Griekenland

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 4515 woorden
  • 23 april 2007
  • 309 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
309 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test
Inleiding

Ik doe mijn project over Griekenland omdat het mij interessant leek om er wat meer over te weten te komen. Mijn ouders en ik zijn in de zomervakantie van 2003 naar Griekenland geweest. Daar zaten we op het eiland Lesbos. Vooral ga ik iets vertellen over het oude Griekenland.

Door de geschiedenisschrijvers werd Griekenland beschouwd als het eerste beschaafde land in Europa. Meer dan tweeduizend jaar geleden ontstond daar de westerse beschaving. Doordat de Griekse legers zoveel land veroverde dat hun rijk een van de grootste ter wereld werd, werden ook de Griekse kennis en cultuur wijd verspreid.
Hoofdstukindeling

1. Griekenland, algemeen
2. Het alfabet
3. Godsdienst nu en toen
4. wat deden ze vroeger?
5. De Griekse eilanden
6. De Olympische spelen
7. Mijn vakantie

Hoofdstuk 1 Griekenland algemeen

Griekenland, of Hellas, zoals Griekenland in Griekenland zelf heet, ligt in Zuid-Europa ten zuidwesten van Albanië en ten oosten van Turkije. In het noorden grenst Griekenland voor het grootste deel aan Bulgarije en ook nog aan Macedonië.
Ten westen van het vasteland ligt de Ionische Zee en ten zuiden ligt de Middellandse Zee. In het oosten scheiden de Egeïsche Zee en de Zee van Marmara Griekenland en Turkije van elkaar.
Het land is ongeveer 4 keer zo groot als Nederland, om precies te zijn 131.957 vierkante kilometer.

De kust van het vasteland is bijna 4000 kilometer lang; de kusten van alle eilanden meegerekend komt het totale aantal kustkilometers op bijna 15.000. Dat is na Noorwegen de langste kustlijn van Europa.
Bijna overal in Griekenland ben je dicht bij de zee, meestal niet meer meer dan 100 kilometer.
Bijna eenvijfde van Griekenland bestaat uit eilanden.
Griekenland grenst in het noorden aan Albanië (282 km), Bulgarije (494 km) en Macedonië (228 km), en in het oosten aan Turkije (206 km). Griekenland is dus omgeven door zeeën en opmerkelijk is dat waar men zich ook bevindt, men is nooit verder dan 96,5 kilometer van een zee verwijderd.
Het vasteland van Griekenland kan, van noord naar zuid, worden verdeeld in zes gebieden:
West-Thracië is een hoofdzakelijk agrarisch gebied in het noordoosten en grenst aan Bulgarije en Turkije. De belangrijkste stad is Alexandroúpolis.
Macedonië is het gebied rond Thessaloniki, de tweede grootste stad van Griekenland. Thessaloniki is een belangrijk industriestad waar textiel, chemische en landbouwproducten worden gemaakt.
Epirus ligt tussen de Albanese grens en Macedonië. Het is een arm gebied waar bosbouw en citrusteelt belangrijk zijn. Ook vind je hier marmer en landbouwproducten. Verder is er opkomend toerisme, vooral rond de nationale parken van het Pindosgebergte. Ioánnina is de belangrijkste stad van de regio.
Thessalië is ook een landbouwgebied en ligt in het oostelijk deel van centraal-Griekenland. Het is heel vruchtbaar doordat er een grote rivier doorheen stroomt, de Piniósrivier. De industrie is geconcentreerd rond de havenstad Vólos en het centraal gelegen Lárissa.
Centraal-Griekenland is het gebied tussen Epirus en Thessalië in het noorden en de Golf van Patras en Korinthe in het zuiden. In het zuidoosten ligt het belangrijkste gebied van Griekenland, het bergachtige maar vruchtbare Attica. Hier ligt de hoofdstad Athene en woont eenderde van de totale bevolking. Aan Athene grenst Piraeus met de grootste haven van Griekenland.
De Peloponnesos is het zuidelijke schiereiland en gescheiden van het vasteland door het kanaal van Korinthe. In de bergachtige Pelopponesos zie je veel olijfbomen en cipressen. De landbouw is hier ook heel belangrijk maar bij de havenstad Patras in het noordwesten begint zich industrie te ontwikkelen.
De eilanden zijn ook verdeeld.
Je hebt de Ionische eilanden met Korfoe als centrum en dit gebied is vooral toerisme belangrijk.
De noordelijke eilanden in de Egeïsche Zee waar nog boeren wonen maar waar ook veel toeristen komen.
De zuidelijke eilanden in de Egeïsche Zee. Er is weinig toerisme op de Cycladen maar heel veel (massatoerisme) op de eilanden Rhodos en Kos.
Kreta is het grootste eiland met als hoofdstad Heráklion. Landbouw en toerisme zijn hier allebei belangrijk, maar omdat Kreta steeds droger wordt (de woestijn rukt op door de klimaatverandering op aarde) zijn de toeristen steeds belangrijker om geld aan te verdienen.
Het vasteland van Griekenland bestaat voor 80% uit bergen en heuvels. De hoogste berg is de heilige mythologische berg Olympus in midden-Griekenland en die is 2917 meter hoog. Andere hoge bergen zijn de Pindos (2637 meter), de Gramnos (2520 meter), de Parnassos (2457 meter) en de Taigetos (2404 meter).
In het west heb je de Dinarische Alpen. In het noordwesten van Griekenland loopt dit gebergte over in het Pindosgebergte, dat verderop weer Taigetosgebergte heet.
Vlakke gebieden liggen in Macadonië en Thessalië, waar dan ook landbouw en veeteelt mogelijk is. De vlakten worden doorsneden door rivieren, waarvan die in het noorden het meeste water hebben.
In Griekenland is het warm, het is het warmste land van Europa. De zomer zijn droog en heet, de winters zacht en er valt veel regen. Sneeuw komt 's winters vooral voor op de bergtoppen van meer dan 1000 meter en in Thessalië, maar in Athene kan het ook sneeuwen. Minstens 300 dagen per jaar schijnt de zon. In augustus kan de temperatuur tot tegen de 40°C oplopen. Januari en februari zijn de koudste maanden, juli en augustus de droogste, november en december de natste.
Er wonen ongeveer 10,5 miljoen mensen, in Nederland 16 miljoen, dus veel minder.
Van die mensen wonen er 3,7 miljoen in Athene.
Griekenland is sinds 1981 lid van de Europese Unie en heeft een president. Hij heet Kostis Stefanopoulos en is al sinds 1995 president van Griekenland. De minister-president, de Jan-Peter van Griekenland, heet Costas Simitis. Hij is het hoofd van de regering. Het land is een democratie, dat wil zeggen dat de mensen die het land regeren gekozen zijn door de bevolking.
Geschiedenis van het moderne Griekenland
De Griekse geschiedenis begint ruim drieduizend jaar geleden. Maar het Griekenland zoals wij het kennen is er nog niet zo lang: in 1947 ontstond het moderne Griekenland.
Griekenland was van de 15e tot in de 19e eeuw bezet door de Turken. Op 13 maart 1822 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen, maar na de Eerste Wereldoorlog brak er oorlog uit tussen Griekenland en Turkije. Griekenland wilde zijn grondgebied in Klein-Azië uitbreiden, maar de Turken wonnen. Heel veel mensen trokken toen weg en de bevolking van Athene verdubbelde in een paar weken.
Duitsland viel Griekenland in april 1941 binnen. Nadat de Duitsers in oktober 1944 uit Griekenland waren verdreven gingen de Grieken tegen elkaar vechten. De Griekse burgeroorlog duurde van 1944 tot 1949 en heeft in Griekenland meer slachtoffers geëist dan de Tweede Wereldoorlog. In 1952 kwam een rechtse regering onder veldmaarschalk Alexander Papagos aan de macht. Toen Constantinos Karamanlis het land leidde ging het heel goed met Griekenland. Dat was aan het eind van de jaren ’50 en het begin van de jaren zestig.
In 1967 kwam er een staatsgreep en grepen de militairen de macht. Dat was een heel vreselijke tijd voor de Grieken, ze mochten nog maar heel weinig en zeker geen lelijke dingen over de militairen zeggen. Dan werd je zomaar in de gevangenis gegooid en zo.
Griekenland had tot die tijd ook een koning. Koning Constantijn probeerde in 1967 opnieuw te gaan regeren, maar toen dit mislukte verliet hij het land. Kolonel Papadopoulos, de leider van de militairen hief de politieke partijen op, verbood de vakbonden en gooide duizenden tegenstanders in de gevangenis. De kranten mochten alleen nog schrijven wat Papadopolous wilde.
In 1972 riep Papadopoulos de Republiek uit en benoemde zichzelf tot president. In november 1973 braken er rellen uit en vooral studenten deden daaraan mee. Er vielen best wel veel doden. Nog weer twee jaar later werden de militairen eindelijk verstandig en vroegen ze Constantinos Karamanlis, de man die Griekenland al een keertje heel goed had geregeerd om terug te komen en weer de democratie te gaan leiden.
Griekenland is niet zo’n rijk land. Ze leven nog veel van de landbouw. Wijn, kaas (feta) en olijven zijn belangrijke producten. Griekenland heeft veel marmer, een mooie steensoort waar rijke mensen badkamers en zo van maken. Dat verkopen ze aan het buitenland.
Er zijn veel grieken werkloos, wel 10% en het toerisme wordt steeds belangrijker voor de Griekse economie.
Athene, de hoofdstad, ligt 2160 km van Amsterdam.
Hoofdstuk 2 alfabet

Het Grieks heeft eigen letters. Onze letters zijn daarvan afkomstig, maar wij schrijven de letters heel anders dan de mensen in Griekenland.
Het nieuwe Grieks is wat de mensen nu spreken. Vroeger spraken ze oud Grieks. Daar weten we nu nog veel van omdat er veel van water toen geschreven is, bewaard is gebleven. Als je naar het gymnasium gaat, kun je daar het vak oud-grieks kiezen.
Nieuw Grieks lijkt niet op oud grieks, maar de letters zijn wel hetzelfde.

Ons alfabet is zo genoemd omdat de twee eerste letters in het Grieks Alfa en Bèta heten.
Een alfabet is een reeks lettertekens in een vaste volgorde, waarmee de klanken van de taal worden genoteerd. Alfa, de eerste letter van het alfabet lijkt op hoofdletter A en op kleine letter a.
Bèta, de naam van de tweede letter van het alfabet, lijkt op hoofdletter B en de kleine letter lijkt er ook best wel op.
De vorm van de letter A is afkomstig van een oude Egyptische hiëroglyfe (dit is een Egyptisch teken) van een adelaar. De Grieken noemde de letter alfa en de Romeinen noemde het zoals we die tegenwoordig noemen A.
Hier volgt het Griekse Alfabet
Hoofdletter kleine letter uitspraak
A α A als in vader
B β Tussen de V de W in
Γ γ G voor een a-klank, o-klank, oe-klank, j voor een e-klank, ie-klank
Δ δ Th als een Engelse th (that)
Ε ε E als in help
Ζ ζ Z
Η ή IE als in diep
Θ ν Th als de hard Engels Th (thief)
Ι ι IE als in diep
Κ κ K
Λ λ L een dunne L
Μ μ M
Ν ν N
Ξ ξ X
Ο ο Kort O als in toch
Π π P
Ρ ρ Rollende R
Σ σ s
Τ τ t
Υ υ IE als in diep
Φ φ F
Χ χ CH
Ψ ψ Als de psi
Ω ω O als in po
Grieks is doordat ze andere letters hebben best wel moeilijk om te leren. Maar het is wel heel leuk om als je in Griekenland bent die gekke letters te zien. Dan ben je echt in het buitenland
Hoofdstuk 3 Godsdienst toen en nu

In Griekenland hebben de mensen niet alleen eigen letters, maar ook een eigen geloof. Dat heet Grieks Orthodox en bijna iedereen in Griekenland hoort bij deze kerk.
De Grieks Orthodoxe kerk lijkt veel op de katholieke kerk, zoals wij die kennen. Maar in de 10e eeuw kregen ze ruzie met de paus in Rome. Die was niet gelovig genoeg en was een beetje teveel met bezit en zo bezig, en dat vonden de Grieken niet goed. Die zijn toen voor hunzelf begonnen en kregen een eigen paus. Die ging wonen in Constantinopel, wat nu Istanbul heet.
De Grieks Orthodoxen zijn wel een beetje strenger dan de katholieken. Je ziet in Griekenland heel vaak oudere vrouwen die helemaal in het zwart lopen. Dan is hun man overleden en dan lopen ze de rest van hun leven alleen nog maar in zwarte kleren.

In Griekenland mag je ook niet gecremeerd worden als je dood bent. Van de Grieks-Orthodoxe kerk mag je alleen begraven worden.
Pasen is echt groot feest, maar het valt bijna altijd op een andere datum dan hier in Nederland. De mensen vieren dan heel groot feest, vanaf zatermiddag en de straten worden versierd en er is heel veel eten en drinken.
Vroeger geloofden de Grieken niet in één god maar ze geloofden dat er heel veel goden waren. Over die goden zijn heel veel verhalen ontstaan. Die noemen we mythen. In die verhalen lijken de goden heel veel op mensen, ze zien er ook hetzelfde uit. De goden bemoeiden zich ook met de mensen, er waren ook halfgoden, kinderen van een god en een mens.
De oppergod, de god van de bliksem, was Zeus. Hij woonde samen met zijn broers en zussen en zijn vrouw Hera op de berg Olympus. De mensen geloofden dat daar goden woonden omdat die berg altijd in de dikke mist lag en je dus niet kon zien wat zich daar afspeelde.
Zeus was de baas over het weer, dus een belangrijk man want als het niet regent, groeide er ook niets. De mensen bouwden veel tempels voor Zeus waar ze offers brachten. Dan zetten ze manden met fruit of graan neer of slachtten een dier om Zeus gunstig te stemmen.
Zeus zijn broer Poseidon mocht de baas over de zee zijn. Hij had een drietand bij zich en je ziet hem nu nog wel eens op plaatjes. Een andere broer Hades mocht de baas zijn over de onderwereld. De Grieken geloofden dat je na je dood naar de onderwereld ging. Dan moest je eerst een rivier oversteken, de Styx, en dan kwam je in de onderwereld. Hoe het er daar uitzag en hoe het daar was, daar werden veel verhalen over verteld. Een heel beroemde is het verhaal van Orpheus en zijn vriendin Eurydice. Orpheus wordt helemaal gek van verdriet als zijn vriendin doodgaat. Hij kan heel mooi fluit spelen en Hades zegt hem dat hij daarom Eurydice weer mee mag nemen naar de wereld van de levenden. Maar hij mag niet omkijken, hij moet erop vertrouwen dat zij hem volgt. En dan kijkt hij toch om, de stommerd en moet Eurydice in de onderwereld blijven.
Pallas Athene, de godin van de oorlog werd geboren uit het hoofd van Zeus, met haar vechtkleren al aan. En dan had Zeus ook nog een zoon Apollo, de god van de schoonheid. Hij was de baas over de zeven muzen die allemaal iets met muziek, dans of kunst hadden.
De Grieken vertelden elkaar graag en vaak verhalen over de goden. Vooral de verhalen waarin goden en mensen voorkwamen waren geliefd. Een van de halfgoden was Achilles, een hele sterke man die je niet kon doodmaken. Alleen in zijn hiel kon je hem verwonden omdat hij daar was vastgehouden door zijn mensenmoeder toen ze hem in een godenbadje deed zodat hij onkwetsbaar zou worden.
Over Achilles zijn heel veel verhalen verteld. Hij vocht mee in de oorlog om Troje, een stad waar om gevochten werd omdat Helena van Troje een mooiere vrouw was dan Pallas Athene. En dat pikte ze niet. Ze zorgde dat de mensen oorlog met elkaar maakten. Troje kon niet veroverd worden, dus verzonnen ze een list: ze bouwden een paard waarin ze mannen en wapens verstopten. De Trojanen vonden het paard heel mooi en haalden het binnen. De mannen kwamen er ’s nachts uit en zo werd Troje veroverd en verwoest.
Hoofdstuk 4 Wat deden ze vroeger?

Ongeveer 2500 jaar geleden bestond Griekenland uit stadstaten (min of meer zelfstandige steden). De bekendste, machtigste en meest invloedrijke was Athene. Ook had je Sparta. Daar leefden de mensen heel sober en waren ze de hele dag bezig met vechten en oorlog voeren. De twee andere stadstaten waren Delphi en Olympia.
Elke stadstaat had een eigen regering.

De Grieken waren heel goede bouwers en ze maakten mooie kunstwerken. Ze bouwden theaters en tempels. Die bouwden ze zo goed dat er nu nog wat van over is gebleven. Griekse architecten ontwierpen een bouwstijl die nu ook wordt toegepast. Je had de Dorische bouwstijl met zuilen die aan de bovenkant recht waren en je had de Ionische bouwstijl waar de zuilen aan de bovenkant met twee krullen versierd zijn.
In het oude Griekenland waren de mensen eenvoudig gekleed. Kinderen en mannen droegen een korte tuniek, dat is een soort modelloze jurk, vrouwen droegen een tuniek tot op de grond.
Het eten was ook eenvoudig: brood en vijgen of olijven en soms wat groente. Omdat het brood maar eens in de 3 maanden werd gebakken was het keihard. Ze maakten het dan zacht in wijn.
Als er een baby werd geboren, besliste de vader of het mocht blijven leven. Ze hadden liever jongens dan meisjes, dus die werden vaker buiten gelegd en gingen dan dood. Als een kind mocht blijven leven, kreeg het op de tiende dag pas een naam.
Naar school gingen alleen de jongens. Ze leerden lezen, schrijven en rekenen. Ook mochten ze op een instrument leren spelen. Meisjes gingen niet naar school, die bleven thuis om te leren hoe je het huishouden moest doen en om te leren spinnen en weven. Daarmee kan je draad en stof maken waar ze dan weer tunieken van maakten.
Alleen de kinderen in de stad gingen naar school. Kinderen op het platteland moesten meehelpen met het bewerken van het land of moesten op de geiten letten. Zij hadden geen tijd om naar school te gaan.
De Griekse oudheid is beroemd om zijn filosofen. De Griekse filosofen (denkers) hielden zich bezig met levensvragen waar men nu nog over discussieert. Beroemd waren Plato en Aristoteles. Het oude Griekenland had ook beroemde wetenschappers, mensen die nadachten over hoe dingen in elkaar zitten. Archimedes was zo iemand.
Veel mensen denken nu dat de Grieken dachten dat de wereld plat was. Maar dat is niet zo. De Grieken hebben al berekend wat de omtrek van de aarde was, dus ze wisten dat de aarde rond was. Natuurlijk wisten niet alle Grieken dat. Veel zeelieden durfden niet te ver te gaan omdat ze bang waren om van de wereld af te knikkeren en bij Hades in de onderwereld terecht te komen.
In het oude Griekenland waren ze dol op toneel. Daar bouwden ze grote amfitheaters voor. Dat zijn grote halfronde bouwwerken waar je op stenen trappen naar een toneelstuk kijkt. Van die theaters zijn er een paar bewaard gebleven en daarom weten we dat je ook bovenin heel goed kon verstaan wat er werd gezegd, zonder microfoon want die hadden ze natuurlijk niet. Dat komt door de vorm.
Het moderne toneel is ontstaan uit de Griekse drama’s die 2000 jaar geleden in de open lucht werden opgevoerd.
Je had tragedies dat zijn toneelstukken die slecht aflopen, de held gaat dood of zijn geliefde sterft in zijn armen. Maar om te lachen had je komedies. Veel toneelstukken gingen over koningen en prinsen en over de goden natuurlijk.
Het toneel (drama) ontstond in Athene. Het begon in de vorm van zingen en toneel spelen ter ere van de god Dionysus. Er werden verschillende spelen opgevoerd en aan het eind van het feest waren er prijzen voor het beste toneelstuk en de beste speler. En vanaf die tijd begonnen toneelschrijvers,zoals Sophocles en Aristophanes , tragedies en komedies te schrijven. In een tragedie werd vreselijk gehuild. En in een komedie werden vaak echt harde grappen gemaakt.
In Athene werd voor het eerst een democratische regering ingesteld. Dat wil zeggen dat de belangrijke mannen van die stad mochten bepalen wie er in de regering kwamen. De mensen regeren dus eigenlijk. Ons land is ook een democratie. Dat hebben we dus afgekeken van de oude Grieken.
Hoofdstuk 5 De Griekse eilanden

Bijna een vijfde deel van Griekenland bestaat uit eilanden. Van de in totaal ruim 2000 eilanden en rotspunten zijn er maar ongeveer 170 bewoond. De rest is te klein.
Het meest noordelijke eiland is Thasos, het meest westelijke Korfoe (Kerkira), het meest zuidelijke Kreta (Kriti) en het meest oostelijke Rhodos. De Griekse eilanden liggen verspreid over de Ionische zee westelijk van Griekenland en de Egeïsche Zee die ten oosten van Griekenland ligt, tussen Griekenland en Turkije.

Bekende Ionische eilanden zijn Korfoe of Kérkira, Levkás, Kefallinía en Zákinthos. De Ionische eilanden liggen ten westen van Griekenland.
Van de Egeïsche eilanden zijn er het meeste van. Enkele bekende eilanden zijn Samothráki, Límnos, Lésvos, de Sporaden, de Cycladen, Rhodos en Sámos.
Je hebt ook de Egeïsche eilanden dat zijn onder andere: Lesbos, Hios, Thassos, Limnos. Deze eilanden liggen in het noorden in de Egeïsche zee.
En Kreta ligt in de zee van Kreta. Kreta is het grootste eiland van allemaal.
Op sommige Griekse eilanden wonen bijna geen mensen. Neem bijvoorbeeld Lesbos, daar wonen even veel mensen als in Nijmegen. Terwijl het toch best wel groot is. Een groot deel zijn wel bergen maar daar kan je toch ook huizen bouwen? Onder aan de berg bijvoorbeeld. En de meeste eilanden zijn in de winter nog onbewoonder dan in de zomer, omdat er dan geen toeristen zijn en er dus niet veel te verdienen is.
Hoofdstuk 6 De olympische spelen

In augustus 2004 worden in Athene de olympische spelen gehouden. Het is de tweede keer in de moderne tijd dat dat daar gebeurt. Toen de eerste keer de olympische spelen werden gehouden, in 1896, was dat ook in Athene.

De olympische spelen werden vroeger ook al bij de oude Grieken gehouden. Ze hielden die in Olympia, vandaar de naam. Ze vonden het leuk om elkaar uit te dagen en te kijken wie er het snelst of het sterkst was. Volgens de Grieken was het belangrijk om sterk en moedig te zijn want je moest goed zijn als er oorlog kwam.
Sporten die ze toen deden waren hardlopen, discuswerpen, speerwerpen en worstelen en nog een paar dingen.
Iedere stad stuurde zijn snelste, sterkste atleten die dan tegen elkaar liepen of streden. Dat waren echte spektakels waar veel mensen naar gingen kijken.
De spelen duurden toen vijf dagen en werden vanaf 776 voor Christus gehouden, om de vier jaar, net als bij ons.
In 1896 werden de olympische spelen voor het eerst sinds de oudheid gehouden. Nu sturen alle landen van de wereld hun beste sporters om te kijken wie er het best is. Bijna alle sporten worden er gedaan. Ook voetbal en volleybal en zo, veel meer balsporten dan waar de Grieken aan deden.
Ander verschil is dat nu ook vrouwen meedoen en dat mocht bij de Grieken niet. Vrouwen deden de was en kookten het eten, kregen kinderen en moesten zich verder nergens mee bemoeien.
Er was wel een vrouwelijke versie van de spelen. Die werden ter ere van Hera gehouden, de vrouw van Zeus. Ze deden alle sporten een beetje minder dan de mannen. Alleen in Sparta mochten vrouwen met de mannen meesporten en ook korte rokken dragen. Dat mocht in de rest van Griekenland echt niet.
Vorig jaar, toen wij op Lesbos waren, merkte je daar al veel van de Spelen. Er werden veel dingen verkocht met de olympische vlag erop. Dat zijn vijf ringen in vijf verschillende kleuren, drie boven en twee onder die in elkaar zitten.
Olympische spelen houden is heel erg duur, dus met die spullen wilden ze geld ophalen. Het geld dat ging allemaal naar de olympische spelen. Want als je zoiets wil houden moet je er wel genoeg geld voor hebben. Ze verkochten allemaal dingen waar Athene 2004 op staat.
Een handdoek, strandbal, badpakken, zwembroek, enzovoort. De meeste spullen waren dan ook heel duur. €48,- voor een handdoek is dat nou duur of is dat duur?
Of de kaarten €0,50 per stuk.
De strandballen €15,- per stuk. Ze zijn wel mooi hoor maar wel heel erg duur. Op televisie is geweest dat ze in Athene nog lang niet klaar zijn voor de Spelen. De stadions zijn nog niet af, de wegen er naar toe ook niet. En dat terwijl het nog maar zes maanden duurt. Ze hebben al besloten om het zwembad geen dak te geven want dat redden ze niet.
Omdat er zoveel mensen in Athene wonen, is er ook heel veel verkeer. Daar mag je niet alle dagen in je auto rijden. Als je een even getal in je nummerbord hebt mag je op andere dagen rijden dan wanneer je een oneven nummerbord hebt. Maar toch is het verkeer een grote puinhoop. En dat betekent dat de mensen die er moeten bouwen er ook niet doorheen kunnen en de spullen ook niet. Laten we maar hopen dat alles op tijd klaar is en dat de Spelen een groot succes gaan worden.
Hoofdstuk 7 Mijn vakantie

In de zomervakantie van 2003 ben ik twee weken met mijn vader en moeder naar het eiland Lesbos geweest. Dat ligt in de Egeïsche zee. En vlak bij Turkije, je kon de kust van Turkije heel goed zien.
De hoofdstad van Lesbos is Mitilini. Dat is een mooi plaatsje met een mooie haven waar ongeveer 20.000 mensen wonen.

Het eiland bestaat eigenlijk uit twee delen, met er tussen in een diepe baai. Het eiland is behoorlijk bergachtig. Die bergen zijn niet zo heel hoog, maar het zijn er wel heel veel.
Wij zaten in het plaatsje Petra, dat ligt in het noorden. Dat stadje is beroemd omdat er een Mariakapel staat met een legende erover. Het verhaal gaat dat een schipper in de haven van Petra lag. Het Mariabeeld dat hij aan boord had, was opeens verdwenen. Hij zoeken en toen vond hij het beeld bovenop een rots. Beeldje mee terug, maar hup weer weg. Tot drie keer toe vond hij het beeldje terug op de rots.
Dat was natuurlijk een teken dat er daar een kapel gebouwd moest worden. Dat zal een heel werk zijn geweest, want je moest 135 treden op. Die zijn uit de rots gehakt en je kunt je voorstellen wat een werk het was om alle spullen en mensen naar boven te krijgen. We hebben het kerkje op Maria Hemelvaart bekeken. Een belangrijke feestdag in het gelovige Griekenland. De mensen hingen met de benen buiten.
Het kerkje zelf was ontzettend versierd, met allemaal iconen, dat zijn een soort schilderijen van Maria, meestal met het kindje Jezus. In Griekenland zijn die versierd met zilver of koper. Een van de beelden die er stond had helemaal afgesleten voeten, want die raakten alle mensen aan. Ik weet niet waarom, misschien omdat het geluk brengt of zo.
De eerste week hebben we een beetje geluierd. Petra heeft een mooi strand en het water was ijskoud. Dat komt doordat er een paar jaar geleden een hele grote aardbeving in Turkije is geweest. Toen is er een rif ontstaan in zee. Dat is een hele diepe richel. Ik weet niet hoe diep, maar daardoor was de zee echt lekker koud. En dat kwam goed uit want het was wel 38 graden.
We hebben daarom ook veel bij het zwembad gelegen. Op het strand kortom helemaal niks gedaan. Gewoon een beetje Petra verkennen. Veel ijsjes gegeten natuurlijk!
Maar de tweede week kwamen we in actie. We gingen naar het versteende woud. Dat is heel apart eigenlijk zijn het gewoon boomstammen. Maar dan heel raar ze zijn versteend en allerlei kleuren heel mooi dat zal je vast nog nooit hebben meegemaakt. Moet je echt een keer zien. Die bomen zijn ontstaan na een vulkaanuitbarsting. Vroeger was Lesbos een vulkanisch eiland en na een uitbarsting is het gaan regenen. Dat stof is op de bomen terecht gekomen en erin getrokken. Daarom hadden ze allemaal heel gekke kleuren, geel, paars, roze en rood.
We hadden een auto gehuurd.
Een Toyota Yaris een rooie. Daar hebben we zo’n beetje het hele eiland mee afgereisd. Het was vet gaaf echt waar. Twee dagen hadden we de auto de eerste dag hebben we de hele dag het eiland verkend. De tweede dag zijn we eigenlijk van strand naar strand gereisd. Eigenlijk moet je ook een keer naar Lesbos het is er echt prachtig!
Gebruikte boeken en zo

Zo leefden de Grieken, Marjon Sarneel.

De oude Grieken, kijk op het verleden, Loverance en Wood

Griekenland, Anne Pearson

De oude Grieken, kunst en beschaving, Mathilde Bardi

Zo leefde men in het oude Griekenland, Cath Senker

Landeninformatie Griekenland, website ministerie van Buitenlandse Zaken

Landenweb.com, informatie over Griekenland

REACTIES

S.

S.

Is erook iets wat ze verkochten behalve wijn en olijf

14 jaar geleden

N.

N.

Vast wel, toen ik in Griekenland was waren er echt leuke souvernirs zoals, armbandjes die geluk geven en er waren ook van die leuke magneetjes! :)

11 jaar geleden

S.

S.

ja olijfen en wein. is lecker hè

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.