Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Houtblazers

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2808 woorden
  • 17 februari 2005
  • 59 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
59 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoudsopgave 1. Inleiding
2. Vragen uit het boek, Taakverdeling
3. Deelvraag 1: Wat is de saxofoon? 4. Deelvraag 2: Wat is de klarinet? 5. Deelvraag 3: Wat is de dwarsfluit? 6. Bronvermelding
7. Slot
8. De blokken Inleiding Wij hebben samen een werkstuk gemaakt over houtblazers . Dit was in opdracht van het vak Nederlands. Omdat we alle vier een houtblaasinstrument hebben bespeeld hebben we dit als onderwerp gekozen. Onze hoofdvraag luidt dan ook “wat zijn houtblazers?.” Om hierachter te komen hebben we het werkstuk verdeeld in drie deelvragen. In elk van deze deelvragen komt één van de drie belangrijkste houtblazers aan bod. Zo is deelvraag 1 Wat is de saxofoon?, deelvraag 2 wat is de klarinet? En deelvraag 3 Wat is de dwarsfluit. De naam houtblazers danken ze aan het feit dat deze instrumenten gebruik maken van een riet. De lucht die door de speler in het instrument wordt geblazen word door het riet omgezet in trillingen. In deze inleiding geef ik kort weer waar ons werkstuk overgaat, ik hoop dat u een goed beeld hebt gekregen over wat ons werkstuk inhoud. Wat is de saxofoon? De saxofoon wordt tot de Houten blaasinstrumenten gerekend omdat hij een mondstuk heeft met een ‘Houten Rietje’ net zoals de klarinet. De meeste mensen denken dat de saxofoon geen houten blaasinstrument is omdat hij verder van koper is gemaakt.
De Geschiedenis De saxofoon is uitgevonden door: Adolphe Sax, vandaar
ook de naam Saxofoon . De eerste Sax-o-phone die
Adolphe Sax bouwde, was en één met een lage stemming deze werd in 1840 gemaakt nadat de hele familie was verhuisd naar Brussel om daar een fabriek te beginnen in blaasinstrumenten. Later maakte hij een hele rij hoger en lager klinkende saxen. De vier belangrijkste saxen zijn de sopraan, de alt, de tenor en de bariton. Van een afstandje lijkt de baritonsax van geen kanten of een sopraan. Toch zijn het eigenlijk dezelfde instrumenten, met dezelfde kleppen op dezelfde plaatsen. De bariton is alleen een stuk groter, en hij klinkt dus een beetje lager. De alt en de tenor zitten tussen die twee in. Wat je ermee kunt doen? Met de saxofoon kun je muziek maken maar dat is bij de meeste mensen al wel bekend. Met de saxofoon kun je allerlei toonhoogtes en toonsoorten spelen in vele variaties, de saxofoon is één van de weinige instrumenten die een heel hoog bereik hebben qua noten en daarmee ook gelijk heel gemakkelijk te bespelen. Heel belangrijk is wel dat je een goede ademsteun hebt en dat je houding goed is. Verder heb je alleen maar voordelen als je goed kunt spelen op een saxofoon, je kunt namelijk in een straatbandje gaan spelen bijvoorbeeld, en dan mee lopen bij carnaval of dat soort dingen, en als je heel goed kunt spelen op de sax dan kun je zelfs in echte bands gaan spelen, al zie je dat tegenwoordig niet meer zo vaak. Er zijn hele goede saxofoon spelers die wel in een band speelde één van die bekende is de Amerikaanse Charlie Parker, hij speelde in een jazz band. Het spel van Parker wordt omschreven als zuiver van toon; harmonisch innovatief; vol met melodische en ritmische technieken; en vol met geniale en onvoorspelbare improvisaties. Een andere bekende speelster is de Nederlandse Candy Dulfer, ze heeft onder andere met: Prince, Van Morrison en Dave Stewart. Met Dave Stewart heeft ze een titelsong voor een film gemaakt. Hoe het werkt? (we behandelen nu de altsaxofoon) Als je een saxofoon uit elkaar haalt heb je al gauw een paar honderd onderdelen op tafel liggen. Door al die onderdelen lijkt een saxofoon heel moeilijk te bespelen maar dat maakt het eigenlijk heel gemakkelijk, zo is de saxofoon bijvoorbeeld makkelijker te bespelen als een trompet omdat een trompet maar drie kleppen heeft. Eigenlijk is een saxofoon niet meer dan een buis, die je met kleppen af kunt sluiten. Hoe meer kleppen er dicht zitten hoe lager de toon wordt. Elke saxofoon heeft dezelfde onderdelen, of het nou een sopraan, een alt, een tenor of een bariton is. Om geluid uit een saxofoon te krijgen moet je lucht in een sax laten trillen. Dat doe je doormiddel van het rietje, dat met een rietbinder op het mondstuk vastzit. Het mondstuk is een apart onderdeel van de saxofoon die je er los op doet. Als je blaast begint dat dunne stukje riet te trillen. Daardoor wordt de lucht in het mondstuk in beweging gebracht en vervolgens de lucht in de sax. Een rietje kun je vergelijken met je stembanden, als die trillen maak je geluid. Net als een klarinet zitten er een heel stel gaten in de body van de saxofoon. Ook werken de toon hoogtes hetzelfde, als je bij de klarinet de gaten dichthoud krijg je een lage toon, alleen is er wel een klein verschilletje: bij de klarinet doe je het met je vingers, bij de saxofoon gebruik je, je vingers ook wel maar worden de gaten dicht gedaan door andere kleppen die je met je vingers bedient. Dat komt omdat de saxofoon ten eerste ook al een stuk groter is maar ook omdat de saxofoon meerdere kleppen heeft de saxofoon heeft namelijk een stuk of 25 kleppen, van grote tot kleine, door deze vele kleppen kun je talloze noten spelen. Ze zitten verder uit elkaar omdat het groter is en omdat er meerdere kleppen in voorkomen, daarom gebruik je kleine verbindingen. OM ervoor te zorgen dat de kleppen helemaal worden afgesloten zitten er polsters op de kleppen, dit zijn schijfjes vilt die met een dun laagje leer bekleed zijn. In het midden van elke polster zit een metalen of kunststof plaatje: het resonansplaatje. Door die plaatjes wordt het geluid van de saxofoon wat helderder. Op de saxofoon zitten voor elke duim een steuntje, je linkerhand houd je het hoogst en met deze duim moet je ook de octaaf klep bedienen, de rechterduim houd je beneden aan de saxofoon met deze duim houd je de saxofoon omhoog, de saxofoon wordt in positie gehouden door een beugel die je om je nek hangt. Je kunt de saxofoon eigenlijk in drie stukken in delen, je hebt het mondstuk die zit op de hals. Het mondstuk kun je eraf halen door middel van hem eraf te trekken (glijden), wat je niet goed kunt zien is het rietje dat op het mondstuk is geschoven, het rietje is enkele millimeters dik en is dus heel kwetsbaar. Het 2e stuk is de hals deze zit tussen de body en het mondstuk, boven op de hals zit een klepje waarmee je een octaaf kan maken (een octaaf is een hogere toonsoort) maar deze klep wordt bediend door de octaaf klep, de octaaf klep zit op het 3e deel van de saxofoon: de body, de body is ook het grootste deel van de drie, hier zitten alle kleppen op en op het einde van de body is de beker waar uiteindelijk het geluid uit komt. Hoe langer de saxofoon, des te lager
de toonsoort zal zijn, hoe korter de saxofoon

is hoe hoger de toonsoort zal zijn. Wat is de klarinet? De geschiedenis De klarinet is omstreeks de 18de eeuw ontwikkeld door instrumentenbouwer Johann Cristoph Denner en zijn zoon Jacob. Denner en zijn zoon hebben de klarinet ontwikkeld door een al eerder bedacht instrument de Chalumeau (rechts afgebeeld). Na wat experimenteren met de 3- en 4-kleppige klarinet kwam in 1760 de 5-kleppige klarinet tot stand deze won de populariteitsprijs. Daarna ging de ontwikkeling van de klarinet vlug want in 1791 kwam de 6-kleppige en in 1792 de 8-kleppige klarinet uit. Daarna is er door ander musici een aantal veranderingen aangebracht. Uiteindelijk zijn er 3 systemen ontstaan het Böhm-systeem deze had 17 kleppen en 14 gaten, het Oehler-systeem die werd uitgevonden door de bedenker van de Saxofoon, Adolphe Sax. En het Albert-systeem wat meestal word gebruikt op Duitse klarinetten. De Klarinet bestaat uit 4 delen het mondstuk, het tonnetje, het middenstuk en de beker. Delen van de klarinet Het mondstuk (rechts afgebeeld) is een belangrijk onderdeel van de klarinet want het mondstuk heeft invloed op artistieke prestaties. Op het mondstuk wordt een rietje geplaatst dit is een enkel riet gemaakt van een bamboeachtige plant de Arundo Donax. Het riet moet op de klarinet zitten anders kan de klarinet niet bespeeld worden. Onder het mondstuk word het tonnetje geplaatst deze is bedoeld als verlenging van het mondstuk hiermee kan de stemming worden beïnvloed. Door het in- of uitrekken van het tonnetje wordt stijgt of daalt de toonhoogte. Het middenstuk (rechts afgebeeld) wordt weer onder het tonnetje geplaatst en bestaat uit 17 kleppen en kan daarmee 24 toongaten afdekken. De klep is een verlenging van de vingertop en om het toongat volledig af te sluiten is het voorzien van polsters. Deze polsters zijn bekleed met vilt en leer en moeten o.a. waterdicht zijn, niet verharden en gelijkmatig afsluiten. De conditie van de polsters en de afregeling van het kleppensysteem is hierbij essentieel. Voor het afronden van de klank wordt de beker (links afgebeeld) onder het middenstuk geplaatst Daarbij is de vorm, gewicht en houtsoort van de beker van belang. De ring van de beker heeft geen akoestische voordelen, maar is ter bescherming van de rand. Materiaal en polsters De klarinet wordt gemaakt van grenadillo een harde Afrikaanse ebbenhout soort. De kwaliteit van de klarinet is onder anderen afhankelijk van de fijnnervigheid en het droogproces van het hout. Om de nadelige werking van vocht op het hout te voorkomen wordt de boring geolied. Of een klarinet wordt van kunststof gemaakt hierbij is er geen enkele last van vocht maar een kunststof klarinet is wel minder in klank. In de kleppen zitten de al eerder vernoemde polsters(rechts afgebeeld), polsters worden gebruikt in de kleppen om de toongaten goed en gelijkmatig af te sluiten. Deze polsters worden gemaakt van vilt met een laagje vlies, leer of kunststof. Kunststof polsters hebben minder last van vocht of droogte. Verschillende soorten klarinetten
Van de klarinet zijn er 13 verschillende soorten de meest bekende en de meest

gebruikten zijn de Bes-klarinet (rechts afgebeeld) ook wel een sopraanklarinet genoemd. En de Altklarinet (links afgebeeld) men noemt dit type ook wel harmony clarinets omdat deze instrumenten gebruikt worden om de harmonieën te spelen . Het onderhoud Als laatste het onderhoud van de klarinet het is belangrijk dat je na het bespelen van de klarinet het instrument goed droogmaakt en hem goed opbergt het droogmaken kan door het gebruik van een doortrekwisser. Voor het onderhoud van de kurk die aan alle uiteinden van de delen zitten is er speciaal kurkver waarmee je het kurk kan invetten zodat het soepeler in elkaar gezet kan worden. Het mondstuk na het spelen afspoelen met lauw water en vervolgens in azijnwater leggen zorgt ervoor dat het mondstuk langer gebruikt kan worden. Het rietje kan maar een tijdje worden gebruikt afhankelijk van hoe vaak de klarinet wordt bespeeld het is belangrijk dat het rietje voor het spelen iets vochtig word gemaakt hiervoor kan de mond gebruikt worden en na het spelen af te spoelen te drogen en vervolgens op te bergen. Voor het vervoeren van de klarinet zijn er een koffer of een goede etui deze zijn er voor de bescherming van de klarinet. Wat is de dwarsfluit? De geschiedenis De dwarsfluit is een heel oud instrument, de eerst echte eenvoudige dwarsfluit komt van rond 2500 v. Chr. Dat heeft men op een oude grottekening gevonden die door de Egyptenaren is gemaakt. Toen was het een eenvoudige dunne riet stengel met daar in gaten die als kleppen gelde. De fluit is in veel landen terug gevonden bijv. China, Italië, Griekenland en Egypte. Deze informatie hebben ze via boeken, schilderijen en grotschilderijen. De naam komt van het Latijnse woord ‘flatus’ dat adem betekent. De eerste fluiten werden niet gebruikt voor het plezier, maar voor het verjagen ven de vijanden en boze geesten. De herders gebruikten de fluit voor het eerst voor de plezier, ze spelen er op terwijl ze zaten te kijken naar de schapen die zaten te grazen. Rond de 15e eeuw werd de dwarsfluit en de afstammeling de piccolo als militair instrument gebruikt, samen met de trommels. Op de muziek moesten de soldaten in rijen paraderen en waren er aanval tonen. Later in de 17e was het meer een hoffelijk instrument en werd het veel aan het hof van koning Lodewijk de 15e gespeeld. De dwarsfluit is door de eeuwen heen veel veranderd en verbeterd, zo kreeg hij in 1725 zijn eerste klep deze zat aan de onderkant van de fluit. In de 19e eeuw werden er veel liedjes gecomponeerd voor de dwarsfluit, toen kreeg hij ook 13 kleppen. Nu heeft hij er maar liefst 15. Ook is het van materiaal veranderd de eerste was van een rieten stengel, ook zijn er van beenderen van rendieren, klei, bamboe en nu is het van koper. Wat is het? De Dwarsfluit is eigenlijk gewoon en open buis die aan een kant open is. Door kleine gaten die met behulp van kleppen open en dicht kunnen kan men de noten spelen die men wilt. Vroeger waren in plaats van die kleppen gewoon gaten die je door je vinger dicht of open deed. Er zijn veel verschillen de dwarsfluiten, vooral van vroeger uit zijn er veel verschillen ontstaan. Voorbeelden zijn: Panfluit, Kroatische dvojnice, Näy, Shakuhachi, Kooauau en Vivo. Dit zijn fluiten uit allemaal verschillende landen in Azië en rond Egypte. Ze zijn allemaal ontstaan rond 100 v. Chr. De meeste hebben de zelfde werking maar zijn korter of langer, of hebben een ander aantal gaten. Hier door krijg je heel ander soort toon. Maar de meest bekende zijn wel de Altfluit, Basfluit en de Piccolo. Dit zijn de dwarsfluiten die het meest in Nederland worden bespeeld. Hoe werkt het? De dwarsfluit bestaat uit 3 delen: het kopstuk, het middenstuk en het voetstuk. 1 In het kopstuk zit een mondgat (rechts) waardoor je lucht blaast, die lucht komt tegen een scherp randje en gaat vervolgens door de fluit heen. Verder zitten in het kopstuk geen kleppen. 2 In het middenstuk zitten 7 kleppen die je met die je met al je vingers bedient behalve je pink. De kleppen sluiten de gaten af en hier door ontstaat een hoge toon. De meeste kleppen zijn met ander kleppen verbonden, hierdoor gaan 2 of 3 kleppen tegelijk dicht. 3 Op het voetstuk zitten 6 kleppen die je allemaal met je rechterpink bedient. 1 daarvan houd je meestal dicht en door de andere in te drukken krijg je de lage cis. De dwarsfluit zit moeilijk in elkaar door al die kleppen die met elkaar zijn verbonden. Om er voor te zorgen dat de kleppen goed blijven werken moet je ze geregeld schoon maken met een doekje. Je kunt de fluit ook een klein stukje uit elkaar schuiven dat is voor het stemmen. Dat wil zeggen dat je als je bijv. Een cis speelt dat die toon niet te hoog of te laag is. Door dat je tegen een scherp randje blaast ontstaat er een trilling. Omdat die trilling door de buis gaat ontstaat er een geluidsgolf, deze geluidsgolf is de toon. Door de trillingen een beetje door de gaten te laten ontsnappen, ontstaat er een andere geluidsgolf dus een andere toon. Ook kun je door zacht of hard te blazen andere tonen maken.
Wat kun je ermee? Vroeger werd de fluit gebruik voor het verjagen van vijanden of boze geesten en later in het legen. Maar later werd het vooral een instrument voor het spelen van mooie muziek. Het was dus vooral voor het plezier en als hobby. Door de hoge en lichte tonen komt het veel voor in klassieke muziek. Ook als je nu in orkesten kijk zie je altijd wel dwarsfluiten. Ook voor een solo is het een mooi instrument, dat komt ook door de zuivere toon die een dwarsfluit maakt. Maar tegenwoordig komt het ook steeds meer voor in jazz en ander soorten muziek. Bronvermelding ISBN 90 6113 841 8 Het muziekboek rondreis door de wereld van muziek
ISBN 90 6113 557 5 Encyclopedie van de klassiekenmuziek Peter Gammond
ISBN 90 76192 16 2 Tipboek klarinet Hugo Pinksterboer
ISBN 90 76192 03 0 Tipboek Saxofoon Hugo Pinksterboer
www.muziekindex.nl
www.google.nl
www.scholieren.com Slot Onze samenwerking is zeer goed verlopen. We hebben alles zo eerlijk mogelijk proberen te verdelen waar iedereen het ook mee eens was. Samen hebben wij met de groepsleden ook een deadline gesteld zo dat we samen nog even erna konden kijken of er bij een van ons nog eventuele kleine foutjes in zaten en nog even de laatste puntjes op de i gezet. En kon het in elkaar gezet worden. Wij zelf hebben veel geleerd over de houtenblaasinstrumenten. Maar niet alleen over de houtblazers hebben we veel geleerd maar ook hoe dat we het beste samen konden werken. Zoals de deadline die we hadden gesteld was ook zeer fijn zodat we elkaar nog even konden controleren en dus niet in de tijd nood kwamen te zitten. Wij hebben hard gewerkt aan dit werkstuk en zijn er dan ook zeer tevreden over. Wij hopen dat u dat ook kunt zien en er een goed punt voor over heeft.

REACTIES

M.

M.

Geachte scholier,

Een mooi werkstuk. Het is vaak de moeite waard om zelf verder te studeren. Muziekinstrumenten bouwen is erg moeilijk, na 4 jaar bereikte ik het volgende:

Kijk eens op:
http://markmakesmusicalinstruments.blogspot.com/

Met vriendelijke groet,

Mark

14 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.