Het is geschilderd met olieverf op doek.

In dit papaverveld komt Monets karakteristieke luchtige manier van schilderen goed tot zijn recht. De horizon is praktisch in het midden geplaatst zodat lucht en aarde een gelijk deel van de compositie vormen. De ruimtelijke opbouw van het landschap is duidelijk zichtbaar. Zo zien we dat de voorgrond donkergroen is gehouden met daar overheen gele en groene toetsen, waarbij de plamuurlaag hier en daar werd uitgespaard, zodat de compositie haar luchtigheid behield. In het midden van de voorstelling bracht Monet een paars- roze onderschildering aan met daar overheen blauw- turquoise streken. Als aller laatste zette hij de papavers in het landschap: roze en rode dotjes verf. De diepte werd bereikt door het gedetailleerde en op zich zelfstaande dichtbij, en in elkaar vloeiend verderop naar de horizon te schilderen. De levendige kleuren springen direct in het oog door het complementair kleurgebruik. Het rood van de papavers en het groen van het veld en de bomen versterken elkaar. Het ging de schilder niet direct om een exacte registratie van dit landschap, maar om een weergave van de speling van licht en kleur met de omringende natuur.


Dit is “De vissershut te Varengeville”, geschilderd in 1882 met olieverf op doek.

'...ik ben tevredene, en ik ben blij dat ik gebleven ben, want ik heb een plekje ontdekt waar ik mooie dingen kan maken, denk ik', schreef Monet in 1882 aan Alice Horsched‚ tijdens zijn verblijf aan de Normandische kust, waar hij Varengeville ontdekte. Dit stukje landschap heeft Monet in negen versies geschilderd, die ieder een andere lichtval en een andere sfeer laten zien. Direct na voltooiing kwamen ze in bezit van de kunsthandelaar Paul Durand-Ruel, die ze in maart 1883 als serie toonde. Monet biedt een blik op het klif vanaf een naastliggende, hoger gelegen klif. Het resultaat is een ongewoon aanzicht met een hoge horizon en een zonovergoten rotskust op de voorgrond, welke afsteekt tegen het blauw van de zee. Monet benadrukte het weelderige karakter van het landschap. De kalme zee schilderde hij met een horizontale vlakke toets, terwijl de begroeide helling met een gevarieerde penseelstreek is neergezet.

Paul Gauguin

Paul Gauguin werd geboren op 7.6.1848 en is gestorven in 8.5.1903. Hij was Frans kunstschilder, tekenaar en beeldhouwer. Als een der belangrijkste vertegenwoordigers van het postimpressionisme effent Gauguin, met zijn principes voor een vlakke, vast verankerde vorm van het beeld en zijn specifieke kleurpalet, in belangrijke mate de weg naar de grote kunststromingen van de 20e eeuw.

Beginperiode

In zijn beginperiode wordt Gauguin nog sterk beïnvloed door de impressionistische schilderkunst van Pissarro (Zie ook impressionisme). In 1888 schildert Gauguin tijdens een bezoek aan Bretagne het schilderij "Visioen na de preek" (National Gallery, Edinburgh). In dit schilderij komt zijn stijl tot uitdrukking. De stijl kenmerkt zich door een qua oppervlak homogene kleurstelling die in verband staat met het weergegeven onderwerp. De stijl verenigt fantastisch- symbolistische met realistische elementen.

Tahiti

In de periode van 1891 tot 1893 en vanaf 1895 woont Gauguin op Tahiti en andere eilanden in de Stille Zuidzee, omdat hij de moderne civilisatie afwijst. Gefascineerd door de oorspronkelijke exotische schoonheid van de eilandbewoners en de mystiek van hun godsdienst ontstaan hier de belangrijkste werken uit zijn latere scheppingsperiode, zoals:
- "Vrouwen op Tahiti" (Louvre, Parijs, 1891)
- "De oma Maria" (Metropolitan Museum of Art, New York, 1891).

Paysage de Bretagne

Landschap in Bretagne uit 1889, geschilderd met olieverf.
Het Stilleven, vruchten en mes uit 1901, met olieverf gemaakt.
Oorsprong van de werken.

Boeken

Naam
Cézanne/Gaugoin
De wereld van impressionisten
De kroniek van impressionisten
Impressionisme
De schilderkunst van het expressionisme
Expressionisme

De schilderkunst van het classicisme

Cd-rom
De grote encyclopedie 2000
Encarta

Encyclopedieën
Grote Nederlandstalige Larousse encyclopedie 25 delen
Oosthoeks encyclopedie 16 delen

REACTIES

".

".

Ik ben een foutje tegengekomen: David: de vloek van de Horatiërs, moet zijn de eed van de Horatiërs

17 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.